NL8501973A - Grondbewerkingsmachine. - Google Patents

Grondbewerkingsmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL8501973A
NL8501973A NL8501973A NL8501973A NL8501973A NL 8501973 A NL8501973 A NL 8501973A NL 8501973 A NL8501973 A NL 8501973A NL 8501973 A NL8501973 A NL 8501973A NL 8501973 A NL8501973 A NL 8501973A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
soil cultivation
machine according
cultivation machine
shaft
shaft part
Prior art date
Application number
NL8501973A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8501973A priority Critical patent/NL8501973A/nl
Priority to DE8585201926T priority patent/DE3582720D1/de
Priority to EP85201926A priority patent/EP0183321B1/en
Priority to DE19853541490 priority patent/DE3541490A1/de
Priority to FR8517379A priority patent/FR2573608B1/fr
Publication of NL8501973A publication Critical patent/NL8501973A/nl
Priority to US07/113,392 priority patent/US4775013A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B33/00Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
    • A01B33/08Tools; Details, e.g. adaptations of transmissions or gearings
    • A01B33/082Transmissions; Gearings; Power distribution
    • A01B33/085Transmissions; Gearings; Power distribution specially adapted for tools on a vertical shaft
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B33/00Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs
    • A01B33/06Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs with tools on vertical or steeply-inclined shaft
    • A01B33/065Tilling implements with rotary driven tools, e.g. in combination with fertiliser distributors or seeders, with grubbing chains, with sloping axles, with driven discs with tools on vertical or steeply-inclined shaft comprising a plurality of rotors carried by an elongate, substantially closed transmission casing, transversely connectable to a tractor

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)

Description

; ..................... '·.
* 4 ' '4'
Grondbewerkingsmachine
De uitvinding heeft betrekking op een grondbewerkingsmachine, voorzien van om opwaarts gerichte assen draaibare bewerkingsorganen.
Grondbewerkingsmachines van deze soort heeft 5 men getracht in te zetten voor het loswoelen van de ondergrond. Hierbij werd men geconfronteerd met het feit dat tevens de bovenlaag werd verstoord hetgeen zeer ongewenst is, vooral indien men de ondergrond wil loswoelen op velden waar gewassen groeien, zoals gras.
10 Met de constructie volgens de uitvinding kan men nu een loswoelen van de ondergrond verkrijgen zonder dat daardoor de erboven gelegen grondlaag op ongewenste wijze wordt verstoord.
Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat 15 het grondbewerkingsorgaan hoofdzakelijk uit een zich naar voren en omlaag uitstrekkende aangedreven as bestaat.
Bij toepassing van deze constructie is het gedeelte van het bewerkingsorgaan dat tijdens het bedrijf met een bovenlaag in aanraking komt minimaal waardoor praktisch 20 geen verstoring van de bovenlaag optreedt.
Een verder facet van de uitvinding betreft een grondbewerkingsmachine van bovengenoemde soort waarbij een as van een bewerkingsorgaan op afstand van de legering is gedeeld en een uitwisselbaar einde omvat. Op deze wijze 25 kan men een grondbewerkingsorgaan voorzien van verschillende loswoeldelen, terwijl men bovendien gemakkelijk een beschadigd loswoeldeel kan vervangen.
Een volgend facet van de uitvinding betreft een grondbewerkingsmachine van deze soort waarbij een as van 30 een bewerkingsorgaan een asdeel omvat dat aan twee einden is voorzien van spiebanen. Door toepassing van deze voorziening kan men een gemakkelijke montage van de assen van de bewerkingsorganen verkrijgen, terwijl dit tevens een goede ondersteuning voor een uitwisselbaar einddeel van 35 het bewerkingsorgaan oplevert.
Een laatste facet van de uitvinding betreft een grondbewerkingsmachine van bovengenoemde soort, waarbij ir ƒ *· i* V if ^ .. ’ v?sa 4 + - 2 - het bewerkingsorgaan een as aan een zich in de voortbewe-gingsrichting naar voren uitstrekkende plaatvormige schoep omvat. Op deze wijze kan men de voorzijde van het asvormig bewerkingsorgaan voorzien van middelen met behulp waarvan 5 op zeer intensieve wijze de ondergrond kan worden aangegrepen.
Aan de hand van enkele in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.
10 Figuur 1 geeft in zijaanzicht een grondbewer- kingsmachine volgens de uitvinding weer.
Figuur 2 geeft een aanzicht weer volgens de lijn II - II in fig. 1.
Figuur 3 geeft op grotere schaal een aanzicht 15 weer volgens de lijn III - III in fig. 2.
Figuur 4 geeft een aanzicht weer volgens de pijl IV in fig. 3, terwijl
Figuur 5 op grotere schaal een aanzicht weergeeft volgens de lijn V - V in fig. 2.
20 Figuur 6 geeft op een schaal volgens fig. 3 een tweede uitvoeringsvoorbeeld weer van een bewerkingsorgaan van een machine volgens de uitvinding, terwijl
Figuur 7 een aanzicht weergeeft volgens de pijl VII in fig. 6.
25 De in de figuren weergegeven inrichting betreft een grondbewerkingsmachine, in het bijzonder een machine voor het openbreken van de ondergrond. De machine omvat een zich dwars op de voortbewegingsrichting uitstrekkende, althans nagenoeg horizontaal gelegen kokerbalk 1 die uit 30 twee identieke delen bestaat, welke in hoofdzaak U-vormig zijn en door middel van omgebogen randen en bouten tegen elkaar zijn geklemd. In de kokerbalk 1 zijn op gelijke afstand van elkaar bussen 2 gelegerd. De bussen 2 zijn hierbij in de boven- en onderwand van de kokerbalk 1 door 35 middel van in huizen 3A resp. 4A ondergebrachte legers 3 en 4 ondersteund. Elk van de bussen 2 is aan de buitenomtrek voorzien van spiegangen voor een tandwiel 5, dat zich nabij het midden van de kokerbalk bevindt. De spie- O ^ "i h' ]
Φ " V
- 3 - gangen verlopen vanaf de bovenzijde tot voorbij het midden van elke bus 2.
Tussen twee tandwielen 5 op naast elkaar gelegen bussen 2 zijn twee vrij draaibare tandwielen 6 aangebracht.
5 De tandwielen 6, die een diameter hebben gelijk aan die van de tandwielen 5 zijn door middel van vast aangebrachte assen 7 ondersteund en door middel van boven elkaar gelegen legers 8 op deze assen aangebracht. Elk van de assen 7 is door middel van een moer 9 die op van schroefdraad voor-10 ziene einden van de as is gedraaid in de boven- resp. onderwand van de kokerbalk 1 vastgezet.
De kokerbalk 1 is zodanig opgesteld dat een vlak loodrecht op de langshartlijn van een bus 2 een hoek insluit van +55° met het horizontale vlak. De langshartlijn van 15 de bus is hierbij in de voortbewegingsrichting van de machine schuin naar voren en naar beneden gericht onder een hoek van + 35°. Elke bus 2 is aan de binnenzijde vanaf zijn midden tot de bovenzijde voorzien van spiegangen waarmee spiegangen kunnen samenwerken die zich bevinden aan de 20 bovenzijde van een asdeel 10. Het asdeel 10 is door middel van een aan het boveneinde aangebrachte, van schroefdraad voorziene tap 11, een moer 12, een opsluitplaat 13 en een borgring 14 op het boveneinde van de bus 2 vastgezet. Het asdeel 10 maakt deel uit van een bewerkingsorgaan 15 dat 25 zoals o.a. uit fig. 1 blijkt in hoofdzaak asvormig is.
