NL8501877A - Werkwijze en inrichting voor het op hoogte instellen en monteren van een deksel van een in een motorvoertuigdak in te bouwen schuif- en/of hefdakconstructie. - Google Patents
Werkwijze en inrichting voor het op hoogte instellen en monteren van een deksel van een in een motorvoertuigdak in te bouwen schuif- en/of hefdakconstructie. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8501877A NL8501877A NL8501877A NL8501877A NL8501877A NL 8501877 A NL8501877 A NL 8501877A NL 8501877 A NL8501877 A NL 8501877A NL 8501877 A NL8501877 A NL 8501877A NL 8501877 A NL8501877 A NL 8501877A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- cover
- roof
- mounting
- elements
- lid
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B62—LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
- B62D—MOTOR VEHICLES; TRAILERS
- B62D65/00—Designing, manufacturing, e.g. assembling, facilitating disassembly, or structurally modifying motor vehicles or trailers, not otherwise provided for
- B62D65/02—Joining sub-units or components to, or positioning sub-units or components with respect to, body shell or other sub-units or components
- B62D65/06—Joining sub-units or components to, or positioning sub-units or components with respect to, body shell or other sub-units or components the sub-units or components being doors, windows, openable roofs, lids, bonnets, or weather strips or seals therefor
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B60—VEHICLES IN GENERAL
- B60J—WINDOWS, WINDSCREENS, NON-FIXED ROOFS, DOORS, OR SIMILAR DEVICES FOR VEHICLES; REMOVABLE EXTERNAL PROTECTIVE COVERINGS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES
- B60J7/00—Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs
- B60J7/02—Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes
- B60J7/024—Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes characterised by the height regulating mechanism of the sliding panel
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T29/00—Metal working
- Y10T29/49—Method of mechanical manufacture
- Y10T29/4981—Utilizing transitory attached element or associated separate material
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T29/00—Metal working
- Y10T29/49—Method of mechanical manufacture
- Y10T29/49826—Assembling or joining
- Y10T29/49895—Associating parts by use of aligning means [e.g., use of a drift pin or a "fixture"]
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Manufacturing & Machinery (AREA)
- Chemical & Material Sciences (AREA)
- Combustion & Propulsion (AREA)
- Transportation (AREA)
- Fittings On The Vehicle Exterior For Carrying Loads, And Devices For Holding Or Mounting Articles (AREA)
- Seal Device For Vehicle (AREA)
- Body Structure For Vehicles (AREA)
- Conveying And Assembling Of Building Elements In Situ (AREA)
Description
« i VO 7195
Werkwijze en inrichting voor het op hoogte instellen en monteren van een deksel van een in een motorvoertuigdak in te bouwen schuif- en/of hefdakconstructie.
De uitvinding betreft een werkwijze voor het in hoogte instellen en monteren van een in een dakopening van een motorvoertuigdak in te bouwen, verschuif- en/of uitzetbaar star deksel, dat na het op hoogte instellen op meerdere plaatsen met aan de hoogteinstelbeweging niet 5 deelnemende elementen van de dakconstructie vastgeschroefd wordt.
Uit optisch en stromingstechnisch oogpunt is het noodzakelijk, dat het van een rondgaande afdichting voorziene deksel zodanig in de dakopening gepast is, dat zijn welving in de langs- en dwarsrichting met de welving van het voertuigdak nauwkeurig strookt. Omdat het deksel ge-]_0 scheiden van de andere delen van de dakconstructie, zoals dakframes, geleidingsrails, uitzetelementen en bedieningsdelen, welke bij de nieuwste dakconstructies tot een montage-eenheid samengevat zijn (DE-OS 32 21 487) , gemonteerd wordt, zijn bijzondere maatregelen noodzakelijk, welke het mogelijk maken, het deksel aan de voorgemonteerde bedienings-15 eenheid ten opzichte van het vaste voertuigdak strokend in te stellen. Daarbij komt het er behalve de overeenstemming in welving vooral op aan, dat het deksel dicht tegen de voorste rand van de dakopening aan ligt, om alle fabricage toleranties uit te schakelen, welke bij • een zonder aan de voorkant aanliggen in de dakopening gelegd en aan 20 de geleidings- en uitzetelementen vastgeschroefd deksel bij het bedienen daarvan er toe kunnen leiden, dat het deksel in de sluit-stand van zijn bedieningselementen niet dicht tegen de voorste rand van de dakopening aanligt, daarentegen echter aan de achterrand van de dakopening bij zwenkbewegingen van het deksel klemt. Voor het 25 opheffen van deze dekselinstelproblemen, zijn sinds schuifdaken met stijf deksel bij voertuigen toepassing vinden, een aantal mogelijkheden voor het strokend instellen van het deksel voorgesteld.
Bij een wijd verbreide uitvoeringsvorm (DE-PS 16 55 543) is aan een dekselversterking, welke met het deksel een eenheid vormt, in het 30 instelbereik in een doordieping van de dekselversterking een draadplaat niet losneerabaar bevestigd.
Deze draadplaat heeft een draadboring van grotere diameter in het midden en twee draadboringen van kleinere diameter op dezelfde 850187? -2- 0 afstand van de middenboring. In de middenboring grijpt een verzonken schroef met een vlakke kop in, welke wederom tegen een plaat aanligt, welke als geleiding voor het schuifdak dient. Deze plaat heeft onder de sleuf van de verzonken schroef een opening voor het doorlaten van 5 een gereedschap voor het vastdraaien van de verzonken schroef. De geleidings-plaat is aan de draadplaat aan het dekselinzetsel met twee schroeven losneembaar bevestigd. Voor het strokend instellen van het deksel wordt vanaf het inwendige van de wagen de verzonken schroef zo lang aangedraaid, tot het dekselvlak met het dakvlak op één lijn ligt. Vervolgens 10 wordt het deksel met zijn voorkant tegen de voorste rand van de dakopening gedrukt en aansluitend, indien noodzakelijk, nogmaals op de aangegeven wijze nagesteld. Met behoud van het aandrukken worden nu de beide bevestigingsschroeven aangetrokken. Daarbij wordt de gelei-dingsplaat tegen dé vlakke kop van de verzonken schroef geperst, waardoor 15 een vaste verbinding tussen geleidingsplaat en deksel bereikt wordt.
Dit instellen vindt in alle aanwezige instelbereiken aan het deksel plaats en wordt eventueel herhaald. Het ligt voor de hand, dat deze bekende hoogteinstelling zeer tijdrovend is.
Voor de hoogteinstelling van het achterbereik van een schuifdak 20 is het bekend (DE-PS 25 32 187) , zijdelings aan de dekselversterking naar achteren afgebogen hoekstukken toe te passen, welke tegen de binnenzijden van geleidingscoulissen aanliggen. De geleidingscoulissen zijn via de in de coulissesleuven glijdende stiften van de achtergeleiding met de geleidingsrails aan het dakraam verbonden. In het bereik van de naar 25 onderen afgebogen hoekstukken is de coulisse van een langwerpig gat in vertikale richting voorzien. Door dit langwerpige gat grijpt een stelschroef in een draadboring van het hoekstuk. Via deze verbinding van het deksel met de coulissen wordt aan elke zijde van het deksel de strokende instelling verwezenlijkt, hetgeen eveneens een tijdrovende 30 handeling is.
