NL8503125A - Automatische regelschakeling voor remregelinrichtingen. - Google Patents
Automatische regelschakeling voor remregelinrichtingen. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8503125A NL8503125A NL8503125A NL8503125A NL8503125A NL 8503125 A NL8503125 A NL 8503125A NL 8503125 A NL8503125 A NL 8503125A NL 8503125 A NL8503125 A NL 8503125A NL 8503125 A NL8503125 A NL 8503125A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- brake
- vehicle
- coupled
- switch
- relay
- Prior art date
Links
- 230000000717 retained effect Effects 0.000 claims description 2
- 239000012530 fluid Substances 0.000 claims 2
- 230000001133 acceleration Effects 0.000 claims 1
- 238000001514 detection method Methods 0.000 description 9
- 238000010586 diagram Methods 0.000 description 2
- 230000003213 activating effect Effects 0.000 description 1
- 239000003990 capacitor Substances 0.000 description 1
- 230000000881 depressing effect Effects 0.000 description 1
- -1 ferrous metals Chemical class 0.000 description 1
- 238000002955 isolation Methods 0.000 description 1
- 229910052751 metal Inorganic materials 0.000 description 1
- 239000002184 metal Substances 0.000 description 1
- 230000004048 modification Effects 0.000 description 1
- 238000012986 modification Methods 0.000 description 1
- 238000007789 sealing Methods 0.000 description 1
- 229910000679 solder Inorganic materials 0.000 description 1
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60Q—ARRANGEMENT OF SIGNALLING OR LIGHTING DEVICES, THE MOUNTING OR SUPPORTING THEREOF OR CIRCUITS THEREFOR, FOR VEHICLES IN GENERAL
- B60Q11/00—Arrangement of monitoring devices for devices provided for in groups B60Q1/00 - B60Q9/00
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60T—VEHICLE BRAKE CONTROL SYSTEMS OR PARTS THEREOF; BRAKE CONTROL SYSTEMS OR PARTS THEREOF, IN GENERAL; ARRANGEMENT OF BRAKING ELEMENTS ON VEHICLES IN GENERAL; PORTABLE DEVICES FOR PREVENTING UNWANTED MOVEMENT OF VEHICLES; VEHICLE MODIFICATIONS TO FACILITATE COOLING OF BRAKES
- B60T11/00—Transmitting braking action from initiating means to ultimate brake actuator without power assistance or drive or where such assistance or drive is irrelevant
- B60T11/10—Transmitting braking action from initiating means to ultimate brake actuator without power assistance or drive or where such assistance or drive is irrelevant transmitting by fluid means, e.g. hydraulic
- B60T11/103—Transmitting braking action from initiating means to ultimate brake actuator without power assistance or drive or where such assistance or drive is irrelevant transmitting by fluid means, e.g. hydraulic in combination with other control devices
- B60T11/105—Transmitting braking action from initiating means to ultimate brake actuator without power assistance or drive or where such assistance or drive is irrelevant transmitting by fluid means, e.g. hydraulic in combination with other control devices with brake locking after actuation, release of the brake by a different control device, e.g. gear lever
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60T—VEHICLE BRAKE CONTROL SYSTEMS OR PARTS THEREOF; BRAKE CONTROL SYSTEMS OR PARTS THEREOF, IN GENERAL; ARRANGEMENT OF BRAKING ELEMENTS ON VEHICLES IN GENERAL; PORTABLE DEVICES FOR PREVENTING UNWANTED MOVEMENT OF VEHICLES; VEHICLE MODIFICATIONS TO FACILITATE COOLING OF BRAKES
- B60T7/00—Brake-action initiating means
- B60T7/12—Brake-action initiating means for automatic initiation; for initiation not subject to will of driver or passenger
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60W—CONJOINT CONTROL OF VEHICLE SUB-UNITS OF DIFFERENT TYPE OR DIFFERENT FUNCTION; CONTROL SYSTEMS SPECIALLY ADAPTED FOR HYBRID VEHICLES; ROAD VEHICLE DRIVE CONTROL SYSTEMS FOR PURPOSES NOT RELATED TO THE CONTROL OF A PARTICULAR SUB-UNIT
- B60W10/00—Conjoint control of vehicle sub-units of different type or different function
- B60W10/04—Conjoint control of vehicle sub-units of different type or different function including control of propulsion units
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60W—CONJOINT CONTROL OF VEHICLE SUB-UNITS OF DIFFERENT TYPE OR DIFFERENT FUNCTION; CONTROL SYSTEMS SPECIALLY ADAPTED FOR HYBRID VEHICLES; ROAD VEHICLE DRIVE CONTROL SYSTEMS FOR PURPOSES NOT RELATED TO THE CONTROL OF A PARTICULAR SUB-UNIT
- B60W10/00—Conjoint control of vehicle sub-units of different type or different function
- B60W10/18—Conjoint control of vehicle sub-units of different type or different function including control of braking systems
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60W—CONJOINT CONTROL OF VEHICLE SUB-UNITS OF DIFFERENT TYPE OR DIFFERENT FUNCTION; CONTROL SYSTEMS SPECIALLY ADAPTED FOR HYBRID VEHICLES; ROAD VEHICLE DRIVE CONTROL SYSTEMS FOR PURPOSES NOT RELATED TO THE CONTROL OF A PARTICULAR SUB-UNIT
- B60W30/00—Purposes of road vehicle drive control systems not related to the control of a particular sub-unit, e.g. of systems using conjoint control of vehicle sub-units
- B60W30/18—Propelling the vehicle
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60W—CONJOINT CONTROL OF VEHICLE SUB-UNITS OF DIFFERENT TYPE OR DIFFERENT FUNCTION; CONTROL SYSTEMS SPECIALLY ADAPTED FOR HYBRID VEHICLES; ROAD VEHICLE DRIVE CONTROL SYSTEMS FOR PURPOSES NOT RELATED TO THE CONTROL OF A PARTICULAR SUB-UNIT
