NL8503351A

NL8503351A - Werkwijze voor het aanbrengen van een corrosiebestendige kunstharsbekleding op het oppervlak van een betonconstructie.

Info

Publication number: NL8503351A
Application number: NL8503351A
Authority: NL
Original assignee: Hochtief Ag Hoch Tiefbauten
Priority date: 1984-12-13
Filing date: 1985-12-05
Publication date: 1986-07-01
Also published as: BE903822A; FR2574836A1; AU573059B2; AU5123385A; JPH0655476B2; US4670315A; FR2574836B1; DE3445396A1; DE3445396C2; JPS61197235A

Description

NL 33.250-Vo/ik

Werkwijze voor het aanbrengen van een corrosiebestendige kunstharsbekleding op het oppervlak van een betonconstructie.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het aanbrengen van een corrosiebestendige kunstharsbekleding uit een uithardbare kunsthars op het oppervlak van een betonconstructie, in het bijzonder op het inwendige oppervlak 5 van een afvalwaterreservoir, waarbij het oppervlak wordt onderworpen aan een reinigingsbehandeling en de corrosiebestendige kunstharsbekleding wordt verbonden met het gereinigde oppervlak.

De reinigingsbehandeling kan door maatregelen zoals 10 het zandstralen, stoomstralen, het met water onder druk stralen, vlamstralen, frezen en dergelijke worden verwezenlijkt. De kunstharsbekleding bestaat bijvoorbeeld uit polyesterhars, epoxyhars, polyurethanhars, acrylhars of dergelijke. Bij voorkeur wordt gewerkt met een polyesterhars.

15 In het kader van de (uit de praktijk) bekende maatregelen volgens de aanhef, wordt de corrosiebestendige kunstharsbekleding rechtstreeks op het gereinigde oppervlak aangebracht, bijvoorbeeld opgespoten. De corrosiebestendige kunstharsbekleding kan in het kader van de maatregelen volgens 20 de aanhef echter ook door oprollen, met behulp van een verf-werkwijze of met behulp van een plamuurwerkwijze worden aangebracht. De bekende maatregelen zijn niet vrij van nadelen. Zowel dikke als ook dunne corrosiebestendige kunstharsbekledingen vertonen afhankelijk van de tijd een slechte hechting 25 en raken snel los van het oppervlak van de betonconstructie. Volgens een niet tot de stand der techniek behorend inzicht, van welke de uitvinding uitgaat, is dit losraken gebaseerd op het volgende fenomeen: beton is weliswaar ondoorlatend voor water in vloeibare vorm, echter doorlatend voor water-30 damp. Diffusieprocessen, waarbij water in de dampvormige fase vanuit de bodem door de wand van de betonnen buis naar het inwendige oppervlak wordt getransporteerd, veroorzaken direkt in de kontaktzone tussen de corrosiebestendige kunstharsbekleding en het betonoppervlak een opeenhoping van water, te meer f:Λ % & Ί & - 2 - daar de stoomfase hier condenseert. De druk achter de kunst-harsbekleding wordt na een tijd zo groot, dat deze de hecht-treksterkte van de corrosiebestendige kunstharsbekleding op de betonondergrond overschrijdt.

5 De uitvinding beoogt, de in de aanhef genoemde werkwijze zodanig te ontwikkelen, dat de corrosiebestendige kunstharsbekleding een langdurige hechting vertoont en door de zich opbouwende druk achter de kunstharsbekleding niet meer wordt losgedrukt.

10 Hiertoe heeft de werkwij ze volgens de uitvinding het kenmerk, dat op het gereinigde oppervlak eerst een vezel-spuitbetonlaag wordt aangebracht, die uit zijn spuitbeton-oppervlak uitstekende vezeldelen bezit, dat op het spuit-betonoppervlak de corrosiebestendige kunstharsbekleding 15 wordt aangebracht en dat de vezeldelen tijdens het aanbrengen van deze kunstharsbekleding worden verankerd in de kunstharsbekleding.

