NL8600025A - Koppelingsinrichting tussen een trekkend voertuig en een aanhangwagen. - Google Patents

Koppelingsinrichting tussen een trekkend voertuig en een aanhangwagen. Download PDF

Info

Publication number
NL8600025A
NL8600025A NL8600025A NL8600025A NL8600025A NL 8600025 A NL8600025 A NL 8600025A NL 8600025 A NL8600025 A NL 8600025A NL 8600025 A NL8600025 A NL 8600025A NL 8600025 A NL8600025 A NL 8600025A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
chassis
jaw
coupling device
towing vehicle
trailer
Prior art date
Application number
NL8600025A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Carrosseriefabriek Joost Lambo
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Carrosseriefabriek Joost Lambo filed Critical Carrosseriefabriek Joost Lambo
Priority to NL8600025A priority Critical patent/NL8600025A/nl
Priority to EP86202364A priority patent/EP0231555A1/de
Publication of NL8600025A publication Critical patent/NL8600025A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60DVEHICLE CONNECTIONS
    • B60D1/00Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices
    • B60D1/24Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices characterised by arrangements for particular functions
    • B60D1/36Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices characterised by arrangements for particular functions for facilitating connection, e.g. hitch catchers, visual guide means, signalling aids
    • B60D1/40Traction couplings; Hitches; Draw-gear; Towing devices characterised by arrangements for particular functions for facilitating connection, e.g. hitch catchers, visual guide means, signalling aids involving a temporarily extensible or alignable member

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Body Structure For Vehicles (AREA)

