NL8400705A

NL8400705A - Smeltlijm voor het verbinden van voorwerpen uit epdm.

Info

Publication number: NL8400705A
Application number: NL8400705A
Authority: NL
Original assignee: Phoenix Ag
Priority date: 1983-02-24
Filing date: 1984-03-05
Publication date: 1985-10-01
Also published as: FR2561656B1; FR2561656A1; NL189470C; ATA68684A; AT388168B; DE3306439A1; BE899204A; NL189470B; DE3306439C2; US4609697A

Description

' SC" -* _ P HP/ar/19-Phoenix • >

Smeltlijm voor het verbinden van voorwerpen uit EPDM.

De uitvinding heeft, betrekking op een smeltlijm voor het onderling of met andere materialen zoals die in de techniek voorkomen, verbinden van vormlichamen en vlakke voortbrengselen uit EPDM.

5 Bij het verlijmen van voorwerpen op basis van aller hande rubbertypen worden in de meeste gevallen oplossingen met bepaalde gehalten aan vaste stoffen toegepast. Bij het gebruik van dergelijke in oplossing aanwezige kleefstoffen levert echter moeilijkheden op, indien de voorwerpen grote 10 lijmvlakken hebben, omdat de voor gebruik in aanmerking komende oplosmiddelen door het voorwerp en de lijmstof moeten worden uitgescheiden. Voor dergelijke, bijzondere doelen worden daarom ruim verbreid ook smeltlijmen toegepast. Deze zijn oplosmiddelvrij, en moeten daarom echter voor het ver-15 krijgen van een vast hechtende, werkzame verbinding tot hoge temperaturen, bijvoorbeeld 150°C, verhit worden, voordat zij voor verlijmen gebruikt kunnen worden. De in de handel aanwezige smeltlijmen hebben weliswaar een brede toepassingsmogelijkheid, maar kunnen echter bij voorwerpen op basis van 20 EPDM niet gebruikt worden. Bij deze synthetische rubber zijn de vasthoudwaarden ontoereikend en weinig duurzaam. Daarom is reeds voorgesteld, bij het verbinden van vlakken, zoals die zich bijvoorbeeld voordoen bij een dakafdichtende banen, ervoor te zorgen, dat aan de oppervlakken vezelmateriaal 25 naar buiten treedt, zodat een mechanische verstijving optreedt. Bij een naadverbinding kan dit probleem echter niet opgelost worden. Bovendien worden ook reeds smeltlijmen gebruikt, die een mengsel van EPDM, butadieenstyreen-mengpolymerisaten en bitumen bevatten. Dergelijke verlijmingen, vereisen echter 30 een vulkanisatie en zijn daardoor tot enkele toepassings-gevallen beperkt. Bovendien zijn de kosten van dergelijke kleef verbindingen verhoudingsgewijs hoog.

Het doel van de uitvinding is een smeltlijm te verschaffen die gebruikt kan worden voor het verbinden van vlak-35 ken, waarvan er ten minste één uit EPDM bestaat. Een eruit springend toepassingsgebied zijn de in de hoogbouw en weg- » 8400705 -2- t en waterbouwkunde toegepaste afdichtende banen en profielen, die voor allerhande afdichtingsdoeleinden toepassing vinden. Daarbij moeten vlakken en naadzones in één arbeidsgang en met één lijm verbonden kunnen worden.

5 Dit wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt, doordat de smeltlijm de volgende bestanddelen bevat: a) SEBS-blok-copolymserrubber, b) 10 - 150 gewichtsdelen per 100 eenheden rubber aan alifatische koolwaterstofharsen, 10 c) 50-300 gewichtsdelen per 100 eenheden rubber aan aromatische koolwaterstofharsen, en d) tot 1.000 gewichtsdelen per 100 eenheden rubber aan bitumen met een verwerkingspunt van RK 37/44 - 54/59.

Bij de genoemde SEBS-blok-copolyneer gaat het om een 15 polymeer waarvan het middenblok uit etheen-buteen en de beide eindblokken uit styreen bestaan. De verhouding van styreen tot olefine bedraagt 30 : 70. Het molgewicht ligt in de grote orde van de gebruikelijke rubbertypen. Bij de alifa-tische koolwaterstofhars gaat het om een bijprodukt uit de 20 verwerking van aardolie, dat bij het kraken met behulp van stoom wordt verkregen. Bij de aromatische koolwaterstofhars kan het bijvoorbeeld gaan om een alphamethy1styreencopolyneer Er kan echter ook een polyterpeenhars gebruikt worden.