- B60W2540/00—Input parameters relating to occupants
- B60W2540/10—Accelerator pedal position
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60W—CONJOINT CONTROL OF VEHICLE SUB-UNITS OF DIFFERENT TYPE OR DIFFERENT FUNCTION; CONTROL SYSTEMS SPECIALLY ADAPTED FOR HYBRID VEHICLES; ROAD VEHICLE DRIVE CONTROL SYSTEMS FOR PURPOSES NOT RELATED TO THE CONTROL OF A PARTICULAR SUB-UNIT
- B60W2540/00—Input parameters relating to occupants
- B60W2540/12—Brake pedal position
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60W—CONJOINT CONTROL OF VEHICLE SUB-UNITS OF DIFFERENT TYPE OR DIFFERENT FUNCTION; CONTROL SYSTEMS SPECIALLY ADAPTED FOR HYBRID VEHICLES; ROAD VEHICLE DRIVE CONTROL SYSTEMS FOR PURPOSES NOT RELATED TO THE CONTROL OF A PARTICULAR SUB-UNIT
- B60W2540/00—Input parameters relating to occupants
- B60W2540/14—Clutch pedal position
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60W—CONJOINT CONTROL OF VEHICLE SUB-UNITS OF DIFFERENT TYPE OR DIFFERENT FUNCTION; CONTROL SYSTEMS SPECIALLY ADAPTED FOR HYBRID VEHICLES; ROAD VEHICLE DRIVE CONTROL SYSTEMS FOR PURPOSES NOT RELATED TO THE CONTROL OF A PARTICULAR SUB-UNIT
- B60W2720/00—Output or target parameters relating to overall vehicle dynamics
- B60W2720/10—Longitudinal speed
- B60W2720/106—Longitudinal acceleration
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Transportation (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Automation & Control Theory (AREA)
- Regulating Braking Force (AREA)
- Lighting Device Outwards From Vehicle And Optical Signal (AREA)
- Valves And Accessory Devices For Braking Systems (AREA)
- Control Of Driving Devices And Active Controlling Of Vehicle (AREA)
Description
-1- % ,t
Automatische regelschakeling voor remregelinrichtingen
De onderhavige uitvinding betreft een automatische regelschakeling voor remregelinrichtingen die in auto's gebruikt worden en meer in het bijzonder de automatische regelschakeling voor remregelinrichtingen die een remregelsysteem, 5 relais binnen het systeem, lichtlampen en beweging van onderdelen wanneer een auto geremd wordt, regelen.
In het algemeen, teneinde een bewegend voertuig te remmen, drukt de bestuurder een rempedaal en een koppelpedaal op hetzelfde moment in. De drukschakelaar van de remregelin-10 richting gaat vervolgens aan en een remlamp en remcontrole-lamp worden aangezet.
Voor het opnieuw wegrijden, lost de bestuurder het rempedaal, drukt het gaspedaal in en lost tegelijkertijd langzaam het koppelpedaal. Vervolgens rijdt de auto weg, 15 wordt aan de remregelinrichting toegevoerde oliedruk weggenomen en worden de remlamp en de remcontrolelamp uitgezet.
Wanneer de bestuurder de auto probeert te parkeren of de auto voor een lange tijd stil te zetten, trekt hij de handrem aan en lost hij het rempedaal. Daarna, wanneer de be-20 stuurder weer probeert weg te rijden, lost hij de parkeerrem en trapt hij op het gaspedaal terwijl hij langzaam het koppelpedaal lost.
Wanneer de bestuurder probeert weg te rijden na gestopt te zijn op een omhoog lopende weg, schakelt de bestuur-25 der de lage versnelling in, lost het rempedaal en trapt op het gaspedaal terwijl hij tegelijkertijd het koppelpedaal loslaat, waarna de auto wegrijdt. Op dit moment, indien de bestuurder het koppelpedaal te snel lost, slaat de motor van de auto af. Anderzijds, indien de bestuurder het koppelpedaal 30 te langzaam lost, rolt de auto achterwaarts, hetgeen mogelijkerwijs ongelukken met zich daarachter bevindende auto's oplevert. Voor het voorkomen van deze ongelukken zijn geoefende handigheid en een in hoge mate ontwikkelde vaardigheid vereist voor de bestuurders.
35 Het doel van de onderhavige uitvinding is een re gelschakeling voor een remregelinrichting, relais rond de inrichting, lichtlampen en andere onderdelen die onder ver- * ί -2- schillende omstandigheden verschillend bediend moeten worden, te verschaffen (bijvoorbeeld remmen terwijl er gereden wordt, remmen om te stoppen, het lossen van het rempedaal na remmen, het wegrijden, het parkeren na remmen en werking wanneer de 5 auto stopt in de halfautomaat, enz.)·
Bij de onderhavige uitvinding wordt een binnen het hydraulische systeem van de remregelinrichting geplaatste afsluiter bediend door een functiesolenoïde, telkens wanneer de bestuurder op het rempedaal en het koppelpedaal trapt. Door 10 het drukken tegen een klepzitting, isoleert de klep de hydraulische weg tussen de remhoofdcilinder en de remwielcilin-der. Wanneer de bestuurder het rempedaal lost, wordt de aan de functiesolenoide toegevoerde stroom afgesneden, maar blijft de klep op de zitting en wordt remdruk vastgehouden.
15 Door de werking van een door een losrelais be stuurde lossolenoïde wordt de klep geopend en wordt de druk weggenomen. Het losrelais wordt bediend door op de gas- en koppelpedalen aangesloten schakelaars alsmede door een snel-heidsrelais dat werkt, wanneer het voertuig beweegt. Zodoende 20 wordt, wanneer het voertuig stilstaat, de remdruk vastgehouden, maar wanneer de bestuurder het koppelpedaal lost, terwijl hij op het gaspedaal trapt, werken de gas- en koppelpedalen voor het bedienen van het losrelais, dat op zijn beurt de lossolenoïde doet lossen voor het openen van de afsluiter 25 en het wegnemen van remdruk. Wanneer het voertuig in beweging is, voorkomt het snelheidsrelais continue werking van de remmen na het remmen terwijl de auto beweegt.