Description

ί
Koppelingsinrichting tussen een trekkend voertuig en een aanhangwagen.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een koppelingsinrichting tussen een trekkend voertuig een een aanhangwagen, omvattende een vangmuil, die aan het ene voertuig is gemonteerd en een trekstang, die aan het andere voertuig is gemonteerd en die 5 door middel van een koppelingspen met de vangmuil verbindbaar is.
Een koppelingsinrichting van de bovenbeschreven soort wordt thans op grote schaal toegepast. De totale lengte van een combinatie van een trekkend» voertuig, in het bijzonder een vrachtwagen, en een aanhangwagen mag op grond van internationaal geldende bepa-10 lingen thans maximaal 18 meter zijn. Omdat men met een dergelijke combinatie door een bocht in de weg moet kunnen rijden, in het bijzonder haarspeldbochten in de bergen, en moet kunnen manoevreren, moet tussen de achterkant van de vrachtwagen en de voorkant van de aanhangwagen een minimum afstand van ±53 tot 85 cm worden aangehou-15 den, afhankelijk van de toegepaste constructie van de vrachtwagen en de aanhangwagen. Deze minimum afstand is nodig, omdat de achterkant van de vrachtwagen en de voorkant van de aanhangwagen bij het rijden door bochten en ook bij het manoevreren aan één van beide zijden niet alleen in een horizontaaljvlak, maar op bergwegen en vooral in 20 haarspeldbochten, ook in een vertikaa^vlak en dan in het bijzonder aan de bovenhoeken, naar elkaar toe bewegen. Als gevolg van de benodigde minimum afstand tussen vrachtwagen en aanhangwagen is het beschikbare laadvolume van een dergelijke combinatie beperkt tot een bepaalde maximale waarde.
25 De uitvinding heeft ten doel, de koppelingsinrichting tussen een trekkend voertuig, in het bijzonder een vrachtwagen met laadbak, en een aanhangwagen zodanig uit te voeren, dat het laadvolume van een dergelijke combinatie groter kan worden gemaakt, zonder overschrijding van de wettelijk voorgeschreven maximale lengte en andere 30 afmetingen, waaraan bepaalde maximale waarden zijn gesteld, terwijl met de combinatie probleemloos door haarspeldbochten op bergwegen kan worden gereden en verder alle manoevres: kunnen worden uitgevoerd,
Λ ^ Λ ^ J
«·> -. · ; / J
- 2 - die ook met dergelijke combinaties, die met de bekende koppelings-inrichting zijn uitgerust, mogelijk zijn.
Dit doel wordt bereikt, doordat volgens de uitvinding de vangmuil in langsrichting verplaatsbaar aan het chassis van het be-5 treffende voertuig is gemonteerd.
Door toepassing van deze maatregel is het. mogelijk, de afstand tussen de achter-kant van het trekkende voertuig, in het bijzonder de vrachtauto, en de voorkant van de aanhangwagen, wanneer met deze combinatie rechtuit wordt gereden, kleiner te maken dan de 10 benodigde afstand bij de conventionele koppelingsinrichting en wel tot een minimale waarde van ± 25 cm, door de vangmuil van de koppelingsinrichting ten opzichte van het chassis van het trekkende voertuig naar voren, resp. ten opzichte van het chassis van de aanhangwagen naar achteren te verplaatsen* Binnen de voorgeschreven maximale lengte van 15 de combinatie kan nu het beschikbare laadvolume overeenkomstig worden vergroot, door de laadbak van de vrachtwagen en/of de aanhangwagen langer te maken. Moet men nu met de combinatie bijvoorbeeld een bergweg met haarspeldbochten berijden, dan kan de vangmuil ten opzichte van het chassis van het trekkende voertuig naar achteren, resp. ten 20 opzichte van het chassis van de aanhangwagen naar voren worden verplaatst, zodat de vereiste minimale afstand tussen de achterzijde van de vrachtwagen en de voorzijde van de aanhangwagen onder alle omstandigheden gehandhaafd blijft.