De voor de beide harsen aangegeven menghoeveelheden 25 zijn op elkaar af te stemmen, ten einde een optimale inwerking op het SEBS te waarborgen. Door deze harsen kunnen de fysische eigenschappen van de smeltlijm en de verwerkings-toestand beïnvloed worden.

Bij de voor toepassing in aanmerking komende bitumen 30 moeten bepaaldé verwekingsgrenswaarden in aanmerking genomen worden, welke voor de verwerking van de smeltlijm van belang zijn. ïn dit verband kunnen bitumen van bekende herkomst gebruikt worden, er kunnen echter ook door oxydatie van structuur gewijzigde bitumen gebruikt worden.

35 Bij het samenstellen van de smeltlijm met de hier voor genoemde bestanddelen is het weliswaar mogelijk zonder 8400705 »

-I

-3- een toevoeging van bitumen een duurzame en ook van het begin af aan werkzame kleefvastheid te verkrijgen. Het is echter met het oog op de in veel gevallen in grote hoeveelheden te gebruiken smeltlijm zinvol, een grote hoeveelheid bitumen te 5 gebruiken. Daardoor kunnen de kosten voor de lijmbewerking in belangrijke mate verminderd worden. Gebleken is, dat het bijmengen van bitumen slechts tot een geringe verlaging van de pel vastheid bij hogere temperaturen leidt.

Volgens de uitvinding is het verder mogelijk, dat 10 het toegepaste SEBS tot 20% wordt vervangen door SEPS. Bij deze rubber gaat het eveneens om een blok-copolymer met eindstandige styreengroepen. Het olefine middenblok bestaat echter ter onderscheiding uit etheen en propeen. Door de toevoeging van SEPS kan ook de consistentie veranderd worden, 15 alsook de minimale temperatuur van de verwarmingsbewerking, een weinig verlaagd worden, zodat de verwerkbaarheid van de smeltlijm over een langere tijd blijft bestaan.

Volgens de uitvinding is het bovendien ook mogelijk aan de smeltlijm tot 150 gewichtsdelen per 100 eenheden rub-20 ber een anorganische vulstof toe te voegen. Hiervoor komen bijvoorbeeld kiezelzuur én krijt in aanmerking.

Ook deze toevoeging leidt niet tot een nadelige beïnvloeding van de kleefwerking, ofschoon ook door deze toe- m voeging de kosten van de smeltlijm verminderd kunnen worden.

* * 25 De uitvinding wordt in het hierna volgende voorbeeld verduidelijkt.

SEBS 10Q, 80 80 100 100 SEPS 20 20 - alifatische kool- ' waterstofhars 100 100 100 100 100 30 aromatische koolwater stof hars 50 50 ' 50 50 50 bitumen R+K 44/49 - - - 250 250 mineralenvulstof --50-- pelvastheid d/N 1,5 cm b.RT 9,7 8,7 8,5 9,0 8,5 d/N b. + 80°C 4,4 3,2 3,3 3,8 1,0 8400705

Claims

1. Smeltlijm voor het met elkaar of met andere materialen verbinden van vormlichamên en/of vlakke voortbrengselen uit EPDM, met het kenmerk, dat de lijm de volgende bestanddelen bevat: 5 a) SEBS-blok- copolymeerrubber, b) 10-150 gewichtsdelen per 100 eenheden rubber aan alifatische koolwaterstofharsen, cj 50 - 300 gewichtsdelen per 100 eenheden rubber aan aromatische koolwaterstofharsen, en 10 d) tot 1.000 gewichtsdelen per 100 eenheden rubber aan bitumen met een verwerkingspunt van RK 37/44 - 54/59.

2. Smeltlijm volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat SEBS tot 20% is vervangen door SEPS.

3. Smeltlijm volgens conclusie 1 of 2, m e t 15 het kenmerk, dat de lijm tot 150 gewichtsdelen per 100 eenheden rubber aan anorganische vulstoffen bevat. 8400705