De koplampen kunnen ook worden bestuurd door het systeem. Het snelheidsrelais wordt zodanig met een koplampre-30 lais gekoppeld, dat wanneer de hoofdkoplampschakelaar aangezet is en het voertuig in beweging is, de koplampen kunnen werken, maar wanneer het voertuig stopt, wordt het koplampre-lais bedient en wordt de stroom naar de koplampen afgesneden. Zodoende worden, wanneer het voertuig in beweging is, de 35 koplampten automatische afgezet, maar worden, wanneer de auto stopt de koplampen aangezet. Verdere voordelen, kenmerken en details van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden aan de hand van een tekening, waarin tonen: % · -3- fig.1 een schakelschema volgens de onderhavige uitvinding; fig.2 een schakelingstoestand, wanneer geremd wordt terwijl een auto doorloopt.
5 fig.3 schakelingstoestanden, wanneer een auto tot een volledige stilstand geremd wordt? fig.4 schakelingstoestanden bij lossen van het rempedaal, nadat de auto stopt; fig.5 schakelingstoestanden, wanneer de auto weder-10 om in beweging komt; fig.6 schakelingstoestanden bij het parkeren van een auto, na het tot stilstand remmen; en fig.7 schakelingstoestanden bij het stoppen onder halfautomatische werking.
15 Figuur 1 toont een compleet schakelingsschema van de onderhavige uitvinding.
Een remregelinrichting bestaande uit een afsluitli-chaam 24, een kleine veer 25, een plunjer 26, non-ferro metalen 27, een afsluiter 28, een grote veer 29, een klepzitting 20 30, een hoofdremcilinder 31, een rempedaal 40 en een wielrem-cilinder 41, is aangesloten op een relaisregelschakeling 1 bestaande uit een lichtsysteem en een veelvoud van relais en schakelaars, zoals hierna beschreven zal worden, en een de-tectiedeel voor rotatiesnelheid 2, die een puls levert, wan-25 neer de auto in beweging is.
Het detectiedeel voor rotatiesnelheid 2 is aangesloten op een spoel op een spoel of een snelheidsrelais 3, een diode D12 die een diode Dll aansluit, een aansluitschake-laar van een snelheidsrelais 3, een hoofdschakelaar 39 die 30 een stroom aan of uit zet in overeenstemming met rotatie van een snelheidssensor 38, een automatische koplampschakelaar 33 en een spoel of een koplamprelais 35.
De aansluitschakelaar van het bovengenoemde snelheidsrelais 3 is aangesloten op een transistor TR3, een diode 35 D13, een automatische remschakelaar 4 en een automatische koplampschakelaar 33.
De automatische remschakelaar 4 is aangesloten op de automatische koplampschakelaar 33 die op haar beurt op de » i -4- spoel van het koplamprelais 35, een verbindingsschakelaar van een parkeerrelais 10, een drukschakelaar 5, een diode D9 die op de diode D9 is aangesloten en een spoel of functie relais aangesloten.
5 Een drukschakelaar 5 is op een condensator C8, een weerstand R12, transistors TR3 en TR4, een spoel of een los relais 11, een verschillende aansluitschakelaar of parkeerre-lais 10 die een diode D14 aansluit, een remlamp 16, een weerstand R13 en een diode D12 aangesloten.
10 De verschillende aansluitschakelaar van het par- keerrelais 10 is aangesloten op een parkeercontrolelamp 5 die een weerstand R10 aansluit.
Een drukschakelaar 20 en de bovengenoemde remcon-trolelamp 9 zijn op een functiecontrolelamp 6 en een zoemer 7 15 aangesloten en de spoel van het parkeerrelais 10 is op een diode D7 aangesloten, die direkt met een parkeerschakelaar 13 die een diode D10, een parkeercontrolelamp 14 en een opslag-batterij 15 aansluit, verbonden.
De verbindingsschakelaar van het bovengenoemde los-20 relais 11 is op een transistor TR4, een opslagbatterij 15, een drukschakelaar 20, een lossolenolde 21 en een functiere-lais 12 aangesloten.
De bovengenoemde verbindingsschakelaar van het functierelais 12 is op een functiesolenoïde 22 aangesloten 25 die op een lossolenolde 21, een transistor TR6 die een weerstand R14, een weerstand R15 en een variabele weerstand 8 aansluit, aangesloten.
De spoel van het losrelais 11 is op een gasschakelaar 18 aangesloten, die op haar beurt op een koppelbegren-30 zingsschakelaar 19, een transistor TR5, een remschakelaar 23 en de spoel van het functierelais 12 achtereenvolgens is aangesloten .
De verbindingsschakelaar van het parkeerrelais 10 is op een sleutelschakelaar 32 en een opslagbatterij 15 in 35 die volgorde aangesloten, en een koplamprelais 35 is op een koplampschakelaar 34 in serie met een opslagbatterij 15 en op een koplamp 36 in parallel met een koplampcontrolelamp 37 aangesloten.
» * -5-
De regelschakeling 1 is niet geactiveerd, wanneer de auto geparkeerd is, maar indien de bestuurder een sleutel in de sleutelschakelaar 32 steekt voor het starten en deze voor het maken van contact draait, wordt de relaisregelscha-5 keling 1 en het detectiedeel voor rotatiesnelheid 2 met een stroom bekrachtigd. Zodoende werkt, wanneer de auto beweegt, de relaisregelschakeling 1.
Op dit moment draait snelheidssensor 38 rond en wordt de stroom afgesneden en aangesloten bij hoofdschakelaar 10 39 en wordt een puls gegenereerd bij het detectiedeel 2 voor rotatiesnelheid en indien de puls op deze wijze wordt gegenereerd, waarbij een grote stroom bij de spoel van het snel-heidsrelais 3 wordt aangezet, wordt de schakelaar van het snelheidsrelais 3 aangezet.