Alle bekende voorstellen voor het instellen van het deksel ten opzichte van het dit omgevende dakvlak hebben gemeen, dat de werkzaamheden omslachtig en zeer tijdrovend zijn, omdat bij de montage van het deksel vier instelhandelingen moeten plaatsvinden, welke een voort-35 durend wisselen van het instellen binnen het voertuig en controle van 8501877 ft -3- het op één lijn liggen van het dekselvlak/dakvlak van buitenaf noodzakelijk maken.
Aan de uitvinding ligt het probleem ten grondslag, een werkwijze voor het op hoogte instellen en monteren van het deksel voor te 5 stellen, welke snel en betrouwbaar kan plaatsvinden zonder dat de monteur bij de montage een controle van buitenaf op de strokende stand moet uitoefenen. De uitvinding strekt zich ook uit over het ter beschikking stellen van voor het toepassen van de werkwijze bijzonder geschikte inrichtingen.
10 Het gestelde probleem wordt uitgaande van de hierboven bedoelde stand van de techniek' door een werkwijze volgens de uitvinding opgelost, doordat allereerst de bedieningselementen van de dakconstructie in de sluitstand gebogen worden waarna het deksel door middel van een over de dakopening grijpende en op het voertuigdak gezette montageschabloon 15 in bepaalde standen in de dakopening onder aandrukken van de dekselvoor-kant tegen de bijbehorende kant van de dakopening en gelijktijdige hoogteinstelling gezet wordt, waarna tenslotte het vastschroeven van het deksel in deze stand plaatsvindt.
Bij de werkwijze volgens de uitvinding heeft de monteur slechts 20 enkele handelingen tè verrichten, alvorens hij de door de montageschabloon bepaalde hoogtestandvan het naar voren aangedrukte deksel fixeert.
Bij een eerste uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt het deksel in de dakopening zodanig gezet, dat daarbij door veerkrachten automatisch belast, dat dit enerzijds met zijn voor-25 kant tegen de bijbehorende kant van de dakopening gedrukt en anderzijds in een boven het voertuigdak gelegen stand gelagerd blijft, tot het bij het opzetten van de montageschabloon tegen de veerkrachten haaks naar onderen tot op de in hoogte ingestelde stand verdrongen wordt. Bij deze uitvoeringsvorm wordt de dekselinstelling zowel met betrekking 30 tot zijn voorste aandrukking alsook met betrekking tot zijn hoogtestand bij het opzetten van de montageschabloon bereikt en wordt vervolgens door vastschroeven van het deksel geborgd.
Bij een tweede uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt het deksel in bepaalde standen hechtend op de montage-35 schabloon gebracht, waarna dit in de dakopening wordt gezet en bij het 8501877 -4- opzetten van het montageschabloon op het voertuigdak zijn in hoogte gestelde stand bereikt, waarna tenslotte na het vastschroeven de hechting tussen deksel en montageschabloon wordt opgeheven. Bij deze werkwijze variant zijn geen veerkrachten voor de gewenste standinstelling 5 van het deksel noodzakelijk, omdat de dekselstand door de met het deksel losneembaar verbonden montageschabloon bepaald is. Hierbij wordt de montageschabloon zodanig op het voertuigdak gezet, dat het daaraan losneembaar bevestigde deksel met zijn voorkant tegen de bijbehorende kant van de dakopening aanligt.
10 Bij een inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens de eerste uitvoeringsvorm is in overeenstemming mét de stand van de techniek aan de onderzijde van het deksel een versterkingsframe aangebracht, de zijdelen waarvan naar onderende wijzende bevestigings-lippen voor het vastschroeven aan het deksel met verschuifbaar aan de 15 zijdelen van een de dakopening omgeven dakframe gevoerde uitzetelemen-ten aanwezig zijn, waarbij aan de schroefplaatsen van de bevestigings-lippen met de uitzetelementen zulke openingen voor het doorlaten van schroeven aanwezig zijn, welke relatieve instellingen tussen de bevestigingslippen en de uitzetelementen mogelijk maken. Daarvan 20 uitgaand is er volgens de uitvinding voor gezorgd, dat aan het versterkingsframe aan elke zijde van het deksel een aanslag bevestigd is, waarbij een aan het naburige uitzetelement bevestigd veerelement behoort, dat in ontlaste toestand met zijn naar de aanslag toegekeerde einde in de deksel sluitende schuifrichting gelagerd is en bij het 25 inzetten van het deksel door de aanslag onder veerbelasting van het deksel in de tegengestelde richting lagerbaar is en dat aan het versterkingsframe aan elke zijde van het deksel op onderlinge afstand aangebrachte, in hoofdzaak vertikaal werkende veren, welke bij het inzetten van het deksel voor het bereiken van zijn juiste hoogtestand 30 op het uitzetelement komen, bevestigd zijn.
Wordt bij de aldus uitgevoerde inrichting het deksel in de dakopening gezet, dan lageren bij het inzetten reeds de aanslagen in samenhang met de bijbehorende veerelementen het deksel in de riching van het aanliggen van zijn voorkant tegen de bijbehorende kant van de 35 dakopening. Het dekseloppervlak steekt echter op grond van de op de uitzetelementen gezette veren nog buiten het bovenste vaste dakvlak uit.
850187? -5-
Wordt nu het montageschabloon op het deksel gezet en dit naar onderen gelagerd, tot de montageschabloon ook op de dakopening omgevende dakvlakken ligt, bevindt het deksel zich reeds in zijn ingestelde stand, welke door. het aantrekken van schroeven vastgelegd wordt.
5 Bij voorkeur zijn bij deze inrichting de veerelementen als veertelescoop uitgevoerd, welke aan zijn naar de aanslag toe gekeerde einde van een oploopvlak of dergelijke voor de aanslag voorzien is.
Bij voorkeur zijn de veren als bladveer uitgevoerd, welke aan 10 één einde aan het versterkingsframe bevestigd zijn en waarvan het andere einde voor het aanliggen tegen het uitzetelement van het versterkingsframe uitsteekt. Evenals de reeds bedoelde veerelementen resp. veertelescoop hebben ook deze veren resp. bladveren na de montage, in· stelling op hoogte en vastschroeven geen andere functies 15 meer. Zij vormen in elk geval een eenvoudige montagehulp, waarvan het aanbrengen geen extra materiaal en tijd vereist.
Bij de tweede uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding wordt eveneens uitgegaan van een inrichting, zoals deze als hiervoor als stand van de techniek behorend is besproken. Uitgaande 20 daarvan is daarbij volgens de uitvindingsgedachte er voor gezorgd, dat aan de montageschabloon in vlakke verdeling oplegvlakken voor het deksel en hechtelementen voor de tijdelijke verbinding van de montageschabloon met het deksel aangebracht zijn. Met behulp van deze inrichting wordt het deksel allereerst door de hechtelementen 25 aan de montageschabloon in een bepaalde stand gefixeerd, waarna montageschabloon en deksel tot het binnentreden van het deksel in de dakopening op het vaste voertuigdak opgezet worden.
