NL8500868A - Stuurmechanisme voor een voertuig. - Google Patents

Description

‘ N*0. 33102

Stuurmechanisme voor een voertuig»

De uitvinding heeft betrekking op een stuurmechanisme voor een voertuig waarbij de asstompen op verschillende afstanden van elkaar kunnen worden vergrendeld voor het instellen van het spoor waarbij de effectieve lengte van de trekstang, die de asstompen verbindt, dien-5 overeenkomstig kan worden gewijzigd.

In vele gevallen kan het van voordeel en gewenst zijn dat het spoor van een voertuig instelbaar is. Het is in het bijzonder van voordeel bij landbouwtractpren en tuintractoren om het spoor zo in te stellen dat de wielen van de tractor lopen in de voren van een geploegd 10 veld of tuin. Bovendien kan het van voordeel zijn als enerzijds het spoor kan worden ingesteld op maximaal als over een oneffen terrein wordt gereden, anderzijds, kan worden gereduceerd tot minimaal voor de duur van transport, bijvoorbeeld als een tuintractor wordt getransporteerd op een trailer achter een automobiel. In andere opzichten kan het 15 van voordeel zijn als het spoor van een voertuig tijdelijk kan worden gereduceerd bijvoorbeeld bij rijden op smalle wegen of bij parkeren.

Veel problemen zijn opgetreden bij pogingen om een stuurmechanisme voor een voertuig te construeren met een instelbaar spoor. Als de afstand tussen de asstompen wordt gewijzigd om het spoor in te stellen, 20 is het op hetzelfde ogenblik noodzakelijk de lengte van de trekstang in te stellen waarenboven het noodzakelijk is om de stuurhoeken opnieuw in te stellen. Om een trekstang te vervaardigen met een instelbare effectieve lengte, was het mogelijk de trekstang te vervaardigen uit twee delen die telescoperend glijdend in elkaar kunnen worden vergrendeld 25 met elkaar. Een dergelijke constructie is echter betrekkelijk zwak en buigt gemakkelijk bij mechanische spanningen en krachten die daarop worden uitgeoefend.

Bovendien kan de instelling moeilijk worden uitgevoerd omdat de trekstang blootstaat aan bevuiling en daarom de delen die in elkaar 30 kunnen glijden vaak op elkaar hechten zodat het moeilijk of onmogelijk is ze van elkaar te lossen. Als een stuurkast wordt gebruikt is het noodzakelijk het bevestigingspunt te wijzigen van de stuurhefboom naar de trekstang als effectieve lengte van de trekstang wordt ingesteld.

Aan de andere kant, als worm en wormwielbesturing wordt toegepast die 35 direct inwerkt op éën asstomp, worden gemakkelijk dode of bijna dode hoeken verkregen als het spoor te wijd is gespreid en de stuurarm komt te liggen op dezelfde rechte lijn of nabij dezelfde rechte lijn als de as van het wiel.

85 00 868 *. * 2

De eerder voorgestelde alternatieven, die boven zijn beschreven, nemen ook veel ruimte in, ze zijn gecompliceerd en werken in de praktijk niet betrouwbaar. Het doel van de uitvinding is daarom een stuurmechanisme voor een voertuig te verschaffen waarbij de asstompen kunnen 5 worden vergrendeld op verschillende afstanden van elkaar om het spoor in te stellen en waarbij de effectieve lengte van de trekstang, die de asstomp verbindt dienovereenkomstig wijzigt zonder dat de stuurhoeken behoeven te worden ingesteld na het instellen van het spoor. Bovendien is het doel van de uitvinding een stuurmechanisme voor een voertuig te 10 verschaffen dat meer betrouwbaar is wat betreft de werking, gemakkelijk kan worden bediend en uit het oogpunt van constructie eenvoudiger is dan de bekende, waarbij de hoofdkenmerken van de uitvinding worden gegeven in de hierbij behorende conclusies.

In tegenstelling tot de tot dusverre bekende alternatieven zijn 15 bij het stuurmechanisme volgens de uitvinding de einden van de trekstang scharnierend verbonden met tegenover liggende zijden van de asstompen, in welk geval de effectieve lengte van de trekstang niet alleen wijzigt als het spoor wordt ingesteld maar ook als de wielen worden gedraaid. De trekstang is verdeeld in twee in hoofdzaak evenwijdige 20 rondsels, die op een kleine afstand van elkaar liggen en werkzaam zijn verbonden met elkaar door middel van een tandwiel aangebracht daartussen met lagers, welk tandwiel bij voorkeur is verbonden met de besturing van het voertuig. Op een wijze die afwijkt van het normale regel-rondsel sturen worden bij het mechanisme volgens de uitvinding de 25 stuurkracht gelijkmatig verdeeld over twee rondsels, die, als het tandwiel wordt geroteerd, bewegen in tegengestelde richtingen, en daardoor veroorzaken dat de wielen draaien in dezelfde richting omdat het tegenover liggende einde van elke heugel scharnierend is verbonden met de trekstangarm op de tegenover liggende zijde van de asstomp. De trek-30 stangarmen van de twee asstompen strekken zich dus in verschillende richtingen uit. Als het spoor wordt ingesteld wordt de beweging van êên heugel automatisch overgebracht door het tandwiel naar de andere heugel als een gelijke beweging in tegengestelde richting en daarvoor is het niet noodzakelijk de stuurhoeken in te stellen na het instellen van het 35 spoor.