15 Daarna wordt, indien de auto stopt de schakelaar van het snelheidsrelais 3 afgezet, daar door het detectiedeel 2 voor rotatiesnelheid niet langer een puls wordt gegenereerd.
Bij het bergafwaarts doorlopen of met een versnelde 20 snelheid lopen, wordt, wanneer de bestuurder probeert snelheid te verminderen, een puls bij het detectiedeel 2 voor rotatiesnelheid gegenereerd, zoals boven is genoemd, en wordt een toenemende stroom aan de spoel van het snelheidsrelais 3 toegevoerd. De verbindingsschakelaar in het snelheidsrelais 3 25 wordt aangezet en het snelheidsrelais 3 werkt. Daarna wordt, wanneer de auto compleet stopt, de verbindingsschakelaar van het snelheidsrelais 3 uitgezet, daar geen puls bij het detectiedeel 2 voor rotatiesnelheid wordt gegenereerd.
Bij het doorlopen werkt het functierelais 12 niet, 30 daar de remschakelaar 23 uit is. Wanneer de auto wordt geremd bij het doorlopen zoals getoond is in fig.2, indien de bestuurder op het rempedaal 40 trapt, wordt oliedruk aan de hoofdremcilinder 31 verschaft, wordt de remschakelaar 23 aangezet en wordt drukschakelaar 20 aangezet. Op dit moment 35 wordt stroom van de opslagbatterij 15 aan remcontrolelamp 9 via drukschakelaar 20 en de remlamp 16 via de verschillende aanzetschakelaar van het parkeerrelais 10.
• ί -6-
Indien de bestuurder het rempedaal 40 lost, wordt de oliedruk weggenomen en op hetzelfde moment worden de rem-schakelaar 23 en de drukschakelaar 20 uitgezet en worden rem-controlelamp 9 en remlamp 16 uitgezet.
5 Stroom wordt toegevoerd aan automatische koplamp- schakelaar 33 via de sleutelschakelaar 32. Wanneer de automatische koplampschakelaar in de in fig.2 getoonde stand is, stroomt stroom van punt C naar punt D van automatische kop-lampschakelar 33 naar de verbindingsschakelaar van het snel-10 heidsrelais 3. Vanaf de verbindingsschakelaar van het verbin-dingsrelais 3, stroomt stroom terug naar de automatische koplampschakelaar 33 en door de spoel van het koplamprelais 35 en vervolgens naar aarde 17. Stroom wordt vanaf de koplampschakelaar 34 en via de verbindingsschakelaar van het kop-15 lamprelais 35 aan koplamp 36 en koplampcontrolelamp 37 toegevoerd.
Zoals getoond is in fig.2 bevindt zich, wanneer het voertuig beweegt, de verbindingsschakelaar van het snelheids-relais 3 in de bovenste stand, waardoor stroom naar de auto-20 matische koplampschakelaar 33 en de spoel van koplamprelais 35 wordt afgesneden. Zodoende is verbindingsschakelaar van het koplamprelais 35 in zijn onderste stand en kan stroom van de opslagbatterij 15 via de koplampschakelaar 34 naar koplamp 36 en koplampcontrolelamp 37 stromen.
25 Wanneer het voertuig echter stopt, snijdt detectie- deel voor rotatiesnelheid 2 stroom naar snelheidsrelais 3 af en keert de verbindingsschakelaar van het snelheidsrelais 3 naar zijn onderste stand terug. Zodoende stroomt, wanneer het voertuig tot staan wordt geremd, stroom vanaf de opslagbatte-30 rij 15 door drukschakelaar 20, parkeerrelais 10, snelheidsrelais 3, automatische koplampschakelaar en de spoel van het koplamprelais 35, hetgeen de verbindingsschakelaar van koplamp 35 zijn bovenste stand doet innemen. Dit doet stroom van de opslagbatterij 15 van de koplamp 36 en de koplampcontrole-35 lamp 37 afsnijden, hetgeen deze doet uitzetten.
Wanneer de auto wederom wegrijdt, wordt wederom stroom naar snelheidsrelais 3 toegevoerd, neemt de verbin-dingschakelaar van het snelheidsrelais 3 opnieuw zijn boven t » -7- ste stand in, wordt liet koplamprelais 35 gedeactiveerd en kan stroom wederom naar koplamp 36 en koplampcontrolelamp 37 stromen.
Figuur 3 toont schakelingswerkingstoestanden, wan-5 neer de auto tot stilstaan wordt geremd.
Indien de auto na Tiet remmen compleet tot stilstaan wordt gebracht, stopt de snelheidssensor 38 met draaien, hetgeen het detectiedeel voor rotatiesnelheid 2 het genereren van pulsen doet stoppen. Dit snijdt stroom naar de spoel van 10 het snelheidsrelais 3 af en de verbindingsschakelaar van het snelheidsrelais 3 neemt wederom zijn onderste stand in.
Op dit moment treedt, wanneer de bestuurder op het rempedaal 40 trapt, remwerking op, daar oliedruk aan de hoof-dremcilinder 31 en de wielremcilinder 41 wordt toegevoerd.
15 Vervolgens wordt stroom van de opslagbatterij 15 aan de rem-controlelamp 9 via drukschakelaar 20 en naar remlamp 16 door de verschillende verbindingsschakelaar van het parkeerrelais 10 toegevoerd.
Op hetzelfde moment wordt stroom aan het koplampre-20 lais 35 toegevoerd. Het koplamprelais 35 wordt geactiviveerd, hetgeen stroom naar koplamp 36 en koplampcontrolelamp 37 afsnijdt en deze doet uitzetten.
De stroom door de verbindingsschakelaar van het snelheidsrelais 3 gaat door automatische remschakelaar 4, de 25 spoel van het functierelais 12 en schakelaar 23 en naar transistor TR5. Stroom wordt aan de basis van transistor TR5 vanaf het parkeerrelais 10 en door weerstand R13 toegevoerd. Transistor TR5 wordt aangezet en stroom gaat door de koppel-pedaalbegrenzigsschakelaar 19 naar aarde.
30 De stroom door de spoel van het functierelais 12 activeert deze en doet de verbindingschakelaar zijn bovenste stand aannemen. Dienoverenkomstig wordt stroom aan de func-tiesolenoïde 22 door het functierelais 12 toegevoerd en wordt afsluiter 28 van de remregelinrichting tegen de afsluiterzit-35 ting 30 gedrukt. Dit veroorzaakt een onder druk staand, ge-isoleerd oliepad vanaf de hoofdremcilinder naar de wielremcilinder en remdruk wordt vastgehouden.
* « -8-
Op hetzelfde moment wordt stroom aan functiecontro-lelamp 6 en zoemer 7 toegevoerd, hetgeen deze doet werken.
Zoals in fig.4 getoond is, wordt, wanneer de bestuurder het rempedaal 40 lost, de druk van de hoofdremcilin-5 der weggenomen en wordt remschakelaar 23 uitgezet. De remwer-king wordt echter, vanwege de hydraulische isolatie die teweeg wordt gebracht door het op klepzitting 30 zitten van klep 28, vastgehouden, drukschakelaar 20 blijft aan en rem-lamp 16 en remcontrolelamp 9 blijven aan. Daar drukschakelaar 10 20 aan blijft, wordt stroom nog steeds aan koplamprelais 35 toegvoerd, hetgeen koplamp 36 en koplampcontrolelamp 37 uithoudt .
Daar druk wordt weggenomen bij hoofdremcilinder 31, wordt remschakelaar 23 uitgezet, wordt functierelais 12 gede-15 activeerd en wordt stroom naar functiecontrolelamp 6 en zoemer 7 afgesneden.
' Figuur 5 toont de schakelingswerking, wanneer de bestuurder de auto na het stoppen start.
Indien de bestuurder op het gaspedaal trapt en het 20 koppelpedaal lost, nemen gasschakelaar 18 en de koppelpedaal-begrenzingsschakelaar 19 de getoonde posities in. Stroom van opslagbatterij 15 wordt aan de basis van transistor TR4 via de drukschakelaar 20 en het parkeerrelais 10 toegevoerd, hetgeen transistor TR4 doet aanzetten. Stroom stroomt van op-25 slagbatterij 15 naar de collector van de transistor TR4, door transistor TR4, de spoel van losrelais 11, gasschakelaar 18, koppelpedaalbegrenzingsschakelaar 19 en naar aarde. Door het activeren van losrelais 11 neemt de verbindingsschakelaar zijn bovenste stand in en kan stroom van opslagbatterij 15 30 naar lossolenoïde 21.stromen. In dit geval doet plunjer 26 afsluiter 28 naar afsluitlichaam 24 bewegen, wordt afsluiter 28 van de klepzitting 30 verwijderd, beweegt aan wielremci-linder 41 toegevoerde olie naar hoofdremcilinder 31, wordt de oliedruk weggenomen en worden de remmen gelost.
35 Drukschakelaar 20 wordt dan uitgezet, aan de basis van transistor TR4 toegevoerde stroom wordt afgesneden, los-solenoide 21 wordt gedeactiveerd en remlamp 16 en remcontrolelamp 9 worden uitgezet. Afhankelijke van de mate waarin de bestuurder op het gaspedaal trapt, rijdt de auto weg.
-9-
Wanneer de auto rijdt, wordt snelheidsrelais 3 geactiveerd, wordt stroom naar de spoel van het koplamprelais 35 afgezet en worden koplamp 36 en koplampcontrolelamp 37 aangezet.
5 Figuur 6 toont de schakelingswerking, wanneer de parkeerrem wordt gebruikt na een stop.
Wanneer de bestuurder de parkeerrem bedient, wordt parkeerschakelaar 13 aangezet en doet druk in het systeem drukschakelaar 20 aanzetten. Wanneer drukschakelaar 20 wordt 10 aangezet, kan stroom van opslagbatterij 15 door het geactiveerde parkeerrelais 10 stromen, hetgeen beide verbindings-schakelaars van het parkeerrelais 10 hun onderste standen doet innemen. Dit snijdt stroom naar de rest van de schakeling af, inclusief naar functierelais 12 en losrelais 11. De 15 remlamp 16 wordt uitgezet, maar de remcontrolelamp 9 en de parkeercontrolelamp 14 worden aangezet.
Figuur 7 toont de schakelingswerking irj halfautoraa-tische modes. Wanneer automatische remschakelaar 4 in de in fig.7 getoonde halfautomatische stand wordt gezet, werkt 20 functierelais 12 niet automatisch, maar kan de bestuurder functiesolenolde 22 met de hand bedienen onder gebruikmaking van drukschakelaar 5 indien noodzakelijk.
In deze situatie trapt de bestuurder op het rempedaal 40 en op het koppelpedaal. Stroom wordt naar remcontro-25 lelamp 9 door de onder druk staande schakelaar 20toegevoerd en remcontrolelamp 9 licht op. Op dezelfde wijze stroomt stroom door de verschillende verbindingsschakelaar van het parkeerrelais 10 en licht remlamp 16 op.
Door het indrukken van drukschakelaar 5 stroomt 30 stroom door de spoel van functierelais 12, remschakelaar 23, transistor TR5, koppelpedaalbegrenzingsschakelaar 19 en vervolgens naar aarde. Stroom stroomt door de verbindingschake-laar van het functierelais 12 en naar de functiesolenoïde 22, hetgeen de afsluiter 28 op de afsluitzitting 30 doet zitten, 35 waardoor het hydraulisch systeem geïsoleerd wordt. Daar rem-druk wordt vastgehouden door het op afsluitzitting 30 zitten van afsluiter 28, wordt remwerking vastgehouden, wanneer de bestuurder het rempedaal lost.
-10-
De stroom door de verbindingsschakelaar van het functierelais 12 wordt eveneens toegevoerd voor het doen oplichten van de functiecontrolelamp 6 en het doen klinken van de zoemer 7. Wanneer drukschakelaar 5 wordt gelost, wordt 5 stroom naar het functierelais 12 afgesneden en worden de functiecontrolelamp 6 en de zoemer 7 uitgezet.
Het voorgaande staat automatische werking van een remregelinrichting toe, alsmede relais rond de inrichting, lichtlampen en andere onder verschillende omstandigheden ver-10 schillend te bedienen onderdelen, bijvoorbeeld het remmen bij het doorlopen, het remmen voor het stoppen, het lossen van het rempedaal na het remmen, wegrijden, parkeren na remmen en werking wanneer de auto in de halfautomaat stopt, enz.
Hoewel het bovengenoemde een complete beschrijving 15 van een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is, kunnen verscheidene modificaties worden toegepast. Bijvoorbeeld kunnen de relais worden vervangen door transistors en kunnen andere schakelingscomponenten worden toegevoerd die voeding van de relais en schakelaars in het systeem 20 verkrijgen.
Dientengevolge moet de beschijving niet worden gebruikt voor het begrenzen van de strekking van de uitvinding, die goed naar voren komt in de conclusies.
Claims (8)
1. Automatische regelschakeling voor een remregelinrichting, gekenmerkt door: een remregelinrichting voor het remmen van een voertuig; 5 met de remregelinrichtig gekoppelde middelen voor het onderhouden van een remwerking op het voertuig, wanneer het voertuig gestopt is; met de remregelinrichting gekoppelde middelen voor het lossen van de rem; 10 middelen voor het versnellen van een voertuig; met de versnellingsmiddelen, de remwerking vasthoudende middelen, en de remlosmiddelen gekoppelde middelen die reageren op de versnellingsmiddelen voor het lossen van de rem na voertuigversnelling.
2. Automatische regelschakeling volgens conclusie 1, gekenmerkt door middelen voor het detecteren van voertuigbeweging, die met de remlosmiddelen gekoppeld zijn en die zijn ingericht om de remlosmiddelen te activeren, wanneer het voertuig met een voorgeschreven snelheid beweegt.
3. Automatische regelschakeling volgens conclusie 2r met het kenmerk dat de remregelinrichting omvat: een afsluiterlichaam dat twee einden en een boring daardoorheen heeft; een wielcilinder die aan één einde van het afslui- 25 terlichaam is gekoppeld voor het aanbrengen van remwerking aan een voertuig en die reageert op hydraulische druk; middelen die aan het andere einde van het afslui-terlichaam zijn gekoppeld voor het vermeerderen van de hydraulische druk binnen de remregelinrichting; en 30 een binnen het afsluiterlichaam geplaatste afslui ter die een open en gesloten stand heeft, waarbij hydraulische vloeistof in staat is door de afsluiter in de open stand te stromen en waarbij stroming van hydraulische vloeistof door de afsluiter in de gesloten positie verhinderd wordt.
4. Automatische regelschakeling volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de remvasthoudmiddelen middelen voor het dringen van de afsluiter tot in de gesloten stand daarvan - I _ 12- nadat de hydraulische druk vergroot is, omvatten, zodat hydraulische druk wordt vastgehouden.
5. Automatische regelschakeling volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de remlosmiddelen middelen voor het 5 tot in de open stand dringen van de afsluiter omvatten.
6. Automatische regelschakeling volgens conclusie 2, gekenmerkt door: een stroombron; een met de stroombron gekoppelde lichtpeer; en 10 met de voertuig beweging-detectiemiddelen, de stroombron en de koplampen gekoppelde middelen voor het verhinderen dat stroom naar de koplampen stroomt, wanneer het voertuig stilstaat en voor het toestaan dat de stroom naar de koplampen stroomt, wanneer het voertuig beweegt.
7. Automatische regelschakeling volgens conclusie 2, gekenmerkt door: een met de remregelinrichting gekoppelde stroombron ; en een met de remregelinrichting gekoppelde lichtpeer, 20 waarbij de remregelinrichting toestaat, dat stroom naar de lichtpeer stroomt, wanneer de remregelinrichting een voorgeschreven niveau van hydraulische druk heeft.
8. Automatische regelschakeling volgens conclusie 4, gekenmerkt door: 25 een met de remvasthoudmiddelen gekoppelde stroom bron; en een met de remvasthoudmiddelen gekoppelde zoemer, waarbij de remvasthoudmiddelen toestaan, dat stroom naar de zoemer stroomt, wanneer de remvasthoudmiddelen de afslui-30 ter tot in de gesloten stand daarvan dringen.
