NL8600179A - Continue afgifte-inrichting. - Google Patents

Continue afgifte-inrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8600179A
NL8600179A NL8600179A NL8600179A NL8600179A NL 8600179 A NL8600179 A NL 8600179A NL 8600179 A NL8600179 A NL 8600179A NL 8600179 A NL8600179 A NL 8600179A NL 8600179 A NL8600179 A NL 8600179A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
accumulator
plunger
pump
piston
chamber
Prior art date
Application number
NL8600179A
Other languages
English (en)
Other versions
NL187425C (nl
NL187425B (nl
Original Assignee
Corsette Douglas Frank
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Corsette Douglas Frank filed Critical Corsette Douglas Frank
Publication of NL8600179A publication Critical patent/NL8600179A/nl
Publication of NL187425B publication Critical patent/NL187425B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL187425C publication Critical patent/NL187425C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B9/00Spraying apparatus for discharge of liquids or other fluent material, without essentially mixing with gas or vapour
    • B05B9/03Spraying apparatus for discharge of liquids or other fluent material, without essentially mixing with gas or vapour characterised by means for supplying liquid or other fluent material
    • B05B9/04Spraying apparatus for discharge of liquids or other fluent material, without essentially mixing with gas or vapour characterised by means for supplying liquid or other fluent material with pressurised or compressible container; with pump
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B11/00Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use
    • B05B11/01Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use characterised by the means producing the flow
    • B05B11/10Pump arrangements for transferring the contents from the container to a pump chamber by a sucking effect and forcing the contents out through the dispensing nozzle
    • B05B11/1001Piston pumps
    • B05B11/1004Piston pumps comprising a movable cylinder and a stationary piston
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B11/00Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use
    • B05B11/01Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use characterised by the means producing the flow
    • B05B11/10Pump arrangements for transferring the contents from the container to a pump chamber by a sucking effect and forcing the contents out through the dispensing nozzle
    • B05B11/1038Pressure accumulation pumps, i.e. pumps comprising a pressure accumulation chamber
    • B05B11/104Pressure accumulation pumps, i.e. pumps comprising a pressure accumulation chamber the outlet valve being opened by pressure after a defined accumulation stroke
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B11/00Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use
    • B05B11/01Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use characterised by the means producing the flow
    • B05B11/10Pump arrangements for transferring the contents from the container to a pump chamber by a sucking effect and forcing the contents out through the dispensing nozzle
    • B05B11/1001Piston pumps
    • B05B11/1009Piston pumps actuated by a lever
    • B05B11/1011Piston pumps actuated by a lever without substantial movement of the nozzle in the direction of the pressure stroke
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B11/00Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use
    • B05B11/01Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use characterised by the means producing the flow
    • B05B11/10Pump arrangements for transferring the contents from the container to a pump chamber by a sucking effect and forcing the contents out through the dispensing nozzle
    • B05B11/1042Components or details
    • B05B11/1073Springs
    • B05B11/1074Springs located outside pump chambers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B11/00Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use
    • B05B11/01Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use characterised by the means producing the flow
    • B05B11/10Pump arrangements for transferring the contents from the container to a pump chamber by a sucking effect and forcing the contents out through the dispensing nozzle
    • B05B11/1095Pump arrangements for transferring the contents from the container to a pump chamber by a sucking effect and forcing the contents out through the dispensing nozzle with movable suction side
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B05SPRAYING OR ATOMISING IN GENERAL; APPLYING FLUENT MATERIALS TO SURFACES, IN GENERAL
    • B05BSPRAYING APPARATUS; ATOMISING APPARATUS; NOZZLES
    • B05B11/00Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use
    • B05B11/01Single-unit hand-held apparatus in which flow of contents is produced by the muscular force of the operator at the moment of use characterised by the means producing the flow
    • B05B11/10Pump arrangements for transferring the contents from the container to a pump chamber by a sucking effect and forcing the contents out through the dispensing nozzle
    • B05B11/1001Piston pumps
    • B05B11/1021Piston pumps having an outlet valve which is a gate valve
    • B05B11/1022Piston pumps having an outlet valve which is a gate valve actuated by pressure

Landscapes

  • Reciprocating Pumps (AREA)
  • Containers And Packaging Bodies Having A Special Means To Remove Contents (AREA)

Description

i s ' 86.3007/Rey/MW -1-
Korte aanduiding:
Continue afgifte-inrichting.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een afgiftepomp, in de vorm van een door een trekker bediend afgifte-orgaan van het drukaccumulerende type waarin de uitlaat wordt geopend als de pompdruk stijgt boven een vooraf 5 bepaald minimum.
De uitvinding beoogt een afgifte-inrichting te verschaffen van het hierboven genoemde type dat door een eenvoudige wijziging continu produkt onder druk kan afgeven zelfs nadat de pompwerking van de pompplunjer is voltooid, 10 De bekende door een trekker bediende afgifte-inrich ting bevat een onder veerdruk staande pompplunjer die een inlaat terugslagklep heeft en een pompzuiger vormt die werkt binnen een pompcilinder die wordt gevormd door een accumula-torelement in de vorm van een holle huls met een ringvormige 15 uitlaatklep hierop. De zuiger en de accumulator vormen een pompdrukkamer met variabel volume tijdens het heen en weer gaan van de plunjer, en een aan één uiteinde van het pomp-lichaam gevormde blinde mof vormt met de accumulator een ingesloten drukaccumulatiekamer met variabel volume die een 20 grote diameter heeft ten opzichte van de pompkamer en in een direkte en open verbinding hiermee staat. Een terugdrukveer werkt tussen de plunjer en de accumulator om de uitlaatklep gesloten te houden, en de veer drukt op dezelfde wijze de een plunjer veerkrachtig uit de pompkamer in/een luchtgat van 25 de container sluitende en afsluitende stand. Tijdens de com-pressieslag van de plunjer neemt de druk binnen de accumu-latiekamer toe welke druk een verplaatsing van de accumulator weg van het blinde mofeinde van het pomplichaam teweeg brengt waarop het uitlaatkanaal opent om een afvoer van 30 produkt onder druk uit de pompkamer teweeg te brengen. De afvoer gaat voort totdat de plunjer wordt losgelaten en de verminderde druk in de pompkamer wordt weer overwonnen door de opgeslagen veerdruk door het sluiten van de uitlaat als de accumulator naar zijn oorspronkelijke stand terugkeert.
35 Zodoende wordt een aanhoudende produktafvoer mogelijk gemaakt bij geregelde druk.
Λ ~ ’> Λ Λ -=7 ~ u . j - v ΐ -2- Ιη het Amerikaanse octrooi No. 4.402.432 van aanvrager bevat een door een vinger bediende afgifte-pomp een stationaire klep-gestuurde zuiger en een onder veerdruk staande hulsachtige accumulator die een ringvormige uitlaat-5 klep hierop heeft. De zuiger en accumulator vormen een pomp-drukkamer met variabel volume tijdens de heen en weergaande beweging van de plunjer, en een blinde mof die aan de onderkant van de plunjerkop is gevormd bepaald met de accumulator een omsloten drukaccumulatiekamer met variabel volume die 10 een grote diameter heeft ten opzichte van de pompkamer en in direkte en open verbinding hiermee staat. Een terugdTuk-veer werkt tussen het pomplichaam en de accumulator om de uitlaatklep gesloten te houden, en de veer drukt de accumulator veerkrachtig in een stand waarin een luchtgat van de 15 container is gesloten en afgedicht. Het afgeven vindt plaats onder druk op een wijze die gelijk is aan die welke hierboven is beschreven voor een door een trekker bediende afgifte-inrichting, en is evenzo in staat een krachtige afgifte teweeg te brengen. Bij elk punt waar het bedieningsorgaan (trek-20 ker, enz.) wordt losgelaten keert de accumulator echter onmiddellijk terug naar de de uitlaat gesloten stand omdat de druk in de kamer daalt onder de werkdruk.
Voor bepaalde afgiftehandelingen, is het gewenst om het produkt af te geven in een continue stroom of verstui-25 ving zelfs tijdens de terugkeerbeweging van de pompplunjer. Verschillende benaderingen zijn uitgevoerd om een dergelijke continue afgifte teweeg te brengen, zoals bijvoorbeeld die welke beschreven in de Amerikaanse octrooien Nos. 4.079.865, 4.109.832, 4.146.155, 4.174.056 en 4.222.501. Elk van deze 30 afgifte-inrichtingen vereist echter veel onderdelen en tamelijk gecompliceerde constructies, die het rendement tijdens het samenstellen en de werking begrenzen./elk van deze continue sproeiers, is de pompcilinder afgescheiden van de accumulator of opslagcompartimentzuiger, die daarbij aanleiding 35 geeft tot een specifieke bediening en werking van de afgifte-inrichting,die bijvoorbeeld afzonderlijke plunjer-en accumu-latorterugdrukveren of andere veerkrachtige middelen vereisen. Bovendien zijn de plunjer en de accumulator in deze bekende afgifte-inrichtingen niet in staat als een eenheid samen te 40 werken tijdens dergelijke gelegenheden als nodig kan zijn om e ;*· :*· «: 7 *1-
V 2 ƒ U
ί V
-3- met de hand, in plaats van alleen maar veerkrachtig, de hydraulische druk in de accumulatiekamer te overwinnen teneinde een goede afgifte te verzekeren.
Het is zodoende een oogmerk van de onderhavige uit-5 vinding om de bekende afgifte-inrichtingen, die hetzij met een trekker of door een vinger worden bediend, door een eenvoudige wijziging om te zetten in een continue afgifte-inrich-ting door tussen de pomp en de accumulatiekamers een afscheider aan te brengen, welke afscheider een door een terugslag-10 klep gestuurde inlaat heeft die onder druk staand produkt toelaat vanuit de pompkamer naar de accumulatiekamer en een teruggaande stroming van het produkt naar de pompkamer voorkomt bij de volgende inlaatslag van de pompplunjer.
Een ander oogmerk van deze uitvinding is het ver-15 schaffen van een dergelijke afgifte-inrichting die het vermogen heeft de pompkamer in hoofdzaak te ontdoen van medium zowel tijdens het ontluchten van de pomp als tijdens het snel pompen bij het gebruik, welke laatste omstandigheid toelaat dat de zuiger en accumulator werken als een eenheid 20 voor het met de hand overwinnen van de hydraulische druk in de accumulatiekamer voor het verzekeren van de juiste en gewenste afvoer van het produkt.
Een volgend oogmerk van de uitvinding is het verschaffen van een dergelijke afgifte-inrichting die in staat is 25 lucht te verwijderen voor het verzekeren van de ontluchting tussen de afscheider op de accumulator en een hier,tegenoverliggend uiteinde van het pompboorgat waarin de accumulator werkt.
De met de hand bediende afgifte-inrichtingen volgens 30 de uitvinding hebben in hoofdzaak dezelfde constructie als de pompen die zijn beschreven in de hiervoor genoemde afgif-te-pompen behalve ten aanzien van het accumulatorelement dat een bovenste afscheidingskap heeft die een door een klep gestuurde opening bevat die een continue afvoer toelaat zelfs 35 nadat de plunjer is losgelaten en opnieuw wordt bekrachtigd.
De kap en het tegenover gelegen einde van de zuiger van de plunjer hebben aanvullende reliëfs om het uit de pompkamer afvoeren van medium te vergemakkelijken voor het ontluchten, en de kap en het hier tegenover liggende oppervlak aan het 40 einde van het pompboorgat hebben complementaire reliëfs om c; ;· · ' ·' -¾ ï ï -4- op dezelfde wijze het ontluchten teweeg te brengen bij het hiertussen uit afvoeren van medium. De passende tegenover elkaar liggende oppervlakken tussen de zuiger en de accumu-latorkap resulteren in een lege pompkamer met een werkzaam 5 volume van nul, als de zuiger tijdens de persslag van de plunjer "aanslaat" tegen de accumulator, als relatief snel wordt gepompt, waarbij de zuiger en de accumulator tezamen als een eenheid kunnen worden bediend om produkt uit de accu-mulatiekamer te drijven via de open uitlaat.
10 Andere oogmerken, voordelen en nieuwe kenmerken van de uitvinding zullen duidelijker worden uit de volgende gedetailleerde beschrijving van de uitvinding in samenhang met de bijgaande tekening.
Fig.l is een vertikale doorsnede van een afgifte-15 inrichting volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, die gemonteerd op de hals van een container van stroombaar af te geven produkt is weergegeven, waarbij de pompelementen van de afgifte-inrichting zijn weergegeven in hun ruststand voor het bedienen van de trekker; 20 fig.2 is een met fig.l overeenkomend aanzicht, waarin de zuiger/plunjer is weergegeven bij of nabij het einde van zijn persslag met de inlaatklep gesloten en de uitlaatklep open voor het teweegbrengen van een continue afvoer; fig.3 is een vertikale doorsnede van een afgifte-25 inrichting volgens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding, waarbij de pompelementen zijn weergegeven in hun ruststand voor het bedienen met de vinger; fig.4 is een met fig.3 overeenkomend aanzicht, waarin de plunjer/accumulator is weergegeven bij of nabij het 30 uiteinde van zijn persslag met de inlaatklep gesloten en de uitlaat open voor het teweegbrengen van een continue uitlaat; en fig.5 is een gedeeltelijk aanzicht overeenkomstig de fig.l en 3 van een afgifte-inrichting volgens een nog andere 35 uitvoeringsvorm van de uitvinding.
In de tekening zijn dezelfde en overeenkomstige onderdelen in de verschillende aanzichten met dezelfde verwijzings-cijfers aangegeven. De door een trekker bediende afgifte-inrichting volgens één uitvoeringsvorm van de uitvinding is 40 in de fig.l en 2 in het algemeen aangegeven met het verwijfd ·- ·· ? o * » -5- zingscijfer 10 en is in hoofdzaak op dezelfde wijze geconstrueerd als de afgifte-inrichting in de eerder genoemde aanvrage behalve ten aanzien van het accumulatorelement. Het > blijkt echter dat de werking van de afgifte-inrichting van de 55 fig.1 en 2 verschilt van die van de Amerikaanse aanvrage 539.965 die geen klepgestuurde afscheider heeft tussen de pomp- en accumulatiekamer.
De afgifte-inrichting 10 bevat een pomplichaam 11 met een cilindrisch gedeelte 12 dat een boorgat bevat, en een 10 uitlaattuit 13 die zich hiervan uitstrekt. De tuit bevat een longitudinaal uitlaatkanaal 14 dat bij zijn inwendige uiteinde uitmondt in een inwendige ringvormige wand 15 van het gedeelte 12. Het laatste uiteinde van het uitlaatkanaal staat in verbinding met een uitlaatopening 16 die is gelegen in 15 een uitlaatspuitmond 17 die weergegeven in een uitlaatstand, op het laatste uiteinde van de tuit 13 is geschroefd. Een pen 18 loopt vanaf het uiteinde van de tuit 13 en is coaxiaal met de spuitmond 17 teneinde te rusten binnen een centrale kom 19 die de uitlaatopening in de uitlaatstand van fig.1 20 omgeeft. De opening kan op een bekende wijze worden geopend door het losschroeven van de uitlaatspuitmond, en de kom 19 kan een wervelkamer bevatten voor het vernevelen.
Het uitlaat-tuiteinde van het gedeelte 12 van het pomplichaam is uitgevoerd om een naar beneden gerichte blinde 25 mof 21 te vormen die wordt begrensd door een ringvormige af-dichtrib 22. Een accumulatorelement 23 is in het gedeelte 12 van het lichaam geplaatst voor een glijdende verplaatsing langs de wand 15. De accumulator bevat een cilindrische huls 24 die een pomplichaamcilinder vormt, en een omgevende con-30 centrische mantel 25 die door een ringvormige schouder 26 is verbonden met de huls 24. Een pakkingring 27 op de mantel 25 rust tegen de wand 15 van het gedeelte 12 van het lichaam om de accumulator op een medium-afdichtende wijze hierlangs te geleiden. Een ringvormige uitlaatklepflens 28 is 35 nabij het bovenste einde van de mantel 25 aangebracht, en rust tegen de afdichtrib 22 in de de uitlaat sluitende stand van fig.1. De accumulator bevat nabij zijn bovenste uiteinde nog een dwarse scheidingswand 29, welke wand een door een terugslagklep gestuurde opening 31 bevat die een klepzitting 32 40 vormt waartegen een terugslagklep, zoals een kogelterugslag- -6- klep 33 normaliter rust. Een kooi in de vorm van rechtopstaande vingers 34 omgeven de kogelklep en beperkt indien opgeheven van de zitting op een bekende wijze de verplaatsing hiervan. Het schoudereinde van de accumulator en het 5 hiertegenover liggende oppervlak van het pomplichaam hebben in hoofdzaak wat vorm betreft passende oppervlakken, zodat de accumulator met de blinde mof een drukaccumulatiekamer 35 met variabel volume vormt. Vervolgens lopen uitsteeksels 30 op, het pomplichaam naar de accumulator om aan te sluiten op het 10 oppervlak van de tegenoverliggende accumulator om een tussenruimte te benaderen van bijna nul.
Een holle plunjer 36 is heen en weer bewegend binnen het gedeelte 12 van het lichaam gemonteerd, en heeft aan zijn boveneinde een zuigerdeel 37 dat loopt in de huls 24 15 van de accumulator teneinde met de accumulator een drukpomp-kamer 38 te vormen met variabel volume die alleen tijdens de persslag van de plunjer via de klepopening 31 in verbinding staat met de accumulatiekamer, waarbij de druk binnen de pompkamer 38 de druk binnen de accumulatiekamer voldoende 20 overtreft om de terugslagklep 33 van zijn kogelzitting op te heffen. Met andere woorden de terugslagklep 33 voorkomt dat onder druk staand produkt vanuit de accumulatiekamer terugkeert in de pompkamer. Bovendien heeft de onderkant van de wand 29 van de accumulator, met inbegrip van het uitsteek-25 sel 39 hierop, een reliëf, dat in hoofdzaak aansluit op het tegenoverliggende zuigereinde van de plunjer zodat indien in aanraking met elkaar de tussenruimte bijna nul is. Zoals hierna meer in detail zal worden beschreven, laten de op elkaar aansluitende oppervlakken tussen een tegenoverliggende 30 zijde van de van een klep voorziene scheidingswand op de accumulator en de zuiger en tussen een tegenoverliggende zijde van een dergelijke wand en e-en boorgat van het pomplichaam, toe dat ongewenste lucht in hoofdzaak uit de pomp- en accumu-latiekamers wordt verwijderd via het open uitlaatkanaal tij-35 dens het ontluchten om daarbij het ontluchten en het werk-rendement van de pomp te verbeteren. Bovendien verminderen de aansluitende reliëfs tussen de zuiger en de onderkant van de van een klep voorziene scheidingswand het volume van de pompkamer in hoofdzaak tot nul en laten toe, dat de accumu-40 lator en de pompplunjer tezamen als een eenheid worden be-
. '-J
-7- diend, als de plunjer binnen de pompcilinder tegen de bodem staat om de pompkamer tijdens het gebruik te legen als deze aansluitende oppervlakken tegen elkaar komen zoals weergegeven in fig.2. Deze toestand zal normaliter optreden bij 55 een in hoofdzaak snelle, harde pompwerking zodat de plunjer en de accumulator tezamen als een eenheid werken om met de hand produkt uit de accumulatiekamer via de open uitlaat te drijven bij een druk die tenminste groter is dan de druk die door de accumulator wordt toegevoerd van de regelveer-10 druk alleen.
De holle plunjer bevat een inlaatkanaal 41 dat bij zijn onderste uiteinde via een hiermee verbonden dompelbuis 42 in verbinding staat met het inwendige van de (niet weergegeven) container van stroombaar af te geven produkt. De 15 produktstroom door het inlaatkanaal wordt gestuurd door een terugslagklep die de vorm kan hebben van een kogel 43 die normaliter rust tegen een inlaatklepzitting 44 die een klep-opening 45 omgeeft bij het bovenste einde van het inlaatkanaal. Een kooi in de.vorm van pallen of rechtop staande 20 vingers 46 omgeven de kogel en beperken indien los van de zitting op een normale wijze de verplaatsing hiervan. Binnen het kader van de uitvinding kunnen natuurlijk beide terugslagkleppen 43 en 33 de vorm hebben van een integrale, zelf-scharnierende klep gelijk aan die welke is beschreven in het 25 Amerikaanse octrooi 4.050.613 van aanvrager.
Het pomplichaam kan met een mediumdichte verbinding zijn verbonden met de opening van de container van af te geven stroombaar produkt. Hiertoe verbindt een sluitkap 47 van de container, die een inwendige schroefdraad kan hebben of op 30 andere wijze is uitgerust om deze op een mediumafdichtende wijze te bevestigen, de nek 48 van de container die overeenkomstige schroefdraad heeft en een ringvormige naar binnen gerichte flens 49 aan zijn bovenste uiteinde heeft die in verbinding staat met een passende groef 50 die is aangebracht 35 rondom de omtrek van het gedeelte 12 van het lichaam teneinde het afgifte-lichaam op de nek van de container te bevestigen.
Een ringvormige schouder 52 op de plunjer heeft een ringvormige mantel 53 die hiervan naar beneden loopt, en een ringvormige ontluchtingsklep 54 die vanaf de mantel radiaal 40 naar buiten loopt. In de ruststand van fig.1, ligt deze klep ï i \ -8- tegen een ontluchtingszitting 55 die wordt gevormd door de bovenkant van een ringvormige en naar binnen toe lopende rand 56. Een luchtgat van de container strekt zich uit tussen de tegenover elkaar gelegen zijden van deze rand en 5 kan de vorm hebben van een groef 51 waarmee de druk binnen en buiten de container gelijk kan worden gemaakt, en waardoor elk stroombaar produkt dat voorbij de plunjer kan lekken of sijpelen kan terugkeren naar de container, evenzo als beschreven met verwijzing naar de hiervoor genoemde 10 Amerikaanse octrooiaanvrage 539.965.
Een terugdrukschroefveer 57 strekt zich uit tussen de accumulator en een aanslag op de plunjer die tevens dient als een plunjeroptilflens 58 op de plunjer om de accumulator veerkrachtig in een de uitlaat gesloten en af-15 gedichte stand te drukken en de plunjer in een de ontluch-tingsklep gesloten en afgedichte stand, zoals weergegeven in fig.1. Bovendien is een (slechts gedeeltelijk weergegeven) trekkervormig bedieningsorgaan 59 aangebracht om de plunjer met de hand te bekrachtigen, waarbij de trekker bij 61 20 scharnierend op het pomplichaam is gemonteerd en een gevorkt uiteinde 62 heeft dat door een opening 63 in het pomplichaam loopt om in aanraking te komen met de onderkant van de op-tilflens 58. Vervolgens heeft het pomplichaam een steundeel (in de tekening weggebroken weergegeven) voor de hand van de 25 bediener als het gedeelte 12 tijdens het pompen wordt beetgepakt.
Alternatieve ontluchtingsklepconstructies op de container zijn magelijk zoals weergegeven in de eerder genoemde Amerikaanse octrooiaanvrage 539.965.
30 De door een vinger bediende afgifte-inrichting vol gens een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding is in zijn geheel in de fig.3 en 4 aangegeven met het verwijzingscijfer 65 en is op dezelfde wijze geconstrueerd als de afgifte-inrichting 10 behalve dat de zuiger stationair is en een 35 plunjerkop hierop heen en weer wordt bewogen door bekrachtiging met de vinger. Dezelfde elementen van de afgifte-inrich-ting 10 zullen met dezelfde verwijzingscijfers worden aangegeven .
De afgifte-inrichting 65 bevat een pomplichaam 66 40 dat een (slechts gedeeltelijk weergegeven) integrale kap 67 · "·>.
X * -9- bevat die is uitgerust om het pomplichaam over de opening van een (niet weergegeven) container met stroombaar af te geven produkt te bevestigen.
Het pomplichaam bevat een schouder 68 van waaraf 5 een cilindrische wand 69 naar beneden loopt. Deze wand omgeeft en staat op geringe afstand van de rechtop staande zuiger 36 die stationair is en hieraan is bevestigd. Oe container ont-luchtingsopening 71 is gelegen in een onderste gedeelte van de wand 69 teneinde de druk binnen en buiten de container 10 gelijk te kunnen maken, op dezelfde wijze zoals beschreven in het Amerikaanse octrooi 4.402.432, teneinde het uit de container afgegeven produkt te vervangen door lucht teneinde het in elkaar klappen van de container en een drukslottoe-stand binnen de pomp te vermijden. De accumulator 23 werkt 15 als een plunjer/accumulator en bevat een buisvormige huls 24 die vergeleken met die van fig.1 langer is, welke huls 24 de stationaire zuiger omgeeft en hiermee samenwerkt als een pompcilinder en hierop heen en weer verplaatsbaar is teneinde hiermee een pompkamer 38 te vormen met variabel volume.
20 Terugdrukveren 57 lopen tussen de schouder 68 en een onder-kantgedeelte van de accumulator om de accumulator en een omgevende plunjerkop 72 veerkrachtig naar boven te drukken naar de volledig omhoog staande stand van fig.3 en normaliter deze ruststand te handhaven.
25 De plunjerkop 72 bevat de naar beneden gerichte blinde mof 21 die nauwsluitend en verschuifbaar de accumulator 23 opneemt en hiermee de ingesloten accumulatiekamer 35 met variabel volume vormt, en de onderkant van de plunjerkop die ligt tegenover de accumulator is op dezelfde wijze ge-30 construeerd als beschreven voor het tegenoverliggende deel van het pomplichaam van de uitvoeringsvorm van fig.1.
De plunjerkop is aan zijn bovenste einde gevormd met een vingerstuk 73 zodat met tussenpoze doelmatig hierop uitgeoefende vingerdruk kan worden overgedragen naar de accu-35 mulator om deze op de stationaire zuiger heen en weer te laten bewegen, waarbij elk indrukken van de accumulator veerkrachtig wordt tegengegaan door de veer 57 die de accumulator doen naar zijn volledig omhoog staande stand zal/ terugkeren na elke keer dat de vingerdruk wordt weggenomen.
40 De opwaartse verplaatsing van de plunjerkop is posi- -10- tief begrensd door elk geschikt orgaan zoals ringvormige samenwerkende aanslagschouders of ribben resp. 74, 75 die zijn aangebracht op de huls 24 en op een rechtop staande cilindrische wand 76 van het pomplichaam. Deze aanslagschouders, 5' behoeven evenals in het Amerikaanse octrooi 4.402.432 niet in de omhoog, staande stand van de plunjerkop van fig.1 afdichtend met elkaar in verbinding te staan.
Een uitlaatopening 77 die een uitlaatkanaal vormt loopt door de wand van de plunjerkop en kan het afgegeven 10 produkt vanuit de accumulatiekamer in de atmosfeer voeren via een geschikte (niet weergegeven) uitlaatspuitmond. Het restant van de pomp 65 is in hoofdzaak op dezelfde wijze geconstrueerd als is beschreven voor de afgifte-inrichting 10 van de uitvoeringsvorm van de fig.1 en 2.
15 De uitvoeringsvorm volgens fig.5 is in hoofdzaak gelijk aan die van de fig.1 en 3 behalve dat voorzieningen zijn aangebracht voor een in vergelijking langzamere uitlaatopening. Het accumulatorelement 23a bevat een uitlaatklep-flens 28a die met zijn laatste uiteinde in afdichtende ver-20 binding staat met de wand 15 en enigszins boven het uitlaatkanaal ligt. Zoals meer in detail hierna zal worden beschreven, opent de uitlaat zodoende alleen als het laatste uiteinde van de flens 28a een gedeelte van het kanaal 14 vrijlaat, tijdens de relatieve verplaatsing tussen de accumula-25 tor en de kop. Andere onderdelen van de uitvoeringsvorm van fig.5 zijn hetzelfde als in de fig.1 en 3, behalve dat de ringvormige rib 22a langer is. Bovendien is de constructie van fig.5 gemakkelijk geschikt te maken voor een door een trekker bediende afgifte-inrichting van fig.1 en voor de met 30 de vinger bedienbare afgifte-inrichting van fig.3.
De werking van de afgifte-inrichting is als volgt.
Met de onderdelen van de afgifte-inrichting 10 en de afgifte-inrichting 65 in de ruststand van fig.1 en fig.3, kan lucht in de pomp- en aocumulatiekamers in hoofdzaak uit de afgifte-35 inrichting worden afgevoerd door de trekker terug te trekken in de richting van de pijl van fig.1, of door de plunjerkop 72 in te drukken, om hiermee de plunjer samen te drukken zodat de samengedrukte lucht in de pompkamer de kogelterug-slagklep 33 van zijn zitting optilt en in de accumulatie-40 kamer wordt toegevoerd waarna de samengedrukte lucht op de . \ Λ **1 : / i.’ t - . ' ' „ t j .-¾ Jg -11- accumulatiekamer met grote diameter werkt om de accumulator naar de stand van de fig.2, 4 te drukken. Vanwege de terugslagklep 33 vergroten de opeenvolgende slagen van de lucht-pompplunjer de luchtdruk van de accumulator. Zodoende wordt 5 de uitlaatklep 28 enigszins van de afdichtrib 22 verplaatst voldoende om de samengedrukte lucht via het kanaal 14 te laten wegstromen. Daar de klepflens 28 op een afstand staat van het uitlaatkanaal, scheidt de uitlaatklepzitting die alleen werkt tussen de rib 22 en de klepflens 28 de accumula-10 tiekamer van het uitlaatkanaal en alleen een geringe relatieve verplaatsing tussen de accumulator en de zuiger opent de uitlaat teneinde een snel opende uitlaat teweeg te brengen voor de uitvoeringsvormen van de fig.1 en 3* Anders moest de accumulator, in de constructie van fig.5 waarin de klepflens 15 28a de uitlaat afdicht die is gesloten met zijn laatste uiteinde liggende boven het uitlaatkanaal, over een grotere afstand verplaatsen ten opzichte van de blinde mof totdat het laatste einde van de flens 28a tenminste een gedeelte van het uitlaatkanaal 14 vrijlaat. Zodoende wordt het uit-20 laatkanaal langzamer geopend vergeleken bij hetgeen in de fig.2 en 4 is weergegeven.
Tijdens de persslag, voorkomt de kogelterugslagklep 43 dat enig medium in de pompkamer de container binnenkomt via de dompelbuis, daar de inlaatklep de inlaat afsluit tij-25 dens de persslag van de plunjer. Herhaald heen en weergaan injecteert enig produkt en drijft enige lucht uit totdat volledig is ontlucht. De met complementaire reliëfs voorziene oppervlakken tussen het pomplichaam (fig.1) of plunjer-kop (fig.3) en de hiertegenoverliggende scheidingswand van de 30 accumulator, en tussen deze wand en de tegenoverliggende zuiger, laat toe dat lucht in hoofdzaak uit beide kamers wordt afgevoerd, als deze respektievelijke tweetallen oppervlakken in aanraking met elkaar komen. De plunjer kan te allen tijde worden ingedrukt totdat de omtrek van het uit-35 steeksel 39 in aanraking komt of bijna in aanraking komt met de passende omtrek op het bovenste uiteinde van de plunjer. Daar het bovenste uiteinde van de accumulator overeenkomt met het hiertegenoverliggende reliëf van het boorgat, is het volume van de accumulatiekamer minimaal, hetgeen re-40 sulteert in een hoge compressieverhouding tussen het door de o * fc.
-12- plunjer verplaatste volume en het netto vrije volume als de plunjer volledig is ingedrukt. De bij de aanvangsslag samengedrukte lucht wordt volledig overgebracht naar de accumula-tiekamer en wordt belemmerd terug te expanderen in de pomp-5 kamer tijdens de opeenvolgende compressieslagen door middel van de accumulatorterugslagklep 33, waardoor de afvoer van lucht uit de uitlaatklep wordt verhoogd. Tijdens het ontluchten, wordt de opgehoopte lucht zodoende doelmatig uit beide kamers geperst voordat de normale afgifte-handeling IQ begint.
Het opeenvolgend heen en weer bewegen van de pomp-plunjer werkt om de pomp te ontluchten door lucht uit de kamers te drijven zoals hiervoor beschreven en door het naar boven toe aanzuigen van stroombaar produkt door de dompel-15 buis en het inlaatkanaal en in de pompkamer ten gevolge van de verlaagde druk in de pompkamer ten opzichte van de atmosferische druk in de container die werkt op het hierin aanwezige produkt.
Tijdens deeerste persslag van de plunjer, die teweeg 20 wordt gebracht bij het terugtrekken van de trekker in de richting van de pijl in fig.1, of bij het indrukken van de plunjerkop in fig.3, wordt de veer 57 samengedrukt en als de persslag voortgaat, zal de druk binnen de pomp- en accumu-latiekamer in toenemende mate toenemen, als produkt de accu-25 mulatiekamer binnenkomt via de van zijn zitting opgetilde terugslagklep 33, en zal een neerwaartse hydraulische druk veroorzaken op het bovenste einde van de accumulator binnen de accumulatiekamer met grotere diameter. Als deze neerwaartse kracht voldoende is om de tegenwerkende druk van de veer 30 te overwinnen, zal de accumulator naar beneden toe worden verplaatst naar zijn geopende stand van de fig.2, 4 waarbij in de accumulatiekamer opgeslagen produkt onder druk hieruit zal worden afgegeven via het uitlaatkanaal 14 (fig.1), of door de uitlaatopening 77 (fig.3), waarbij de uitlaatklep 28 35 van de afdichtende rib 22 is verplaatst. Tijdens deze toestand met open uitlaat, is de terugslagklep 33 werkzaam voor het blokkeren van de teruggaande stroming van produkt vanuit de accumulatiekamer terug in de pompkamer, zodat de afvoer uit de accumulatiekamer voort zal gaan zolang de druk van 40 het produkt hierin voldoende is om de accumulator naar bene- * * 1 ~ ^ 4 •5 5 -13- den toe verplaatst te houden in de toestand met open uitlaat, zelfs gedurende de tijd als de pompplunjer u/ordt losgelaten om zijn zuigslag te beginnen onder de terugkerende druk van de terugdrukveer, en zelfs nadat de plunjer opnieuw gaat 5 worden bekrachtigd. Evenals in de afgifte-inrichting volgens de Amerikaanse aanvrage 539.965 en in het Amerikaanse octrooi 4.402.432, kan een bekrachtigde uitstroming worden beïnvloed door de keuze van een vooraf bepaalde veerdruk en het aanbrengen van een accumulatiekamer met voldoende grote diameter 10 ten opzichte van die van de pompkamer zodat, bij het snel terugtrekken van de trekker, of bij het snel indrukken van de plunjerkop, de snelle accumulatie van medium onder druk die werkt in de kamer 35 langzamer zal worden verplaatst de tegen de terugdrukveer, daar het/geregelde druk tegen de 15 uitlaatspuitmond handhaaft totdat de kamer 35 is geleegd. Overeenkomstig de onderhavige uitvinding kan de pompplunjer worden vrijgegeven, zolang een voldoende druk in de accumulatiekamer wordt gehandhaafd, welke druk door de terugslagklep 33 wordt belemmerd naar de pompkamer terug te keren, door 20 het op te laten komen van de trekker in een richting tegengesteld aan de in fig.2 weergegeven pijl of bij het vrijlaten van een neerwaartse druk op de plunjerkop-in fig.3, en zelfs nadat de pompwerking weer is begonnen, zolang de druk in de accumulatiekamer niet wordt overwonnen door de 25 terugkerende druk van de terugdrukveer.
De veerdruk zal trachten de accumulator weer binnen de mof bij het bovenste uiteinde van het gedeelte 12 van het lichaam te laten rusten teneinde de uitlaat weer af te sluiten door de uitlaatklep 28, waarbij de geregelde druk 30 binnen de accumulatiekamer wordt gehandhaafd met het uitlaat-kanaal open, teneinde de inhoud van de accumulatiekamer af te voeren. Indien de accumulator vanuit de pompkamer weer wordt herladen voordat de uitlaat is gesloten, dan volgt een continue konstante drukafvoer. Zodoende zal de uitlaat-35 klep bij het loslaten van de trekker of van de plunjerkop op elk punt in de compressieslag gedurende zodanig tijd open blijven dat het volume in de accumulatiekamer is afgevoerd door de druk van de veer op de accumulator. Dit loslaten, zal als gewoonlijk een volumetoename in de pompkamer 40 veroorzaken en de druk hierin overeenkomstig verlagen ten- -14- einde een nieuwe lading produkt in de compressiekamer aan te zuigen.
Vanwege de unieke constructie van de onderhavige pompen, waarbij de accumulator werkt binnen een accumula-5 tiekamer met grotere diameter vergeleken bij de gesloten pompkamer met kleinere diameter waarin de zuiger werkt, na een relatief snelle bekrachtiging van de pompplunjer, kan de zuiger worden veroorzaakt tegen de bodem aan te komen bij het binnenste uiteinde van de pompcilinder waarna de 10 tegenover elkaar gelegen van hoogten voorziene oppervlakken tussen de onderkant van de scheidingswand met accumulator-klep en de zuiger in aanraking of bijna in aanraking staan om de pompkamer hierbij te legen. In deze toestand, wordt de hydraulische druk van het produkt binnen de accumulatie-15 kamer overwonnen niet door de druk van de terugdrukveer alleen, maar wordt voortgestuwd door het met de hand samendrukken van de zuiger en accumulator die tezamen als een eenheid worden bediend. Zodoende kan produkt uit de accumu-latiekamer worden gedreven bij een druk die groter is dan 20 die welke zal worden verkregen alleen door de druk van de terugdrukveer. Dit kenmerk van de onderhavige afgifte-inrichting. is doelmatig voor het uitdrijven van produkt door een kleverige of verstopte uitlaatopening of wervel-kamer, ten gevolge van het bijzondere soort af te geven 25 produkt. Zodoende zal de hoge met·, de hand uitgeoefende druk op het produkt in de accumulatiekamer hét juist afvoeren herstellen als de uitlaatopening geheel of gedeeltelijk is geblokkeerd met gedroogd produkt.
Evenzo als beschreven met verwijzing naar de eerder 30 genoemde Amerikaanse octrooiaanvrage 539.965, zijn de ge-leidings- en beluchtingsfunkties aan het binnenste uiteinde van de pompplunjer gelijk voor de uitvoeringsvorm van fig.1, alsmede de anti-morswerking. Bovendien zijn bij de onderhavige afgifte-inrichtingen alle andere voordelen aan-35 wezig van de afgifte-inrichtingen uit de hiervoor genoemde Amerikaanse octrooischriften.
Uit het voorafgaande blijkt dat een met de hand bediende afgifte-inrichting is ontworpen met een minimum aantal werkende onderdelen voor een eenvoudige bediening 40 en produktie, zonder lekkage en die economisch kan worden /· * -- · : . .* V Vs •s 5 -15- geproduceerd en samengesteld. De afgifte-inrichting Is in staat produkt af te geven in een continue, niet-pulserende versproeiing of straal door het coaxiaal aanbrengen van drukpomp- en accumulatiekamers die zijn gescheiden door een 5 opening die wordt gestuurd door een terugslagklep. De zuiger werkt binnen een omgevende huls van een accumulatorelement en vormt daarmee een onder druk staande pompkamer, waarbij de accumulator een uitlaatklep bevat en werkt binnen een accumulatiekamer met grotere diameter die wordt gevormd tussen 10 een bovenste uiteinde van de accumulator en een hiertegenover-liggend uiteinde van het pompboorgat. Een kapvormig uiteinde van de accumulator bevat een klepgestuurde opening waardoor het produkt wordt geperst vanuit de pompkamer naar de accu-mulatiekamer tijdens de persslag van de plunjer voor het 15 openen van de uitlaat daar de accumulator van zijn tegenoverliggende uiteinde van het pomplichaam afverplaatst als de accumulatiekamerdruk de druk van een terugdrukveer overschrijdt die werkt tussen de accumulator en de plunjer. Een enkele terugdrukveer kan zijn aangebracht voor het terug-20 voeren van de plunjer na het bekrachtigen en om het accumulatorelement onder veerdruk te zetten tegen de druk van de uitlaatopening die ontstaat bij een toename van de druk in > de accumulatiekamer. In de open stand van de uitlaat, gaat het afgeven van produkt voort totdat het accumulatorvolume 25 is afgegeven en de druk van de terugdrukveer die de druk in de accumulatiekamer handhaaft totdat de uitlaatklep is gesloten, waarbij een terugslagklep op de accumulator ten allen tijde een terugstroming naar de pompkamer voorkomt.
De plunjer kan zodoende tijdens het afgeven worden losgela-30 ten en opnieuw worden bekrachtigd voordat de uitlaatklep is gesloten. De accumulatiekamer wordt gevormd tussen het bovenste einde van de accumulator en een tegenoverliggend en met passende hoogteverschillen uitgevoerd blind boorgat van het pomplichaam of boorgat van het uitlaatkop. Het reliëf 35 aan het bovenste einde van de zuiger past met het reliëf van de tegenoverliggende onderkant van de accumulator zodat tijdens een relatief snelle pompwerking gedurende welke de zuiger tegen de bodem in de pompcilinder komt, de pompkamer in hoofdzaak kan worden geleegd zodanig dat de zuiger en de 40 accumulator tezamen als een eenheid kunnen werken voor het ? % -16- met de hand verpompen van produkt vanuit de accumulatie-kamer door de open uitlaat.
Indien niet in gebruik, worden de uitlaat en het luchtgat in de container automatisch afdichtend gesloten 5 door de terugdrukveer in op hoofdzaak dezelfde wijze als beschreven in het Amerikaanse octrooi 4.402.432. De telescopische mantel die vanaf de plunjer van de afgifte-inrich-ting 10 omlaag hangt werkt niet alleen als een geleiding voor de plunjer maar als een bescherming tegen morsen en 10 vormt een opslaggebied voor het regelen van de lekkage en het wegsijpelen van produkt door het luchtgat van de container geholpen door de zuigerachtige werking tegen het inwendige van de container.
Bovendien moet worden opgemerkt dat de continue af-15 gifte-inrichting volgens de uitvinding kan worden omgezet in een met de hand bediende afgifte-inrichting van het typen zoals beschreven in de hiervoor genoemde Amerikaanse octrooiaanvrage 539.965, door het eenvoudig weglaten van de kogel-terugslagklep 33. Het afgeven geschiedt zodoende op een wijze 20 zoals in detail beschreven in de octrooiaanvrage 539.965.
Het zal duidelijk zijn dat veel wijzigingen en variaties van de onderhavige uitvinding mogelijk zijn in het licht van de bovengenoemde leringen.
-conclusies-

Claims (12)

  1. 3. Afgifte-inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de blinde mof een ringvormige afdichtrib 10 bevat die vanaf één uiteinde van het genoemde pomplichaam neerhangt, en welke uitlaatklep een ringvormige klepflens bevat die in verbinding staat met de genoemde rib en het uitlaatkanaal afdekt voor het sluiten hiervan, teneinde hierbij een langzaam werkende afvoerklep te vormen. 15 4.Afgifte-inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de veerkrachtige middelen werken tussen de genoemde plunjer en de genoemde accumulator om deze uit elkaar te drukken en om de plunjer terug te doen keren naar een ruststand. 20 5.Afgifte-inrichting volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat de veerkrachtige middelen bestaan uit een enkele schroefveer.
  2. 6. Afgifte-inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het zuigergedeelte en een tegenoverlig- 25 gend oppervlak van de genoemde middelen op de accumulator complementaire reliëfs hebbens zodat de pompkamer doelmatig kan worden ontlucht daar alle lucht binnen de pompkamer in hoofdzaak wordt afgevoerd door het uitlaatkanaal bij het bekrachtigen van de genoemde plunjer, en zodat de plunjer 30 en de accumulator als een eenheid kunnen worden bediend om de druk binnen de accumulatiekamer te overwinnen bij het bekrachtigen van de plunjer om daarbij produkt hieruit te drijven.
  3. 7. Afgifte-inrichting volgens conclusie 1, m e t het 35. e n m e r k, dat het ene uiteinde van het pomplichaam een ringvormige afvoerklepzitting bevat, welk uitlaatkanaal zich van de genoemde zitting af uitstrekt en welke uitlaatklep is uitgevoerd voor een afdichtende verbinding met de genoemde klepzitting. 40 8.Afgifte-inrichting volgens conclusie 1, m e t het ···· , :-¾ i 7 λ 3« «f λ -19- kenmerk, dat het andere uiteinde van het pomplichaam een ringvormige richel hierop heeft die een luchtgatklep-zitting vormt, waarbij tenminste één luchtkanaal loopt tussen de tegenover elkaar gelegen zijde van de genoemde richel, 5 en een beluchtingsklep op de genoemde plunjer kan worden verbonden met de genoemde luchtgatklepzitting aan het einde van de aanzuigslag van de zuiger.
  4. 9. Afgifte-inrichting volgens conclusie 6, m e t het kenmerk, dat het pomplichaam aan het genoemde ene 10 uiteinde hiervan en een tegenoverliggend oppervlak van de genoemde middelen op de accumulator complementaire reliëfs hebben zodat elke lucht hiertussen tijdens het ontluchten in hoofdzaak kan worden afgevoerd.
  5. 10. Met de hand bediende afgifte-inrichting voor het continu 15 afgeven van produkt uit een container, gekenmerkt door ί een pomplichaam met middelen die het lichaam met een mediumdichte verbinding kunnen bevestigen op de opening van een container, 20 een pompzuiger en een pompcilinder die tezamen een pompkamer met variabel volume vormen en ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn naar elkaar tijdens een drukslag voor het hierin onder druk brengen van produkt, en ten opzichte van elkaar af tijdens een aanzuigslag voor het 25 aanzuigen van produkt vanuit de container in de genoemde pompkamer, middelen die een drukaccumulatiekamer vormen met variabel volume voor het opnemen van een onder druk staand produkt uit de genoemde pompkamer tijdens de drukslag, 30 middelen die een uitlaatkanaal vormen dat vanuit de accumulatiekamer naar buiten toe uitmondt, een accumulator die heen en weer gaand op de genoemde zuiger is gemonteerd en middelen heeft die kunnen worden bediend voor het openen en sluiten van het uitlaatkanaal 35 tijdens de heen en weer gaande beweging, welke accumulator de pompcilinder bevat die coaxiaal op één lijn ligt met de genoemde zuiger, middelen die een naar binnen toe gerichte blinde mof vormen, welk uitlaatkanaal naar buiten loopt van de genoemde 40 blinde mof, ,... : 7 9 · •yi -20- welke accumulator tezamen met de blinde mof de accumulatiekamer vormt, een wand waarop de genoemde accumulator die een door een terugslagklep gestuurde inlaat vormt vanaf de pomp-5 kamer en voor het blokkeren van de teruggaande stroming naar de pompkamer, waarbij het afgeven van produkt bij het openen van het genoemde kanaal doorgaat zolang de druk in de genoemde accumulatiekamer de afvoerklep geopend houdt, en veerkrachtige middelen die de accumulator in een 10 stand drukken waarin het uitlaatkanaal wordt gesloten. 11.Afgifte-inriehting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de middelen die de blinde mof vormen een ringvormige, neerhangende afdichtrib vormen, en de genoemde middelen op de accumulator kunnen worden bediend 15 voor het openen en sluiten van het uitlaatkanaal dat een ringvormige klepflens bevat die in verbinding staat met de genoemde rib voor het sluiten van het kanaal, welke klepflens op een afstand staat van het kanaal teneinde een snelwerkende afvoerklep te vormen. 20 12.Afgifte-inriehting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de middelen die de blinde mof vormen een ringvormige, neerhangende afdichtrib bevatten, en welke middelen op de accumulator kunnen worden bediend voor het openen en sluiten van het uitlaatkanaal dat een ring-25 vormige klepflens bevat die in verbinding staat met de genoemde rib en het uitlaatkanaal afdekt voor het sluiten hiervan, teneinde hierbij een langzaam werkende afvoerklep te vormen.
  6. 13. Afgifte-inrichting volgens conclusie 8, m e t het 30 kenmerk, dat de veerkrachtige middelen werkzaam zijn om de zuiger en de accumulator voor de genoemde relatieve verplaatsing van elkaar af te drukken.
  7. 14. Afgifte-inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de veerkrachtige middelen bestaan uit 35 een enkele schroefveer.
  8. 15. Afgifte-inriehting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de zuiger en een tegenoverliggend oppervlak van de genoemde wand op de accumulator complementaire reliëfs hebben teneinde een ontluchting uit te voeren als 40 enige lucht binnen de pompkamer in hoofdzaak wordt afgevoerd . fh „·- ^ :: f .5 ·* J ' l* '1 / '*c -21- Λ 'T * t» door het open uitlaatkanaal bij de genoemde persslag, en om de werking van de zuiger en de accumulator als een eenheid te vergemakkelijken om tijdens de persslag de druk binnen de accumulatiekamer te overwinnen voor het hieruit 5 drijven van produkt.
  9. 16. Afgifte-inrichting volgens conclusie 15, m e t het kenmerk, dat de genoemde wand op de accumulator tegenover de genoemde middelen staat die de blinde mof vormen en een complementair reliëf hebben voor het ontluchten 10 als enige lucht hiertussen in hoofdzaak wordt afgevoerd door het open uitlaatkanaal bij de persslag.
  10. 17. Afgifte-inrichting volgens conclusie 16, m e t het kenmerk, dat de accumulator een schouder heeft met een reliëf dat past op de middelen die de blinde mof vormen 15 teneinde elke lucht in de accumulatiekamer door het open uitlaatkanaal af te voeren.
  11. 18. Afgifte-inrichting volgens conclusie 10, m e t het kenmerk, dat de zuiger een plunjer bevat die verplaatsbaar is binnen de pompkamer, en middelen zijn aangebracht 20 op het pomplichaam om de genoemde plunjer te bekrachtigen.
  12. 19. Afgifte-inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat een plunjerkop heen en weergaand is ge- • monteerd op het pomplichaam en de genoemde heen en weergaande accumulator bevat, en de genoemde zuiger vast op het pomp-25 lichaam is gemonteerd, waarbij de pompcilinder verplaatsbaar op de genoemde zuiger is bij het bekrachtigen van de genoemde plunjerkop.
NLAANVRAGE8600179,A 1985-01-28 1986-01-27 Met de hand bedienbare afgiftepomp. NL187425C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/695,281 US4591077A (en) 1985-01-28 1985-01-28 Continuous discharge dispenser
US69528185 1985-01-28

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8600179A true NL8600179A (nl) 1986-08-18
NL187425B NL187425B (nl) 1991-05-01
NL187425C NL187425C (nl) 1991-10-01

Family

ID=24792384

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8600179,A NL187425C (nl) 1985-01-28 1986-01-27 Met de hand bedienbare afgiftepomp.

Country Status (15)

Country Link
US (1) US4591077A (nl)
JP (1) JPS61185689A (nl)
KR (1) KR930010303B1 (nl)
AU (1) AU585575B2 (nl)
BE (1) BE904117A (nl)
CA (1) CA1274492A (nl)
DE (1) DE3601994A1 (nl)
DK (1) DK39686A (nl)
FR (1) FR2576695B1 (nl)
GB (1) GB2170277B (nl)
GR (1) GR860210B (nl)
IE (1) IE57035B1 (nl)
IT (1) IT1190198B (nl)
LU (1) LU86271A1 (nl)
NL (1) NL187425C (nl)

Families Citing this family (32)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4640443A (en) * 1983-06-08 1987-02-03 Corsette Douglas Frank Manually operated dispensing pump
US4784293A (en) * 1983-08-03 1988-11-15 Sekiden Co., Ltd. Toy water gun
USRE33235E (en) * 1984-03-07 1990-06-19 Corsette Douglas Frank Liquid dispensing pump
EP0262484A3 (de) * 1986-09-30 1989-08-02 MegaPlast Dosiersysteme GmbH & Co. Fördereinrichtung
US4953791A (en) * 1987-04-24 1990-09-04 Atsushi Tada Manually operated trigger type dispenser, method of assembling the same, and a spinner for use in the dispenser
US4898307A (en) * 1988-08-25 1990-02-06 Goody Products, Inc. Spray caps
ES2034097T3 (es) * 1988-10-18 1993-04-01 Atsushi Tada Un distribuidor de tipo de gatillo accionado manualmente, un difusor para utilizarse en el distribuidor, y un mecanismo de conmutacion de la configuracion del flujo para utilizarse en el distribuidor.
US4905906A (en) * 1989-03-01 1990-03-06 D. B. Smith And Company, Inc. Continuous sprayer
EP0424396A4 (en) * 1989-05-01 1991-12-11 Leeds And Micallef Double acting pump
US5088649A (en) * 1990-07-12 1992-02-18 Par-Way Group Pump sprayable dispensing system for vegetable oil based pan coatings
US5054659A (en) * 1990-09-26 1991-10-08 Leeds And Micallef Double acting pump
IT1243896B (it) * 1990-11-06 1994-06-28 Coster Tecnologie Speciali Spa Dispositivo a pompa per dosare o dispensare fluidi azionabile a mano.
US5505343A (en) * 1994-10-19 1996-04-09 Knickerbocker; Michael G. Manually actuated pump
US5503306A (en) * 1994-10-19 1996-04-02 Aptar Group, Inc. Manually actuated pump
US5560520A (en) * 1995-08-07 1996-10-01 Calmar Inc. Precompression pump sprayer
AUPO012196A0 (en) * 1996-05-28 1996-06-20 N.J. Phillips Pty. Limited An applicator
AU710557B2 (en) * 1996-05-28 1999-09-23 N.J. Phillips Pty. Limited An applicator
EP0968767A1 (en) * 1998-06-30 2000-01-05 Guala Dispensing S.P.A. Spray pump for liquids
FR2823184B1 (fr) * 2001-04-04 2003-08-15 Valois Sa Pompe de distribution de produit fluide
US7182225B2 (en) 2004-02-23 2007-02-27 Valois S.A.S. Fluid dispenser member
FR2866579B1 (fr) * 2004-02-23 2006-05-26 Valois Sas Organe de distribution de produit fluide
FR2871786B1 (fr) * 2004-06-16 2007-08-10 Valois Sas Dispositif de distribution de produit fluide
US20090308896A1 (en) * 2008-06-13 2009-12-17 Continentalafa Dispensing Company Venting System for Battery Operated Sprayer
CN107073501B (zh) 2014-10-31 2020-03-24 株式会社吉野工业所 扳机式液体喷射器
WO2017111040A1 (ja) * 2015-12-25 2017-06-29 株式会社吉野工業所 トリガー式液体噴出器
US10335816B1 (en) 2018-08-29 2019-07-02 Armin Arminak All plastic water resistant pump
US11519394B2 (en) * 2019-06-25 2022-12-06 The Procter & Gamble Company Buffered pump system
USD991785S1 (en) 2020-01-31 2023-07-11 Armin Arminak Lotion pump actuator
US11498089B2 (en) * 2021-04-04 2022-11-15 Armin Arminak All plastic continuous spray trigger sprayer
US11389814B1 (en) 2021-04-16 2022-07-19 Armin Arminak All plastic hand pump with a piston having an integrated check valve
US11701676B2 (en) * 2021-06-21 2023-07-18 Market Ready, Inc. Trigger sprayer assembly with dual action piston
US11471905B1 (en) 2021-09-23 2022-10-18 Apackaging Group Llc All plastic airless pump dispenser

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4050613A (en) * 1976-08-31 1977-09-27 Corsette Douglas Frank Manual actuated dispensing pump
US4109832A (en) * 1977-05-09 1978-08-29 Security Plastics, Inc. Pumping system having a pressure release
US4174056A (en) * 1977-05-10 1979-11-13 Ciba-Geigy Corporation Pump type dispenser with continuous flow feature
US4079865A (en) * 1977-06-30 1978-03-21 John H. Oltman Non-pulsating, non-throttling, vented pumping system for continuously dispensing product
US4146155A (en) * 1977-11-14 1979-03-27 Security Plastics Inc. Continuous trigger activated pumping system
US4241853A (en) * 1978-05-17 1980-12-30 James D. Pauls And J. Claybrook Lewis And Associates, Limited Dispenser for either continuous or intermittent discharge
US4222501A (en) * 1978-07-24 1980-09-16 James D. Pauls And J. Claybrook Lewis And Associates, Limited Dual chamber, continuous action dispenser
US4191313A (en) * 1978-07-24 1980-03-04 James D. Pauls And J. Claybrook Lewis And Associates, Limited Trigger operated dispenser with means for obtaining continuous or intermittent discharge
US4225060A (en) * 1978-12-29 1980-09-30 Security Plastics, Inc. Continuous pumping system
US4494680A (en) * 1980-02-13 1985-01-22 Corsette Douglas Frank Manually operated dispensing pump
US4402432A (en) * 1980-02-13 1983-09-06 Corsette Douglas Frank Leak-proof dispensing pump
US4325501A (en) * 1980-10-31 1982-04-20 Ethyl Products Company Extended spray pump
US4596344A (en) * 1983-10-07 1986-06-24 Corsette Douglas Frank Manually actuated dispenser

Also Published As

Publication number Publication date
FR2576695B1 (fr) 1988-04-01
KR930010303B1 (ko) 1993-10-16
LU86271A1 (fr) 1986-06-09
CA1274492C (en) 1990-09-25
GB2170277A (en) 1986-07-30
IE57035B1 (en) 1992-03-25
IT1190198B (it) 1988-02-16
NL187425C (nl) 1991-10-01
IT8647574A0 (it) 1986-01-24
DK39686A (da) 1986-07-29
KR860005655A (ko) 1986-08-11
US4591077A (en) 1986-05-27
BE904117A (fr) 1986-05-15
AU585575B2 (en) 1989-06-22
DE3601994A1 (de) 1986-07-31
GB8601509D0 (en) 1986-02-26
IE860105L (en) 1986-07-28
FR2576695A1 (fr) 1986-08-01
DK39686D0 (da) 1986-01-27
GR860210B (en) 1986-05-28
CA1274492A (en) 1990-09-25
GB2170277B (en) 1988-02-10
JPS61185689A (ja) 1986-08-19
AU5277586A (en) 1986-07-31
NL187425B (nl) 1991-05-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8600179A (nl) Continue afgifte-inrichting.
US4174056A (en) Pump type dispenser with continuous flow feature
US4051983A (en) Pump sprayer
US5234135A (en) Device for spraying or dispensing fluid product in which product contained in the outlet passage is aspirated at the end of actuation
US4596344A (en) Manually actuated dispenser
US4189064A (en) Pumps sprayer
NL8102142A (nl) Pomp voor het afgeven van vloeistof.
US4278189A (en) Accumulative pressure pump
US20050211731A1 (en) Assembly for packaging and dispensing liquid
NL8600016A (nl) Met de hand bediende afgeefpomp.
US4692103A (en) Precise output pump sprayer
US4437588A (en) Accumulative pressure pump
US5358149A (en) Pressure build-up pump sprayer having anti-clogging means
US4231493A (en) Lever pump with button actuator
NL8401813A (nl) Hand-bediende afgeefpomp.
IT9021979A1 (it) Dispositivo a pompa per dosare o dispensare fluidi azionabile a mano
NL8401809A (nl) Afgiftepomp voor het drukvullen.
KR100935907B1 (ko) 에어리스 타입 화장품 용기
US5332128A (en) Flap valve assembly for trigger sprayer
KR101138983B1 (ko) 에어리스 타입 화장품 용기
KR101387591B1 (ko) 단일 실리콘재 펌프로 작동되는 버튼식 화장품 용기
CN106102930B (zh) 具有预压缩出口阀的液体分配设备
US4139122A (en) Dispensing pump having no check valves
EP1161387B1 (en) Atomizing pump spray
US8763864B2 (en) Fluid product distributor

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee