NL2028800B1 - Werkwijze en zandverwerkingssysteem voor het verkrijgen van een betongrondstof die zand bevat - Google Patents

Werkwijze en zandverwerkingssysteem voor het verkrijgen van een betongrondstof die zand bevat Download PDF

Info

Publication number
NL2028800B1
NL2028800B1 NL2028800A NL2028800A NL2028800B1 NL 2028800 B1 NL2028800 B1 NL 2028800B1 NL 2028800 A NL2028800 A NL 2028800A NL 2028800 A NL2028800 A NL 2028800A NL 2028800 B1 NL2028800 B1 NL 2028800B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sand
composition
supply means
grain size
processing system
Prior art date
Application number
NL2028800A
Other languages
English (en)
Inventor
Gijsbertus Gartsen Hendrikus
Nicoline Van Ast Antonette
Original Assignee
Smals Bouwgrondstoffen B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Smals Bouwgrondstoffen B V filed Critical Smals Bouwgrondstoffen B V
Priority to NL2028800A priority Critical patent/NL2028800B1/nl
Priority to EP22186092.7A priority patent/EP4122610A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2028800B1 publication Critical patent/NL2028800B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B07SEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS; SORTING
    • B07BSEPARATING SOLIDS FROM SOLIDS BY SIEVING, SCREENING, SIFTING OR BY USING GAS CURRENTS; SEPARATING BY OTHER DRY METHODS APPLICABLE TO BULK MATERIAL, e.g. LOOSE ARTICLES FIT TO BE HANDLED LIKE BULK MATERIAL
    • B07B13/00Grading or sorting solid materials by dry methods, not otherwise provided for; Sorting articles otherwise than by indirectly controlled devices
    • B07B13/14Details or accessories
    • B07B13/18Control
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B28WORKING CEMENT, CLAY, OR STONE
    • B28CPREPARING CLAY; PRODUCING MIXTURES CONTAINING CLAY OR CEMENTITIOUS MATERIAL, e.g. PLASTER
    • B28C7/00Controlling the operation of apparatus for producing mixtures of clay or cement with other substances; Supplying or proportioning the ingredients for mixing clay or cement with other substances; Discharging the mixture
    • B28C7/0007Pretreatment of the ingredients, e.g. by heating, sorting, grading, drying, disintegrating; Preventing generation of dust
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02WCLIMATE CHANGE MITIGATION TECHNOLOGIES RELATED TO WASTEWATER TREATMENT OR WASTE MANAGEMENT
    • Y02W30/00Technologies for solid waste management
    • Y02W30/50Reuse, recycling or recovery technologies
    • Y02W30/91Use of waste materials as fillers for mortars or concrete

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Dispersion Chemistry (AREA)
  • Preparation Of Clay, And Manufacture Of Mixtures Containing Clay Or Cement (AREA)

Abstract

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en zandverwerkingssysteem voor het verkrijgen van een betongrondstof die zand bevat, waarbij de betongrondstof een vooraf bepaalde doelsamenstelling heeft. De werkwijze omvat het toevoeren van zand van een eerste samenstelling, het toevoeren van zand van een tweede samenstelling, het mengen van het toegevoerde zand van de eerste samenstelling en het toegevoerde zand van de tweede samenstelling voor het verkrijgen van een zandmengsel, het uitvoeren van ten minste een meting aan ten minste één van het zand van de tweede samenstelling en het zandmengsel voor het vaststellen van de zandkorrelgrootteverdeling van dat zand, en het op basis van de meting bepalen of het zandmengsel de genoemde doelsamenstelling heeft.