Het ondereinde van het asdeel 10 is voorzien van een concentrisch ten opzichte van de langshartlijn, welke samenvalt met de langshartlijn van de bus 2 gelegen cylindervormige uitsparing 16. De cylindervormige uitspa-30 ring 16 is aan de binnenzijde voorzien van spiegangen waarmee spiegangen samenwerken op een tap 17, die het boveneinde vormt van een asdeel 18 en welke tap door middel van een pen 19 in de uitsparing is geborgd. Het ondereinde van het asdeel 18 verloopt naar het vrije einde taps over een 35 afstand die +1/3 van de totale lengte van het asdeel bedraagt (fig. 1). Het taps verlopende gedeelte is voorzien van een scherpe punt en van diametraal tegenover elkaar gelegen schoepen 20 die zich vanaf de overgang in een cylin- 8501973 « s.
- 4 - drisch gedeelte tot althans nagenoeg de helft van het taps verlopend gedeelte uitstrekken (fig. 1 en 3).
De schoepen 20 zijn driehoekig, waarbij de driehoek gelijkbenig is en de basis op het taps verlopende gedeelte 5 is bevestigd. De diametraal tegenover elkaar gelegen, uit plaat gevormde schoepen 20 zijn zodanig gebogen dat het geheel propeller-vormig wordt (fig. 3) en de vrije einden van de schoepen in de draairichting B van het bewerkingsor-gaan 15 naar voren zijn gericht (fig. 4).
10 Aan de voorzijde is de kokerbalk 1 ter hoogte van elk van de bewerkingsorganen 15 voorzien van plaatdelen 21 die zich met de onderzijde over een bepaalde afstand langs het asdeel 10 van het bewerkingsorgaan 15 uitstrekken. De plaatdelen 21 vormen afschrapers met behulp waarvan 15 de asdelen 10 tijdens het bedrijf van aanhangende aarde kunnen worden vrijgehouden. De einden van de kokerbalk 1 zijn voorzien van platen 22 die in zijaanzicht sectorvormig zijn waarbij de grootste breedte aan de achterzijde is gelegen.
20 Aan de voorzijde van de kokerbalk 1 zijn nabij de einden zich naar voren uitstrekkende balken 23 aangebracht, waarbij de platen 22 als steunen fungeren. Aan de voorzijde zijn de balken 23 door middel van een balk 24, die zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekt 25 en althans nagenoeg horizontaal is gelegen met elkaar verbonden.
Op gelijke afstand van het midden is de gestelbalk 24 aan weerszijden van het midden voorzien van een steun 25, die zich schuin naar boven en naar achteren uitstrekt.
30 De steun 25 is door middel van een zich schuin naar beneden en naar achteren uitstrekkende steun 26 met de voorzijde van de kokerbalk 1 verbonden. De steunen 25 en 26 zijn zodanig aangebracht dat zij met elkaar een rechthoek insluiten (fig. 1).
35 De voorzijde van de steun 25 is nabij de onder en bovenzijde voorzien van lippen 27 resp. 27A. Aan weerszijden van de lippen 27 en 27A zijn door middel van een as 28, die zich dwars op de voortbewegingsrichting A uit- 8501973 - 5 - strekt en althans nagenoeg horizontaal is gelegen, vrij verzwenkbaar armen 29 aangebracht. De armen 29 zijn door middel van assen 30, die zich evenwijdig aan de assen 28 uitstrekken, vrij verzwenkbaar aangebracht aan oren 31 5 en 31A aan de achterzijde van een steun 32. De steun 32 is aan de onderzijde verbonden met de achterzijde van een rechthoekige bok 33, terwijl de bovenzijde van de steun 32 door middel van een verbindingsdeel 34 met de bovenzijde van de rechthoekige bok 33 is verbonden. Aan de voorzijde 10 is de rechthoekige bok 33 voorzien van aankoppelpunten 35, die een driepuntsbevestiging vormen voor aankoppeling van de inrichting aan de hefinrichting van een trekker.
Tussen de bovenste assen 30 en de onderste assen 28 van elke door de armen 29 gevormde scharnierende vier-15 hoek in de vorm van een parallellogram, is een om een stang 36 aangebrachte drukveer 37 aanwezig, die een vervorming van de scharnierende vierhoek tegengaat.
De balk 24 is ter hoogte van de bewerkingsorganen 15 voorzien van schijfkouters 38. De schijfkouters 38 zijn 20 vrij draaibaar aangebracht tussen de benen van een U-vormige drager 39, welke door middel van een opwaarts gerichte as 40 vrij verzwenkbaar is in een bus 41 bevestigd aan de voorzijde van de gestelbalk 24.
Nabij de voorzijde is elk van de sectorvormige 25 platen 22 voorzien van een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as 42 waarom een zich langs de platen naar achteren uitstrekkende arm 43 vrij verzwenkbaar is aangebracht. Elk van de armen 43 is door middel van een pen 43A, die door een gat in de arm en een van een 30 aantal gaten 45 aan de achterzijde van de platen 22 gestoken kan worden, in meerdere standen brengbaar en vastzetbaar.
Tussen de armen 43 is door middel van legers en assen vrij draaibaar een rol 44 aangebracht, die bij dit uitvoeringsvoorbeeld is uitgevoerd als pakkerrol. Tussen 35 de kransen uitsteeksels 45 van de pakkerrol reiken afstrijkers 46 die zijn aangebracht aan een dwarsbalk 47 en welke zich tussen de einden van de armen 43 bevinden en zich althans nagenoeg dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekken. De einden van de zich schuin naar beneden en
' Ü7J
* - 6 - naar voren uitstrekkende afstrijkers 46 rusten tegen een cylindervormig deel 48 van de pakkerrol 44 in een punt dat op een omtrekshoek van ten minste 45° van het horizontale vlak door de draaiingsas van de rol is gelegen. Het asdeel 5 10 van een van de nabij het midden gelegen asvormige bewer- kingsorganen 15 reikt tot boven de kokerbalk 1 en tot in een op deze balk aangebrachte tandwielkast 49.
Binnen de tandwielkast 49 is op de verlenging een conisch tandwiel 50 aangebracht, dat kan samenwerken 10 met een conisch tandwiel 51 op een zich in de voortbewegings-richting A uitstrekkende as 52, die via een toerenvariator 53 aan de achterzijde van de tandwielkast in aandrijvende verbinding staat met een as 54 die aan de voorzijde buiten de tandwielkast uitsteekt en door middel van een tussenas 15 55 met de aftakas van een trekker koppelbaar is.
De werking van de in het voorgaande beschreven machine is als volgt.
Tijdens het bedrijf is de rechthoekige bok 33 door middel van de aankoppelpunten 35 met de driepuntshefin-20 richting van een trekker gekoppeld en kan het geheel door middel van de trekker worden voortbewogen in een richting volgens pijl A. Hierbij kunnen de onder een hoek van + 35° zich schuin naar beneden en naar voren uitstrekkende in hoofdzaak asvormige bewerkingsorganen 15 in draaing 25 worden gebracht, een en ander zodanig dat deze bewerkingsorganen tijdens het bedrijf in tegengestelde zin B roteren.
De afstand tussen de draaiingsassen van twee naast elkaar gelegen bewerkingsorganen 15 bedraagt +45 cm. Tijdens de beweging door de grond breken de bewerkingsorganen met 30 behulp van de met het puntige einde naar voren gerichte propellervormig uitgevoerde schoepen 20 de ondergrond los, terwijl de daar boven gelegen laag door de bij voorkeur rond uitgevoerde asdelen 10 en 18, die bij voorkeur een diameter van + 50 mm. hebben, praktisch niet wordt verstoord. 35 Door middel van de schijfkouters 38, die zich vóór elk asvormig bewerkingsorgaan 15 bevinden, worden sleuven in de grond getrokken waardoor de verstoring van de bovenlaag door de asdelen 10 nog geringer wordt.
1 873 - 7 -
Zoals uit fig. 1 blijkt, is de voorzijde van een schijfkouter 38 praktisch boven de punt van het asdeel 18 gelegen. Hierdoor ontstaat een goede samenwerking tussen schijfkouter 38 en het bewerkingsorgaan 15.
5 De werkdiepte wordt bepaald door de pakkerrol 44j die door middel van de armen 43 in meerdere standen ten opzichte van de bewerkingsorganen 15 aanbrengbaar is. Tijdens het bedrijf wordt de pakkerrol 44 van aanhangende aarde vrij gehouden door middel van de afschrapers 46.
10 Het door de kokerbalk 1 en de balken 23 en 24 gevormde gestel dat de asvormige bewerkingsorganen 15 en de schijfkouters 38 draagt, kan zich op effectieve wijze aan eventuele bodemoneffenheden aanpassen door middel van de door de armen 29 gevormde scharnierende vierhoek, waarbij 15 een beweging tegen de werking van de tussen de bovenste en onderste scharnierassen 30 resp. 28 aangebrachte veren 37 kan plaatsvinden.
In plaats van de in het voorgaande beschreven uitwisselbare, de schoepen 20 dragende asdelen 18 van de 20 bewerkingsorganen 15, kan men ook een uitwisselbaar asdeel 18A hebben met een uitvoering zoals in de figuren 6 en 7 is weergegeven. Hierbij is een enkele schoep 56 aan een cylindervormig gedeelte van het uitwisselbare asdeel 18A aangebracht, welk gedeelte zich over ongeveer de helft 25 van het asdeel 18A uitstrekt.
Bij dit uitvoeringsvoorbeeld zijn de schoepen 56 in hoofdzaak uitgevoerd als een rechte driehoek waarbij de grootste rechthoekszijde aan het asdeel 18A is bevestigd en de kleinste rechthoekszijde vanaf de bevestiging 30 via een vloeiende kromming overgaat in de hypotenusa, een en ander zódanig dat het bovendeel van de schoep boven de bevestigingsplaats van het asdeel 18A aan het asdeel 10 is gelegen. Ook bij dit uitvoeringsvoorbeeld zijn de schoepen 56 propellervormig en ten opzichte van de draairich-35 ting B naar voren afgebogen.
Bij toepassing van een bewerkingsorgaan met een uitvoering als afgebeeld in de figuren 6 en 7 kan men met het tapsvormige gedeelte een openbreken van de grond verkrijgen 919 73 ψ - δ - waarbij deze binnen het bereik van de er boven gelegen schoep 56 komt, die een grotere druk uitoefent waardoor de totale samenhang van de laag wordt verbroken.
De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande, 5 doch betreft alle details van dé figuren al of niet beschreven.
-Conclusies- 8501973

Claims (25)

1. Grondbewerkingsmachine voorzien van om opwaarts gerichte assen draaibare bewerkingsorganen, met het kenmerk, dat een bewerkingsorgaan hoofdzakelijk uit een zich naar voren en omlaag uitstrekkende aangedreven as bestaat.
2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de as in het gestel is gelegerd, op afstand van zijn legering gedeeld is en voorzien van een uitwisselbaar einde,
3. Grondbewerkingsmachine voorzien van om opwaarts 10 gerichte assen draaibare bewerkingsorganen, met het kenmerk, dat een as van een bewerkingsorgaan op afstand van de legering gedeeld is en een uitwisselbaar einde omvat.
4. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een bewerkingsorgaan twee 15 asdelen omvat, waarvan één asdeel aan zijn einden is voorzien van spiebanen.
5. Grondbewerkingsmachine voorzien van om opwaarts gerichte assen aandrijfbare bewerkingsorganen, met het kenmerk, dat een as van een bewerkingsorgaan een asdeel 20 omvat, dat aan twee einden is voorzien van spiebanen.
6. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat aan het betreffende asdeel een losneembaar asdeel is aangebracht.
7. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 6, met 25 het kenmerk, dat het asdeel door middel van spiebanen met het andere asdeel is verbonden.
8. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat het losneembare asdeel een gedeelte omvat dat qua diameter overeenstemt met de diameter van 30 het andere asdeel.
9. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 6 - 8, met het kenmerk, dat de diameter van de asdelen + 50 mm. bedraagt.
10. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 35 6 - 9, met het kenmerk, dat het afneembare asdeel een taps verlopend eindgedeelte heeft. 8501973 -lo ll. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het eindgedeelte is voorzien van ten minste één schoep.
12. Grondbewerkingsmachine voorzien van om opwaarts 5 gerichte assen draaibare bewerkingsorganen, met het kenmerk, dat het bewerkingsorgaan een as en een zich. in de draairichting naar voren uitstrekkende plaatvormige schoep omvat.
13. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat twee schoepen diametraal tegenover 10 elkaar zijn aangebracht en propellervormig verlopen.
14. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 11 - 13, met het kenmerk, dat een schoep in hoofdzaak driehoekig is.
15. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 15 11 - 14, met het kenmerk, dat een schoep is aangebracht aan het taps verlopende gedeelte van het afneembare asdeel.
16. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 11 - 14, met het kenmerk, dat een schoep is aangebracht een een cylindrisch gedeelte van het afneembare asdeel.
17. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat een schoep reikt tot boven de verbinding tussen het afneembare deel en het andere asdeel.
18. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat vóór elk bewerkingsorgaan 25 een schijfkouter is aangebracht.
19. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat achter de bewerkingsorganen een rol is gelegen.
20. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 19, 30 met het kenmerk, dat de rol is uitgevoerd als pakkerrol die aan de achterzijde is voorzien van afschrapers.
21. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de machine een met de trekker te koppelen bok omvat ten opzichte waarvan het 35 de bewerkingsorganen dragende gestel door middel van een scharnierende vierhoek in hoogterichting beweegbaar is.
22. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de scharnierende vierhoek een parallello-gramconstructie is. 8301973 - 11 - "lO "'*W
23. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in de aandrijving voor de bewerkingsorganen een toerenvariator aanwezig is.
24. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande 5 conclusies, met het kenmerk, dat tussen de tandwielen op de assen van twee naast elkaar gelegen bewerkingsorganen twee vrij draaibare tandwielen aanwezig zijn.
25. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aandrijving vanaf de 10 aftakas van een trekker plaatsvindt en de machine is voorzien van een driepuntsbevestiging voor aankoppeling aan de drie-puntshefinrichting van een trekker.
26. Grondbewerkingsmachine zoals beschreven in het voorgaande en weergegeven in de figuren. 15 -o-o-o-o-o- S3 0 1 9 73
NL8501973A 1984-11-26 1985-07-10 Grondbewerkingsmachine. NL8501973A (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8501973A NL8501973A (nl) 1985-07-10 1985-07-10 Grondbewerkingsmachine.
DE8585201926T DE3582720D1 (de) 1984-11-26 1985-11-21 Bodenbearbeitungsgeraet.
EP85201926A EP0183321B1 (en) 1984-11-26 1985-11-21 Soil tilling machine
DE19853541490 DE3541490A1 (de) 1984-11-26 1985-11-23 Bodenbearbeitungsmaschine
FR8517379A FR2573608B1 (fr) 1984-11-26 1985-11-25 Sous-soleuse rotative.
US07/113,392 US4775013A (en) 1984-11-26 1987-10-27 Soil tilling machine

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8501973 1985-07-10
NL8501973A NL8501973A (nl) 1985-07-10 1985-07-10 Grondbewerkingsmachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8501973A true NL8501973A (nl) 1987-02-02

Family

ID=19846272

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8501973A NL8501973A (nl) 1984-11-26 1985-07-10 Grondbewerkingsmachine.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8501973A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
RU213881U1 (ru) * 2022-02-22 2022-10-04 Федеральное государственное бюджетное образовательное учреждение высшего образования "Брянский государственный аграрный университет" Ротор почвообрабатывающей фрезы с вертикальной осью вращения

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
RU213881U1 (ru) * 2022-02-22 2022-10-04 Федеральное государственное бюджетное образовательное учреждение высшего образования "Брянский государственный аграрный университет" Ротор почвообрабатывающей фрезы с вертикальной осью вращения

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0183321A2 (en) Soil tilling machine
NL8501973A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8203748A (nl) Ploeg.
NL8400269A (nl) Rolconstructie voor een grondbewerkingsmachine.
NL8300709A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL7810716A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8300154A (nl) Grondbewerkingsmachine.
EP0771520B1 (en) A rotary harrow
NL9300659A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8203047A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8602005A (nl) Grondbewerkingsmachine.
EP0189957B1 (en) Soil cultivating machine
NL7810717A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8203749A (nl) Grondbewerkingsinrichting.
NL8701010A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8203045A (nl) Grondbewerkingsmachine.
CN2323559Y (zh) 带碎土器的人字形犁
NL8403583A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8101312A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8300682A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8501212A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8602211A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8701878A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8701725A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8602429A (nl) Grondbewerkingsmachine.

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BN A decision not to publish the application has become irrevocable