Volgens de uitvinding wordt ook een constructie verschaft bestaande uit een enkele eenheid die past in een zeer kleine ruimte en is beschermd tegen vuil worden, door de heugels in een buisvormige as aan te brengen, waarin ook het tandwiel is aangebracht met lagers, waarbij aan 40 de tegenover elkaar liggende einden van de armen van de buisvormige as, 85 0 0 8 68 * * 3 die telescoperen daarover of daarbinnen glijden en kan worden vergrendeld op de buisvormige as, waarbij de asstompen met lagers zijn aangebracht op de einden van de armen. De armen die moeten worden vergrendeld met de buisvormige as zijn bij voorkeur hol, zodat de heugels erin 5 kunnen worden aangebracht, waarbij de armen en respectievelijk de buisvormige as langwerpige openingen bezit waardoor elke heugel scharnierend is verbonden met zijn asstomp.

Het stuurmechanisme volgens de uitvinding is bij voorkeur aangebracht op de vooras van het voertuig, maar kan ook op de achteras wor-10 den aangebracht van het voertuig om een vierwielbesturing te verschaffen. Het is van bijzonder voordeel dat het stuurmechanisme volgens de uitvinding is geplaatst op een tractor met twee- of vierwielaandrij-ving, bijvoorbeeld een tuintractor met hydraulische krachtoverbren- «ing.

15 De uitvinding wordt hierna meer in detail besproken aan de hand van de tekening.

Fig. 1 toont schematisch een bovenaanzicht van ëên uitvoering van de uitvinding.

Fig. 2 toont een vertikaal beeld van een voorkeursuitvoering.

20 Als weergegeven in fig. 1 verschilt het stuurmechanisme volgens de uitvinding ten opzichte van het gebruikelijke heugel en tandwielstuur-mechanisme daarin dat de trekstang is verdeeld in twee evenwijdige, in het geval weergegeven in fig. 1 achtereenvolgens de heugels 3* en 3", die onder tussenkomst van een scharnier 7 en een arm 6' of 6" elk zijn 25 verbonden door middel van een scharnier 5 met de trekstangarm 4 van zijn eigen asstomp 2. In dit verband wordt onder "trekstang” bedoeld een orgaan dat is samengesteld uit heugels 3* en 3", en armen 6’ en 6" die daarmede zijn verbonden door middel van een scharnier 7, welke armen hunnerzijds zijn verbonden door scharnier 5 met de trekstangarmen 30 4, van de asstompen 2. Onder “asstomp” 2 wordt in dit verband verstaan een fusëpen of een schamierpen.

Zoals meer in detail blijkt uit fig. 1 is tussen de evenwijdige opeenvolgende heugels 3* en 3” door middel van lagers een tandwiel 8 aangebracht, dat hetzij is verbonden met de stuurstang hetzij vrij ro-35 teert. Als het tandwiel 8 vrij roteert is de stuurstang op de een of andere op zichzelf bekende wijze bijvoorbeeld door middel van een tandwielkast, verbonden met heugel 3f of 3". Het tandwiel 8 geplaatst tussen de heugels 3’ en 3" heeft het effect dat de rotatie van het tandwiel 8 een gelijke beweging veroorzaakt in tegengestelde richtingen in 40 de heugels 3’ en 3", of respectievelijk de beweging van ëén heugel 3* 8500868 ft 4 of 3" wordt door het tandwiel 8 overgebracht op de andere heugel 3" of 3’ als eenzelfde beweging in tegengestelde richting. Als gevolg hiervan en omdat de trekstangarmen 4 van de asstompen 2 in tegengestelde richtingen zijn, draaien de wielen 1 in eenzelfde mate in de richting (ge-5 bogen pijlen in de figuur) waarin het stuurwiel wordt gedraaid.

Voor het instellen van de heugel worden de asstompen 2 gelost van hun bevestigingen en axiaal verplaatst over een gelijke afstand hetzij vanaf hetzij naar een ander. Op dit tijdstip wordt het voertuig omhoog gebracht in zodanige mate dat de wielen 1 loskomen van de grond. De 10 stuurhoeken blijven ongewijzigd ondanks de instelling van het spoor. De bevestiging van de asstompen 2 is bij voorkeur trapsgewijs waarbij de trapsgewijze bevestiging aan elke zijde van het voertuig de voorkeur heeft bij dezelfde afstand vanaf de hartlijn van het voertuig.

Bij de voorkeursuitvoering weergegeven in fig. 2 is het stuurme-15 chanisme omgeven door een buisvormige as 9, met een vierkante dwarsdoorsnede; de armen 10' en 10", die in hoofdzaak dezelfde dwarsdoorsnede bezitten, zijn telescoperend aangebracht op de tegenover elkaar liggende einden van de as 9 en hierop vergrendeld door middel van bouten 11* De asstompen 2 zijn ook aangebracht onder toepassing van lagers op 20 de vrije einden van deze armen 10’ en 10". De armen 10' en 10" zijn ook hol. Het wormwiel 8, dat kan roteren om een in hoofdzaak horizontale as, is aangebracht onder gebruikmaking van lagers in het midden van de buisvormige as 9, en heugels 3* en 3", voorzien van overeenkomstige tanden, zijn geplaatst binnen de buisvormige as 9 op zodanige wijze dat 25 zij ook binnen de holle armen 10T en 10" glijden. De asstompen 2 zijn scharnierend aangebracht door middel van armen 6' en 6" op de heugel 3’ of 3” binnen de buisvormige as 9 en armen 10* en 10", waarbij het scharnier 7 van de heugel 3’ en 3" zo is aangebracht dat hij zijdelings beweegt op een horizontaal vlak en wel heen en weer in een langwerpige 30 opening 12 en in de opening 13 bij het overeenkomstige punt in de buisvormige as 9.

Bij de uitvoering weergegeven in fig. 2 liggen de heugels 3’ en 3" boven elkaar, maar desondanks zijn zij zo uitgevoerd dat zij inwerken op de zich in tegengestelde richting uitstrekkende trekstangarmen 4 van 35 de asstompen 2 geplaatst aan de voor- en achterzijde van de buisvormige as 9. De lengte van de arm 6" en mogelijk van de arm 6’ kan worden ingesteld volgens op zichzelf bekende wijze, om de stuurhoeken in te stellen bij het installeren. In het systeem volgens de uitvinding behoeft echter de instelling van het spoor geen instelling van de stuur-40 hoeken als de twee asstompen 2 over een gelijke afstand in tegengestel- 8500868 r r 5 de richtingen worden bewogen, waarbij de heugels 3* en 3" respectievelijk over een gelijke afstand in tegengestelde richtingen bewegen door overbrenging van het tandwiel 8, dat daartussen vrij roteert. Als de asstompen 2 niet worden bewogen over een gelijke afstand in tegenge-5 stelde richtingen, kunnen echter de stuurhoeken worden vastgehouden door elk wiel te draaien naar een van zijn uiteinden en door ze in deze stand vast te houden totdat de asstompen 2 op hun plaats zijn vergrendeld.

8500868

Claims (6)

1. Stuurmechanisme voor een voertuig waarbij de asstompen (2) kunnen worden vergrendeld op verschillende afstanden van elkaar om het spoor in te stellen en waarbij de effectieve lengte van de trekstang 5 verbonden met de asstompen respectievelijk instelbaar zijn, met het kenmerk, dat de einden van de trekstangen scharnierend (5) zijn aangebracht op de tegenover elkaar liggende zijden van de asstompen (2) en dat de trekstang is verdeeld in twee in hoofdzaak evenwijdige heugels (3', 3") die werkzaam zijn verbonden met elkaar door middel van een 10 tandwiel (S) aangebracht daartussen, onder gebruikmaking van lagers.

2. Stuurmechanisme volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tandwiel (9) is verbonden met de besturing van het voertuig.

3. Stuurmechanisme volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt door een buisvormige as (9) waarbinnen de heugels (3', 3") zijn geplaatst en het 15 tandwiel (8) is aangebracht onder gebruikmaking van lagers, en aan de tegenover liggende einden waarvan armen (10*, 10") aanwezig zijn die telescoperend daarover of daarin glijden en kunnen worden vergrendeld (11) op de buisvormige as (9), waarbij de asstompen (2) zijn aangebracht op het einde van de armen (10*, 10") onder gebruikmaking van la- 20 gers.

4. Stuurmechanisme volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat ook de armen (10', 10"), die kunnen worden vergrendeld op de buisvormige as (9) hol zijn en dat de heugels (3*, 3") zijn aangebracht om daarin te glijden, waarbij de armen (10', 10") en respectievelijk de buisvormige 25 as (9) langwerpige openingen (12, 13) bezitten, via welke elke heugel (3*, 3"), scharnierend (4, 5, 6*, 6”, 7) is verbonden met hun asstomp (2).

5. Stuurmechanisme volgens een van de bovengenoemde conclusies, met het kenmerk, dat het is bevestigd zowel op de vooras als op de ach- 30 teras van het voertuig.

6. Stuurmechanisme volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het is geplaatst op een tractor met twee- of vierwiel-aandrijving, die een hydraulische vermogensoverbrenging bezit. 1 Μ Μ I· 8500868