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
KR840007181 | 1984-11-14 | ||
KR1019840007181A KR870000554B1 (ko) | 1984-11-14 | 1984-11-14 | 제동 제어장치의 자동 조종회로 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8503125A true NL8503125A (nl) | 1986-06-02 |
Family
ID=19236223
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8503125A NL8503125A (nl) | 1984-11-14 | 1985-11-13 | Automatische regelschakeling voor remregelinrichtingen. |
Country Status (22)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4684177A (nl) |
JP (1) | JPS61181735A (nl) |
KR (1) | KR870000554B1 (nl) |
AR (1) | AR241493A1 (nl) |
AU (1) | AU600887B2 (nl) |
BE (1) | BE903652A (nl) |
BR (1) | BR8505697A (nl) |
CA (1) | CA1275471C (nl) |
DE (1) | DE3540305C2 (nl) |
ES (1) | ES8609072A1 (nl) |
FI (1) | FI81056C (nl) |
FR (1) | FR2573018B1 (nl) |
GB (1) | GB2167144B (nl) |
GR (1) | GR852747B (nl) |
IN (1) | IN164422B (nl) |
IT (1) | IT1202198B (nl) |
MX (1) | MX158808A (nl) |
NL (1) | NL8503125A (nl) |
NZ (1) | NZ214089A (nl) |
PT (1) | PT81483B (nl) |
SE (1) | SE468041B (nl) |
ZA (1) | ZA858645B (nl) |
Families Citing this family (28)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
JPS62292540A (ja) * | 1986-06-12 | 1987-12-19 | Isuzu Motors Ltd | 制動力保持制御装置 |
DE3621076A1 (de) * | 1986-06-24 | 1988-01-14 | Opel Adam Ag | Bremsvorrichtung fuer fahrzeuge mit anfahrhilfevorrichtung |
US5209329A (en) * | 1987-08-28 | 1993-05-11 | Robert Bosch Gmbh | Automatic locking brake |
DE3728709A1 (de) * | 1987-08-28 | 1989-03-09 | Bosch Gmbh Robert | Automatische feststellbremse |
JPH0317964U (nl) * | 1988-11-03 | 1991-02-21 | ||
WO1991004889A1 (en) * | 1989-09-28 | 1991-04-18 | Kia Motors Corporation | Electronic control system for automobile |
DE4203541B4 (de) * | 1992-02-07 | 2006-07-06 | Zf Friedrichshafen Ag | Anfahrhilfe für eine fluidbetätigte Bremsvorrichtung eines Fahrzeuges |
IT1259149B (it) * | 1992-09-04 | 1996-03-11 | Dispositivo automatico di stazionamento temporaneo per automezzi | |
WO1995003965A1 (en) * | 1993-07-30 | 1995-02-09 | Jose Maria Stigliano | Automatic brake holding system |
DE19504411B4 (de) * | 1995-02-10 | 2007-06-06 | Knorr-Bremse Systeme für Nutzfahrzeuge GmbH | Verfahren und Vorrichtung zur Anzeige eines Bremsvorgangs bzw. einer Bremspedalbetätigung |
DE19523235A1 (de) * | 1995-06-27 | 1997-01-02 | Nikolaus Scholpp | Elektronisch geregeltes Bremssystem |
JP3596138B2 (ja) * | 1996-01-29 | 2004-12-02 | トヨタ自動車株式会社 | 発進クラッチを備えた車両におけるブレーキ力制御装置 |
DE19611359C1 (de) * | 1996-03-22 | 1997-08-28 | Daimler Benz Ag | Verfahren zum Verhindern unbeabsichtigten Wegrollens eines Fahrzeugs |
JP3861321B2 (ja) * | 1996-05-02 | 2006-12-20 | トヨタ自動車株式会社 | ハイブリッド車 |
JP3255012B2 (ja) * | 1996-05-02 | 2002-02-12 | トヨタ自動車株式会社 | ハイブリッド車 |
DE19621628A1 (de) * | 1996-05-30 | 1997-12-04 | Bosch Gmbh Robert | Verfahren und Vorrichtung zur Steuerung der Bremsanlage eines Fahrzeugs |
DE19630871A1 (de) * | 1996-07-31 | 1998-02-05 | Bayerische Motoren Werke Ag | Verfahren zum kurzzeitigen Anhalten eines Fahrzeuges |
DE19838885A1 (de) | 1998-08-27 | 2000-03-02 | Bosch Gmbh Robert | Verfahren und Vorrichtung zur Sicherstellung des Stillstandes eines Fahrzeugs, insbesondere in Verbindung mit einer Steuerung der Geschwindigkeit des Fahrzeugs |
US6097156A (en) * | 1999-02-22 | 2000-08-01 | Diep; Michael T. | Switching control system for automatically turning headlights off and on at intersections |
US6367891B1 (en) * | 2000-09-25 | 2002-04-09 | General Electric Company | Apparatus and method for determining direction of locomotive travel during dynamic braking |
DE10063062A1 (de) * | 2000-12-18 | 2002-06-20 | Lucas Varity Gmbh | Verfahren und Vorrichtung zum Steuern einer Bremsausrüstung eines Kraftfahrzeuges |
US7934589B2 (en) * | 2008-01-24 | 2011-05-03 | Eaton Corporation | Foundation brake hill start aide system |
WO2012049649A1 (en) * | 2010-10-13 | 2012-04-19 | Agricultural And Industrial Mechanisation Group (Proprietary) Limited | Fail-safe brake system |
DE102011110913A1 (de) * | 2011-08-18 | 2013-02-21 | Audi Ag | Verfahren zum Verzögern eines Fahrzeugs |
DE102013213381A1 (de) * | 2012-07-27 | 2014-01-30 | Continental Teves Ag & Co. Ohg | Vorrichtung für ein Zwei- oder Dreirad-Fahrzeug, Bremssystem und Verfahren |
CN104175936B (zh) * | 2014-08-22 | 2016-05-18 | 中国重汽集团成都王牌商用车有限公司 | 防止自卸车行驶中货箱自行举升的控制系统 |
JP2021017194A (ja) * | 2019-07-23 | 2021-02-15 | トヨタ自動車株式会社 | 操作部制御装置及び車両制御システム |
CN112339656B (zh) * | 2020-11-10 | 2023-02-21 | 南昌智能新能源汽车研究院 | 一种多模块触发车辆高位制动灯的控制方法 |
Family Cites Families (20)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB694541A (en) * | 1950-11-15 | 1953-07-22 | Wagner Electric Corp | Improvements in or relating to automotive vehicles, a creep-preventing system for automotive vehicles and a vehicle braking system |
US2740009A (en) * | 1952-06-14 | 1956-03-27 | Gaylord Prod Inc | Switch for anti-creep device |
GB736727A (en) * | 1953-05-12 | 1955-09-14 | Minnesota Automotive Inc | Control mechanism for preventing motor vehicles from creeping with provision for maintaining a constant restraining force |
JPS436169Y1 (nl) * | 1966-01-09 | 1968-03-19 | ||
US3893698A (en) * | 1972-06-12 | 1975-07-08 | Fail Safe Brake Corp | Brake control apparatus |
US3895698A (en) * | 1972-06-12 | 1975-07-22 | Fail Safe Brake Corp | Brake control apparatus |
DE2243345A1 (de) * | 1972-09-02 | 1974-03-14 | Riesenberg Klaus Otto Dr Ing | Selbsttaetige schaltsteuerung fuer den schalterstromkreis von stromverbrauchern in kraftfahrzeugen |
GB1379352A (en) * | 1973-05-04 | 1975-01-02 | Safety Drive Ind Co Ltd | Auxiliary safety device for braking systems |
JPS5144683U (nl) * | 1974-09-30 | 1976-04-02 | ||
JPS51112028A (en) * | 1975-03-27 | 1976-10-04 | Mizuno Kogeisha:Goushi | Vehicular braking mechanism |
FR2315087A1 (fr) * | 1975-06-18 | 1977-01-14 | Wabco Westinghouse | Dispositif de controle de la force d'application d'un verin |
US4076093A (en) * | 1976-03-31 | 1978-02-28 | Goshi Kaisha Mizuno Kogeisha | Braking control apparatus for a vehicle |
AU7324381A (en) * | 1981-04-20 | 1982-11-04 | Fail Safe Industries Inc. | Control system for vehicle brake valve |
US4446950A (en) * | 1981-12-03 | 1984-05-08 | Fail Safe Industries, Inc. | Brake control apparatus |
US4518067A (en) * | 1982-01-22 | 1985-05-21 | Transtech Industrial Corporation | Automobile brake device |
US4515259A (en) * | 1982-07-07 | 1985-05-07 | Kia Industrial Co., Inc. | Clutch-operated hill holder brake system |
JPS5911953A (ja) * | 1982-07-12 | 1984-01-21 | Akebono Brake Ind Co Ltd | 車両用オ−トストツプバルブ |
JPS5923760A (ja) * | 1982-07-29 | 1984-02-07 | Akebono Brake Ind Co Ltd | 車両用オ−トストツプバルブ |
AU557685B2 (en) * | 1983-06-29 | 1987-01-08 | Isuzu Motors Ltd. | Apparatus for maintaining vehicle braking force |
JPS6012352A (ja) * | 1983-07-01 | 1985-01-22 | Niles Parts Co Ltd | 自動車用ヘツドライト制御装置 |
-
1984
- 1984-11-14 KR KR1019840007181A patent/KR870000554B1/ko not_active IP Right Cessation
-
1985
- 1985-11-06 NZ NZ214089A patent/NZ214089A/xx unknown
- 1985-11-07 FI FI854374A patent/FI81056C/fi not_active IP Right Cessation
- 1985-11-08 IN IN803/CAL/85A patent/IN164422B/en unknown
- 1985-11-08 AR AR85302206A patent/AR241493A1/es active
- 1985-11-08 CA CA000494964A patent/CA1275471C/en not_active Expired - Lifetime
- 1985-11-11 ES ES548748A patent/ES8609072A1/es not_active Expired
- 1985-11-11 ZA ZA858645A patent/ZA858645B/xx unknown
- 1985-11-12 BR BR8505697A patent/BR8505697A/pt not_active IP Right Cessation
- 1985-11-12 JP JP60252096A patent/JPS61181735A/ja active Granted
- 1985-11-12 SE SE8505343A patent/SE468041B/sv not_active IP Right Cessation
- 1985-11-12 GB GB08527834A patent/GB2167144B/en not_active Expired
- 1985-11-12 US US06/797,091 patent/US4684177A/en not_active Expired - Lifetime
- 1985-11-13 NL NL8503125A patent/NL8503125A/nl not_active Application Discontinuation
- 1985-11-13 AU AU49831/85A patent/AU600887B2/en not_active Ceased
- 1985-11-13 FR FR858516759A patent/FR2573018B1/fr not_active Expired - Lifetime
- 1985-11-13 MX MX583A patent/MX158808A/es unknown
- 1985-11-13 GR GR852747A patent/GR852747B/el unknown
- 1985-11-13 PT PT81483A patent/PT81483B/pt not_active IP Right Cessation
- 1985-11-13 DE DE3540305A patent/DE3540305C2/de not_active Expired - Fee Related
- 1985-11-14 BE BE0/215873A patent/BE903652A/fr not_active IP Right Cessation
- 1985-11-14 IT IT03606/85A patent/IT1202198B/it active
Also Published As
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8503125A (nl) | Automatische regelschakeling voor remregelinrichtingen. | |
US5381135A (en) | Vehicle deceleration alerting device | |
NL8402347A (nl) | Automatisch remregelsysteem. | |
KR101014135B1 (ko) | 역회전 방지 장치를 제어하기 위한 방법 및 장치 | |
US5491466A (en) | Clutch and throttle responsive brake light control apparatus and method | |
US3433336A (en) | Throttle operated brake holder | |
US6659245B1 (en) | One wheel brake system of automobile | |
US3821701A (en) | Automobile deceleration indicating device | |
US20050200196A1 (en) | Pressure locking master cylinder | |
JPH0568396B2 (nl) | ||
FR2476564A1 (fr) | Dispositif signalant la deceleration, l'arret brusque et le stationnement accidentel pour vehicules automobiles | |
JP2000335387A (ja) | 車両のブレーキシステム | |
JPH054446Y2 (nl) | ||
KR900001945Y1 (ko) | 자동차 제동시에 브레이크등의 조기점등장치 | |
AU631998B2 (en) | Automatic pre-braking system | |
EP0589885A1 (en) | Electrical system for advanced activation of automotive brake-lights and its configuration | |
KR910001453Y1 (ko) | 자동차용 역진제어 장치 | |
JPS6228667Y2 (nl) | ||
KR920005204Y1 (ko) | 차량의 경사길 정차 후 재출발시의 역진방지장치 | |
JPH034592Y2 (nl) | ||
KR0181244B1 (ko) | 비상등 자동 점등장치 | |
KR0184842B1 (ko) | 자동차의 주차보조장치 | |
KR0146005B1 (ko) | 자동차의 전조등 자동 점·소등장치 | |
FR2843346A1 (fr) | Feu de detection de mouvement et de ralentissement | |
FR2651189A1 (fr) | Dispositif de feu de signalisation destine a equiper un vehicule automobile pour signaler une deceleration de celui-ci. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |