NL8600665A

NL8600665A - Werkwijze voor het verkrijgen van een grondstof voor bouwspecie.

Info

Publication number: NL8600665A
Application number: NL8600665A
Authority: NL
Original assignee: Grint & Zandexpl Mij Vh Smals
Priority date: 1986-03-14
Filing date: 1986-03-14
Publication date: 1987-10-01
Also published as: ES2012479B3; DE3761188D1; EP0237130A1; GR3000260T3; ATE48791T1; US4828393A; EP0237130B1

Description

* - Λ - ‘ ^ Hw/Mv/2 Smals

Werkwijze voor het verkrijgen van een grondstof voor bouwspecie

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verkrijgen van een grondstof voor bouwspecie zoals beton- of metselspecie en dergelijke, welke grondstof een zandfractie bevat.

5 De uitvinding betreft in het bijzonder de verwer king van grondstoffen in grote hoeveelheden, dat wil zeggen in hulkhoeveelheden. Het is gebruikelijk om de grondstoffen voor de betonindustrie per binnenschip van de winplaats naar de gebruikersplaats te vervoeren, met name het voor de beton-10 industrie gebruikte zand. De betoncentrale of andere gebruiker zal ter plekke een geringe hoeveelheid zand van de aangevoerde hoeveelheid afzonderen en mengen met cement en andere toeslagstoffen voor het verkrijgen van het gewenste beton- of metselspecie. Het bezwaar van een dergelijke werkwijze is dat 15 de toeslagstoffen apart moeten worden opgeslagen bij de gebruiker, hetgeen vooral bij stoffen puzzolane eigenschappen, dat wil zeggen dat de stof onder invloed van kalk en vocht verhardt, bezwaarlijk kan zijn in verband met de kosten van opslag en het bereiken van het gewenste percentage toeslag-20 stof. ~

De uitvinding beoogt een werkwijze te verschaffen waarbij bovengenoemde bezwaren worden ondervangen en de werkwijze onderscheidt zich derhalve door: - het op een winplaats resp. veredelingslocatie 25 winnen en afzonderen van een hoeveelheid zand met binnen vooraf bepaalde grenzen gelegen korrelgrootte en korrelver-deling, - het aan een vocht- of droogbehandeling onderwerpen van die hoeveelheid zand tot een vochtgehalte van ten 30' hoogste 15% m/m is bereikt, - het in bulk aanvoeren en/of opslaan van een toeslagstof met kleinere korrelgrootte dan die van de zandfractie, Λ * -i λ'- -2- - het middels een doorstroomproces doseren en mengen van de zandfractie en toeslagstof, welk verkregen mengsel als de gewenste grondstof in bulk wordt gestort of geleverd.

5 De uitvinding berust op de gedachte om het bij een winplaats gewonnen zand voor te behandelen teneinde de gewenste grondstof in bulk aan de eindgebruiker als totaalmengsel te kunnen aanbieden. Aangezien het zand in een bepaalde winplaats een bepaalde mediane korrelgrootte heeft, is door het 10 toevoegen van een toeslagstof met kleinere korrelgrootte, de totale korrelgrootteverdeling van het mengsel beter in de hand te houden. De grondstof is derhalve als uitgangspunt voor het uiteindelijke beton- of metselspecie van hogere kwaliteit dankzij die gunstiger korrelgrootteverdeling. De eind-15 gebruiker wordt bovendien niet meer belast met het zelf men-, gen van toeslagstoffen maar koopt reeds een aangepaste grondstof van vooraf bepaalde homogene samenstelling, overeenkomstig de geldende NEN of internationale normen. Het transport van de zandfractie en toeslag stoffen kan in bulk geschieden 20 hetgeen kostenbesparend werkt.

Als geschikte toeslagstof stelt de uitvinding voor om vliegas van bijvoorbeeld elektriciteitscentrales te gebruiken. Vanaf dergelijke grootschalige bedrijven kan de toeslagstof, vliegas, in bulk worden aangeleverd, zodat dit 25 doeltreffend met de in-bulk aanwezige zandfractie worden gemengd .

De toepassing van vliegas in het mengsel biedt het voordeel dat bij betonvervaardiging een deel van de cement-fractie kan worden vervangen. Uit proefnemingen is gebleken 30 dat een vervanging van 15% gewichtsprocenten cement door vliegas, dat wil zeggen, ongeveer 5% gewichtsprocenten ten opzichte van zand, een betonkwaliteit levert met een vergelijkbare of hogere eindsterkte dan bij 100% cement in beton. Tijdens het uitharden is er een lagere hydrata’tiewarmte van-35 wege de kleinere hoeveelheid cement in het' beton, welk beton bovendien een betere bestendigheid tegen sulfaataantasting heeft, alsmede een lagere permeabiliteit voor agressieve vloeistoffen en gassen.

t -3-

De uitvinding wordt nader toegelicht in de hieron-derstaande figuurbeschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld.

In de bijgaande tekening toont het bovenste deel een zogenaamde droge winning van zand. Het zand wordt middels 5graafwerktuigen 1 gewonnen en in bulk opgeslagen, waarna het middels transportwerktuigen 2 kan worden afgevoerd in een transportschip 3.

Het tweede deel van de tekening toont de zogenaamde natte winning van zad, hetgeen bijvoorbeeld door een win-10 zuiger 4 kan plaatsvinden, welke het gewonnen zand·, direkt in een schip 5 kan opslaan en afvoeren.

De droge winning resp. natte winning leidt ertoe dat het gewonnen zand hetzij moet worden bevochtigd bij een in de tekening aangegeven station 6, hetzij worden gedraaogd 15 bij station 7. Het zand krijgt hier een konditionering zodanig dat er een vochtgehalte van 5%-15% m/m in de zandfractie aanwezig is.

Het vochtgehalte van de zandfractie is van bijzonder belang van de huidige werkwijze, omdat vooral bij hygro-20 scopische toeslagstoffen het vochtgehalte jui-st voldoende moet zijn om de toeslagstof aan het zand te kunnen binden zonder dat nevenverschijnselen zoals verharding optreden. Bovendien is een enigszins vochtig zand van voordeel omdat opslag kan-plaatsvinden in de open lucht zonder dat extra 25 milieutechnische maatregelen moeten worden genomen.

Het gekonditioneerde zand wordt in het derde deel van de tekening na het op de juiste vochtigheidsgraad brengen daarvan gemengd met een toeslagstof die in de bulk in een silo 8 is opgeslagen. Bij voorkeur gebeurt het mengen in een 30 doorstroomproces, hetgeen geschikt is voor de behandelde grote hoeveelheden zandmateriaal, bijvoorbeeld uitmondend op een transportband 9 die vanaf het vochtbehandelingsstation via een menginstallatie 9a naar een nieuwe opslagplaats 10 leidt. Op deze transportband 9 wordt de toeslagstof 8 gedoseerd door 35 middel van een doseertoestel 11.

Dankzij het hierboven genoemde vochtgehalte zal bij het in bulk opslaan bij post 10 geen ontmenging van de twee fracties plaatsvinden.

i . ' i -4- . > *r·.

De aldus verkregen grondstof bij post 10 kan door elk willekeurig transportmiddel 12, 13 naar een transportschip 14 worden gebracht, dat de grondstof naar bijvoorbeeld een betonmortelcentrale 15 kan vervoeren.

5 Het zal duidelijk zijn dat de hierboven beschreven werkwijze slechts als voorbeeld is beschreven en er kunnen binnen het kader van de uitvinding verschillende wijzigingen daarop worden doorgevoerd.

Zo is het bijvoorbeeld niet noodzakelijk om de 1 o dosering op de transportband 9 louter onder invloed van de zwaartekracht te doen plaatsvinden, maar het kan ook een pneumatische menging zijn. De posten 7-9a kunnen op een winzuiger zijn aangebracht.

Afhankelijk van de aard van de toeslagstof (sterk 15 hygroscopisch) kan het van voordeel zijn om de opslagpost 10 geheel of gedeeltelijk te overkappen. Dit is ook van belang bij langdurige opslag, zodat geen hemelwater de toeslagstof uit de opslag 10 kan uitlogen.

O'}*?.

i

Claims

1. Werkwijze voor het verkrijgen van een grondstof voor bouwspecie, zoals beton of metselspecie en dergelijke, welke grondstof een zandfractie bevat, gekenmerkt door: 5. het op een winplaats resp. veredelingslocatie winnen en afzonderen van een hoeveelheid zand met binnen vooraf bepaalde grenzen gelegen korrelgrootte en korrelver-deling, - het aan een vocht- of droogbehandeling 1. onderwerpen van die hoeveelheid zand tot een vochtgehalte van ten hoogste 15% m/m is bereikt, - het in bulk aanvoeren en/of opslaan van een toeslagstof met kleinere korrelgrootte dan die van de zandfractie, 15. het middels een doorstroomproces mengen van de zandfractie en toeslagstof, welk verkregen mengsel als de gewenste grondstof in bulk wordt gestort of geleverd.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de korrelgrootte van de zandfractie zoda- 20 nig groot is dat de zeefrest op 250 pm > 70% m/m en op 125pm > 90% m/m is.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de toeslagstof vliegas is, met een mediane korrelgrootte tussen 10 en 45 μ

4. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zandfractie nat wordt gewonnen en een droogbehandeling ondergaat.

5. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de zandfractie droog wordt 30 gewonnen en een vochtigheidsbehandeling ondergaat.