Description

WERKWIJZE EN ZANDVERWERKINGSSYSTEEM VOOR HET VERKRIJGEN VAN EEN
BETONGRONDSTOF DIE ZAND BEVAT
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en zandverwerkingssysteem voor het verkrijgen van een betongrondstof die zand bevat.
Bij het tot stand brengen van gebouwen, betonwaren en kunstwerken worden bulkhoeveelheden beton en cement gebruikt. Het beton omvat zandhoudende betongrondstof. Dit zand wordt bijvoorbeeld gewonnen vanaf de bodem van een ontgrondingsgebied, zoals een waterweg, ontgrondingsplas of, meer algemeen, een willekeurige watermassa. Het zand wordt door middel van een zandzuigerinstallatie opgezogen en daarna ter plaatse of in de nabijheid verder verwerkt. De eigenschappen van betongrondstof (en ook van het later daaruit te maken beton omvattende onder meer een hoeveelheid betongrondstof, zand en cement) hangen in belangrijke mate af van de eigenschappen van het daarin verwerkte zand, in het bijzonder van de zandkorrelgrootteverdeling van het zand.
Het winnen van zand en het daarna verwerken daarvan vergt arbeid en energie en kan verstorend zijn voor de natuur. Ook het zeven en anderszins voorbewerken van zand voor de betonproductie vergt arbeid en energie, net als het uiteindelijk produceren van betongrondstof met gebruik van het zand. Om al deze redenen is de materiaalketen voor het tot stand brengen van gebouwen en kunstwerken relatief kostbaar en brengt deze in vele gevallen een belasting van het milieu met zich mee.
De onderhavige uitvinding beoogt een manier te verschaffen om de materiaalketen voor het tot stand brengen van gebouwen en kunstwerken herkenbaar, efficiënter, duurzaam en/of minder milieubelastend te maken.
Daartoe omvat een eerste aspect van de uitvinding een werkwijze voor het met een zandverwerkingssysteem verkrijgen van een betongrondstof die zand bevat, waarbij de betongrondstof een vooraf bepaalde doelsamenstelling heeft, de werkwijze omvattende: - het met eerste toevoermiddelen aan een menger toevoeren van zand van een eerste samenstelling, waarbij het zand van de eerste samenstelling één of meer verschillende zandfracties omvat, en waarbij een zandfractie een vooraf bekend zandkorrelgroottebereik uit een veelvoud van zandkorrelgroottebereiken heeft; - het met tweede toevoermiddelen aan een menger toevoeren van zand van een tweede samenstelling, waarbij de tweede samenstelling gedefinieerd wordt door cen tweede korrelgrootteverdeling die bij aanvang onbekend is; - het in de menger mengen van het toegevoerde zand van de eerste samenstelling met het toegevoerde zand van de tweede samenstelling voor het verkrijgen van een zandmengsel;
- het uitvoeren van ten minste één meting aan ten minste het zand van de tweede samenstelling en het zandmengsel voor het vaststellen van de zandkorrelgrootteverdeling van dat zand; en - het op basis van de meting bepalen of het zandmengsel de genoemde doelsamenstelling beeft.
In uitvoeringsvormen van de uitvinding worden de stappen van het toevoeren van zand van de eerste samenstelling, en zand van de tweede samenstelling, het mengen van beide zanden en het uitvoeren van de ten minste één meting uitgevoerd in of nabij de winplaats {in het bijzonder in of nabij de verwerkingsplaats waar het zand gewonnen en verder verwerkt wordt), bijvoorbeeld een ontgrondingsgebied, van zand van de eerste samenstelling. De winplaats kan bijvoorbeeld een watermassa (meer, ontgrondingsplas, rivier, etc.) met een zandbodem zijn. Bij voorkeur wordt de werkwijze in hetzelfde ontgrondingsgebied of in de nabijheid daarvan uitgevoerd als het ontgrondingsgebied waar het zand gewonnen wordt. In uitvoeringen van de uitvinding omvat de werkwijze dan ook het met het zandverwerkingssysteem op de winplaats winnen van het zand van de eerste samenstelling, in het bijzonder het opzuigen van zand van de bodem van een ontgrondingsplas, en het naar de eerste toevoermiddelen brengen van het gewonnen zand. Met andere woorden, het zand van de eerste samenstelling wordt op de winplaats opgehaald en direct op die plaats verwerkt tot het zandmengsel met het gewenste doelmengsel. Het zand van de tweede samenstelling komt echter van een geheel andere bron (dan de genoemde bodem van de watermassa). In een voorkeursuitvoering omvat de werkwijze het vanaf een locatie op afstand van het zandverwerkingssysteem (dat wil zeggen vanaf een locatie buiten het wingebied, dus bijvoorbeeld buiten de watermassa waar het zand van de eerste samenstelling gewonnen wordt) naar de verwerkingsplaats aanvoeren van het zand van de tweede samenstelling. In het bijzonder geschiedt dit aanvoeren per schip.
In een bijzondere uitvoering wordt de werkwijze uitgevoerd door een zandverwerkingssysteem dat op een verplaatsbaar drijflichaam, zoals ten minste éen ponton, geplaatst is. Het zandverwerkingssysteem kan een (al dan niet op het drijflichaam geplaatste) zandzuiger omvatten en waarmee het zand uit het wingebied kan worden gewonnen. Verder kan het zand worden afgezeefd. Het wingebied kan een ontgrondingsplas omvatten die het gevolg is van een ruimtelijke transformatie waardoor een wateroppervlak is ontstaan. Het wingebied kan echter ook willekeurige andere watermassa's, zoals rivieren, meren, etc. omvatten.
De uitvinding is gebaseerd op het verrassende inzicht dat het gunstig zou zijn om betonpuin te recycleren in nieuwe betongrondstof. Bij de sloop van gebouwen en kunstwerken ontstaan grote hoeveelheden betonpuin. Een veel voorkomende soort betonpuin is het betonafval dat ontstaat bij het afbreken van betonnen objecten. Het betonpuin kan eerst worden afgezeefd, bij voorbeeld op 8 mm of 16 mm deeltjesgrootte. Het ontstane betonbrekerzand kan daarna gemengd worden met het zand uit het wingebied (ook wel het primaire zand genoemd ). Dit zou arbeid en energie kunnen besparen en afvalvolumes kunnen verminderen. Een moeilijkheid is wel dat de zandkorrelgrootte-verdeling van betonbrekerzand moeilijk voorspelbaar en variabel is en daarmee a priori onbekend is. Het betonbrekerzand kan dus niet zomaar worden gemengd met andere grondstofbestanddelen, omdat dan de eigenschappen van de resulterende grondstof ook moeilijk voorspelbaar en variabel zouden worden. Het zou in de praktijk dan moeilijk zijn om de gewenste doelsamenstelling te verkrijgen en/of om aan de afnemer een bepaalde gewenste samenstelling van de geleverde grondstoffen te garanderen. Om het betonbrekerzand wel geschikt te maken voor dergelijke bijmenging zou men het van tevoren moeten zeven of anderszins voorbewerken.
De uitvinding berust op het inzicht dat dit bezwaar ten minste gedeeltelijk kan worden ondervangen door het op een bepaalde manier bepalen of het resulterende zandmengsel voldoet aan de gewenste doelsamenstelling en eventueel op het regelen van de toevoer van het zand van verschillende samenstellingen aan het mengproces. Wanneer er enkel zandfracties met een bekend en consistent zandkorrel groottebereik aan een mengproces zouden worden toegevoerd, zou een gewenste zandkorrelgrootteverdeling meestal kunnen worden bereikt door die zandfracties in een vooraf bepaalde verhouding te mengen. Daarbij zou het mengproces niet, of slechts in geringe mate hoeven te worden bij geregeld. Wanneer er echter nu een zandfractie wordt gebruikt met een hoofdzakelijk onbekende en/of variabele zandkorrelgrootteverdeling (dat wil zeggen een zandfractie met weliswaar een onbekende verdeling maar ook een verdeling waarbij de korrelgroottes liggen tussen een bepaald minimum en maximum korrelgrootte) en deze onbekende zandfractie wordt gemengd met zand waarvan de korrelgrootteverdeling bekend is, kan het resultaat toch een betongrondstof met een geschikte samenstelling (in de zin van een Juiste korrelverdeling en een juiste verhouding tussen zand van de eerste samenstelling en zand van de tweede samenstelling) zijn. Door verder in het mengproces, bijvoorbeeld direct voor, tijdens of direct na het mengproces, metingen van de resulterende samenstelling uit te voeren, kan de momentane zandkorrelgrootteverdeling van het betonbrekerzand en/of de momentane of totale zandkorrelgrootteverdeling van het resulterende zandmengsel worden vastgesteld. Op basis van die zandkorrelgrootteverdeling kan de mengverhouding tussen het betonbrekerzand en de andere zandfracties en de onderlinge mengverhouding tussen de andere zandfracties naar believen worden geregeld, om nog tijdens het mengproces de zandkorrelgrootteverdeling van het eindproduct te kunnen bijstellen. Daardoor kan een betongrondstof worden verkregen met een gewenste zandkorrel grootteverdeling.
De uitvinding is bijzonder geschikt voor het verkrijgen van grondstoffen in grote hoeveelheden, dat wil zeggen in bulkhoeveelheden. Verder is de uitvinding in het bijzonder geschikt voor het verkrijgen van grondstoffen op of in de buurt van een winplaats van zand.
In bepaalde uitvoeringsvormen worden de stappen van de werkwijze tegelijkertijd en/of hoofdzakelijk doorlopend uitgevoerd.
In bepaalde uitvoeringsvormen wordt het zand van de eerste samenstelling gevormd door het met de eerste toevoermiddelen toevoeren van zand van een eerste zandfractie en zand van een of meer verdere zandfracties.
In bepaalde uitvoeringsvormen omvat de werkwijze verder het afzonderlijk toevoeren van elke zandfractie uit de eerste zandfractie en de een of meer verdere zandfracties aan de eerste toevoermiddelen; waarbij het zandkorrelgroottebereik van elke zandfractie bekend is, en waarbij het zandkorrelgroottebereik van elke zandfractie bij voorkeur verschilt van het zandkorrelgroottebereik van elke andere zandfractie.
In bepaalde uitvoeringsvormen overlappen geen van de bekende bereiken van de zandkorrelgrootteverdelingen van de zandfracties elkaar, waarbij bij voorkeur de voorbepaalde bereiken een gezamenlijk doorlopend bereik afdekken.