In het feit, dat tijdens het aanbrengen van dè kunstharsbekleding de vezeldelen in de kunstharsbekleding 20 worden verankerd, komt tot uitdrukking, dat deze kunstharsbekleding tijdens het aanbrengen niet een te grote viscositeit mag bezitten. Volgens de uitvinding wordt de in het kader van de bekende maatregelen als schadelijk werkende diffusiestro-ming van de waterdamp, die zonder aanzienlijke moeite van 25 buitenaf niet kan worden tegengegaan, toegelaten of tenminste op de koop toegenomen. In ieder geval wordt ervoor gezorgd, dat de losdrukkende werking daarvan binnen achter de corrosiebestendige kunstharsbekleding door geschikte technische maatregelen niet meer vernielend kan werken. Eventueel drukt 30 door het beton diffunderend water de corrosiebestendige kunstharsbekleding al naar gelang de vrijheidsgraad, die door de vezelverankering wordt gerealiseerd, enigszins los van het oppervlak van de vezelspuitbetonlaag, waarbij de druk echter wordt verlaagd en het water tussen het beton en de kunsthars-35 bekleding kan wegvloeien. De corrosiebestendige kunstharslaag zelf is voldoende beschermd tegen losraken, omdat de uit het beton stekende vezels in de kunstharsbekleding zijn gebonden p s f, s .j

** "J 'J 0 O J J

- 3 - ; en dientengevolge het grote aantal vezels de kunstharsbekleding op vele plaatsen verankeren. Het aantal aan de spuit-betonlaag toegevoegde vezels hangt af van de speciale omstandigheden. Wanneer men bijvoorbeeld met glasvezels werkt, 5 zijn in het algemeen ongeveer 25 kg glasvezels per m3 spuit-beton voldoende. De vezelspuitbetonlaag wordt bijvoorbeeld met een dikte van 5 mm aangebracht.

In het bijzonder bestaan in het kader van de uitvinding diverse mogelijkheden voor de verdere uitvoering en 10 vormgeving. Een voorkeursuitvoeringsvorm, die wordt gekenmerkt door een extreme standtijd van de gehele bekleding uit vezelspuitbetonlaag en corrosiebestendige kunstharsbekleding, heeft als kenmerk, dat een vezelspuitbetonlaag op polymeer-cement-concrete-basis wordt aangebracht. De vezelspuitbeton-15 laag kan zijnerzijds uit meer lagen bestaan. Het is ook mogelijk, dat onder deze een spuitbetonlaag is aangebracht, die geen vezels bezit. In het algemeen zal men een vezelspuitbetonlaag met ingebedde uitstekende kunstharsvezels, bijvoorbeeld PVC-vezels, aanbrengen. Om te bereiken, dat de 20 vezels voldoende vrijliggen, wordt volgens de uitvinding voorgesteld, dat de vezelspuitbetonlaag na het aanbrengen oppervlakteverwijderend wordt nabehandeld en daardoor vezel-delen van de spuitbetonlaag worden blootgelegd.

Daarbij is het bijvoorbeeld mogelijk, dat direkt na 25 het aanbrengen op het oppervlak van de vezelspuitbetonlaag een bindingsvertrager wordt aangebracht en na voldoende hydratie van de rest van de vezelspuitbetonlaag de oppervlak-telaag wordt afgespoeld. Hierbij is het van voordeel, wanneer een corrosiebestendige kunstharsbekleding wordt aangebracht, 30 die zijnerzijds een vezelvulling, bijvoorbeeld een glasvezel-vulling, bezit. De corrosiebestendige kunstharsbekleding kan ook zijn opgebouwd uit meerdere lagen, die vanzelfsprekend zelf uit kompatibele kunsthars bestaan. In het algemeen zal men de corrosiebestendige kunstharsbekleding afsluitend ver-35 zegelen met een verzegelingshars.

De bereikte voordelen bestaan daaruit, dat een volgens de werkwijze volgens de uitvinding aangebrachte corrosie- 35 0.335 1 . . - 4 - « bestendige kunstharsbekleding zeer duurzaam hecht en niet meer wordt aangetast door waterdampdiffusie.

Uitvoeringsvoorbeeld

Op een, door middel van een hogedruk waterstraal 5 gereinigde of gezandstraalde ondergrond van een afvalwater-verzamelbuis wordt een kunststof bevattende, cement gebonden spuitbeton met een dikte van 5 mm aangebracht. Het is duidelijk, dat van tevoren de krimpholten zijn gerepareerd.

Na een standtijd van ongeveer 1 uur wordt een vezel-10 spuitbeton met een maximale korrelgrootte van 8 mm onder toevoeging van geschikte vezels, bijvoorbeeld glasvezels of kunststofvezels, aangebracht. De vezelhoeveelheid moe't ongeveer 25 kg per kubieke meter spuitbeton bedragen.

Teneinde een hechtende verbinding voor de voorge-15 ziene kunstharsbekleding te bereiken, wordt het oppervlak op speciale wijze behandeld, namelijk door het opsproeien van een vertragingsmiddel en het afspoelen van de daarmede vertraagde bovenste spuitbetonlaag. Op deze wijze worden de in het spuitbeton gebonden vezels ter plaatse van het oppervlak 20 zichtbaar en blootgelegd. Na een hydratietijd van ongeveer 14 dagen kan op de aldus voorbehandelde ondergrond een corro-siebestendige kunstharsbekleding uit polyesterhars worden aangebracht. Dit geschiedt op doelmatige wijze in de volgende werkstappen: 25 Eerst wordt een eerste laag voor het vullen van de ondergrond aangebracht, namelijk uit de kunsthars, uit welke de bekleding moet worden opgebouwd. Hierbij wordt ongeveer 300 kg kunsthars per vierkante meter gebruikt. In een volgende kunstharshoeveelheid worden glasvezels verwerkt, die worden 30 afgesneden van een streng. Dit materiaal wordt in een hoeveelheid van 700 gram per vierkante meter aangebracht en vervolgens met een rol gekomprimeerd of aangedrukt. Aansluitend hierop vindt het aanbrengen van een oppervlaktelaag als ver-zegelingslaag plaats, namelijk met een dikte van 0,3 mm. Hier 35 kan de kunsthars een parafine-bijvoeging bezitten. De aan te brengen hoeveelheid bedraagt ongeveer 150 gram per vierkante meter. Het kan doelmatig zijn, om onder de verzegelingslaag nog een tussenlaag uit de kunsthars van de kunstharsbekleding aan herbrengen, namelijk zonder parafinetoevoeging.

S 5 0 a <3 3 i

Claims

1. Werkwijze voor het aanbrengen van een corrosie-bestendige kunstharsbekleding uit een uithardbare kunsthars op het oppervlak van een betonconstructie, in het bijzonder op het inwendige oppervlak van een afvalwaterreservoir, waar-5 bij het oppervlak wordt onderworpen aan een reinigingsbehan-deling en de corrosiebestendige kunstharsbekleding wordt verbonden met het gereinigde oppervlak, m e t h e t kenmerk, dat op het gereinigde oppervlak eerst een vezelspuitbetonlaag wordt aangebracht, die uit zijn spuit- 10 betonoppervlak uitstekende vezeldelen bezit, dat op het spuitbetonoppervlak de corrosiebestendige kunstharsbekleding wordt aangebracht en dat de vezeldelen tijdens het aanbrengen van deze kunstharsbekleding worden verankerd in de kunstharsbekleding .

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een vezelspuitbetonlaag op polymeer-cement-concrete-basis wordt aangebracht.

3. Werkwijze volgens één der conclusies 1 of 2 met het kenmerk, dat een vezelspuitbetonlaag met 20 ingebedde en uitstekende kunstharsvezels, bijvoorbeeld PVC-vezels, wordt aangebracht.

4. Werkwijze volgens ëën der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de vezelspuitbetonlaag na het aanbrengen oppervlakteverwijderend wordt nabehandeld en daardoor 25: vezeldelen van de spuitbetonlaag worden blootgelegd.

5. Werkwijze volgens ëën der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat direkt na het aanbrengen op het oppervlak van de vezelspuitbetonlaag een bindingsvertrager wordt aangebracht en na voldoende hvdratie van de rest van de 30 vezelspuitbetonlaag de oppervlaktelaag wordt afgespoeld.

6. Werkwijze volgens ëën der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat een corrosiebestendige kunstharsbekleding wordt aangebracht, die zijnerzijds een vezelvulling, bijvoorbeeld een glasvezelvulling, bezit.

7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de corrosiebestendige kunstharsbekleding ύ ϋ ; V ; J ., · ' - 6 - uit meerdere lagen uit een kompatibele kunsthars wordt opgebouwd .

8. Werkwijze volgens één der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat de corrosiebestendige kunsthars-5 bekleding afsluitend wordt verzegeld met een verzegelingshars. 85 0 3 3 5 1 ,, £