De hechtelementen kunnen als vacuumzuigelementen, echter ook als elektromagneten uitgevoerd zijn. In beide gevallen is enerzijds 30 een zeker vasthouden aan de montageschabloon en anderzijds een probleemloos losmaken van het deksel van de montageschabloon gewaarborgd.
Bij voorkeur hebben de doortreedopeningen in de uitzet-elementen in hoofdzaak de vorm van een rechthoek, waarvan de zijden horizontaal, resp. vertikaal gericht zijn, waarbij de zijde-35 lingse afmeting ten minste het tweevoudige van de schroefdiameter is, waarbij in de bevestagingslippen een draadboring voor de bijbehorende schroef aanwezig is. De vorm en stand vein de doortreedope- 8501 8 77· -6- ningen waarborgen, dat in elke stand van de schroef in de door-treedopening een volledige tolerantievereffening zowel in vertikale richting alsook in horizontale richting mogelijk is.
Verdere details van de uitvinding worden aan de hand van een 5 in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld toegelicht.
Daarin toont: fig. 1 een afgebroken bovenaanzicht op een voertuigdak met ingezet deksel en opgezet door streeppuntlijnen aangeduide montage-schabloon, 10 fig. 2 een langsdoorsnede door de dakconstructie volgens de lijn II-II in fig. 1, fig. 3 een afgebroken bovenaanzicht op het schuifdakframe met aangebrachte functionele delen, doch zonder deksel, fig. 4 in een ten opzichte van fig. 2 grotere schaal een afge-15 broken langsdoorsnede door de dakconstructie, fig. 5 een afgebroken bovenaanzicht op de geleidingsrails in de richting van de pijl V in fig. 4, fig. 6 een met fig. 4 overeenstemmende langsdoorsnede, echter met afgebroken veertelescoop en weergegeven schroefverbinding van 20 het uitzetelement met de bevestigingslippen van het deksel en fig. 7 een afgebroken doorsnede volgens de lijn VII-VII in fig. 6 door een dergelijke schroefverbinding.
In fig. 1 is het starre deksel 1 in zijn sluitstand in de dakopening van het vaste voertuigdak 2 zich bevindend weergegeven en is 25 door een randspleetafdichting 3 omgeven, welke de afdichting ten opzichte van het vaste voertuigdak 2 vormt. Het versterkingsframe 4 van het deksel 1 en het dakframe 5 zijn door streeplijnen ingetekend.
Het deksel 1 is op nog nader toe te lichten wijze aan zijdelings aan het dakframe 5 bevestigde geleidingsrails 6 verschuifbaar geleid.
30 De in fig. 1 door streeppuntlijnen aangegeven en als geheel door het verwijzingscijfer 7 aangeduide montageschabloon is van boven op het vaste schuifdak 2 en het deksel 1 gezet en grijpt om de dakopening met een aantal gelijkmatig verdeeld aangebrachte armen 8. De mon tageschabloon 7 is aan zijn naar het deksel 1 en het vaste voertuig-35 dak 2 toegekeerde zijde in overeenstemming met de in toepassing komende uitvoeringsvorm van de werkwijze uitgevoerd. Bij de eerste 8501877 t -7- uitvoeringsvorm bezit deze in totaal een ondervlak, welke met de plaats en het verloop van de dakwelving volledig overeenstemt.
Er kunnen extra maatregelen getroffen zijn, welke een plaatsbepalend opzetten van de schabloon op het deksel 1 en het vaste voertuigdak 2 5 waarborgen. Dit is ook het geval voor de uitvoeringsvorm van de montageschabloon 7, welke in samenhang met de tweede uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding in toepassing komt.
In het laatste geval zijn in de onderzijde van de montageschabloon 7 een aantal, in het getekende voorbeeld vier, vlak verdeelde 10 hechtelementen g ingelaten, welke hetzij als vacuumzuigelementen dan wel als elektromagneten uitgevoerd kunnen zijn.
Alle vlakbereiken van het ondervlak van de montageschabloon 7 kunnen zich in het vlak van de dakwelving bevinden. Er zijn echter ook getrapte uitvoeringsvormen van het ondervlak van de montageschabloon 15 denkbaar, waarbij aanlegvlakken voor het deksel en aanlegvlakken voor het vaste voertuigdak in een vlakverdeling aanwezig zijn. De montageschabloon 7 kan uitsluitend door het eigen gewicht op het vaste voertuigdak liggen dan wel bovendien door geschikte maatregelen aan het vaste voertuigdak 2 van boven af aangedrukt zijn. Moet een 20 montageschabloon voor meerdere voertuigtypen toepassing vinden, waarbij een onderscheidenlijke dakwelving gegeven is, kan de montage- . schabloon zodanig uitgevoerd zijn, dat zijn oplegvlakken voor de aanpassing aan onderscheidenlijke dakwelvingen in hoogterichting instelbaar zijn. Uiteraard kan de montageschabloon 7 met een geschikte 25 handgreep (niet weergegeven) dan wel van een oor (eveneens niet weergegeven) voor het aangrijpen van een hefwerktuig voorzien zijn.
Zoals bijvoorbeeld uit fig. 2 in samenhang met fig. 7 blijkt, heeft het versterkingsframe 4 van het in dit geval als glazen deksel uitgevoerde deksel 1 aan elke zijde twee naar onderen wijzende 30 bij voorkeur daaruit omgezette bevestigingslippen 10, welke voor het vasthouden van het deksel 1 op nog nader te beschrijven wijze door schroeven 11 met een aan elke dekselzijde zich bevindend uitzet-element 12 vastgeschroefd zijn. Het uitzetelement 12 strekt zich over een aanzienlijk bereik van de deksellengte uit en is van voren 35 via een zwenklager 13 met de voorste glijschoen 14 verbonden, welke in langsrichting verschuifbaar over de geleidingsrail]6 gevoerd is.
8501877 -8-
De achterste geleiding neemt een eveneens in langsrichting verschuifbaar over de geleidingsrail 6 geleide achterste glijschoen 15 op, welke met een coulissestift 16 in een in het uitzetelement 12 aanwezige geleidingsbaan 17 verschuifbaar ingrijpt. De afmetingen en de vorm 5 van de geleidingsbaan 17 maken op bekende wijze bij het verstellen van de achterste glijschoen 15 ten opzichte van de glijschoen 14 zwenkbewegingen van het deksel 1 om zijn zwenklager 13 naar boven mogelijk en enigermate ook naar onderen, steeds uitgaande van de in fig.2 getoonde dekselsluitstand. Voor het verschuiven van de achterste glij-10 schoen 15 grijpt daarop op bekende wijze een van een draadwikkeling voorziene bedieningskabel 18 aan (fig. 3). Het verschuiven van de bedieningskabel 18 kan met een handkruk 19 via een daarmee verbonden aan de wikkeling van de bedieningskabel 18 aangrijpend drijfwerk 20 plaatsvinden. Overigens is de als zodanig bekende aandrijving geen 15 onderwerp van de onderhavige uitvinding en wordt dus niet nader toegelicht.