In bepaalde uitvoeringsvormen hebben de zandfracties van het zand van de eerste samenstelling zandkorrelgrootteverdelingen die liggen binnen een of meer van de bereiken van circa 63mum - 250mum, circa 250mum-500mum, circa 500mum-2mm, en circa 2mm-8mm.
In bepaalde uitvoeringsvormen heeft het zand van de tweede samenstelling een zandkorrelgrootteverdeling die binnen het gezamenlijke doorlopende bereik van de zandfracties ligt en meerdere van de bekende bereiken overspant.
In bepaalde uitvoeringsvormen worden de zandfracties van het zand van de eerste samenstelling gemengd tijdens het toevoeren door de eerste toevoermiddelen, voor het verschaffen van een hoofdzakelijk uniforme zandkorrelgrootteverdeling aan het zand van de eerste samenstelling.
Bepaalde uitvoeringsvormen omvatten verder het produceren van ten minste een deel van de zandfracties door het winnen van zand via een zandzuiger en het vervolgens zo nodig zeven van het gewonnen zand.
In bepaalde uitvoeringsvormen omvat het regelen van de toevoer het in de tijd variëren van de hoeveelheid per zandfractie die wordt toegevoerd aan de eerste toevoermiddelen.
In bepaalde uitvoeringsvormen omvatten de eerste toevoermiddelen en de tweede toevoermiddelen dezelfde transportband.
In bepaalde uitvoeringsvormen omvatten de eerste toevoermiddelen een eerste transportband en omvatten de tweede toevoermiddelen een andere, tweede transportband.
In bepaalde uitvoeringsvormen wordt ten minste één meting uitgevoerd aan zand van de tweede samenstelling terwijl dat zand wordt toegevoerd door de tweede toevoermiddelen, optioneel aan een monster van dat zand.
In bepaalde uitvoeringsvormen wordt ten minste één meting uitgevoerd aan zand dat het mengen ondergaat, optioneel aan een monster van dat zand.
Bepaalde uitvoeringsvormen omvatten het na het mengen verder doorvoeren van het zandmengsel door middel van afvoermiddelen. 5 In bepaalde uitvoeringsvormen voeren de afvoermiddelen het zandmengsel door aan een vervoermiddel, bij voorkeur een schip.
In bepaalde uitvoeringsvormen worden ten minste één meting uitgevoerd aan het zandmengsel dat wordt afgevoerd door de atvoermiddelen, optioneel aan een monster van dat zandmengsel.
In bepaalde uitvoeringsvormen omvat het uitvoeren van de ten minste één meting het meten van de massa van zand dat een meetlocatie passeert.
In bepaalde uitvoeringsvormen omvat het uitvoeren van de ten minste één meting het meten van de zandkorrelgrootteverdeling van zand dat een meetlocatie passeert.
Bepaalde uitvoeringsvormen omvatten het, wanneer het zandmengsel niet de doelsamenstelling heeft, op basis van de meting regelen van de eerste en/of tweede toevoermiddelen voor het in de doelsamenstelling brengen van het zandmengsel.
In bepaalde uitvoeringsvormen omvat, de doelsamenstelling een gewenste zandkorrelgrootteverdeling en omvat de werkwijze het in de gewenste zandkorrelgrootteverdeling brengen van het zandmengsel.
In bepaalde uitvoeringsvormen omvat het regelen van de eerste en/of tweede toevoermiddelen het regelen van de eerste toevoermiddelen voor het in de tijd variëren van de hoeveelheid zand van de eerste samenstelling die wordt toegevoerd, bij voorkeur door het regelen van de snelheid van de eerste toevoermiddelen en/of door het tijdelijk onderbreken van de toevoer door de eerste toevoermiddelen.
In bepaalde uitvoeringsvormen omvat het regelen van de eerste en/of tweede toevoermiddelen het regelen van de tweede toevoermiddelen voor het in de tijd variëren van de hoeveelheid zand van de tweede samenstelling die wordt toegevoerd, bij voorkeur door het regelen van de snelheid van de tweede toevoermiddelen en/of door het tijdelijk onderbreken van de toevoer door de tweede toevoermiddelen.
In bepaalde uitvoeringsvormen omvatten het toevoegen van traceermiddel aan ten minste één van het zand van de eerste samenstelling en het zand van de tweede samenstelling, en het zandmengsel voor het detecteerbaar maken van de oorsprong van het zandmengsel, bij voorkeur aan het zand van de tweede samenstelling tijdens het toevoeren via de tweede toevoermiddelen.
In bepaalde uitvoeringsvormen omvat het zand van de tweede samenstelling betonbrekerzand.
In bepaalde uitvoeringsvormen omvat het zand van de tweede samenstelling gebroken rotszand of gecertificeerd zand van een onbekende locatie.
In bepaalde uitvoeringsvormen wordt de werkwijze geheel uitgevoerd op een winplaats van zand.
In bepaalde uitvoeringsvormen wordt de werkwijze geheel uitgevoerd door middel van een hoofdzakelijk drijvend, verplaatsbaar zandverwerkingssysteem.
Volgens een tweede aspect omvat de uitvinding een zandverwerkingssysteem voor het verkrijgen van een grondstof voor betongrondstof, die zand bevat, waarbij de betongrondstof een vooraf bepaalde doelsamenstelling heeft, het systeem omvattende eerste toevoermiddelen voor het
IO toevoeren van zand van een eerste samenstelling, waarbij het zand van de eerste samenstelling één of meer verschillende zandfracties omvat, waarbij een zandfractie een vooraf bekend zandkorrelgroottebereik uit een veelvoud van zandkorrelgroottebereiken heeft; tweede toevoermiddelen voor het toevoeren van zand van een tweede samenstelling, waarbij de tweede korrelopbouw (d.w.z. de zandkorrelgrootteverdeling) bij aanvang onbekend is; een menger voor het mengen van het zand van de eerste samenstelling en het zand van de tweede samenstelling voor het verkrijgen van een zandmengsel; meetmiddelen voor het uitvoeren van ten minste één meting aan ten minste één van het zand van de tweede samenstelling en het zandmengsel voor het vaststellen van de zandkorrelgrootteverdeling van dat zand; en bepalingsmiddelen voor het op basis van de meting bepalen of het zandmengsel de genoemde doelsamenstelling heeft.
In bepaalde uitvoeringsvormen is het systeem ingericht om alle middelen tegelijkertijd, hoofdzakelijk doorlopend werkzaam te doen zijn.
In bepaalde uitvoeringsvormen zijn de eerste toevoermiddelen ingericht voor het mengen van de zandfracties van het zand van de eerste samenstelling tijdens het toevoeren, voor het verschaffen van een hoofdzakelijk uniforme zandkorrelgrootteverdeling aan het zand van de eerste samenstelling.
Bepaalde uitvoeringsvormen omvatten een zandzuiger voor het produceren van ten minste een deel van de zandfracties door het winnen van zand en bij voorkeur zeefmiddelen voor het zo nodig zeven van gewonnen zand.
In bepaalde uitvoeringsvormen is de mate van opening van elke afsluiter (met een gekozen snelheid van een doseerband of trilgoot) afzonderlijk regelbaar voor het in de tijd variëren van de hoeveelheid per zandfractie die wordt toegevoerd aan de eerste toevoermiddelen.
In bepaalde uitvoeringsvormen omvatten de eerste toevoermiddelen en de tweede toevoermiddelen dezelfde transportband.
In bepaalde uitvoeringsvormen omvatten de eerste toevoermiddelen een eerste transportband en omvatten de tweede toevoermiddelen een andere, tweede transportband.
In bepaalde uitvoeringsvormen zijn ten minste een deel van de meetmiddelen ingericht en gerangschikt voor het uitvoeren van ten minste een meting aan zand van de tweede samenstelling terwijl dat zand wordt toegevoerd door de tweede toevoermiddelen, optioneel aan een monster van dat zand.
In bepaalde uitvoeringsvormen omvatten de menger een valtrapmenger of trommelmenger of mechanische menger, waarbij de menger bij voorkeur is ingericht voor het hoofdzakelijk doorlopend mengen van zand.
In bepaalde uitvoeringsvormen is ten minste een deel van de meetmiddelen ingericht en gerangschikt voor het uitvoeren van ten minste een meting aan zand dat zich in de menger bevindt,
IO optioneel aan een monster van dat zand.
Bepaalde uitvoeringsvormen omvatten verder afvoermiddelen die zijn ingericht en gerangschikt voor het na het mengen verder doorvoeren van het zandmengsel.
In bepaalde uitvoeringsvormen zijn de afvoermiddelen ingericht voor het doorvoeren van het zandmengsel aan een vervoermiddel, bij voorkeur een schip.
In bepaalde uitvoeringsvormen is ten minste een deel van de meetmiddelen ingericht en gerangschikt voor het uitvoeren van ten minste een meting aan het zandmengsel dat wordt afgevoerd door de afvoermiddelen, optioneel aan een monster van dat zandmengsel.
In bepaalde uitvoeringsvormen is ten minste een deel van de meetmiddelen ingericht voor het uitvoeren van ten minste één meting door het meten van een massa van zand.
In bepaalde uitvoeringsvormen is ten minste een deel van de meetmiddelen ingericht voor het uitvoeren van ten minste één meting door het meten van een zandkorrelgrootteverdeling.
Bepaalde uitvoeringsvormen omvatten verder regelmiddelen voor het regelen van de eerste en/of tweede toevoermiddelen voor het in de doelsamenstelling brengen van het zandmengsel.
In bepaalde uitvoeringsvormen omvat de doelsamenstelling een gewenste zandkorrelgrootteverdeling en zijn de regelmiddelen ingericht voor het in de gewenste zandkorrelgrootteverdeling brengen van het zandmengsel.
In bepaalde uitvoeringsvormen zijn de regelmiddelen ingericht voor het regelen van de eerste toevoermiddelen voor het in de tijd variëren van de hoeveelheid zand van de eerste samenstelling die wordt toegevoerd, bij voorkeur door het regelen van de snelheid (of met een afsluiter of doseerband of trilgoot) van de eerste toevoermiddelen en/of door het tijdelijk onderbreken van de toevoer door de eerste toevoermiddelen.
In bepaalde uitvoeringsvormen zijn de regelmiddelen ingericht voor het regelen van de tweede toevoermiddelen voor het in de tijd variëren van de hoeveelheid zand van de tweede samenstelling die wordt toegevoerd, bij voorkeur door het regelen van de snelheid (of met een afsluiter of doseerband of trilgoot) van de tweede toevoermiddelen en/of door het tijdelijk onderbreken van de toevoer door de tweede toevoermiddelen.
Bepaalde uitvoeringsvormen omvatten verder doseermiddelen voor het toevoegen van traceermiddel aan ten minste één van het zand van de eerste samenstelling en het zand van de tweede samenstelling voor het detecteerbaar maken van de oorsprong en/of samenstelling van het zandmengsel, bij voorkeur aan het zand van de tweede samenstelling tijdens het toevoeren via de tweede toevoermiddelen.
In bepaalde uitvoeringsvormen is het systeem ingericht om zich volledig op een enkele locatie, bij voorkeur een winplaats van zand, te bevinden,
In bepaalde uitvoeringsvormen bestaat het systeem uit een hoofdzakelijk drijvende, verplaatsbare zandverwerkingssysteem.
De uitvinding wordt hieronder verder toegelicht aan de hand van een aantal figuren.
Figuur | toont een eerste uitvoeringsvorm van een zandverwerkingssysteem 100 volgens de uitvinding.
Figuur 2 toont een tweede uitvoeringsvorm van een zandverwerkingssysteem 100 volgens de uitvinding.
Figuur 3 toont een uitvoermgsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding.
Figuur 1 toont een eerste uitvoeringsvorm van een zandverwerkingssysteem 100 volgens de uitvinding.
Het zandverwerkingssysteem 100 volgens de uitvinding is ingericht voor het verwerken van zand zodanig dat een betongrondstof van geschikte samenstelling (in de zin van korrelgrootteverdeling van het zand en/of de verhouding van de hoeveelheid eerste zand (bijv. primair zand) en de hoeveelheid tweede zand (bijv. betonbrekerzand)) verkregen wordt. Dit is met name van belang voor een fabrikant van beton aangezien de samenstelling van de betongrondstof mede bepalend is voor de kwaliteit en eigenschappen van het uit de betongrondstof, cement en eventuele toeslagmaterialen vervaardigde beton. Volgens uitvoeringen van de uitvinding is het zandverwerkingssysteem 100 verder ingericht voor het verwerken van zand zodanig dat de herkomst van de verkregen betongrondstof (en dus ook het daarmee verschafte betonmateriaal) herkenbaar blijft (en gedetecteerd kan worden). Dit is met name van belang voor de verdere verwerkers van het betonmateriaal, zoals aannemers, woningbouwverenigingen en dergelijke, die de herkomst van de materialen van het eindproduct (bijv. een gebouw) moeten kunnen bepalen.
Het zand van de eerste samenstelling kan van een externe locatie worden aangevoerd of, bij voorkeur, op dezelfde locatie worden gewonnen, bijvoorbeeld door een zandzuiger. Deze zandzuiger kan zijn opgesteld op een drijflichaam, bijvoorbeeld op één of meer pontons, en kan zijn ingericht om zand vanaf de bodem van een watermassa op te zuigen. Het met de zandzuiger opzuigen van zand levert over het algemeen een in de tijd variërende samenstelling op: wanneer tijdens het opzuigen de kop van de zandzuiger over de bodem wordt verplaatst, zal de samenstelling van het zand variëren afhankelijk van de positie op de bodem waarvan het zand afkomstig is. Om ondanks de variaties in samenstelling toch bij aanvang van de werkwijze volgens de uitvinding zand met een vooraf bepaalde vaste samenstelling te kunnen verkrijgen zal de aanvoer van zand geregeld moeten worden.
Het zandverwerkingssysteem kan hiertoe bijvoorbeeld zeefmiddelen (niet getoond in de figuren) omvatten voor het zo nodig zeven van aangevoerd of gewonnen zand opdat zand verdeeld kan worden in een aantal verschillende zandfracties met verschillende zandkorrelgroottebereiken.
Deze zandfracties kunnen tijdelijk worden opgeslagen, bijvoorbeeld in verschillende houders (bijv. silo's). Bij het vanaf een drijflichaam opzuigen van zand van de bodem van een watermassa kan het opgezogen zand bijvoorbeeld in een aantal (bijvoorbeeld vier of vijf) op het drijflichaam opgestelde silo's worden opgeslagen, waarbij elke silo een zandfractie Hierbij moet opgemerkt worden dat officieel de fractie 2-8 mm wordt beschouwd als fijne grintfractie met een eigen zandkorrelgroottebereik bevat (bijvoorbeeld een eerste silo met een zandfractie met zeer kleine korrels kleiner dan een bepaalde eerste drempelwaarde, een tweede silo met zand met iets grotere korrels (groter dan de eerste drempelwaarde maar kleiner dan een tweede drempelwaarde), een derde silo met nog grotere korrels (groter dan de tweede drempelwaarde en kleiner dan een derde drempelwaarde) en een vierde silo met zand met korrels groter dan de derde drempelwaarde). Door het in juiste hoeveelheden vanaf de verschillende silo's aanvoeren van zand van verschillende korrelgroottes kan een hoeveelheid zand van een bepaalde, bij aanvang bekende samenstelling verkregen worden.
Het te verwerken zand kan overigens enige vervuiling bevatten. In bepaalde uitvoeringen ondergaat het zand nog een voorbewerking of selectie zodat uiteindelijk zand zonder vervuiling of met een zeer kleine mate van vervuiling gebruikt wordt.
Verwijzend naar figuren 1 en 2 is, zoals hierboven reeds is uiteengezet, het zandverwerkingssysteem 100 ingericht voor het verwerken van zand van een eerste samenstelling 101 waarbij het zand van de eerste samenstelling één of meer verschillende zandfracties 104A- 104D omvat en waarbij elk van de zandfracties op een gegeven moment (bijvoorbeeld na de hierboven genoemde zeefbewerkingen) een vooraf bekend zandkorrelgroottebereik uit een veelvoud van zandkorrelgroottebereiken heeft. Meer in het algemeen kan het korrelgroottebereik van elke zandfractie 101 vooraf bekend zijn, bij voorbeeld doordat het korrelgroottebereik vooraf wordt gemeten en/of doordat het zand in verschillende korrelgrootte bereiken gescheiden wordt, bijvoorbeeld door het zand op de bovengenoemde wijze te zeven en/of hydraulisch/pneumatisch te scheiden.
In de in figuren 1 en 2 getoonde uitvoeringsvormen is het zandverwerkingssysteem 100 ingericht voor het afzonderlijk toevoeren van vier zandfracties 101A-101D uit vier verschillende silo's 118A-118D, maar andere aantallen zandfracties zijn ook mogelijk. Elk van deze zandfracties bevat zand met korrelgroottes in een vooraf bepaald bereik. In de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm omvat het zandverwerkingssysteem 100 eerste toevoermiddelen 107A voor het afzonderlijk toevoeren van verschillende zandfracties 101 A-101D van het zand van de eerste samenstelling. In de getoonde uitvoering omvatten de eerste toevoermiddelen 107A een aantal regelbare afsluiters of doseerbanden 104A-104D waarmee zand uit respectievelijke silo's 118A- 118D op een één of meer transporteurs 117 (bijvoorbeeld één of meer eindloze bandtransporteurs, opgesteld onder de verschillende silo's 118A-118D gevuld met de respectievelijke zandfacties 101A-101D) naar believen en in de tijd variërend aan te brengen is. De eerste toevoermiddelen kunnen als alternatief ook verschillende transporteurs voor elk van de silo's omvatten, maar in de getoonde uitvoering zijn de transporteurs gecombineerd tot één enkele (gezamenlijke) transporteur 117
Een eerste afsluiter 104A is ingericht voor het toevoeren van een eerste zandfractie 1014, en eventuele verdere toevoermiddelen 104B-104D zijn ingericht voor het elk toevoeren van een respectievelijke zandfractie uit een of meer verdere zandfracties 101B-101D, in dit geval drie verdere zandfracties 101B, 101C, 101D.
In de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm omvat het zandverwerkingssysteem 100 gezamenlijke eerste en tweede toevoermiddelen 107A, 107B waaraan het zand van de eerste samenstelling 101A-101D en het zand van de tweede samenstelling 102 in eerste instantie worden toegevoerd. De gezamenlijke toevoermiddelen 107A, 107B vormen een gezamenlijke transportband 117 die is ingericht voor het op elkaar plaatsen van lagen van zand met bekende samenstelling uit de silo's 118A-118D en zand met een onbekende samenstelling uit de silo 128.
Eventueel worden de lagen tijdens het transport al enigszins gemengd, maar een verdere, meer uitgebreide menging vindt plaats in de menger 108.
Het zandverwerkingssysteem 100 kan in bepaalde uitvoeringen tevens zijn ingericht voor het toevoegen van een traceermiddel 103. Het traceermiddel 103 verschillende vormen aannemen waarin het geschikt is voor het detecteerbaar maken van de oorsprong en/of samenstelling van het eindproduct van het zandverwerkingssysteem 100. Het traceermidde! 103 kan bijvoorbeeld Korrels zand, kunststof of metaal omvatten van een vooraf bepaalde kleur of kleursamenstelling, voor het optisch herkenbaar maken van zand, van een tussenproduct, van betongrondstof of van het met onder meer de betongrondstof vervaardigde beton dat met dit zand wordt geproduceerd. Het traceermiddel 103 ook een vloeibare en/of vaste substantie omvatten die zodanige fysische eigenschappen heeft dat wanneer de substantie eenmaal vermengd is met het zand, deze gemakkelijk te detecteren is. Gedacht kan worden aan een vloeibaar en/of vaste substantie die bij optische belichting een duidelijk detecteerbare frequentieresponsie genereert. Aan de hand van deze responsie kan dan gedetecteerd worden of de substantie al dan niet aan het zand is toegevoegd en in feite of een bepaalde hoeveelheid zand door de hierin beschreven werkwijze en/of het hierin beschreven verwerkingssysteem verwerkt is.
il
In de in figuren 1 en 2 getoonde uitvoeringsvormen omvat het zandverwerkingssysteem 100 doseermiddelen 106 voor het gedoseerd toevoegen van dit traceermiddel 103. De doseermiddelen kunnen een regelbare afsluiter omvatten (zoals is weergegeven in figuur 2) voor het op gecontroleerde wijze afgeven van een hoeveelheid traceermiddel aan de eerste toevoermiddelen 107, 207A of de tweede toevoermiddelen 107B, 207B.. De afsluiter van de doseermiddelen kan bij voorbeeld een toevoer 116 vanaf een markeermiddelhouder 115, bijvoorbeeld een silo, naar believen openen en sluiten voor het via de toevoer 116 gecontroleerd toevoeren van het traceermiddel 103. De doseermiddelen 106 zijn bij voorkeur zodanig ingericht dat het toevoegen van traceermiddel 103 op afstand regelbaar is Het zandverwerkingssysteem 100
IO van figuur 1 is verder ingericht voor het verwerken van zand van een tweede samenstelling 102.
Dit zand is in bepaalde uitvoeringen elders gewonnen (dat wil zeggen op afstand van de winningslocatie van het zand van de eerste samenstelling) en via geschikte transportmiddelen, zoals schepen en/of vrachtwagens, naar de verwerkingslocatie getransporteerd (in veel gevallen komt de winningslocatie overeen met de verwerkingslocatie omdat het winnen en verder verwerken op in wezen dezelfde positie worden uitgevoerd. In andere gevallen bevinden de winningslocatie en verwerkingslocatie zich op verschillende geografische posities, bij voorkeur — maar niet noodzakelijkerwijs — wel in de nabijheid van elkaar, bijvoorbeeld op maximaal een paar kilometers). In bepaalde uitvoeringsvormen is de samenstelling van dit zand bij aankomst bij de locatie in beginsel onbekend zodat bij aanvang van de werkwijze volgens de uitvinding de korrelgrootteverdeling van dit zand niet bekend is, maar zich overigens wel bevindt binnen bepaalde minimale en maximale korrelgroottes.
Het zand van de tweede samenstelling wordt toegevoerd met tweede toevoermiddelen 107B. De tweede toevoermiddelen 107B omvatten in de in figuur 1 getoonde uitvoering de eerder genoemde transporteur 117 (die dus gezamenlijk is met de eerste toevoermiddelen 107A), een silo 128 gevuld met het tweede zand 102, en cen afsluiter 106. De tweede toevoermiddelen 107B zijn derhalve bij voorkeur zodanig ingericht dat het toevoeren van zand (en daarmee het debiet van de toevoer van zand) naar believen en op afstand regelbaar is, bijvoorbeeld door het openen en sluiten van de afsluiter 106.
De gezamenlijke (eerste en tweede) toevoermiddelen 107A, 107B van figuur 1 zijn ingericht om het zand van de eerste samenstelling 101 en het zand van de tweede samenstelling 102 vervolgens gezamenlijk toe te voeren. Het zand van de eerste samenstelling 101 en/of het zand van de tweede samenstelling 102 kunnen worden gemarkeerd met het traceermiddel 103 door de doseermiddelen 106 terwijl ze worden toegevoerd door de gezamenlijke toevoermiddelen 107A, 107B. Dit is in de getoonde uitvoeringsvorm het geval. Het is echter ook mogelijk om het markeren op een andere locatie in het zandverwerkingssysteem 100 te Jaten plaatsvinden,
bijvoorbeeld voorafgaand aan het toevoeren van het zand van de tweede samenstelling 102 door middel van de afsluiter 105.
Het zandverwerkingssysteem 100 volgens de uitvinding is ingericht voor het mengen van het toegevoerde zand van de eerste samenstelling 101 en zand van de tweede samenstelling 102 tot een zandmengsel door middel van de eerder genoemde menger 108. Het zandverwerkingssysteem 100 volgens figuurl omvat verder meetmiddelen 109 voor het uitvoeren van een meting aan zand.
In de getoonde uitvoeringsvorm betreft het enkele meetmiddelen 109 voor het uitvoeren van een meting aan zand terwijl of direct nadat het zand wordt gemengd door de menger 108.
In de getoonde uitvoeringsvorm is het zandverwerkingssysteem 100 ingericht voor het afvoeren van het zandmengsel aan een of meer voertuigen, bijvoorbeeld een landvoertuig zoals een vrachtwagen 111A of bij voorkeur een vaartuig 111B zoals een schip. Met behulp van doseermiddelen 110 kan de afvoer via de afvoermiddelen 112 nog geregeld worden. In de in figuur 1 getoonde uitvoeringsvorm omvat het zandverwerkingssysteem 100 daartoe afvoermiddelen 112, bijvoorbeeld transportbanden. Verder omvat het zandverwerkingssysteem 100 volgens de witvinding bepalingsmiddelen 129, zoals een computer, voor het bepalen of het gemeten zandmengsel voldoet aan de vooraf bepaalde doelsamenstelling.
Het is gunstig als de verschillende besproken elementen van het zandverwerkingssysteem, bij voorbeeld de verschillende toevoermiddelen en de menger 108, ingericht zijn om alle tegelijkertijd, hoofdzakelijk doorlopend werkzaam te zijn.
Figuur 2 toont een tweede uitvoeringsvorm van een zandverwerkingssysteem 100 volgens de uitvinding. De tweede uitvoeringsvorm komt in grote lijnen overeen met die van figuur 1. In de in figuur 2 getoonde uitvoeringsvorm omvat het zandverwerkingssysteem 100 echter afzonderlijke toevoermiddelen: eerste toevoermiddelen 207A voor het toevoeren van eerste zand van één of meer zandfracties en tweede toevoermiddelen 207B voor het toevoeren van tweede zand. Op elementen van deze tweede uitvoeringsvorm die overeen komen met elementen van de eerste uitvoeringsvorm is de daar gegeven beschrijving van overeenkomstige toepassing, tenzij hieronder verschillen worden genoemd. Elementen van de eerste uitvoeringsvorm en elementen van de tweede uitvoeringsvorm kunnen in verschillende samenstellingen worden gecombineerd, waarbij het zandverwerkingssysteem 100 nog steeds ten minste gedeeltelijk zijn doelen behaalt. Elementen van de eerste of tweede uitvoeringsvorm die in een of beide gevallen worden omschreven als behorende tot de getoonde uitvoeringsvorm zijn niet essentieel voor de uitvinding en kunnen worden weggelaten, waarbij het zandverwerkingssysteem 100 nog steeds ten minste gedeeltelijk zijn doelen behaalt.
Zoals boven vermeld is in de in figuur 2 getoonde uitvoeringsvorm het zandverwerkingssysteem 100 ingericht voor het afzonderlijk toevoeren van verschillende zandfracties van het zand van de eerste samenstelling. In de getoonde uitvoeringsvorm betreft dit vier zandfracties 101A-101C. In de getoonde uitvoeringsvorm omvat het zandverwerkingssysteem100 tweede toevoermiddelen 207B voor het toevoeren van het zand van de tweede samenstelling 102. De tweede toevoermiddelen 207B omvatten een transporteur, bijvoorbeeld een aangedreven eindloze transportband 127, een houder 128 (bijv. een silo) voor het houden van het tweede zand 102, en een afsluiter 105 omvatten. De afsluiter 105 is bij voorkeur zodanig ingericht dat het toevoeren van tweed zand 102 aan de transporteur regelbaar is, bijvoorbeeld door het naar believen openen en sluiten van de afsluiter 105.
In de getoonde uitvoeringsvorm omvat het zandverwerkingssysteem 100 doseermiddelen 106 voor het toevoegen van traceermiddel 103. De doseermiddelen kunnen een afsluiter 116 omvatten richting de tweede toevoermiddelen 207B, waarbij de afsluiter bijvoorbeeld een silo 115 kan afsluiten die het traceermiddel 103 bevat. De doseermiddelen 195 zijn bij voorkeur zodanig ingericht dat het toevoegen van traceermiddel 103 regelbaar is, bijvoorbeeld door het openen en sluiten van de doseermiddelen 105.
Overigens is het mogelijk om aan het eerste zand metingen uit te voeren voor het bepalen van de precieze samenstelling, bijvoorbeeld de zandkorrelgrootteverdeling, van de verschillende zandfracties 101A-101C afzonderlijk of van het zand van de eerste samenstelling dat wordt toegevoerd door de eerste toevoermiddelen 107A, 207A. Dit kan helpen om de samenstelling van het resulterende zandmengsel extra nauwkeurig te regelen. Hiertoe kunnen extra meetmiddelen (niet getoond) zijn voorzien.
Het zal de deskundige duidelijk zijn dat de eerste toevoermiddelen 207A en tweede toevoermiddelen 207B een overeenkomstige rol vervullen met de gezamenlijke eerste en tweede toevoermiddelen 107A en 107B van de hierboven beschreven eerste uitvoeringsvorm van het zandverwerkingssysteem 100 volgens de uitvinding, maar erin verschillen dat in deze tweede uitvoeringsvorm toevoeren, meten en regelen gescheiden plaats kunnen vinden.
In de getoonde uitvoeringsvorm omvat het zandverwerkingssysteem meetmiddelen. bij voorbeeld een of meer optische detectoren, monstername- en analyse apparatuur of dergelijke, voor het uitvoeren van een of meer metingen aan zand. In dit geval betreft het vier meetmiddelen 209A-209D. De vier getoonde meetmiddelen zijn eerste meetmiddel 209A dat is ingericht voor het uitvoeren van een meting van de massa van het door de tweede afvoermiddelen 207B afgevoerde zand van de tweede samenstelling 102, tweede meetmiddel 209B dat is ingericht voor het uitvoeren van een meting van de korrelgrootteverdeling van het door de tweede afvoermiddelen 207B afgevoerde zand van de tweede samenstelling 102, derde meetmiddel 209C dat is ingericht voor het uitvoeren van een meting van de massa van het door de afvoermiddelen 112 (hieronder besproken) afgevoerde zandmengsel, en vierde meetmiddel 209D dat is ingericht voor het uitvoeren van een meting van de korrelgrootteverdeling van het door de afvoermiddelen 112 afgevoerde zandmengsel.
Het zal een deskundige duidelijk zijn dat volgens de uitvinding verschillende individuele meetmiddelen of verschillende combinaties van meetmiddelen 209A-209D kunnen worden toegepast, en dat verschillende combinaties van gemeten eigenschappen en meetlocaties kunnen worden gemaakt, waarbij hoofdzakelijk dezelfde werking van het zandverwerkingssysteem 100 kan worden bereikt. In bepaalde uitvoeringen worden bijvoorbeeld alleen de tweede meetmiddelen 209B toegepast voor het meten van de korrelgroottes van het tweede zand. Deze meetmiddelen 209B kunnen gepositioneerd zijn net vóór de toevoer 116 van het traceermiddel 103, maar in andere uitvoeringen zijn de meetmiddelen 209B gepositioneerd tussen de toevoer 116 en de menger 108 en/of stroomafwaarts van de menger 108.
Ten minste een deel van de meetmiddelen kan zijn ingericht en gerangschikt voor het uitvoeren van ten minste een meting aan zand van de tweede samenstelling terwijl dat zand wordt toegevoerd door de tweede toevoermiddelen, en/of ten minste een deel van de meetmiddelen kan zijn ingericht en gerangschikt voor het uitvoeren van ten minste een meting aan zand dat zich in de menger bevindt, en/of ten minste een deel van de meetmiddelen kan zijn ingericht en gerangschikt voor het uitvoeren van ten minste een meting aan het zandmengsel dat wordt afgevoerd door de afvoermiddelen. Ten minste een deel van de meetmiddelen kan zijn ingericht voor het uitvoeren van ten minste één meting door het meten van een massa van zand, en/of ten minste een deel van de meetmiddelen kan zijn ingericht voor het uitvoeren van ten minste één meting door het meten van een zandkorrelgrootteverdeling. Metingen kunnen optioneel worden uitgevoerd aan een monster van het betreffende zand.
In de getoonde uitvoeringsvorm omvat het zandverwerkingssysteem 100 verder nog doseermiddelen 110 voor het gecontroleerd afvoeren van het zandmengsel met behulp van de afvoermiddelen 112, bijvoorbeeld transportbanden.
In verschillende uitvoeringsvormen omvat het zandverwerkingssysteem 100 regelmiddelen 130 voor het regelen van de toevoermiddelen voor het in de doelsamenstelling brengen van het zandmengsel, waarin de doelsamenstelling een gewenste zandkorrelgrootteverdeling kan omvatten en waarin de regelmiddelen 130 kunnen zijn ingericht voor het in de gewenste zandkorrelgrootte- verdeling brengen van het zandmengsel. Dit regelen kan bijvoorbeeld omvatten het regelen van de eerste toevoermiddelen voor het in de tijd variëren van de hoeveelheid zand van de eerste samenstelling die wordt toegevoerd, bij voorkeur door het regelen van de snelheid van de eerste toevoermiddelen 107A, 207A en/of door het tijdelijk onderbreken van de toevoer door de eerste toevoermiddelen 107A, 207A, en/of het regelen van de tweede toevoermiddelen 107B, 207B voor het in de tijd variëren van de hoeveelheid zand van de tweede samenstelling 102 die wordt toegevoerd, bij voorkeur door het regelen van de hoeveelheid van de aanvoer van zand via de tweede toevoermiddelen 207B en/of door het tijdelijk onderbreken en vrijgeven van de toevoer door de tweede toevoermiddelen 207B, en/of het regelen van de afsluiter 105 voor het in de tijd variëren van de hoeveelheid per zandfractie die wordt toegevoerd aan de transporteur van de eerste toevoermiddelen 107A, 207A, en/of het regelen van de afsluiter 105 voor het in de tijd variëren van de hoeveelheid zand van de tweede samenstelling die wordt toegevoerd aan de transporteur van de tweede toevoermiddelen 107B, 207B.
In verschillende uitvoeringsvormen is het zandverwerkingssysteem 100 ingericht om zich volledig op een enkele locatie, bij voorkeur een winplaats van zand, te bevinden. Het zandverwerkingssysteem 100 kan bijvoorbeeld bestaan uit een hoofdzakelijk drijvende, verplaatsbare zandverwerkingssysteem.
Figuur 3 toont een uitvoeringsvorm van een werkwijze volgens de uitvinding. De in figuur
IO 3 getoonde verbanden tussen de stappen betreffen logische afhankelijkheden. De stappen van de werkwijze volgens de uitvinding worden bij voorkeur tegelijkertijd, hoofdzakelijk doorlopend uitgevoerd.
De werkwijze omvat het (bij voorkeur via eerste toevoermiddelen 107A, 207A) toevoeren (stap 301) van zand van een eerste samenstelling 101, waarbij het zand van de eerste samenstelling i5 één of meer verschillende zandfracties {bijvoorbeeld 101A en 101B) omvat en waarbij een zandfractie een vooraf bekend zandkorrelgroottebereik uit een veelvoud van zandkorrelgroottebereiken heeft. Het zand van de eerste samenstelling 101 of een of meer zandfracties daarvan kunnen bijvoorbeeld worden geproduceerd door het winnen van zand via een zandzuiger en het vervolgens zo nodig zeven van het gewonnen zand.
Het zand van de eerste samenstelling 101 kan worden gevormd door het toevoeren van zand van een eerste zandfractie en zand van een of meer verdere, afwijkende zandfracties aan de eerste toevoermiddelen, bijvoorbeeld door het door middel van de eerste toevoermiddelen afzonderlijk toevoeren van verschillende zandfracties, waarbij het zandkorrelgroottebereik van elke zandfractie bekend is, en waarbij het zandkorrel groottebereik van elke zandfractie bij voorkeur verschilt van het zandkorrelgroottebereik van elke andere zandfractie. Hierbij kan het regelen van de toevoer van het eerste zand het in de tijd variëren van de hoeveelheid per zandfractie die wordt toegevoerd aan de eerste toevoermiddelen 107A, 207A omvatten.
Hierbij kan gekozen worden voor een benadering waarbij geen van de bekende bereiken van de zandkorrelgrootteverdelingen van de zandfracties in hoofdzaak overlappen, waarbij bij voorkeur de voorbepaalde bereiken een gezamenlijk doorlopend bereik afdekken, bijvoorbeeld zandkorrelgrootteverdelingen die liggen binnen een of meer van de bereiken van ca. 63mum- 250mm, ca. 250mum-500mum, ca. 500mum-2mm, en ca. 2mm-8mm (in het laatste geval wordt er ook wel gesproken over een "grintfractie").
De zandfracties van het zand van de eerste samenstelling 101 kunnen al worden gemengd tijdens het toevoeren door de eerste toevoermiddelen, voor het verschaffen van een hoofdzakelijk uniforme zandkorrelgrootteverdeling aan het zand van de eerste samenstelling 101.
De werkwijze volgens figuur 4 omvat tevens het (bij voorkeur via tweede toevoermiddelen 1078, 207B) toevoeren (stap 302) van zand van de tweede samenstelling. Het zand van de tweede samenstelling heeft een bij aanvang onbekende samenstelling (met dien verstande uiteraard dat de exacte samenstelling binnen bepaalde, ruim uit elkaar gelegen maximum en minimum korrelgroottegrenzen onbekend is). Het zand van de tweede samenstelling 102 kan bij voorbeeld een zandkorrelgrootteverdeling hebben die binnen het gezamenlijke doorlopende bereik van de zandfracties ligt en meerdere van de bekende bereiken overspant. Het zand van de tweede samenstelling betonbrekerzand omvatten, en/of gebroken rotszand en/of gecertificeerd zand uit een onbekende winplaats.
De werkwijze volgens de uitvinding omvat het mengen 303 van het zand van de eerste samenstelling 191 en het zand van de tweede samenstelling 102 voor het verkrijgen van een zandmengsel. De werkwijze omvat het daarna uitvoeren {stap 304)van ten minste één meting aan ten minste één van het zand van de tweede samenstelling 102 en het zandmengsel voor het vaststellen van de zandkorrelgrootteverdeling van dat zand. Er kan bijvoorbeeld ten minste één meting wordt uitgevoerd aan zand van de tweede samenstelling 102 terwijl dat zand wordt toegevoerd door de tweede toevoermiddelen 207B, of aan zand dat het mengen ondergaat.
Na het mengen bepalen (stap 305) de bepalingsmiddelen of het resulterende zand binnen vooraf bepaalde marges aan de doelsamenstelling voldoet. Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door het verschil te berekenen tussen de gemeten samenstelling en de doelsamenstelling. Indien dat wel het geval is (Y), kan het zandmengsel verder worden afgevoerd (stap 306) door middel van afvoermiddelen 112, waarbij de afvoermiddelen 112 het zandmengsel kunnen vervoeren naar een vervoermiddel, bij voorkeur een schip. Indien er niet aan de doelsamenstelling wordt voldaan. kunnen de bepalingsmiddelen bepalen dat er ofwel (stap 307) zand van de eerste samenstelling ofwel {stap 308) zand van de tweede samenstelling extra toegevoegd moet worden om de doelsamenstelling te behalen. Wat betreft het extra toevoeren van zand van de eerste samenstelling kunnen de bepalingsmiddelen nog bepalen welke individuele zandfracties 101 A-101D kunnen worden toegevoerd om een geschikte eerste samenstelling te verkrijgen waarmee de doelsamenstelling te behalen is.
Het uitvoeren van de ten minste één meting kan het meten omvatten van de massa van zand dat een meetlocatie passeert, en/of van de zandkorrelgrootteverdeling van zand dat een meetlocatie passeert. Metingen kunnen optioneel worden uitgevoerd aan een monster van het betreffende zand, bijvoorbeeld door het monster door een serie steeds fijnmazigere zeven te voeren, bijvoorbeeld in het geval van het meten van de zandkorrelgrootteverdeling.
De werkwijze kan in sommige uitvoeringsvormen (niet getoond) het wanneer het zandmengsel niet de doelsamenstelling heeft, op basis van de meting regelen van de eerste en/of tweede toevoermiddelen omvatten voor het in de doelsamenstelling brengen van het zandmengsel,
waarin de doelsamenstelling bijvoorbeeld een gewenste zandkorrelgrootteverdeling omvat. Daarbij kan de werkwijze het in de gewenste zandkorrelgrootteverdeling brengen van het zandmengsel omvatten.
In bepaalde uitvoeringsvormen omvat de werkwijze verder het toevoegen van een traceermiddel 103 aan ten minste één van het zand van de eerste samenstelling 101 en het zand van de tweede samenstelling 102, en het zandmengsel voor het detecteerbaar maken van de oorsprong van het zandmengsel, bij voorkeur aan het zand van de tweede samenstelling 102 tijdens het toevoeren via de tweede toevoermiddelen 107B, 207B.
De werkwijze volgens de uitvinding kan geheel worden uitgevoerd op een winplaats van zand, waarbij de werkwijze bijvoorbeeld geheel kan worden uitgevoerd door middel van een hoofdzakelijk drijvende, verplaatsbare zandverwerkingssysteem, die ook een zandzuiger voor het winnen van zand kan omvatten. De werkwijze volgens de uitvinding kan in verschillende uitvoeringsvormen worden uitgevoerd door middel van een of meer overeenkomstige uitvoeringsvormen van het zandverwerkingssysteem 100 volgens de uitvinding.
Hoewel de uitvinding in de beschreven figuren 1-3 wordt getoond aan de hand van een zandverwerkingssysteem 100 volgens de uitvinding in bepaalde uitvoeringsvormen en een werkwijze volgens de uitvinding in een bepaalde uitvoeringsvorm, zal het de deskundige duidelijk zijn dat de uitvinding op vele manieren kan worden uitgevoerd, waarbij variaties op de getoonde elementen, stappen en kenmerken zeer wel mogelijk zijn, terwijl de uitvinding nog steeds de genoemde doelen bereikt. Het bereik van de aanspraken wordt bepaald door de bijgevoegde conclusies.

Claims (40)

CONCLUSIES
1. Werkwijze voor het met een zandverwerkingssysteem verkrijgen van een betongrondstof die zand bevat, waarbij de betongrondstof een vooraf bepaalde doelsamenstelling heeft, de werkwijze omvattende: - het met eerste toevoermiddelen aan een menger toevoeren van zand van een eerste samenstelling, waarbij het zand van de eerste samenstelling een eerste korrelgrootteverdeling heeft, het zand één of meer verschillende zandfracties omvat, en waarbij een zandfractie een vooraf bekend zandkorrelgroottebereik uit een veelvoud van zandkorrelgroottebereiken heeft; - het met tweede toevoermiddelen aan een menger toevoeren van zand van een tweede samenstelling, waarbij de tweede samenstelling gedefinieerd wordt door een tweede korrelgrootteverdeling die bij aanvang onbekend is; - het in de menger mengen van het toegevoerde zand. van de eerste samenstelling met het toegevoerde zand van de tweede samenstelling voor het verkrijgen van een zandmengsel; - het uitvoeren van ten minste één meting aan ten minste één van het zand van de tweede samenstelling en het zandmengsel voor het vaststellen van de zandkorrelgrootteverdeling van dat zand; en - het op basis van de meting bepalen of het zandmengsel de genoemde doelsamenstelling heeft.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het zand van de tweede samenstelling betonbrekerzand en/of gebroken-rotszand en/of gecertificeerd zand van een onbekende locatie omvat.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij het toevoeren van zand van de eerste samenstelling, zand van de tweede samenstelling, het mengen van het toegevoerde zand en het uitvoeren van de ten minste één meting wordt uitgevoerd op een winplaats van zand van de eerste samenstelling of in de nabijheid van die winplaats.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, omvattende het met het zandverwerkingssysteem op de windplaats winnen van het zand van de eerste samenstelling, in het bijzonder het opzuigen van zand van de bodem van een watermassa, en het naar de eerste toevoermiddelen brengen van het gewonnen zand.
5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, omvattende het vanaf een locatie op afstand van het zandverwerkingssysteem naar de winplaats aanvoeren van het zand van de tweede samenstelling, in het bijzonder het per schip aanvoeren van het zand van de tweede samenstelling.
6. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de werkwijze geheel wordt uitgevoerd door een zandverwerkingssysteem dat op een verplaatsbaar drijflichaam, zoals ten minste éen ponton, geplaatst is.
7. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende: - het wanneer het zandmengsel niet de doelsamenstelling heeft, op basis van de meting regelen van de eerste en/of tweede toevoermiddelen voor het in de doelsamenstelling brengen van het zandmengsel.
8. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarin de doelsamenstelling een i5 gewenste zandkorrelgrootteverdeling omvat en waarin de werkwijze het in de gewenste zandkorrelgrootteverdeling brengen van het zandmengsel omvat.
9. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de stappen van de werkwijze tegelijkertijd, hoofdzakelijk doorlopend worden uitgevoerd.
10. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het zand van de eerste samenstelling wordt gevormd door het met eerste toevoermiddelen toevoeren van zand van een eerste zandfractie en zand van een of meer verdere zandfracties aan de eerste toevoermiddelen, optioneel omvattende: - het door middel van de eerste toevoermiddelen afzonderlijk toevoeren van elke zandfractie uit de eerste zandfractie en de een of meer verdere zandfracties aan de eerste toevoermiddelen; waarbij het zandkorrelgroottebereik van elke zandfractie bekend is, en waarbij het zandkorrelgroottebereik van elke zandfractie bij voorkeur verschilt van het zandkorrelgroottebereik van elke andere zandfractie; en/of waarbij geen van de bekende bereiken van de zandkorrel grootteverdelingen van de zandfracties overlappen, waarbij bij voorkeur de voorbepaalde bereiken een gezamenlijk doorlopend bereik afdekken.
11. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij zandfracties van het zand van de eerste samenstelling zandkorrelgrootteverdelingen hebben die liggen binnen een of meer van de bereiken ca 63mum--250mum, ca. 250mum-500mum, ca. 500mum-2mm, en ca. 2mm-
8mm.
12. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij zand van de tweede samenstelling een zandkorrelgrootteverdeling heeft die binnen het gezamenlijke doorlopende bereik van de zandfracties ligt en meerdere van de bekende bereiken overspant.
13. Werkwijze volgens een van de conclusies 3-7, waarbij de zandfracties van het zand van de eerste samenstelling ten minste gedeeltelijk worden gemengd tijdens het toevoeren door de eerste toevoermiddelen, voor het verschaffen van een meer uniforme zandkorrelgrootteverdeling aan het zand van de eerste samenstelling,
14. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende het produceren van ten minste een deel van de zandfracties door het winnen van zand via een zandzuiger en het vervolgens zo nodig zeven van het gewonnen zand.
15. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het regelen van de toevoer omvat het in de tijd variëren van de hoeveelheid per zandfractie die wordt toegevoerd aan de eerste toevoermiddelen.
16. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste toevoermiddelen en de tweede toevoermiddelen een gemeenschappelijk transporteur omvatten.
17. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste toevoermiddelen een eerste transporteur omvatten en waarbij de tweede toevoermiddelen een andere, tweede transporteur omvatten.
18. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij ten minste één meting wordt uitgevoerd aan zand van de tweede samenstelling terwijl dat zand wordt toegevoerd door de tweede toevoermiddelen, optioneel aan een monster van dat zand.
19. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende het na het mengen afvoeren van het zandmengsel met behulp van afvoermiddelen, bij voorbeeld een afvoertransporteur, waarbij de afvoermiddelen het zandmengsel bij voorkeur afvoeren naar een vervoermiddel, bij voorkeur een schip.
20. Werkwijze volgens een van de conclusies 15-16, waarbij ten minste één meting wordt uitgevoerd aan het zandmengsel dat wordt afgevoerd door de afvoermiddelen, optioneel aan een monster van dat zandmengsel.
21. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het uitvoeren van de ten minste één meting het meten omvat van de massa van zand dat een meetlocatie passeert en/of het bepalen van de zandkorrelgrootteverdeling van zand dat een meetlocatie passeert.
22. Werkwijze volgens een van de conclusies 20-21, waarbij het regelen van de eerste IO toevoermiddelen omvat het regelen van de snelheid van de eerste toevoermiddelen en/of door het tijdelijk onderbreken van de toevoer door de eerste toevoermiddelen.
23. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, verder omvattende het toevoegen van traceermiddel aan ten minste één van het zand van de eerste samenstelling, het zand {5 van de tweede samenstelling en het zandmengsel, voor het detecteerbaar maken van de oorsprong van het zandmengsel.
24. Zandverwerkingssysteem voor het verkrijgen van een grondstof voor bouwspecie, die zand bevat, waarbij de betongrondstof een vooraf bepaalde doelsamenstelling heeft, het zandverwerkingssysteem omvattende: - eerste toevoermiddelen (101 A-101D) voor het toevoeren van zand van een eerste samenstelling, waarbij het zand van de eerste samenstelling één of meer verschillende zandfracties omvat, waarbij een zandfractie een vooraf bekend zandkorrelgroottebereik uit een veelvoud van zandkorrelgroottebereiken heeft: - tweede toevoermiddelen (102) voor het toevoeren van zand van een tweede samenstelling, waarbij de tweede samenstelling bij aanvang onbekend is; - een menger (108) voor het mengen van het toegevoerde zand van de eerste samenstelling en het zand van de tweede samenstelling voor het verkrijgen van een zandmengsel; - meetmiddelen (109) voor het uitvoeren van ten minste één meting aan ten minste één van het zand van de tweede samenstelling en het zandmengsel voor het vaststellen van de zandkorrelgrootteverdeling van dat zand; en - bepalingsmiddelen (110) voor het op basis van de meting bepalen of het zandmengsel de genoemde doelsamenstelling heeft.
25. Zandverwerkingssysteem volgens conclusie 24, waarbij het systeem is ingericht voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een van de conclusies 1-23.
26. Zandverwerkingssysteem volgens een van de conclusies 24-25, waarbij de eerste toevoermiddelen zijn ingericht voor het ten minste gedeeltelijk mengen van de zandfracties van het zand van de eerste samenstelling tijdens het toevoeren, voor het verschaffen van een meer uniforme zandkorrelgrootteverdeling aan het zand van de eerste samenstelling.
27. Zandverwerkingssysteem volgens een van de conclusies 24-26, omvattende een zandzuiger voor het produceren van ten minste een deel van de zandfracties door het winnen van zand en bij voorkeur zeefmiddelen voor het zo nodig zeven van gewonnen zand.
28. Zandverwerkingssysteem volgens een van de conclusies 24-27, waarbij de mate van opening van elke afsluiter afzonderlijk regelbaar is voor het in de tijd variëren van de hoeveelheid per zandfractie die wordt toegevoerd aan de eerste toevoermiddelen.
29. Zandverwerkingssysteem volgens een van de conclusies 24-28, waarbij de eerste toevoermiddelen en de tweede toevoermiddelen dezelfde transporteur omvatten en/of waarbij de eerste toevoermiddelen een eerste transportband omvatten en waarbij de tweede toevoermiddelen een andere, tweede transporteur omvatten.
30. Zandverwerkingssysteem volgens een van de conclusies 24-29, waarbij ten minste een deel van de meetmiddelen zijn ingericht en gerangschikt voor het uitvoeren van ten minste een meting aan zand van de tweede samenstelling terwijl dat zand wordt toegevoerd door de tweede toevoermiddelen, optioneel aan een monster van dat zand.
31. Zandverwerkingssysteem volgens een van de conclusies 24-30, waarbij de menger een statische menger of trommelmenger of mechanische menger omvatten, waarbij de menger bij voorkeur is ingericht voor het hoofdzakelijk doorlopend mengen van zand.
32. Zandverwerkingssysteem volgens een van de conclusies 24-31, waarbij ten minste een deel van de meetmiddelen is ingericht en gerangschikt voor het uitvoeren van ten minste een meting aan zand dat zich in de menger bevindt, optioneel aan een monster van dat zand.
33. Zandverwerkingssysteem volgens een van de conclusies 24-32, verder omvattende afvoermiddelen die zijn ingericht en gerangschikt voor het na het mengen verder afvoeren van het zandmengsel, waarbij de afvoermiddelen optioneel zijn ingericht voor het doorvoeren van het zandmengsel aan een vervoermiddel, bij voorkeur een schip.
34. Zandverwerkingssysteem volgens een van de conclusies 24-33, waarin ten minste een deel van de meetmiddelen is ingericht en gerangschikt voor het uitvoeren van ten minste een meting aan het zandmengsel dat wordt afgevoerd door de afvoermiddelen, optioneel aan een monster van dat zandmengsel.
35. Zandverwerkingssysteem volgens een van de conclusies 24-34, waarbij ten minste een deel van de meetmiddelen is ingericht voor het uitvoeren van ten minste één meting door het meten van een massa van zand.
36, Zandverwerkingssysteem volgens een van de conclusies 24-35, waarbij ten minste een deel van de meetmiddelen is ingericht voor het uitvoeren van ten minste één meting door het meten van een zandkorrelgrootteverdeling.
37. Zandverwerkingssysteem volgens een van de conclusies 24-36, waarin de doelsamenstelling een gewenste zandkorrelgrootteverdeling omvat en waarin voorzien is in bepalingsmiddelen zijn ingericht voor het bepalen of het gemengde zand een gewenste zandkorrelgrootteverdeling heeft.
38. Zandverwerkingssysteem volgens conclusie 37, omvattende op de bepalingsmiddelen (129) aangesloten regelmiddelen (130) voor het aanpassen van de samenstelling van het resulterende zand, waarbij de regelmiddelen bij voorkeur zijn ingericht voor het regelen van ten minste een van de eerste en tweede toevoermiddelen voor het in de tijd variëren van de hoeveelheid zand van de eerste resp. tweede samenstelling die wordt toegevoerd.
39. Zandverwerkingssysteem volgens een van de conclusies 24-38, verder omvattende doseermiddelen voor het toevoegen van traceermiddel aan ten minste één van het zand van de eerste samenstelling en het zand van de tweede samenstelling voor het detecteerbaar maken van de oorsprong en/of samenstelling van het zandmengsel, bij voorkeur aan het zand van de tweede samenstelling van de tweede samenstelling tijdens het toevoeren via de tweede toevoermiddelen.
40. Zandverwerkingssysteem volgens een van de conclusies 24-39, geplaatst op ten minste een drijflichaam.
NL2028800A 2021-07-20 2021-07-20 Werkwijze en zandverwerkingssysteem voor het verkrijgen van een betongrondstof die zand bevat NL2028800B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2028800A NL2028800B1 (nl) 2021-07-20 2021-07-20 Werkwijze en zandverwerkingssysteem voor het verkrijgen van een betongrondstof die zand bevat
EP22186092.7A EP4122610A1 (en) 2021-07-20 2022-07-20 Method and sand processing system for acquiring a concrete base material containing sand

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2028800A NL2028800B1 (nl) 2021-07-20 2021-07-20 Werkwijze en zandverwerkingssysteem voor het verkrijgen van een betongrondstof die zand bevat

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2028800B1 true NL2028800B1 (nl) 2023-01-27

Family

ID=77412294

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2028800A NL2028800B1 (nl) 2021-07-20 2021-07-20 Werkwijze en zandverwerkingssysteem voor het verkrijgen van een betongrondstof die zand bevat

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP4122610A1 (nl)
NL (1) NL2028800B1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1949668A1 (de) * 1969-10-02 1971-04-08 VEB (B) Wohnungsbaukombinat Neu brandenxurg, χ 2000 Neubrandenburg Einrichtung zur optimalen Ausnutzung der natürlichen Körnung von Betonkiessanden fur die Betonherstellung
US4828393A (en) * 1986-03-14 1989-05-09 501 B.V. Grint Method for obtaining a base material for building mortar
GB2325222A (en) * 1997-05-17 1998-11-18 Ksr Int Ltd Refractory compositions and packages
US20170242234A1 (en) * 2016-02-18 2017-08-24 Optofluidics, Inc. System And Method For Characterizing Particulates in a Fluid Sample

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2484664A1 (fr) * 1980-06-12 1981-12-18 Bec Freres Sa Procede, installations et engins mobiles pour melanger en continu des adjuvants a des materiau de remblai dans des proportions constantes

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1949668A1 (de) * 1969-10-02 1971-04-08 VEB (B) Wohnungsbaukombinat Neu brandenxurg, χ 2000 Neubrandenburg Einrichtung zur optimalen Ausnutzung der natürlichen Körnung von Betonkiessanden fur die Betonherstellung
US4828393A (en) * 1986-03-14 1989-05-09 501 B.V. Grint Method for obtaining a base material for building mortar
GB2325222A (en) * 1997-05-17 1998-11-18 Ksr Int Ltd Refractory compositions and packages
US20170242234A1 (en) * 2016-02-18 2017-08-24 Optofluidics, Inc. System And Method For Characterizing Particulates in a Fluid Sample

Also Published As

Publication number Publication date
EP4122610A1 (en) 2023-01-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US9731255B2 (en) Feedback controlled concrete production
US6581780B1 (en) Automatic gradation unit
US20150103614A1 (en) Apparatus and method for a concrete plant
JP6521367B2 (ja) 地盤材料の粒度分布測定方法及びシステム
KR102022653B1 (ko) 이탈방지턱이 구비된 레디믹스트 콘크리트 제조장치 및 이를 이용한 레디믹스트 콘크리트 제조방법
US5076702A (en) Installation for extracting granular material in a predetermined composition, method using that installation, a mixing unit, and means of measuring the water content of granular material
NL2028800B1 (nl) Werkwijze en zandverwerkingssysteem voor het verkrijgen van een betongrondstof die zand bevat
CN1173813C (zh) 连续式沥青混凝土搅拌设备的冷骨料配料处理方法及装置
US7182204B2 (en) Treatment method and device, in particular for excavation material
US4627576A (en) Differential rate screening
KR101665079B1 (ko) 모르타르 제조용 품질조절 계량 플랜트 장치
KR102022643B1 (ko) 레디믹스트 콘크리트 제조장치 및 이를 이용한 레디믹스트 콘크리트 제조방법
US3425552A (en) Sample screening plant
US7380669B2 (en) Apparatus and method for sorting and recombining minerals into a desired mixture
US1724403A (en) Process of preparing concrete
EP0094741B1 (en) Differential rate screening
JPH11138044A (ja) 骨材の選別方法及び骨材の比重選別制御システム
JP6319791B2 (ja) 地盤材料の粒度測定方法及びシステム
RU2647535C1 (ru) Устройство и способ смешивания сыпучей горной породы
US4544101A (en) Differential rate screening
Fidan A comparative analysis of the recent cement grinding systems with particle-based influences on cement properties
WO2008032363A1 (fr) Procédé permettant de mesurer la grosseur de grain et appareil permettant de mesurer la grosseur de grain
RU2340721C1 (ru) Способ приготовления асфальта
Proudley Sampling of mineral aggregates
NL2029287B1 (en) Mobile concrete plant for producing concrete