NL8601330A

NL8601330A - Werkwijze voor het vervaardigen van een optisch uitleesbare plaat, alsmede plaat vervaardigd volgens de werkwijze.

Info

Publication number: NL8601330A
Application number: NL8601330A
Authority: NL
Original assignee: Philips Nv
Priority date: 1986-05-26
Filing date: 1986-05-26
Publication date: 1987-12-16
Also published as: US4795511A; DE3765462D1; JPS62288031A; EP0247673A1; JPH0822573B2; EP0247673B1

Description

j> - ·+ PHN 11.757 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven

Werkwijze voor het vervaardigen van een optisch uitleesbare plaat, alsmede plaat vervaardigd volgens de werkwijze.

De uitvinding betreft een werkwijze voor het vervaardigen van een optische uitleesbare plaat met twee concentrisch door ultrasoon lassen op elkaar bevestigde en door spuitgieten uit thermoplastisch materiaal vervaardigde schijven, welke werkwijze omvat: het langs galva-5 nische weg vervaardigen van een in hoofdzaak uit nikkel bestaande dunne schijfvormige matrijs, het plaatselijk aanbrengen van verdiepingen in de matrijs voor het vormen van aangespoten uitsteeksels aan de schijf en het op elkaar plaatsen van de schijven en het door toevoeren van energie althans ten dele smelten van de genoemde uitsteeksels en het 10 daardoor aan elkaar lassen van de schijven.

Optisch uitleesbare platen die zijn opgebouwd door het op elkaar plaatsen van twee of meer schijven zijn op zich in verschillende uitvoeringen bekend. Zo is uit het Amerikaanse octrooischrift 4 074 282 (PHA 20.742) een met behulp van een laserstraal inschrijfbare optisch 15 uitleesbare plaat bekend, waarbij een transparant substraat wordt gebruikt dat wordt voorzien van een stralingsgevoelige laag die grenst aan een ruimte die wordt afgedekt door een afdekschijf. Het substraat en de afdekschijf zijn met elkaar verbonden door middel van afstands-ringen aan de omtrek en nabij een centrale opening. De afdekschijf kan 20 ook zelf een substraat zijn zodat een tweezijdig inschrijfbare informa-tieplaat wordt gevormd. Het transparante substraat waardoorheen de laserstraal de gevoelige laag kan bereiken kan uit glas bestaan of uit een geschikte kunststof. De verbinding tussen de schijven en de af-standsringen kan plaats vinden met behulp van een kleefstof, door sol-deren, etc.. Bij toepassing van eén of meer uit kunststof bestaande schijven behoeven uiteraard de afstandsringen geen aparte onderdelen te vormen maar kunnen met één of meerdere van de kunststofschijven tot één geheel worden geïntegreerd.

Uit de Europese octrooiaanvrage 0.117.576 (PHN 10,576) is 30 een optisch uitleesbare plaat bekend met een vlak kunststof substraat van betrekkelijk grote buigstijfheid waaroverheen, met insluiting van een ruimte, een afdekkap is aangebracht die een aanmerkelijk geringere •3 «ai

Ό* V V J «j V \J

ΡΗΜ 11.757 - 2 -¾ buigstijfheid bezit. Deze afdekkap kan eveneens uit kunststof bestaan. Het substraat en de afdekkap kunnen wederom door lijmen, etc. met elkaar worden verbonden.

Bij het op elkaar bevestigen van twee uit kunststof vervaar-5 digde schijven kan voor de onderlinge verbinding van de beide schijven een uit de kunststoftechnologie bekende methode toegepast worden waarbij geen lijm of een ander hechtmiddel benodigd is. Thermoplastische kunststof is namelijk zelf betrekkelijk makkelijk smeltbaar, zodat, door het plaatselijk toevoeren van energie,onderdelen uit kunststof 10 door plaatselijk smelten van materiaal met elkaar kunnen worden verbonden. In de Europese octrooiaanvrage 0.094.273 (herewith incorporated by-reference) wordt een werkwijze voorgesteld voor het vervaardigen van een optisch uitleesbare plaat die uit een tweetal uit thermoplastische kunststof vervaardigde schijven bestaat die door middel van de boven 15 geschetste methode met elkaar worden verbonden. De schijven kunnen bijvoorbeeld door ultrasoon lassen met elkaar zijn verbonden.

Voor verbindingsmethoden zoals ultrasoon lassen is het van het grootste belang dat de toegevoerde energie sterk plaatselijk wordt geconcentreerd om aldus ter plaatse van de concentratie voldoende warra-20 teontwikkeling te doen ontstaan voor het plaatselijk smelten van de kunststof. Het is dus nodig om althans één der beide kunststoffen onderdelen te voorzien van puntige of scherp uitstekende delen. Dit betekent dat in de langs galvanische weg vervaardigde matrijs een verdiept profiel dient te worden aangebracht die het negatief is van de tijdens 25 het spuitgieten te vormen uitsteeksels. Het blijkt nu in de praktijk dat het aanbrengen van de verdiepingen in de matrijs, als gevolg van de hoge hardheid en brosheid van het galvanisch opgegroeide materiaal, moeilijk met een zodanige vorm en een zodanige vormnauwkeurig-heid kan geschieden dat het spuitgietproduct wordt voorzien van vol-30 doende nauwkeurig gedimensioneerde scherp uitstekende delen.

Voor het vormen van de uitstekende delen zoals beschreven in de genoemde Europese octrooiaanvrage 0.094.273 is het nodig om een patroon van langgerekte geulen in de matrijs te snijden. Het is ook bekend om in plaats van een patroon van langgerekte gleuven een ononder-35 broken rondlopende gleuf in de matrijs te snijden, zodat het spuitgiet-product een ononderbroken rondlopende richel bezit.

8601330 ^ ¾ PHN 11.757 3

De in de praktijk voor het vervaardigen van optisch uitlees-bare platen gebruikte matrijzen zijn in het algemeen vervaardigd met behulp van een galvanisch opgroeiprocédé, veelal uit nikkel of een nik-kellegering. Door de wijze van neerslaan van het metaal uit het galva-5 nische bad ontstaan in de matrijs plaatselijk verschillen in dichtheid, in hardheid, etc.. Dit heeft tot gevolg dat het op de gebruikelijke wijze aanbrengen van verdiepingen, bijvoorbeeld in de vorm van een rondlopende groef in de matrijs, aanleiding geeft tot vervorming van de matrijs. Het resultaat is dat het moeilijk is met een dergelijke ma-^ trijs een goed gedefinieerd product te vervaardigen, zodat ongewenste dubbele brekingseffecten in het schijfmateriaal kunnen ontstaan en problemen kunnen optreden met het ultrasoon lassen. Het ultrasoon lassen is namelijk een betrekkelijk kritisch procédé dat een goed gedefinieerde vorm van de aangespoten uitsteeksels vereist en ook een goede aan-15 ligging van de met elkaar te verbinden delen. Het is gebleken dat het niet aanbevelenswaardig is de verdiepingen in de matrijs te vormen door het overnemen van corresponderende verhogingen aangebracht op de plaat waarop de matrix galvanisch wordt gevormd. Het blijkt namelijk dat door onnauwkeurigheden in het galvanische opgroeien verdikkingen kunnen ont- 20 staat aan de achterkant van de matrix. Dergelijke verdikkingen zijn ontoelaatbaar omdat de matrix zuiver vlak in een spuitgietvorm tegen een spiegelplaat moet kunnen worden bevestigd. Methodes voor het aanbrengen van verdiepingen die erop gericht zijn om met een gereedschap materiaal uit de matrix te verwijderen en aldus de verdiepingen te vormen hebben 25 steeds als nadeel dat het gevaar bestaat dat het uit een verdieping verwijderde materiaal terecht komt op het gedeelte van de plaat dat is voorzien van de te repliceren microstructuur en daarvan niet meer, of zeer moeilijk, te verwijderen is.

De uitvinding beoogt een werkwijze voor het vervaardigen van 30 optisch uitleesbare platen van de in de aanhef vermelde soort te verschaffen, waarbij de geschetste bezwaren niet optreden en met weinig kosten op een snelle en goed gedefinieerde wijze verdiepingen in de matrix kunnen worden aangebracht. De uitvinding heeft hiertoe tot kenmerk, dat voor het aanbrengen van de verdiepingen gebruik wordt gemaakt 35 van een drukpen met een scherp uiteinde dat in het matrijsoppervlak wordt gedrukt zodat ter plaatse een putvormige verdieping ontstaat omringd door een wal van weggedrukt materiaal waarvan hét volume in 86 Ö13 3 0 PHN 11.757 4

Js V

hoofdzaak gelijk is aan het volume van de putvormige verdieping en zodat bij het spuitgieten de schijf wordt voorzien van overeenkomstige penvormige uitsteeksels, omringd door een geul waarvan het volume in hoofdzaak gelijk is aan het volume van het boven het schijfoppervlak uitstekende deel van het uitsteeksel. De uitvinding berust op het in-5 zicht dat het vervormen door inwendige spanningen van de matrix vermeden kan worden door de verdiepingen zeer plaatselijk aan te brengen. Er wordt geen materiaal uit de matrix verwijderd, waardoor wordt vermeden dat vervuiling van de microstructuur van het informatiegedeelte van de matrix kan optreden.

10

Voor het verkrijgen van een snelle en nauwkeurige werkwijze, die zo min mogelijk manipulatie van de matrix vereist, zodat de mogelijkheid van beschadiging en/of vervuiling van het matrixoppervlak wordt verkleind, wordt een uitvoeringsvorm van de werkwijze van de uitvinding daardoor gekenmerkt dat een hulpgereedschap wordt gebruikt dat 15 met een ringvormig drukvlak tegen het matrijsoppervlak wordt gedrukt, welk hulpgereedschap een aantal holtes bezit waarin drukpennen zodanig zijn aangebracht dat een deel van het uiteinde tot buiten het drukvlak uitsteekt en er voldoende ruimte aanwezig is tussen de drukpen en de binnenwand van de holte voor het opnemen van de genoemde wal van weggedrukt materiaal. Met deze werkwijze kunnen in één bewerkingsstap alle holtes op zuiver gedefinieerde plaatsen tegelijk worden aangebracht.

Sommige optisch uitleesbare platen zijn aan beide zijden voorzien van een identieke informatiestructuur. Dit is bijvoorbeeld het geval bij laserinschrijfbare optische platen die aan iedere zijde zijn ΔΌ voorzien van orientatiegroeven voor de sturing van de laserbundel en van digitale adresgegevens in iedere groef. Voor de vervaardiging van dit soort platen is een uitvoeringsvorm van de uitvinding van voordeel die tot kenmerk heeft, dat elk der schijven is vervaardigd met een matrijs voorzien van de genoemde putvormige verdiepingen zodat beide

OU

schijven zijn voorzien van penvormige uitsteeksels, waarbij op iedere schijf elk penvormig uitsteeksel behoort tot een verzameling van uitsteeksels gelegen op gelijke afstanden zowel van het centrum van de schijf als van elkaar en waarbij de uitsteeksels van de ene schijf tus-sen de uitsteeksels van de andere schijf worden geplaatst en de schij- 00 ven in deze positie met elkaar worden verbonden. Bij toepassing van deze werkwijze is slechts een enkele matrix nodig, aangezien de beide 8601330 *ί- ?ΗΝ Π . 757 5 schijven die tezamen de optisch inschrijfbare plaat vormen volkomen identiek aan elkaar zijn.

Het kan interessant zijn om met de laatstgenoemde werkwijze een plaat te vormen die, eveneens volgens de uitvinding, tot kenmerk 5 heeft dat de smeltzones een ononderbroken keten vormen van elkaar rakende smeltzones die de schijven hermetisch met elkaar verbinden.

De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin:

Fig. 1 een perspectivisch aanzicht is op een half doorgesne-10 den optisch uitleesbare plaat bestaande uit twee concentrisch op elkaar geplaatste identieke schijven,

Fig. 2 een dwarsdoorsnede is op vergrote schaal ter plaatse van de buitenrand van de plaat van fig. 1,

Fig. 3 een dwarsdoorsnede is, op sterk vergrote schaal, van 15 een deel van een matrix alsmede een gereedschap voor het aanbrengen van verdiepingen in de matrix,

Fig. 4 een aanzicht is op vergrote schaal van een randge-deelte van een matrix voorzien van verdiepingen met behulp van het gereedschap van fig. 3, 20 Fig. 5 een aanzicht is op vergrote schaal van een deel van een door spuitgieten verkregen schijf, voorzien van uitsteeksels van een afwijkende vorm die op zodanige afstand van elkaar zijn gelegen dat corresponderende uitsteeksels van een tweede schijf tussen de getekende uitsteeksels invallen, 2S Fig- 6 een doorsnede is van een uitsteeksel volgens de pij len VI-VI in fig. 5 en

Fig. 7 een doorsnede is van een uitsteeksel volgens pijlen VII-VII in fig. 5.

De plaat 1 van fig. 1 bestaat uit twee concentrisch door ul-30 trasoon lassen op elkaar bevestigde en door spuitgieten uit thermoplastische kunststof vervaardigde schijven 1A en 1B. Het betreft hier een zogenaamde DOR-plaat (Digital Optical Recording) die aan beide zijden met behulp van een laserstraal inschrijfbaar is en bestaat uit identieke schijven die met insluiting van een luchtkamer 2 ultrasoon op elkaar 35 zijn gelast, De schijven, zie fig. 2, zijn transparant en zijn aan hun naar de luchtkamer 2 gekeerde zijde voorzien van een, van een matrix overgenomen, microstructuur 3A, 3B die wordt af gedekt door een reflec-

8 6 0 1 3 3 G

«Λ -¾ ΡΗΝ 11.757 6 terende registratielaag 4Α, 4Β. Deze laag, die bestaat uit een geschikte metaallegering en bijvoorbeeld door sputteren kan zijn opgebracht, is in de tekening, evenals de microstructuur 3A, 3B> met het oog op de duidelijkheid op overdreven schaal weergegeven. De microstructuur be-5 staat uit een groot aantal concentrische groeven die dienen als posi-tiereferentie voor een met behulp van een servosysteem gestuurde stra-lingsvlek afkomstig van een laser. Door het laservermogen pulsvormig te verhogen kunnen plaatselijk kuilen of gaten in de registratielaag worden gevormd, die digitale informatie representeren. In de groeven kan 10 met behulp van het replicatieprocedé adresinformatie zijn aangebracht zodat een uitlezende laserstraal voortdurend geïnformeerd wordt omtrent de plaats op de schijf waar de stralingsvlek zich bevindt. Dergelijke DOR-platen zijn op zich bekend en zullen daarom hier niet verder worden besproken dan noodzakelijk wordt geacht voor het beschrijven van de 15 uitvinding.

In de spuitgietmachine die wordt gebruikt voor het vervaardigen van de schijven 1A en 1B bevindt zich een langs galvanische weg vervaardigde en in hoofdzaak uit nikkel bestaande dunne schijfvormige matrijs. Zulke spuitgietmachines zijn voor 'net repliceren van kunststof 20 schijven gebruikelijk en daarom in de tekening niet getoond. De matrijs bezit, in negatieve vorm, de microstructuur die is overgenomen van een moederplaat of een daarvan afgeleide positieve plaat. Zoals nog nader zal worden beschreven zijn in de matrijs plaatselijk verdiepingen aangebracht voor het vormen van de aangespoten uitsteeksels 5A aan de 20 schijf 1A. Het met elkaar verbinden van de schijven gebeurt door deze, vanuit de positie overeenkomstig fig. 2, op elkaar te plaatsen en de uitsteeksels, tezamen met het deel van de tegenoverliggende plaat waar het uitsteeksel tegenaan drukt, met elkaar te versmelten door het plaatselijk toevoeren van energie, bijvoorbeeld ultrasone energie. Het 30 op een dergelijke wijze met elkaar verbinden van thermoplastische kunststof delen is in de industrie wijd verspreid en zal daarom hier niet nader worden beschreven.

Zoals in het bijzonder in fig. 3 wordt getoond wordt voor het aanbrengen van de verdiepingen 6 in de matrijs, nodig voor het ver- 35 krijgen van de uitsteeksels 5A en 5B, gebruik gemaakt van een drukpen 7 met een scherp uiteinde 8 dat in het oppervlak van de matrijs 9 wordt gedrukt. Hierdoor ontstaat ter plaatse de putvormige verdieping 6 die 8601330 PHN 11.757 7 wordt omringd door een geul 11 van uit de put weggedrukt materiaal.Aangezien er uitsluitend sprake is van verdringing van materiaal zal het volume van de wal 11 in hoofdzaak gelijk zijn aan het volume van de putvormige verdieping 6. Bij het spuitgieten zullen dus de vervaardigde 5 schijven 5A en 5B worden voorzien van overeenkomstige penvormige uitsteeksels 7 die omringd zijn door een geul 12 waarvan het volume in hoofdzaak gelijk is aan het volume boven het schijfoppervlak uitstekende deel van het uitsteeksel. Niet alleen worden zo op eenvoudige wijze, zonder spanningen in het matrixmateriaal te veroorzaken en zonder dat 10 enig materiaal uit de matrijs behoeft te worden verwijderd, de putvormige verdiepingen vervaardigd, maar bovendien kan bij het op elkaar lassen van de beide schijven het gesmolten materiaal van de uitsteeksels opgenomen worden in de bijbehorende geulen. De schijfoppervlakken komen dus aan de rand op elkaar te liggen zodat een goed gedefinieerd 15 product ontstaat.

Drukpen 7 is opgenomen in een holte of boring van een hulpgereedschap 14. Dit hulpgereedschap, dat in fig. 3 slechts zeer ten dele is getekend, drukt met een ringvormig drukvlak 15 tegen het oppervlak van de matrijs 9. Drukpen 7 is een deel van een bout die met .een 20 van schroefdraad voorziene kop 16 in een met de boring 13 coaxiale en eveneens van schroefdraad voorziene boring 17 van het hulpgereedschap 14 is geschroefd. De afstand waarover het uiteinde 8 van de pen 7 buiten het drukoppervlak 15 van het hulpgereedschap uitsteekt kan worden ingesteld door het meer of minder naar buiten schroeven van de bout 25 tg. Tussen het uiteinde 8 en de wand van de boring 13 is voldoende ruimte aanwezig voor het opnemen van de wal 11 van weggedrukt matrixmateriaal. In het hulpgereedschap 14 zijn een aantal bouten 16 aangebracht zodat gelijktijdig een aantal verdiepingen 6 in het oppervlak van de matrijs 9 kan worden gedrukt. Dit. leidt tot een zeer snelle en 30 accurate werkwijze waarbij slechts een minimum aantal handelingen met de kwetsbare matrijs nodig is.

De schijven 5A en 5B zijn met behulp van dezelfde matrijs 9 vervaardigd en zijn dus beide voorzien van penvormige uitsteeksels 5A, respectievelijk 5B. In fig. 4 is te zien dat de holtes 6 zodanig zijn 35 verdeeld over de omtrek van de matrix 9 dat deze op gelijke afstanden van het centrum van de matrix en van elkaar zijn gepositioneerd. Het gevolg is dat op iedere schijf elk penvormig uitsteeksel behoort tot 8601330 PHN 11.757 8 een verzameling van uitsteeksels die zijn gelegen op gelijke afstanden zowel van het centrum van de schijf als van elkaar. De uitsteeksels van de ene schijf worden tussen de uitsteeksels van de andere schijf geplaatst en in deze positie worden de beide schijven met elkaar verbon- 5 den. Langs de omtrek van de schijf ontstaat aldus een regelmatig pa troon van smeltzones.

Op deze manier kan eventueel een optisch uitleesbare plaat worden vervaardigd waarvan de luchtkamer 2 hermetisch van de omgeving is afgesloten. Hiertoe moeten de smeltzones zo dicht bij elkaar ge-

Iq plaatst worden dat deze een ononderbroken keten vormen van elkaar ra kende smeltzones. Dit zal nog nader worden verduidelijkt aan de hand van fig. 5 die betrekking heeft op een enigszins afwijkende uitvoeringsvorm van de uitvinding.

In fig. 5 zijn de uitsteeksels 18 van de schijf 19 niet ke-15 gelvormig, zoals de uitsteeksels 5A en 5B van de schijven 1A en 1B, naar eerder langgerekt dakvormig. In dwarsdoorsnede is, zoals blijkt uit fig. 7, de vorm evenwel in hoofdzaak dezelfde. In plaats van een scherpe punt zoals bij de uitsteeksels 5A en 5B is een scherpe rand 20 aanwezig waar de uitwendig toegevoerde energie zich tijdens het lassen 20 concentreert. Het uitsteeksel 18 is omringd door een gleuf 21 waarvan het volume in hoofdzaak gelijk is aan dat van het boven het oppervlak van de schijf uitstekende deel van het uitsteeksel 18. Het gesmolten materiaal kan dus in de geul 21 worden opgenomen. Voor het vervaardigen van de dakvormige uitsteeksels 18 is een drukpen nodig die afwijkt van 25 de drukpen 7 van fig. 3. De benodigde drukpen bezit in plaats van een kegelvormig puntig uiteinde 8 een mesvormig scherp uiteinde overeenkomstig de vorm van het dakvormige uitsteeksel 18. Aangezien het voor de vakman, gezien de voorgaande uitvoerige beschrijving, mogelijk moet worden geacht de pen 7 van fig. 3 op de vereiste manier te modificeren 30 is deze niet in de tekening getoond en zal niet verder worden besproken. Fig. 5 toont dat de schijf 19A scherpe dakvormige uitsteeksels 18 draagt op regelmatige afstanden van elkaar en op gelijke afstanden van het centrum van de schijf. Met streeplijnen zijn op het oppervlak van de schijf 19A tevens de identieke uitsteeksels 18B geprojecteerd van de 35 op de schijf 19A te bevestigen, niet getoonde, schijf 19B. De geulen 21A respectievelijk 21B rondom de uitsteeksels 18A respectievelijk 18B overlappen elkaar enigszins, teneinde te bereiken dat de smeltzones die S δ O 1 3 3 0 ' ->* PHN 11.757 9 bij het lassen van de schijven een ononderbroken keten vormen van elkaar rakende smeltzones zodat de schijven hermetisch met elkaar worden verbonden.

Sen praktische uitvoering van een inschrijfbare optisch uit-5 leesbare plaat volgens de fig. 1 en 2 bezit een diameter van ongeveer 13 cm.. Bij de vervaardiging wordt een matrix gebruikt bestaande uit puur galvanisch opgegroeid nikkel met een dikte van ongeveer 0,3 mm- De dikte van de schijven is ongeveer 1,4 mm in het gedeelte dat is voorzien van de microstructuur. De luchtkamer heeft een hoogte van slechts 10 enkele tienden van millimeters. De gebruikte pennen voor het in de matrix drukken van de putvormige verdiepingen hebben een tophoek van ongeveer 65* en een diameter van ongeveer 0,3 aim. De pen dringt ongeveer 0,2 mm in het matrixmateriaal binnen en vormt aldus een kegelvormige putvormige verdieping waarvan de basis een diameter bezit van ongeveer 15 0,25 mm. Het is dus duidelijk dat zodoende slechts zeer plaatselijke vervormingen van het matrixmateriaal optreden. Vervormingen van de matrix door inwendige spanningen door het aanbrengen van de verdiepingen blijft praktisch geheel uit. De werkwijze van de uitvinding is zeer eenvoudig uit te.voeren omdat slechts een goed vlakke ondersteuning 23 20 van de matrix nodig is bij het tegen het matrixoppervlak drukken van het gereedschap 14.

De uitvinding is niet tot de getoonde uitvoeringsvormen beperkt maar omvat in tegendeel alle uitvoeringsvormen die binnen het kader van de geformuleerde conclusies mogelijk zijn. Zo is het mogelijk, 25 indien gewenst, de penvormige uitsteeksels die op de schijven tijdens het spuitgieten worden gevormd een geheel andere vorm te geven. Van belang is slechts dat de gebruikte drukpen een scherp uiteinde bezit, zodat een penvormig uitsteeksel ontstaat dat van een scherp uiteinde is voorzien. Dit uiteinde kan, zoals in de besproken uitvoeringsvormen, 35 puntvormig of lijnvormig zijn. Sr bestaat in principe een grote vrijheid in mogelijke lijnvormen, in de praktijk zullen meer ingewikkelde vormen van het penvormig uitsteeksel evenwel veelal minder aantrekkelijk gevonden worden aangezien deze een ingewikkelder gereedschap voor de vervaardiging.van de matrix vereisen. Hoewel in de beschrijving van 35 de tekening alleen is gesproken over penvormig uitsteeksels aan de buitenrand van de schijven zijn. bij vele platen ook penvormige uitsteeksels benodigd aan de binnenrand nabij een centrale opening 22 van de 8601330 PHN 11.757 10 schijf. Deze kunnen op geheel soortgelijke wijze worden aangebracht.

In afwijking van de in de figuren 4 en 5 getoonde patronen van verdiepingen kunnen desgewenst meer ingewikkelde patronen toegepast worden. De verdiepingen kunnen behoren tot verschillende verzamelingen, 5 waarbij iedere verzameling een andere afstand tot het centrum van de plaat bezit. Dit is bijvoorbeeld nodig om met de werkwijze van de uitvinding schijven te vervaardigen zoals beschreven in de eerder genoemde Europese octrooiaanvrage 0.094.273*

Het is niet nodig beide schijven te voorzien van een patroon 10 van uitsteeksel, in sommige gevallen kan volstaan worden met het aanbrengen van een patroon op slechts één der schijven. Dit is vooral voordelig indien de schijven toch reeds op andere punten van elkaar verschillen. Uit de reeds eerder genoemde Europese octrooiaanvrage 0.117.576 (PHN 10.576) is een optische registratieplaat bekend die aan 15 slechts één zijde inschrijfbaar is. Aan de andere zijde is een flexibele afdekschijf of kap aangebracht die, net als de schijf, uit kunststof kan bestaan. Aangezien voor het vervaardigen' van de kap in 't geheel geen matrix nodig is, is het van voordeel de uitsteeksels alleen op de van micro-structuur voorziene schijf aan te brengen. Zelfs in een der-20 gelijk geval is het wellicht mogelijk toch een hermetische afdichting tussen schijf en kap te verkrijgen. Het puttenpatroon voor de schijf van Fig. 5 kan bijvoorbeeld aangevuld worden met een tweede puttenpatroon, waarvan de putten tussen die van het eerste patroon liggen, eventueel op een andere diameter, en wel zodanig, dat de wallen rondom 25 de putten elkaar raken of althans practisch raken.

Het is niet nodig alle putten in één stap met één wertuig in de matrix te drukken. Meerdere stappen en eventueel meerdere werktuigen kunnen worden toegepast.

30 35 8601330

Claims

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een optische uitleesbare plaat met twee concentrisch door ultrasoon lassen op elkaar bevestigde en door spuitgieten uit thermoplastisch materiaal vervaardigde schijven, welke werkwijze omvat: 5. het langs galvanische weg vervaardigen van een in hoofdzaak uit nik kel bestaande dunne schijfvormige matrijs, - het plaatselijk aanbrengen van verdiepingen in de matrijs voor het vormen van aangespoten uitsteeksels aan de schijf en - het op elkaar plaatsen van de schijven en het door toevoeren van 10 energie althans ten dele smelten van de genoemde uitsteeksels en het daardoor aan elkaar lassen van de schijven, met het kenmerk, dat voor het aanbrengen van de genoemde verdiepingen gebruik wordt gemaakt van een drukpen met een scherp uiteinde dat in het matrijsoppervlak wordt gedrukt zodat ter plaatse een putvormige verdieping ontstaat omringd 15 door een wal van weggedrukt materiaal waarvan het volume in hoofdzaak gelijk is aan het volume van de putvormige verdieping en zodat bij het spuitgieten de schijf wordt voorzien van overeenkomstige penvormige uitsteeksels omringd door een geul waarvan het volume in hoofdzaak gelijk is aan het volume van het boven het schijfoppervlak uitstekende 20 deel van het uitsteeksel.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een hulpgereedschap wordt gebruikt dat met een ringvormig drukvlak tegen het matrijsoppervlak wordt gedrukt, welk hulpgereedschap een aantal holtes bezit waarin drukpennen zodanig zijn aangebracht dat een deel 25 van het uiteinde tot buiten het drukvlak uitsteekt en er voldoende ruimte aanwezig is tussen de drukpen en de binnenwand van de holte voor het opnemen van de genoemde wal van weggedrukt materiaal.

3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk der schijven is vervaardigd met een matrijs voorzien van de genoemde put- 30 vormige verdiepingen zodat beide schijven zijn voorzien van penvormige uitsteeksels, waarbij op iedere schijf elk penvormig uitsteeksel behoort tot een verzameling van uitsteeksels gelegen op gelijke afstanden zowel van het centrum van de schijf als van elkaar en waarbij de uitsteeksels van de ene schijf tussen de uitsteeksels van de andere schijf 35 worden geplaatst en de schijven in deze positie met elkaar worden verbonden .

4. Optisch uitleesbare plaat vervaardigd volgens de werkwijze 8601330 PHN 11.757 12 van minstens één der voorgaande conclusies en verbonden door smeltzones die zijn ontstaan door het plaatselijk althans ten dele smelten van de uitsteeksels, met het kenmerk, dat de smeltzones een ononderbroken keten vormen van elkaar rakende smeltzones die de schijven hermetisch met 5 elkaar verbinden. 10 15 20 25 30 35 8301330