Een bij de achterste randspleet tussen deksel 1 en vast voertuig-dak 2 behorende watergoot 21 is aan weersvkanten door geleidings-schoenen 22 verschuifbaar aan de geleidingsrails 6 gelagerd. Overeen-20 komstig het in het DE-OS 33 00 308 beschreven schuif-hef-dak staan aan elke dakzijde het uitzetelement 12, de achterste glijschoen 15, de geleidingsschoen 22 en de geleidingsrail 6 buiten nog te beschrijven functionele elementen onderling in ten dele ophefbare verbinding.
Aan een lageruitsteeksel 23 van de geleidingsschoen 22 is een 25 spreidveer 24 met zijn schroefwikkeling zwenkbaar aangebracht.Met een naar voren gericht been 25 is de spreidveer 24 tegen een aan het uitzetelement 12 bevindende lagerstift 26 gesteund. Het been 25 vormt een verbindingselement tussen het uitzetelement 12, resp. het deksel 1 enerzijds en de geleidingsschoen 22 van de watergoot 21 anderzijds, 30 welke in een haaks op de schuifrichting zich bevindende vlak zwenkbaar is. Het andere been 27 van de spreidveer 24 steunt tegen de geleidingsschoen 22. De spreidveer 24 is zodanig voorgespannen, dat het in de uitgezette stand zich bevindend deksel 1 in de zin van het sluiten, d.w.z. in de zin van het verzwenken van zijn voorste zwenklager 13 35 belast wordt.
85Θ1877 -9- « 23
Aan het lageruitsteeksel *'is voorts een tweearmige hefboom 28 zwenkbaar aangebracht, welke aan zijn naar achteren gerichte arm een rastelement 29 draagt, dat met een in het bereik van de achterste kant van de dakopening in de geleidingsrail 6 zich bevindende uitspa-5 ring 30 (fig. 5) samenwerkt. De naar voren gerichte arm van de tweearmige hefboom 28 draagt een naar onderen gerichte haak, welke met een aan de achterste glijschoen 15 bevestigd stuurvoortzetsel 32 samenwerkt. Het stuurvoortzetsel 32 werkt bij een bepaalde bewegings-afloop ook op het rastelement 29. Een op de lagerplaats van de twee-10 armige hefboom 28 aangebrachte veer 33 belast de tweearmige hefboom 28 in de zin van een verrasting van het rastelement 29 en uitsparing 30.
Zoals in het bijzonder uit fig. 4 kan worden afgeleid, bevindt het rastelement 29 zich bij gesloten deksel in de uitsparing 30 van 15 de geleidingsrail 6, waardoor de geleidingsschoen 22 onverschuifbaar aan de geleidingsrails 6 gefixeerd is. Omdat de haak 31 van de tweearmige hefboom 28 in deze stand van de delen echter niet met het stuur-voorzetsel 32 van de achterste glijschoen 15 in grijpt, kan bij een betreffende bediening van de kabelaandrijving de achterste glij-20 schoen 15 zich van de geleidingsschoen 22 verwijderen, waardoor de cou-lissestift 16 zodanig in de geleidingsbaan 17 van het uitzetelement 12 glijdt, dat het deksel 1 naar boven uitgezwenkt wordt. Het is duidelijk, dat ook bij het inzwenken van de geleidingsschoen 22 op grond van het ingrijpen tussen het rastelement 29 en de uitsparing 30 in 25 een stationaire stand blijft. Hierbij steunt het deksel 1 gedwongen gestuurd via de benen 25 op de geleidingsschoen 22, waardoor het opzetten van het uit een uitgezette stand terugkerende deksel 1 op het achterste vaste voertuigdak volledig uitgesloten is.
Bij een van de stand van de delen volgens fig. 4 uitgaande 30 openende verschuiving van het deksel 1 beweegt de achterste glijschoen 15 zich over de nog stationair gefixeerde geleidingsschoen 22 waarbij de dekselachterkant als gevolg van de uitvoeringsvorm van de geleidingsbaan 17 in het uitzetelement 12 naar onderen verplaatst wordt.
Bij het voortzetten van de bedieningsbeweging in de aangegeven richting 35 zorgt het stuurvoortzetsel 32 door het oplopen op de tweearmige hefboom 8501877 * -10- 28 ervoor, dat het rastelement 29 tegen de kracht van de veer 33 in uit de uitsparing 30 wordt bewogen. Bij de zwenkbeweging van de tweearmige hefboom 28 komt de haak 31 met het stuurvoortzetsel 32 in ingrijping, waardoor een starre koppeling tussen de achterste glijschoen 15 en 5 de geleidingsschoen 22 ontstaat. Bij voortgezette bediening van de kabel aandrijving in de beschreven richting wordt het deksel 1 door het aanleggen van de coulissestift 16 tegen het achtereinde van de geleidingsbaan 17 door de achterste glijschoen 15 in de richting van een openende verschuiving meegenomen. Gelijktijdig wordt de gelei-10 dingsschoen 22 via het been 25 van de spreidveer 24 naar onderen verschoven. Omdat hierbij het rastelement 29 door middel van een daarop aangebrachte niet nader aangeduide rol over het bovenste been-vlak van de geleidingsrails 6 rolt, wordt de haak 31 met het stuur voortzetsel 32 in ingrijping gehouden. Dit koppelend ingrijpen zorgt bij 15 een sluitend verschuiven van het deksel ervoor, dat de naar voren zich bewegende, achterste glijschoen de geleidingssschoen 22 er^clus ook de watergoot 21 in de sluitende schuifbeweging meevoert. Hierbij wordt het schuifdeksel 1 via het been 25 van de spreidveer 24 eveneens naar voren verschoven. De schuifbeweging in de sluitrichting van het deksel 20 1 vindt zo lang plaats, tet het rastelement 29 weer in de uitsparing 30 onder gelijktijdig ontkoppelen van de haak 31 van het stuurvoortzetsel 32 inrast. Door dit rasten wordt bij gelijkgericht voortzetten van de aandrijfbeweging de geleidingsschoen 22 vastgehouden, zodat de achterste glijschoen 15 zich weer van de geleidingsschoen 22 af beweegt.
25 Hierbij stijgt het deksel 1 met zijn achterkant op grond van de geleiding van de coulissestift 16 in de geleidingsbaan 17 tot in zijn in de fig.2 en 4 getoonde sluitstand.
De tot nog toe omschreven constructiekenmerken van het in de tekeningen weergegeven schuif-hefdak behoren niet tot de 30 onderhavige uitvinding, de toelichting geschiedde echter met het oog op een goed begrip van de wijze van werking van het in de tekening weergegeven dak. Hierna wordt nu verwezen naar die con-structie-elementen , welke bestemd zijn, de hoogteinstelling en montage van het deksel te vergemakkelijken.
35 De hiernavolgende beschrijving van de inrichting betreft die elementen, welke bij de eerste uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding voor een automatische instelling van het deksel -11- bij het op het deksel 1 en het vaste voertuigdak 2 gezette montage-schabloon 7 zorgen. Daartoe is aan elk van de beide zijden van het versterkingsframe 4 waarvan in de tekening en de hiervoorgaande beschrijving slechts de ene zijde beschouwd is, terwijl de andere zijde 5 in spiegelbeeld is uitgevoerd, een aanslag 34 in de vorm van een naar onderen gemaakte omzetting uit het versterkingsframe 4 voorzien (fig. 4,6). De aanslag 34 reikt in een naar boven open uitstulping 35 van het uitzetelement 12. Tegenover de aanslag 34 is een veer-10 element in de vorm van een aan het uitzetelement 12 bevestigde telescoopveer 36 aangebracht. In het getoonde voorbeeld is het zuiger-element 37 van de telescoopveer 36 door omspuiten in het uit kunststof gespoten uitzetelement 12 bevestigd, zoals in fig. 6 is aangeduid. Het 15 zuigerelement 37 wordt concentrisch door een daarlangs verschuifbaar gevoerde telescoophuls 38 omgeven, welke via een schroef-drukveer 39 tegen het zuigerelement steunt. De aanslagvlakken 40 en 41 aan de telescoophuls 38 resp. aan het zuigerelement 37 zorgen er voor, dat de schroef-drukveer 39 de telescoophuls 38 slechts tot aan een grens-20 laag op het zuigerelement 37 buitenwaarts gericht kan verschuiven.
Deze stand van de delen is in fig. 6 getoond.
Aan het voorste naar de aanslag toegekeerde einde heeft de telescoophuls 38 in het getekende voorbeeld een in hoofdzaak op de wijze van een kogelkap uitgevoerd oploopvlak 42, dat ook als conusvlak 25 uitgevoerd kan zijn. Dit oploopvlak 42 maakt het inzetten van het deksel 1 in de dakopening bij geheel naar vor.en geschoven telescoopveer 36 mo-geli}k.H:i-erb:iO komen de aanslagen 34 tegen de oploopvlakken 42, waardoor de telescoophulzen 38 tegen de kracht van de schroef-drukveren 39 in., naar binnen gelagerd worden, d.w.z. met betrekking tot de in fig. 6 30 gegeven stand, naar rechts. Bij ingezet deksel 1 drukken de telescoop-veren 36 het deksel 1 naar voren, d.w.z. met betrekking tot de tekeningen naar links, waardoor dit met zijn voorkant onder het vrijlaten van de randspleetafdichting 3 tot dicht aanliggen aan de voorste kant van de dakopening komt.
35 In plaats van de beschreven telescoopveren zijn ook andere veerconstructies geschikt, welke er voor zorgen, dat het deksel 1 in de sluitrichting ten opzichte van de uitzetelementen 12 voorgespannen wordt.
8501077 -12- a
Voorts zijn aan het deksel 1, d.w.z. aan het versterkingsframe 4 van het deksel 1, als loodrecht werkende veren aan elke zijde twee op *&θη afstand/opzichtevan elkaar aangebrachte bladveren 43 en 44 aanwezig, die elk aan een einde aan het versterkingsraam 4 bijvoorbeeld door punt-5 lassen bevestigd zijn. De vrije einden van de bladveren zijn daarentegen zodanig aangebracht, dat zij bij het inbrengen van het deksel in de dakopening met de naar binnen gekeerde vlakken van het uit-zetelement 12 in contact komen alvorens het deksel 1 zijn met het vaste voertuigdak strokende hoogteinstelstand heeft bereikt. Bij het 10 opzetten van de montageschabloon 7 wordt het deksel 1 tegen de kracht van de bladveren 43,44 in naar onderen tot de strokende stand tussen het bovenvlak van het deksel 1 en het bovenvlak van het vaste voortuigdak 2 verdrongen.
Voor het inzetten van het deksel 1 in de dakopening worden de 15 beschreven functionele delen van de dekselaandrijving in de in de figuren 2 tot 4 weergegeven stand gebracht, hetgeen door een dienovereenkomstige bediening van de handkruk 19 gemakkelijk kan plaatsvinden. Hierbij is het rastelement 29 met de uitsparing 30 verrast, en de coulissestift 16 bevindt zich in de in fig. 4 getoonde stand 20 binnen de geleidingsbaan 17. De beschreven plaats van de functionele delen stemt overeen met de sluitstand van het deksel. Wordt nu het deksel 1 ingezet en vervolgens de montageschabloon 7 opgezet, dan zorgen de telescoopveren 36 voor een dicht aandrukken van de dekselvoor-kant tegen de bijbehorende voorkant van de dakopening, terwijl de 25 bladveren 43 en 44 het aandrukken van het deksel 1 tegen de onderzijde van de montageschabloon 7 en daarmede de gewenste strokende stand tussen het deksel 1 en het vaste voertuigdak 2 bewerkstelligen. Aansluitend is slechts nog een starre verbinding tussen de uitzet-elementen 12 en de bevestigingslippen 10 te bewerkstelligen.
30 Om een tolerantievereffening zowel in vertikale als in horizon tale richting te kunnen doen plaatsvinden, bezitten de voor de bevestiging van het deksel 1 aan de uizetelementen 12 in de uitzetelementen 12 aanwezige doortreedopeningen 45 in hoofdzaak de vorm van een rechthoek, zoals bijzonder duidelijk uit fig. 4 blijkt. De zijafmeting 35 van de rechthoek zijn zo gekozen, dat deze tenminste met het twee- I501877 i -13- voudige van de diameter van de schroef 11 overeenstemmen. Daardoor ontstaat bij een ongeveer vierkante uitvoeringsvorm van de doorsnede van de doortreedopeningen 45 mogelijke tolerantie vereffenende verlagerings-banen voor het deksel 1 ten opzichte van de uitzetelementen 12 en dus 5 ten opzichte van de dakopening van a = b = diameter van de schroef 11 (fig. 4).
De schroeven 11 grijpen elk in een in de bevestigingslippen zich bevindende draadboring 10 of in een gescheiden moer 46, zoals dit in fig. 7 is weergegeven. Zoals uit de fig. 6 7 blijkt 10 worden de doortreedopeningen 45 bij het aanbrengen van de schroeven 11 door klemplaten 47 afgedekt, waarbij aan het uizetelement 12 bevestigde geleidingsstiften 48, welke in langwerpige gaten 49 van de klemplaten 47 ingrijpen, voor een borg tegen verdraaiing van de klemplaten 47 bij het aantrekken van de schroeven 11 zorgen.
15 De schroeven 11 treden elk door een ander haaks op de langwerpige gaten 49 in de klemplaten 47 aangebracht langwerpig gat 50.
De langwerpige gaten 49 en 50 zorgen er voor, dat de klemplaten 47 de verlageringsbanen a en b van de schroeven 11 in de doortreedopeningen 45 niet beperken. Tussen de kop van de schroeven 11 en de klemplaat 20 47 bevindt zich nog een onderlegschijf 51. In plaats van een klem plaat 47 met de beschreven inrichtingen voor het borgen tegen verdraaiing kan ook in een buitendiameter aanzienlijk grotere onderlegschij-ven worden gebruikt, wanneer uitsluitend gewaarborgd moet zijn, dat deze in elke instelstand de doortreedopening 45 voor het bereiken 25 van een voldoende hechtkracht bij het aantrekken van de schroeven 11 voldoende bedekt.
Moet de hoogteinstelling en montage van het deksel 1 volgens de tweede uitvoeringsvorm van de werkwijze geschieden, dan wordt afgezien van de aanslagen 34, de telescoopveren 36 en de bladveren 30 43, 44. In dit geval wordt het deksel 1 voor het inzetten in de dak opening duidelijk in de juiste stand door middel van aan de mon-tageschabloon 7 aangebrachte hechtelementen 9 van onder af bevestigd.
De als vacuumzuigelementen of elektromagneten uitgevoerde hechtelementen 9 houden het deksel 1 bij het inzetten vast. Tijdens of na 35 het inzetten kan het deksel 1 voor het verkrijgen van een afdichtend aanliggen van zijn voorkant tegen de voorkant van de dakopening naar voren verschoven worden. De juiste hoogteinstelstand is daarbij -14- automatisch verkregen, omdat de armen 8 van de montageschabloon 7 op het vaste voertuigdak 2 liggen. Na het inbrengen en instellen van het deksel vindt het vast verbinden van de bevestigingslippen 10 met de uitzetelementen 12 plaats en wel op de bovenbeschreven wijze 5 met behulp van de door de grote doortreedopeningen 45 in de uitzetelementen 12 reikende schroeven 11.
Bestaat het deksel 1 afwijkend van de getoonde en beschreven uitvoeringsvorm uit staalplaat, dan kunnen de hechtelementen 9 zowel vacuumzuigelementen als elektromagneten zijn, waarbij aan deze 10 laatste de voorkeur gegeven moet worden. Bestaat het deksel daarentegen uit veiligheidsglas of uit kunststof, dan wordt 'het gebruik van vacuumzuigelementen aanbevolen, ofschoon ook elektromagneten in aanmerking komen, voorzover het glazen of kunststofdeksel met magneti-seerbare hulpmontageplaten of dergelijke, welke na de montage van het 15 deksel weer afgenomen worden, bekleed wordt.
8501877
Claims (10)
1. Werkwijze voor het in hoogte instellen en monteren van een in een dakopening van een motorvoertuigdak te brengen, verschuif- en/of uitzetbaar star deksel, dat na zijn hoogte-instelling op meerdere plaatsen aan de hoogteinstelbeweging niet deelnemende elementen van de 5 dakconstructie vastgeschroefd wordt, met het kenmerk, dat allereerst de bedieningselementen van de dakconstructie in de sluitstand bewogen worden, waarna het deksel door middel van een om de dakopening grijpende en op het voertuigdak te plaatsen montageschabloon in een bepaalde stand in de dakopening onder aandrukken van de dekselvoorkant tegen de 10 bijbehorende kant van de dakopening en gelijktijdige hoogteinstelling ingezet wordt, waarna gelijktijdig het vastschroeven van het deksel in deze stand plaatsvindt.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het deksel zodanig in de dakopening gezet en daarbij door veerkracht 15 automatisch belast wordt, dat dit enerzijds met zijn voorkant tegen de bijbehorende kant van de dakopening aangedrukt en anderzijds in een boven het motorvoertuigdak bevindende stand verlagerd blijft, tot het bij het afzetten van de montageschabloon tegen de veerkrachten in vertikaal naar onderen tot op de in hoogte gestelde stand ver-20 drongen wordt.
• 3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het deksel in een bepaalde stand aan de montageschabloon wordt gehecht, waarna dit in de dakopening wordt gezet, en bij het opzetten van de montageschabloon op het voertuigdak zijn in hoogte verstelde stand 25 bereikt, waarna tenslotte na het vastschroeven de hechting tussen het deksel en de montageschabloon opgeheven wordt.
4. Inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens con clusies 1 en 2, met aan de onderzijde van het deksel aangebracht verster-kingsframe, aan de zijdelen waarvan naar onderen wijkende bevestigingslip-30 pen voor het vastschroeven van het deksel met verschuifbaar aan de zijdelen van een de dakopening omgevend dakframe gevoerde uitzetelementen voorzien zijn, waarbij op de schroefplaatsen van de bevestigingslippen met de uitzetelementen openingen voor het doorlaten van schroeven aanwezig zijn, welke een relatief instellen tussen de bevestigingslippen en de 3501877 -16- uitzetelementen mogelijk maken, met het kenmerk, dat aan het ver-sterkingsframe (4) aan elke zijde van het deksel (1) een aanslag (34) bevestigd is, waarbij een aan het aangrenzende uitzetelement (12) bevestigd veerelement (telescoopveer 36) aangebracht is, welke in ontlaste toestand 5 met zijn naar de aanslag (34) toegekeerde einde in de dekselsluitinrichting verlagerd is, en bij het inzetten van het deksel door de aanslag onder veerbelasting van het deksel in tegengestelde richting verlagerbaar is en dat aan het versterkingsframe (4) aan elke zijde van het deksel op onderlinge afstand aangebrachte in hoofdzaak vertikaal werkende veren 10 (bladveren 43,44), welke bij het inzetten van het deksel voor het bereiken van zijn juiste hoogtestand het uitzetelement (12) raken, bevestigd zijn,
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de veerelemen-ten als telescoopveren (36) uitgevoerd zijn, welke aan zijn naar de 15 aanslag (34) toegekeerde einde van een oploopvlak of dergelijke (42) voor de aanslag voorzien is.
6. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de veren als bladveren (43,44) uitgevoerd zijn, welke aan een einde aan het versterkingsframe (4) bevestigd zijn en waarvan het andere einde voor het aanliggen 20 tegen het uitzetelement (12) van het versterkingsframe (4) uitsteekt.
7. Inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens conclusies 1 en 3, met aan de onderzijde van het deksel aangebracht versterkingsframe, aan de zijdelen waarvan naar onder wijzende bevestigingslippen voor het vastschroeven van het deksel van verschuifbaar aan de zijdelen van een 25 de dakopening omgevend dakframe voor de uitzetelementen voorzien zijn, waarbij op de vastschroefplaatsen van de bevestigingslippen met de uitzetelementen openingen voor het doorlaten van schroeven aanwezig zijn, welke relatieve instellingen tussen de bevestigingslippen en de uitzetelementen mogelijk maken, met het kenmerk, dat aan de montageschabloon (7) 30 over het vlak verdeeld aanlegvlakken voor het deksel (1) en hecht-elementen (9) voor het tijdelijk verbinden van de montageschabloon met het deksel aangebracht zijn.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de hechtele-menten (9) als vacuumzuigelementen uitgevoerd zijn.
9. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de hecht- 8501877 -17- V elementen (9) als electromagneten zijn uitgevoerd.
10. Inrichting volgens een van de conclusies 4-9, met het kenmerk, dat de doorlaatopeningen (45) in de uitzetelementen (12) in hoofdzaak de vorm van een rechthoek hebben, waarvan de zijden horizontaal, resp. 5 vertikaal zijn gericht, waarbij de zijafmetingen tenminste met het tweevoudige van de schroefdiameter overeenstemmen, en dat in de be-vestigingslippen (10) een draadboring voor de bijbehorende schroef (11) aanwezig is. 8501877
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE3435813A DE3435813C2 (de) | 1984-09-28 | 1984-09-28 | Verfahren und Vorrichtung zur Höheneinstellung und Montage des Deckels einer in ein Kraftfahrzeugdach einzubauenden Schiebe- und/oder Hebedachkonstruktion |
DE3435813 | 1984-09-28 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8501877A true NL8501877A (nl) | 1986-04-16 |
NL192331B NL192331B (nl) | 1997-02-03 |
NL192331C NL192331C (nl) | 1997-06-04 |
Family
ID=6246704
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8501877A NL192331C (nl) | 1984-09-28 | 1985-06-28 | Werkwijze en inrichting voor het op hoogte instellen en monteren van een in een dakopening van een motorvoertuigdak in te bouwen schuif- en/of kantelbaar, star deksel. |
Country Status (11)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4601091A (nl) |
JP (1) | JPS6181224A (nl) |
AU (1) | AU568060B2 (nl) |
BR (1) | BR8503487A (nl) |
DE (1) | DE3435813C2 (nl) |
ES (1) | ES8609056A1 (nl) |
FR (1) | FR2570996B1 (nl) |
GB (1) | GB2165193B (nl) |
IT (1) | IT1185579B (nl) |
NL (1) | NL192331C (nl) |
SE (1) | SE455068B (nl) |
Families Citing this family (30)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4553307A (en) * | 1984-01-17 | 1985-11-19 | Asc Incorporated | Method for installing a sliding roof panel assembly |
DE3529118C1 (nl) * | 1985-08-14 | 1990-01-25 | Adam Opel Ag, 6090 Ruesselsheim, De | |
US4869548A (en) * | 1986-03-10 | 1989-09-26 | Ohi Seisakusho Company, Limited | Sunroof apparatus for vehicle |
US4845894A (en) * | 1987-08-25 | 1989-07-11 | The Budd Company | Method of mounting an outer skin to an inner panel of a vehicle door |
US4800638A (en) * | 1987-08-25 | 1989-01-31 | The Budd Company | Method of mounting an outer skin to an inner panel of a vehicle door |
DE3907932A1 (de) * | 1989-03-11 | 1990-09-13 | Webasto Ag Fahrzeugtechnik | Schiebedach und/oder schiebehebedach fuer fahrzeuge |
DE4124528C1 (en) * | 1991-07-24 | 1992-07-30 | Webasto Ag Fahrzeugtechnik, 8035 Stockdorf, De | Solid car roof with sun roof aperture - has threaded adjuster with two parts, effective in opposite directions via link |
US5325585A (en) * | 1991-09-05 | 1994-07-05 | Mazda Motor Corporation | Method for the assembly of a sun roof of an automotive vehicle |
DE4327424C1 (de) * | 1993-08-14 | 1994-09-22 | Webasto Karosseriesysteme | Höheneinstelleinrichtung für den Deckel eines Hebeschiebe- bzw. eines Spoilerdaches von Fahrzeugen |
DE4332369C1 (de) * | 1993-09-23 | 1994-10-20 | Man Nutzfahrzeuge Ag | Dachluke im Dach eines Nutzfahrzeuges |
US5961177A (en) * | 1994-07-05 | 1999-10-05 | Asc Incorporated | Sunroof assembly drain trough for an automotive vehicle |
WO1996001192A1 (en) * | 1994-07-05 | 1996-01-18 | Asc Incorporated | Automobile sunroof assembly and control system |
US5746475A (en) * | 1995-06-07 | 1998-05-05 | Asc Incorprated | Drive mechanism for an automotive vehicle sunroof assembly |
US6056352A (en) * | 1994-07-05 | 2000-05-02 | Asc Incorporated | Sunroof assembly for an automotive vehicle and control system for operating a sunroof assembly |
DE19521061C1 (de) * | 1995-06-09 | 1996-09-12 | Webasto Karosseriesysteme | Vorrichtung und Verfahren zur Montage eines Schiebedachrahmens |
BR9708996A (pt) * | 1996-05-14 | 1999-08-03 | Volkswagen Ag | Processo e dispositivo para a fixacão de um quadro de reforca em torno de um recorte de teto corredico |
DE29703868U1 (de) * | 1997-03-04 | 1997-05-07 | DWA Deutsche Waggonbau GmbH, 12526 Berlin | Montage-Hilfsrahmen für Fensteranschlußrahmen |
US6253439B1 (en) | 1997-05-12 | 2001-07-03 | Volkswagen Ag | Method for fastening a reinforcement frame in a vehicle roof opening |
DE29718857U1 (de) * | 1997-10-23 | 1999-02-18 | Wilhelm Karmann GmbH, 49084 Osnabrück | Montagewerkzeug |
US6129413A (en) * | 1997-11-13 | 2000-10-10 | Asc Incorporated | Powered dual panel sunroof |
DE19937395C1 (de) * | 1999-08-07 | 2001-02-08 | Webasto Vehicle Sys Int Gmbh | Verfahren und Vorrichtung zur automatisierten Höheneinstellung eines Dachelements mit Bezug auf eine in der festen Dachhaut eines Fahrzeugdaches vorgesehene Dachöffnung |
DE202004001916U1 (de) * | 2004-02-09 | 2004-04-08 | Arvinmeritor Gmbh | Mechanismus für ein Schiebedach |
US7832796B2 (en) * | 2007-01-29 | 2010-11-16 | Ford Global Technologies, Llc | Three-piece roof assembly for race cars |
DE102007041251A1 (de) * | 2007-08-30 | 2009-03-05 | Khs Ag | Herstellverfahren für Maschinen |
JP5359583B2 (ja) * | 2009-06-15 | 2013-12-04 | アイシン精機株式会社 | スライディングルーフ装置 |
EP2368735A1 (en) * | 2010-03-23 | 2011-09-28 | Inalfa Roof Systems Group B.V. | Open roof construction for a vehicle |
DE202010007964U1 (de) * | 2010-07-02 | 2011-10-07 | Inalfa Roof Systems Group B.V. | Dachanordnung für ein Fahrzeug |
US8832918B2 (en) * | 2010-10-29 | 2014-09-16 | Toyota Motor Engineering & Manufacturing North America, Inc. | Frame device with shimming elements for installing a glass plane |
CN103447866B (zh) * | 2013-05-28 | 2016-01-20 | 宁波裕民机械工业有限公司 | 汽车天窗导轨端部倒角工装 |
EP3608135B1 (en) | 2018-08-09 | 2022-03-09 | Inalfa Roof Systems Group B.V. | Open roof construction for a vehicle and method of attaching a panel |
Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE1229859B (de) * | 1964-05-27 | 1966-12-01 | Volkswagenwerk Ag | Einstellscheibe fuer Schiebedaecher an Kraftfahrzeugen |
DE1655543A1 (de) * | 1966-06-07 | 1970-07-23 | Volkswagenwerk Ag | Hoeheneinstellvorrichtung fuer Schiebedach |
DE2052295A1 (de) * | 1970-10-24 | 1972-06-15 | Audi NSU Auto Union AG, 7107 Neckarsulm· | Vorrichtung zum Einstellen der Höhe von Schiebedächern in Kraftwagen |
GB2024114A (en) * | 1978-06-24 | 1980-01-09 | Webasto Werk Baier Kg W | Motor vehicle sliding roof |
GB2076752A (en) * | 1980-05-30 | 1981-12-09 | Rockwell Golde Gmbh | Sliding rising roof for motor vehicles |
FR2526727A1 (fr) * | 1982-05-14 | 1983-11-18 | Webasto Werk Baier Kg W | Toit ouvrant par coulissement et soulevement pour vehicule automobile |
Family Cites Families (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE2532187B2 (de) * | 1975-07-18 | 1977-07-14 | Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt | Schiebedach fuer kraftfahrzeuge |
DE7910778U1 (de) * | 1979-04-12 | 1979-08-02 | Webasto-Werk W. Baier Gmbh & Co, 8031 Stockdorf | Fahrzeugschiebedach |
JPS5826632A (ja) * | 1981-08-08 | 1983-02-17 | Daikiyoo Bebasuto Kk | サンル−フ用傾動装置 |
DE3221487C2 (de) * | 1982-06-07 | 1989-12-14 | Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt | Kabelführung für Kraftfahrzeug-Schiebedächer |
DE3300308C2 (de) * | 1983-01-07 | 1987-04-23 | Rockwell Golde Gmbh, 6000 Frankfurt | Schiebe-Hebe-Dach für Kraftfahrzeuge |
CA1217218A (en) * | 1983-11-24 | 1987-01-27 | Milton C. Kaltz | Lifter apparatus for pivotal-sliding roof panel assembly |
EP0143589B1 (en) * | 1983-11-25 | 1989-01-18 | Britax Weathershields Limited | Opening roof for a motor vehicle |
DE3442631A1 (de) * | 1984-11-22 | 1986-05-22 | Webasto-Werk W. Baier GmbH & Co, 8035 Gauting | Schiebehebedach |
-
1984
- 1984-09-28 DE DE3435813A patent/DE3435813C2/de not_active Expired
-
1985
- 1985-05-03 SE SE8502145A patent/SE455068B/sv not_active IP Right Cessation
- 1985-05-22 GB GB08512984A patent/GB2165193B/en not_active Expired
- 1985-05-27 IT IT20909/85A patent/IT1185579B/it active
- 1985-06-28 NL NL8501877A patent/NL192331C/nl not_active IP Right Cessation
- 1985-07-06 ES ES544933A patent/ES8609056A1/es not_active Expired
- 1985-07-08 US US06/752,708 patent/US4601091A/en not_active Expired - Lifetime
- 1985-07-08 JP JP60148450A patent/JPS6181224A/ja active Granted
- 1985-07-10 AU AU44754/85A patent/AU568060B2/en not_active Ceased
- 1985-07-23 BR BR8503487A patent/BR8503487A/pt not_active IP Right Cessation
- 1985-09-26 FR FR858514296A patent/FR2570996B1/fr not_active Expired
Patent Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE1229859B (de) * | 1964-05-27 | 1966-12-01 | Volkswagenwerk Ag | Einstellscheibe fuer Schiebedaecher an Kraftfahrzeugen |
DE1655543A1 (de) * | 1966-06-07 | 1970-07-23 | Volkswagenwerk Ag | Hoeheneinstellvorrichtung fuer Schiebedach |
DE2052295A1 (de) * | 1970-10-24 | 1972-06-15 | Audi NSU Auto Union AG, 7107 Neckarsulm· | Vorrichtung zum Einstellen der Höhe von Schiebedächern in Kraftwagen |
GB2024114A (en) * | 1978-06-24 | 1980-01-09 | Webasto Werk Baier Kg W | Motor vehicle sliding roof |
GB2076752A (en) * | 1980-05-30 | 1981-12-09 | Rockwell Golde Gmbh | Sliding rising roof for motor vehicles |
FR2526727A1 (fr) * | 1982-05-14 | 1983-11-18 | Webasto Werk Baier Kg W | Toit ouvrant par coulissement et soulevement pour vehicule automobile |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
IT1185579B (it) | 1987-11-12 |
JPH04850B2 (nl) | 1992-01-09 |
NL192331C (nl) | 1997-06-04 |
SE8502145D0 (sv) | 1985-05-03 |
ES8609056A1 (es) | 1986-09-01 |
FR2570996B1 (fr) | 1989-12-15 |
ES544933A0 (es) | 1986-09-01 |
AU4475485A (en) | 1986-04-10 |
IT8520909A0 (it) | 1985-05-27 |
GB2165193B (en) | 1988-09-07 |
FR2570996A1 (fr) | 1986-04-04 |
SE8502145L (sv) | 1986-03-29 |
US4601091A (en) | 1986-07-22 |
GB2165193A (en) | 1986-04-09 |
BR8503487A (pt) | 1986-09-16 |
AU568060B2 (en) | 1987-12-10 |
SE455068B (sv) | 1988-06-20 |
GB8512984D0 (en) | 1985-06-26 |
DE3435813A1 (de) | 1986-04-03 |
JPS6181224A (ja) | 1986-04-24 |
DE3435813C2 (de) | 1986-10-16 |
NL192331B (nl) | 1997-02-03 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8501877A (nl) | Werkwijze en inrichting voor het op hoogte instellen en monteren van een deksel van een in een motorvoertuigdak in te bouwen schuif- en/of hefdakconstructie. | |
DE19713347C1 (de) | Fahrzeugdach mit wenigstens einem oberhalb des festen Fahrzeugdachs verschiebbaren Deckel | |
US9186966B2 (en) | Drive system for a movable roof part of a roof module of a motor vehicle | |
DE19521061C1 (de) | Vorrichtung und Verfahren zur Montage eines Schiebedachrahmens | |
KR101381321B1 (ko) | 특히 자동차용 슬라이딩 루프 장치 | |
FR2586972A1 (fr) | Unite de montage pre-assemblee pour toits coulissants et relevables de vehicules automobiles | |
KR100907057B1 (ko) | 스폿 용접용 지그 장치 | |
NL1011859C2 (nl) | Open-dakconstructie voor een voertuig. | |
EP0867321A1 (de) | Fahrzeugdach mit wenigstens einem an seiner Hinterkante anhebbaren und oberhalb des festen Fahrzeugdachs verschiebbaren Deckel | |
EP1849634A1 (de) | Vorrichtung und Verfahren zur Montage eines Fahrzeugfensters | |
EP1232888B1 (en) | Protective cover for guide rail of a vehicle open roof construction | |
NL8200508A (nl) | Schuif-hefdak voor motorvoertuigen. | |
US5214824A (en) | Holding device for vertically positioning a window pane | |
EP1680300B1 (de) | Cabriolet-fahrzeug | |
CN109702466B (zh) | 一种电梯托架安全钳的装配系统和方法 | |
EP1195281A1 (en) | Open Roof construction for a vehicle | |
NL1011154C2 (nl) | Vouwdak voor een voertuig. | |
DE102006031821A1 (de) | Montagevorrichtung und Montageverfahren zum Montieren eines Profils an einer Scheibe | |
EP1052126A1 (en) | Open roof construction for a vehicle | |
NL8602264A (nl) | Schuifdak voor motorvoertuigen. | |
ITBO20120522A1 (it) | Gruppo carrello per porta o finestra scorrevole alza e scorri. | |
RU2335364C2 (ru) | Рихтовочный станок для кузова легкового автомобиля | |
CN109703655B (zh) | 自动推汽车天窗遮阳帘链条设备 | |
EP0885770B1 (en) | Vertically movable loading platform provided with railings, for mounting to a vehicle | |
NL1009072C2 (nl) | Open-dakconstructie voor een voertuig. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20000101 |