De verplaatsing van de vangmuil ten opzichte van het chassis 25 van het trekkende voertuig of van de aanhangwagen kan bijvoorbeeld langs mechanische, electrische of hydraulische weg, of een combinatie daarvan, worden gekoppeld met de draaibeweging van het stuur of de beweging van een ander onderdeel van de stuurinrichting van het trekkende voertuig.
30 Bij een voorkeursuitvoeringsvorm van de koppelingsinrich ting volgens de uitvinding, waarbij de vangmuil aan het chassis van het trekkende voertuig en de trekstang aan een wielonderstel van de aanhangwagen is gemonteerd, is de vangmuil enerzijds via een tandwieloverbrenging en een krukdrijfstangmechanisme gekoppeld met het chassis van 35 het trekkende voertuig en is anderzijds draaibaar verbonden met een ξ’·· r· λ, ,¾ Q v v -j V : · Γν ·4 - 3 - slede, die in langsrichting verplaatsbaar aan het chassis van het trekkende voertuig is gemonteerd en zijn de vangmuil en de trekstang in het horizontale vlak stijf met elkaar verbonden.
Door toepassing van deze maatregelen wordt bij het nemen 5 van een bocht of het manoevreren met de combinatie van trekkend voertuig en aanhangwagen op eenvoudige en goedkope wijze een automatische verplaatsing van de vangmuil ten opzichte van het chassis van het trekkende voertuig bereikt, waarbij de langsverplaatsing van de vangmuil recht evenredig is met de hoekverplaatsing in een 10 horizontaalvlak van de langsas van de aanhangwagen ten opzichte van de langsas van het trekkende voertuig.
Bij een bijzonder doelmatige uitvoeringsvorm van de koppeüngsinrichting volgens de uitvinding is de vangmuil vast verbonden met een tandwiel, dat draaibaar om een hartlijn, die loodrecht 15 op het vlak van het chassis staat,is gemonteerd aan een slede, die in langsrichting van het chassis verschuifbaar is geleid en dat in ingrijping is met een rondsel, dat is vastgezet op een as, die draaibaar ten opzichte van de slede is gemonteerd en waarop een krukarm is bevestigd, die scharaierbaar is verbonden met een drijfstang, die 20 aan het andere einde schamierbaar. is verbonden met een vast aan het chassis bevestigd onderdeel, zodanig, dat wanneer het trekkende voertuig en de aanhangwagen zich in langsrichting in eikaars verlengde bevinden, de krukarm en de drijfstang in elkaarsverlengde liggen.
25 Deze maatregelen leiden tot een robuuste en toch relatief goedkope uitvoeringsvorm van de koppelingsinrichting volgens de uitvinding.
De uitvinding zal aan de hand van de tekening met een paar uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht.
30 De figuren 1, 2 en 3 tonen een bovenaanzicht van de koppelingsinrichting volgens de uitvinding in drie verschillende standen, namelijk in de uitgangsstand bij rechtuit rijden van de combinatie, in een tussenstand bij het rijden door een linkerbocht, respectievelijk in de uiterste stand betreffende de vergroting van de 35 afstand tussen het trekkende voertuig en de aanhangwagen; 36 00 0 2 3 - 4 - * ·· rm figuur 4 is een bovenaanzicht dat overeenkomt met figuur 1 en toont schematisch een vaste verbinding in een horizontaal vlak tussen de vangmuil van het trekkende voertuig en de trekstang van de aanhangwagen; 5 figuur 5 komt overeen met figuur 4, maar toont een andere uitvoeringsvorm van de vaste verbinding; figuur 6 is een zijaanzicht van de vaste verbinding volgens fig. 5; figuur 7 is een bovenaanzicht van de koppelingsinrichting 10 volgens de uitvinding; figuur 8 is een zijaanzicht van de inrichting volgens fig. 7; figuur 9 is een doorsnede volgens de lijn IX-IX in figuur 7; 15 figuur 9a is een doorsnede volgens de lijn IXA-IXA in figuur 3 en figuur 10 is een doorsnede volgens de lijn X-X in figuur 7.
De figuren 1, 2 en 3 tonen schematisch de constructie en 20 de werking van de koppelingsinrichting volgens de uitvinding tussen een trekkend voertuig, in het bijzonder een vrachtwagen, en een aanhangwagen, hetgeen hierna nader zal worden toegelicht.
Het. trekkende voertuig is, zoals gebruikelijk , voorzien van een vangmuil 1, en de aanhangwagen van een trekstang 2, die 25 door middel van een koppelingspen 3 met elkaar koppelbaar zijn.Het trekkende voertuig heeft een chassis, waarvan de langsbalken 4 en 5 schematisch in de figuren 1 en 3 zijn getekend.
Volgens de uitvinding is de vangmuil 1 in langsrichting verplaatsbaar aan het chassis 4, 5 van bij voorkeur het trekkende 30 voertuig bevestigd. Daartoe is de vangmuil 1 door middel van twee U-balken 6 en 7 (figuren 7 en 8) en een daarop bevestigde montage-plaat 8 (figuren 9 en 10) vast verbonden met een tandwiel 9, dat draaibaar om een hartlijn 10, die loodrecht op het vlak van het chassis 4, 5 staat, door middel van een kogeldraaikrans 11, 12 is 35 gemonteerd op een slede 13 (figuren 9 en 10).
£5 "·· fs Λ λ o » v β er --ei - 5 -
De slede 13 is voorzien van een bodemplaat 14 met opstaande zijwanden 15 en 16, waarop nabij de eindranden twee deelbare glijbussen 17 zijn bevestigd, die zijn uitgerust met een. legerbus of een antifrictieleger met kogels, rollen of naalden (niet getekend) 5 en die verschuifbaar zijn op geleidestangen 18 en 19, die met behulp van legerstoelen 20 op de chassisbalken 4 en 5 zijn bevestigd.
Het tandwiel 9 is in ingrijping met een rondsel 21, dat is gespied op een as 22, die met een kogelleger 23 en een legerbus 24 in de bodenplaat 14 van het freem 13, en met een kogelleger 25 en een 10 legerbus 26, die is gemonteerd in de onderplaat 27 van een U-vormig huis 28, dat onder de bodemplaat 14 is bevestigd, is gelegerd, ©p de as 22 is boven de bodemplaat 14 van de slede 13 een krukarm 29 vastgezet. In het andere einde van de krukarm 29 is een kruktap 30 bevestigd, waarop in hoofdzaak evenwijdig aan de krukarm 29 een drijfstang 15 31 is gemonteerd. De drijfstang 31 is op de'kruktap 30 gelegerd met een glijleger 32 en opgesloten tussen een afstandsring 33 en een veer-ring 34.
Het andere uiteinde van de drijfstang 31 is met behulji van een scharnierpen 35 scharnierbaar gelegerd tussen twee schamier-20 ogen 36, die zijn bevestigd op een dwarsbalk 37 tussen de chassisbalken 4 en 5. De dwarsbalk 37 kan bijvoorbeeld bestaan uit twee tegen elkaar geplaatste U-profielen 38, die met behulp van eindplaten 39 aan de chassisbalken 4 en 5 zijn bevestigd.
De koppelingsinrichting volgens de uitvinding werkt als 25 volgt (zie de figuren 1-3):
Wanneer de combinatie van een trekkend voertuig, in het bijzonder een vrachtauto, en een aanhangwagen rechtuit rijdt, staande onderdelen van de koppelingsinrichting in de stand, die in figuur 1 is getekend. Daarbij staat de vangmuil 1 ten opzichte van het trekkende 30 voertuig in zijn voorste stand en heeft de afstand tussen de achterkant van het trekkende voertuig en de voorkant van de aanhangwagen zijn kleinste waarde van minimaal ± 25 cm.
Wanneer nu met de combinatie door een linkerbocht wordt gereden of zodanig wordt gemanoevreerd, dat de langsas van de aanhang-35 wagen in een horizontaajjirlak naar links draait ten opzichte van de m „ ^ --.··? Λ ’* 'si y / J v - Α» - 6 - langsas van het trekkende voertuig/ dan wordt door middel van een vaste verbinding in een horizontaal vlak tussen de vangmuil 1 en de trekstang 2 (fig. 4, 5 en 6} de trekstang 2 in een in hoofdzaak horizontaal vlak gedraaid ten opzichte van het trekkende voertuig, waardoor het tandwiel 5 9 in kloksgewijze richting, pijl L in de figuren 2 en 3, wordt gedraaid om de hartlijn 10, waardoor het rondsel 21 en de krukarm 29 in tegen-kloksgewijze richting worden gedraaid. Omdat het vrije uiteinde van de krukarm 29 met de drijfstang 31 vastzit aan het chassis 4, 5 van het trekkende voertuig, wordt de slede 13 in de richting van de pijl A ten 10 opzichte van het chassis 4, 5 van het..trekkende voertuig naar achteren verplaatst, waardoor de afstand tussen het trekkende voertuig en de aanhangwagen wordt vergroot. De verplaatsing van de slede 13 uit de stand volgens fig. 1 in de stand volgens fig. 3 bedraagt bijvoorbeeld ± 50 cm, waarbij in de stand volgens fig. 3 tussen de achterkant van 15 het trekkende voertuig en de voorkant van de aanhangwagen nog voldoende ruimte overblijft, om veilig door haarspeldbochten op bergwegen te kunnen rijden. Deze kleinste afstand tussen de beide voertuigen bedraagt hierbij bijvoorbeeld ± 30 cm.
Bij het rijden met de combinatie door een rechterbocht 20 draaien het tandwiel 9, het rondsel 21 en de krukarm 29 natuurlijk in de richting tegengesteld aan de bovenbeschreven richting.
De bovenbeschreven bewegingen van de onderdelen van de koppelingsinrichting gelden bij het inrijden van een bocht, waarbij zij bij het uitrijden van de bocht weer naar hun stand volgens figuur 1 25 terug bewegen.
De bovengenoemde vaste verbinding tussen de vangmuil 1 en de trekstang is zodanig geconstrueerd, dat de vangmuil 1 en de trekstang in een horizontaal vlak niet ten opzichte van elkaar beweegbaar zijn,, maar in een vertikaal vlak vrij ten opzichte van elkaar scharnier-30 baar zijn.
Daartoe is volgens figuur 4 op één van de Ü-balken 6 en 7, die de vangmuil 1 met het tandwiel 9 verbinden, een console 40 bevestigd, waarop aan de achterzijde een draagstoel 41 is bevestigd, .¾ <· Λ λ -λ o ^ -V -J ,J 4, 0 - 7 - die bestaat uit twee op afstand van elkaar aangebrachte strippen 42, waarin een vertikaal staande schamierpen 43 is gemonteerd, die tussen de strippen een bolvormig gedeelte (niet getekend) heeft, zodanig, dat een universeel scharnier is gevormd. De schamierpen 43 is uitneem-5 baar in de strippen 42 gemonteerd.
Op het bolvormige middengedeelte van de schamierpen 43 is met een legerbus (niet getekend) het ene uiteinde van een stuurstang 44 gemonteerd, die met zijn andere uiteinde door middel van een soortgelijk universeel scharnier 45, als boven is beschreven, is gemonteerd 10 op een dwarsstuk 46 tussen de benen 47 van een vorkvormige trekstang 48. De stuurstang 44 kan ook van de schamierpen 45 worden losgemaakt.
De onderdelen 6/7, 40, 42-47 vormen een in een horizontaal vlak stijve driehoek of veelhoek, die ervoor zorgt, dat de slede 13 bij het rijden met de combinatie door een bocht of bij het manoevreren 15 onder alle omstandigheden wordt verplaatst.
Een andere uitvoeringsvorm van een vaste verbinding in een horizontaal vlak tussen da vangmuil 1 en de trekstang 2 is in de figuren 5 en 6 getekend.
Daarbij is aan de buitenzijde van de ü-balken 6 en 7 20 telkens een schamierpen 48, 49 (of één doorgaande schamierpen) gemonteerd, waarop scharnierbaar een staaf 50 resp. 51 is gemonteerd, welke staven door een schamierbout 52 met elkaar zijn verbonden. Op de schamierbout 52 is scharnierbaar een ü-vormige arm 53 gemonteerd, die met de ü-vormige holte over het voorste gedeelte van de trekstang 25 grijpt en waarvan de benen onder de trekstang door een borgbout (niet getekend) met elkaar zijn verbonden.
Ook bij deze uitvoeringsvorm van de verbinding zijn dus de trekstang 47 en de vangmuil 1 in een horizontaal vlak stijf met elkaar gekoppeld.
30 Dankzij de universele scharnieren 43 en 45 (fig. 4) en de schamierpennen 49, 52 (figuren 5 en 6) blijft de trekstang 47 in een vertikaal vlak vrij scharnierbaar ten opzichte van de vangmuil 1.
^ Λ ' λ o - ** * V -j*

Claims (6)

1. Koppelingsinrichting tussen een trekkend voertuig en een aanhangwagen, omvattende een vangmuil, die aan het ene voertuig is gemonteerd, en een trekstang, die aan het andere voertuig is gemonteerd en die door middel van een koppelingspen met de vangmuil ver-5 bindbaar is, met het kenmerk, dat de vangmuil (1) inlangsrichting verplaatsbaar aan het chassis (4, 5) van het betreffende voertuig is gemonteerd.
2. Koppelingsinrichting volgens conclusie 1, waarbij de vangmuil aan het chassis van het trekkende voertuig en de trekstang 10 aan een wielonderstel van de aanhangwagen is gemonteerd, met het kenmerk, dat de vangmuil (1) enerzijds via een tandwieloverbrenging (9, 21), en een krukdrijfstangmechanisme (29, 31) is gekoppeld met het chassis (4, 5) van het trekkende voertuig en anderzijds draaibaar is verbonden met een slede (13) , die in langsrichting verplaats-15 baar aan het chassis (4, 5) van het trekkende voertuig is gemonteerd en dat de vangmuil (1) en de trekstang (2, 47) in het horizontale vlak. stijf met elkaar zijn verbonden.
3. Koppelingsinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de vangmuil (1) vast is verbonden met een tand-20 wiel (9), dat draaibaar ©m een hartlijn (10), die loodrecht op het vlak van het chassis (4, 5) staat, is gemonteerd aan de slede (13), die in langsrichting van het chassis (4, 5.).. verschuifbaar is geleid, en dat in ingrijping is met een rondsel (21), dat is vastgezet op een as (22), die draaibaar op de slede (13) is gemonteerd en waarop 25 een krukarm (29) is bevestigd, die scharnierbaar is verbonden met een drijfstang (31), die aan zijn andere einde scharnierbaar is verbonden met een vast aan het chassis bevestigd onderdeel (38) , zodanig, dat wanneer het trekkende voertuig en de aanhangwagen zich in langsrichting in eikaars·verlengde bevinden, de krukarm (29) en de drijf-30 stang (31) in eikaars, verlengde liggen.
4. Koppelingsinrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het tandwiel (9) door middel van een kogeldraaikrans (11, 12) op de slede (13) is gemonteerd, dat de rondselas (22) met behulp van kogellegers (23, 25) draaibaar in een bodemplaat (14) "S “ *N #*\ Λ > . , y - - .W J J - 9 - van de slede (13) is gemonteerd, dat de slede (13) aan weerszijden door middel van glijbussen (17) verschuifbaar is gemonteerd op geleide-stangen (18, 19) die aan de chassisbalken (4, 5) zijn bevestigd en dat de drijfstang (31) schamierbaar is verbonden met 5 een dwarsbalk (38), die vast tussen de chassisbalken (4, 5) is bevestigd.
5. Koppelingsinrichting volgens één van de conclusies 2-4, met het kenmerk,dat tussen een vasljpunt (43) aan de vangmuil (l),dat op afstand van het schamiermiddelpunt tussen vangmuil (1) 10 en trekstang (47) ligt, en een vastpunt (45) aan de trekstang (47) een stuurstang (44) is aangebracht, zodanig, dat de vangmuil (1) en de trekstang (47) in een horizontaalvlak stijf met elkaar zijn verbonden.
6. Koppelingsinrichting volgens conclusie 5, met het 15 kenmerk, dat de vaste punten (43, 45) aan de vangmuil (1) resp. aan de trekstang (47) als universele scharnieren zijn uitgevoerd. * * ' / Λ - -r ^ *. w v ^ ij ^ ! /-V
NL8600025A 1986-01-08 1986-01-08 Koppelingsinrichting tussen een trekkend voertuig en een aanhangwagen. NL8600025A (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8600025A NL8600025A (nl) 1986-01-08 1986-01-08 Koppelingsinrichting tussen een trekkend voertuig en een aanhangwagen.
EP86202364A EP0231555A1 (de) 1986-01-08 1986-12-22 Kupplungsvorrichtung zwischen einem ziehenden Fahrzeug und einem Anhängewagen

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8600025A NL8600025A (nl) 1986-01-08 1986-01-08 Koppelingsinrichting tussen een trekkend voertuig en een aanhangwagen.
NL8600025 1986-01-08

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8600025A true NL8600025A (nl) 1987-08-03

Family

ID=19847390

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8600025A NL8600025A (nl) 1986-01-08 1986-01-08 Koppelingsinrichting tussen een trekkend voertuig en een aanhangwagen.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0231555A1 (nl)
NL (1) NL8600025A (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL192674C (nl) * 1987-06-12 1997-12-02 Estepe Special Truck Products Koppelingsinrichting tussen een trekkende vrachtwagen en een aanhangwagen.
NL8701670A (nl) * 1987-07-15 1989-02-01 Fruehauf Corp Koppelingsinrichting.
DE8810940U1 (nl) * 1988-08-30 1990-01-04 Maschinenfabriken Bernard Krone Gmbh, 4441 Spelle, De

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3115009A1 (de) * 1980-11-03 1982-10-28 Peter-Rudolf 2160 Stade Rancke Relativ zum fahrzeugkoerper lageveraenderbare schubeinrichtung mit einem raeder- und hebelgetriebe
DE3121745A1 (de) * 1981-06-01 1982-12-16 Karl Kässbohrer Fahrzeugwerke GmbH, 7900 Ulm "lastzug"
DE3235546A1 (de) * 1982-09-25 1984-03-29 Maschinenfabriken Bernard Krone Gmbh, 4441 Spelle Lastzug mit verschiebbarer anhaengevorrichtung
DE8304332U1 (de) * 1983-02-17 1984-02-09 Maschinenfabriken Bernard Krone Gmbh, 4441 Spelle Lastzug mit verschiebbarer anhaengevorrichtung
DE3328123A1 (de) * 1983-08-04 1985-02-14 Wackenhut, Ernst, 7270 Nagold Lastzug mit einer lenkung fuer das anhaengerfahrzeug
DE3414610A1 (de) * 1984-04-18 1985-10-31 Schmitz, Peter, Ing.(grad.), 4401 Altenberge Zugverbindung zwischen einem motorwagen und einem anhaenger eines lastzuges fuer den gueterverkehr
DE8421511U1 (de) * 1984-07-18 1984-10-04 Karl Kässbohrer Fahrzeugwerke GmbH, 7900 Ulm Fahrzeugzug

Also Published As

Publication number Publication date
EP0231555A1 (de) 1987-08-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4221420A (en) Car and boat trailer
NL8101053A (nl) Door een hydraulische motor gedreven uit twee eenheden bestaand terreinvoertuig.
EP1557305A1 (de) Fahrzeuganhänger
NL1038290C2 (nl) Stuurinrichting van een getrokken voertuig voor het aansturen van een of meerdere verdraaibaar gestuurde wielassen.
NL1030002C1 (nl) Oplegger of aanhanger met verbeterde sturing.
EP2660127B1 (de) Fahrwerkeinheit und Moduleinheit für einen Routenzug
US3690698A (en) Steering assembly for trailers
WO2004083019A1 (en) Improvements in and relating to trailer coupling
NL8600025A (nl) Koppelingsinrichting tussen een trekkend voertuig en een aanhangwagen.
NL1032472C2 (nl) Inrichting voor het koppelen van een trekkend voertuig en een getrokken voertuig alsmede een voertuigcombinatie.
DE112004000767B4 (de) Lenkbare Fahrwerkeinheit
AU2006253766B2 (en) Trailer towing-control apparatus
ES362986A1 (es) Mecanismo de direccion autodirector para vehiculos articu- lados.
NL8602890A (nl) Voertuig geschikt voor rijden op de weg en op de rails.
US3366398A (en) Tow bar structure for a vehicle having an articulated suspension system
DE10031024B4 (de) Kombinationstransportzug zum Transport von Lang- oder Kurzmaterial
DE2641807C2 (de) Fahrzeug zum Transport und Verlegen von Brückenteilen
SU1752627A1 (ru) Транспортное средство
DE385993C (de) Anhaenger fuer Lastzuege mit einem Lasttraggestell, das zum Lenken des Anhaengers dient
EP2216232B1 (de) Motorkutschengespann und entsprechendes Zugfahrzeug
NL8501341A (nl) Landbouwwagen.
PL169461B1 (pl) Sprzeg krótki PL
NL1002031C2 (nl) Rijtuig.
RU177788U1 (ru) Тягово-сцепное устройство автомобильного полуприцепа
NL192674C (nl) Koppelingsinrichting tussen een trekkende vrachtwagen en een aanhangwagen.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed