NL8400366A

NL8400366A - Werkwijze voor het verpakken van produkten, onder toepassing van een warmtebehandeling en gesloten houder met verpakte produkten verkregen onder toepassing van een warmtebehandeling.

Info

Publication number: NL8400366A
Application number: NL8400366A
Authority: NL
Original assignee: Wavin Bv
Priority date: 1984-02-06
Filing date: 1984-02-06
Publication date: 1985-09-02
Also published as: EP0156404B1; EP0156404A1; DE3562746D1; US4689936A; ATE34357T1; JPS60183329A

Description

9 ·* 835116/vdV/kd

Korte aanduiding: Werkwijze voor het verpakken van produkten, onder toepassing van een warmtebehandeling en gesloten houder met verpakte produkten verkregen onder toepassing van een warmtebehandeling.

Door Aanvraagster worden als uitvinder genoemd: G.M. Gaikema te Dedemsvaart en D. Zijlstra te Bathmen.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verpakken van produkten, in het bijzonder voedingsmiddelen, waarbij een verpakking wordt gevuld met een bepaalde hoeveelheid van een te verpakken produkt, gesloten 5. en met inhoud aan een warmtebehandeling onderwor pen.

Een dergelijke werkwijze is bekend.

Daarbij dient de warmtebehandeling, die bijvoorbeeld bestaat uit pasteuriseren of steriliseren, om een 10 langere houdbaarheid van bederfgevoelige voedingsmiddelen te verwezenlijken.

Bij de warmtebehandeling van voedingsmiddelen in een gesloten verpakking zal echter in het algemeen de druk in de verpakking stijgen, waardoor de verpakking beschadigd 15 kan worden.

Om dit te voorkomen, wordt de verpakking meestal drukbestendig uitgevoerd in een materiaal dat bestand is tegen drukverhogingen, bijvoorbeeld metaal (blik), glas of een dikwandige kunststof of door in de verpakking expansie-voorzieningen aan te brengen die de drukverhoging opvangen.

20 Dit leidt echter in het algemeen tot relatief dure verpakkingen .

Ook wordt beschadiging van de verpakking voorkomen door tijdens de warmtebehandeling dedruk op de buitenzijde van de verpakking eveneens te verhogen. Deze mogelijkheid is 25 echter maar in een beperkt aantal gevallen toepasbaar en vergt bovendien speciale voorzieningen.

De uitvinding beoogt nu een werkwijze-voor het verpakken van produkten die in een gesloten verpakking aan 8400366 > -2- aan een warmtebehandeling worden onderworpen te verschaffen die geen van de bovengenoemde nadelen bezit. Dit oogmerk wordt bereikt door een werkwijze welke tot kenmerk heeft dat /de niet , , over- de wand van'tegen aanzienlijke/drukken bestand zijnde ver-5 pakking vóór de warmtebehandeling wordt voorzien van tenminste een drukvereffeningsopening, welke na de warmtebehandeling en voordat kiemen zoals bacteriën en schimmels in de verpakking kunnen doordringen, hermetisch wordt afgesloten.

Op deze wijze wordt bereikt dat produkten in een niet druk-10 bestendige verpakking, die bijvoorbeeld geheel of gedeeltelijk uit een dunwandige kunststof is vervaardigd, verpakt en zonder uitwendige drukverhoging in de verpakking aan een warmtebehandeling onderworpen kunnen worden.

De drukvereffeningsopening wordt bij voorkeur afge-15 sloten door een plakstrook, een op de verpakking te lamineren kunststoffoelie, zoals polyetheenfoelie, een lijmsamenstel-ling zoals een onder invloed van vocht uithardende lijm of een twee componentenlijm, of een onder invloed van warmte smeltbare polymere verbinding ©ok wel "hot melt" genoemd.

20 Deze opsomming houdt echter geen enkele beperking in.

Bij voorkeur wordt volgens de uitvinding de drukvereffeningsopening afgesloten door middel van een onder invloed van warmte smeltbare polymere verbinding ook wel "hot melt" genoemd, welke zowel vóór als na de warmtebehande-25 ling ter plaatse van de drukvereffeningsopening op de verpakking kan worden aangebracht.

In het eerste geval is het voordelig om een smeltbare polymere verbinding aan te brengen met een smeltpunt dat ligt beneden de warmtebehandelingstemperatuur, en de 30 polymere verbinding door de warmtebehandeling tot smelten te brengen.

De drukvereffeningsopening is doelmatig kleiner dan 1 mm, bij voorkeur kleiner dan 0,5 mm.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op een 35 gesloten houder met verpakte produkten in het bijzonder voedingsmiddelen welke verpakte produkten na^erpakken in de houder aan een warmtebehandeling onderworpen werden, die gekenmerkt is doordat de wand van de niet tegen aanzienlijke 8400366 a -3- overdrukken bestand zijnde houder voorzien was van een drukvereffeningsopening tijdens de warmtebehandeling, welke drukvereffeningsopening afgesloten is door een hermetische afsluiting.

5 Het is duidelijk dat de smeltbare polymere verbin- een smeltpunt moet bezitten dat lager ligt dan het smeltpunt van de verpakkingsmaterialen waarop de smeltbare poly-mere verbinding is aangebracht.

De verpakking bestaat vanzelfsprekend uit materia-10 len die bestand zijn tegen de bij de warmtebehandeling optredende temperaturen.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld met behulp van de tekening. In de tekening toont; 15 - Fig. 1 een verpakking volgens de uitvinding in perspektief; -FEig.22 een doorsnede van een verpakking met inhoud; en - Fig. 3a - 3d verschillende uitvoeringsvormen van een detail van fig. 2.

In fig. 1 is een verpakking 1 weergegeven bestaande 20 uit een houder 2 uit bijvoorbeeld dunwandige kunststof voorzien van een deksel 3 in de vorm van een afdekfolie, dat hermetisch aansluit op de rand 4 van de houder 2.

Het deksel is voorzien van tenminste een drukvereffeningsopening 5. In fig. 2 is de verpakking gevuld met· 25 een bepaalde hoeveelheid te verpakken produkt 6 in doorsnede weergegeven.

Wanneer deze gevulde verpakking aan een warmtebehandeling, zoals steriliseren of pasteuriseren,wordt onderworpen, zal door de temperatuurverhoging de druk in de ver-30 pakking hoger worden doch deze druk kan geegaliseerd worden via de drukvereffeningsopening 5.

Na de warmtebehandeling moet, voordat kiemen in de verpakking hebben kunnen doordringen, de drukvereffeningsopening 5 hermetisch worden afgesloten.

35 Bij voorkeur wordt de drukvereffeningsopening 5 afgesloten door middel van een smeltbare polymere verbinding of "hot melt". Volgens een bepaalde uitvoeringsvorm van de 8400365 -4- C' * « werkwijze wordt de smeltbare polymere verbinding na de warmtebehandeling in vloeibare fase ter plaatse van de opening 5 in de verpakking aangebracht. Daarbij wordt een smeltbare polymere verbinding gebruikt met een zodanig ,:5 smeltpunt dat de smeltbare polymere verbinding direkt na het aanbrengen de opening 5 afsluit.

Volgens een andere uitvoeringsvorm wordt de smeltbare polymere verbinding reeds voor de warmtebehandeling op de verpakking ter plaatse van de drukvereffeningsopening 10 5 aangebracht. Dit heeft het voordeel dat de hechting van de smeltbare polymere verbindingop de verpakking niet nadelig wordt beïnvloed door de warmtebehandeling, waarbij de verpakking vaak vochtig wordt.

In fig. 3 zijn een aantal mogelijkheden aangegeven 15 waarop de smeltbare polymere verbinding op de verpakking aangebracht kan zijn.

In de uitvoeringsvorm volgens fig. 3a, 3b en 3c bezit de smeltbare polymere verbinding de vorm van een gestolde druppel 7; in de uitvoeringsvorm volgens figuur 20 3d bezit de smeltbare polymere verbinding de vorm van een laag 8 op het deksel 3.

Wanneer een smeltbare polymere verbinding wordt toegepast met een smeltpunt dat ligt boven de warmtebehandelings-temperatuur, is het nodig om de druppel 7 of de laag 8 ter 25 plaatse van de drukvereffeningsopening 5 voor de warmtebehandeling te voorzien van een doorboring 9, zoals aangegeven in de figuren 3b, 3c en 3d. In dat geval wordt na de warmtebehandeling de smeltbare polymere verbinding tijdelijk tot smelten gebracht bijvoorbeeld door middel van een verwarmingselement om de opening 5 af te sluiten.

30 Wanneer een smeltbare polymere verbinding wordt toegepast met een smeltpunt dat ligt beneden de warmtebehande lings temperatuur verdient het aanbeveling om de smeltbare polymere verbinding ter plaatse van de drukvereffeningsopening 5 voor de warmtebehandeling eveneens van een doorboring te voorzien. Tijdens de warmtebehandeling is de 35 polymere verbinding vloeibaar zodat gassen via de dan vloei- 8400366 • * -5- bare polymere verbinding uit de verpakking kunnen ontwijken.

Om te voorkomen dat de vloeibare polymere verbinding uit de omgeving van de drukvereffeningsopening 5 verdwijnt, wordt de wand van de verpakking, in dit geval het deksel 3, ter 5 plaatse van de opening 5 bij voorkeur voorzien van een verdieping 10, waarin de polymere verbinding wordt aangebracht. Wanneer na de warmtebehandeling de temperatuur weer daalt, en er geen gas meer uit de verpakking ontwijkt, vloeit de ontluchtingsopening in de nog vloeibare polymere verbinding 10 dicht waardoor de opening 5 hermetisch wordt afgesloten.

De polymere verbinding stolt vervolgens bij verdere tempera-tuursdalig geheel.

De uitvinding zal nu worden toegelicht door enkele uitvoeringsvoorbeelden.

15 VOORBEELD I

De werkwijze volgens de uitvinding is toegepast bij het verpakken van een produkt in een verpakking bestaande uit een houder 2 uit polypropeen die na het vullen is afgesloten door een eveneensfuit polypropeen bestaand deksel 3. Het 20 deksel is voorzien van een drukvereffeningsopening 5 met een diameter van ca. 0,4 mm/terwijl ter plaatse van deze opening 5 een druppel van smeltbare polymere verbinding is, die voorzien is van een doorboring 9. De toegepaste smeltbare polymere verbinding bestaat uit ethyleenvinylacetaat met een 25 lage viscositeit en een smeltpunt van 55°C. (Helmitherm 42031). De verpakking met inhoud wordt verwarmd tot een temperatuur tussen 100°C en 130°C. De door deze temperatuurs-verhoging ontstane drukverhogingen in de verpakking vereffent zich via de drukvereffeningsopening 5 en de doorboring 9. De 30 smeltbare polymere verbinding wordt door de temperatuurs- verhoging vloeibaar. Na de warmtebehandeling vloeit de opening 9 in de gesmolten polymere verbinding dich en wordt deze afgesloten. Aangezien de smeltbare polymere verbinding bij een temperatuur van ca 100°C nog vrij viskeus is, kan de ge-35 smolten polymere verbinding niet door de vrij kleine drukvereffeningsopening 5 naar binnenvloeien.

In het voorgaande zijn als warmtebehandelingen pas- 9400366 -6- I v' » w teuriseren en steriliseren genoemd. De vinding is daar echter niet toe beperkt en kan ook worden toegepast bij bijvoorbeeld het bakken van produkten, zoals cake, in de verpakking.

5 VOORBEELD'II

Een houder 2 uit polyester wordt gevuld met de nodige ingrediënten en vervolgens gesloten door middel van een deksel 3 uit polyester. Tevens wordt de verpakking voorzien van een drukvereffeningsopening 5 en/eln Iru^pef^an een 10 smeltbare polymere verbinding aangebracht, bestaande uit een polyamide met een smeltpunt van 110°C (Helmitherm 40026). Tijdens het bakken bij een temperatuur van ca. 180°C kan via de opening 5 gas ontwijken. Na het bakken wordt de opening 5 afgesloten, door middel van de smeltbare polymere verbin-15 ding. De keuze van het smeltpunt van de smeltbare polymere verbinding wordt dus enerzijds bepaald door de temperatuur waarbij de warmtebehandeling plaatsvindt en anderzijds door de wijze waarop de smeltbare polymere verbinding tot smelten moet worden gebracht, door bijvoorbeeld een verwarmings-20 element of door de warmtebehandeling.

8400366

Claims

2. Werkwijze volgens conclusie l,met het kenmerk, dat de drukvereffeningsopening of openingen kleiner zijn dan 1 mm, bij voorkeur kleiner dan 0,5 mm.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2,met het 15 k en m er k, dat de drukvereffeningsopening (5) wordt afgesloten door middel van een onder invloed van warmte smeltbare polymere verbinding (7,8).
4. Werkwijze volgens conclusie 3,met het kenmerk, dat de smeltbare polymere verbinding na de warmtebe- 20 handeling in vloeibare fase ter plaatse van de drukvereffe-ningsopening (5) op de verpakking wordt aangebracht, en vervolgens tot 'stollen wordt gebracht, onder afsluiting van de drukvereffeningsopening.
5. Werkwijze volgens conclusie 3, m e t het 25 kenmerk, dat de smeltbare polymere verbinding vóór de warmtebehandeling ter plaatse van de drukvereffeningsopening (5) op de wand van de verpakking wordt aangebracht, de smeltbare polymere verbinding tot smelten en vervolgens weer tot stollen wordt gebracht onder afsluiting van de drukveref feningsopening (5), waarbij in geval de smeltbare 30 polymere verbinding een smeltpunt bezit dat ligt boven de ,deze warmtebehandelingstemperatuur,ƒ na de warmtebehandeling tot smelten wordt gebracht en in geval de smeltbare polymere ' verbinding een smeltpunt bezit dat ligt beneden de deze warmtebehandelingstemperatuur,/door de warmtebehandeling tot 35 smelten wordt gebracht. 8400366 <* * fr’ ^ -8-
6. Werkwijze volgens een der conclusies 4 of 5, m e t het kenmerk, dat de smeltbare polymere verbinding als een laag (8) op een deel van de wand wordt aangebracht.
7. Werkwijze volgens een der conclusies 4-6, met 5 het kenmerk, dat de smeltbare polymere verbinding in de vorm van een druppel (7) wordt aangebracht, bij voorkeur in een verdieping (10) in de wand van de verpakking.
8. Werkwijze volgens een of meer der conclusies 4 tot 7,met het kenmerk, dat de drukvereffenings- 10 opening (5) uitgevoerd is als een boring (9) in de smeltbare polymere verbinding.
9. Gesloten houder met verpakte produkten in het bijzonder voedingsmiddelen, welke verpakte produkten na verpakken in de houder aan een warmtebehandeling onderworpen wer- 15 den, met het kenmerk, dat de wand van deniet tegen aanzienlijke overdrukken bestand zijnde houder voorzien was van een drukvereffeningsopening^ tijdens de warmtebehandeling, welke drukvereffeningsopening afgesloten is door een hermetische afsluiting. 20 io. Houder volgens conclusie 9,met het ken merk, dat de drukvereffeningsopening of openingen kleiner zijn dan 1 mm, bij voorkeur kleiner dan 0,5 mm.
11. Houder volgens conclusie 9. of. 10',. hl eatt h e 3t:.: -kenmerk, dat de drukvereffeningsopening (5) afgesloten 25 is door middel van een onder invloed van warmte smeltbare polymere verbinding (7,8).
12. Houder volgens conclusie 11,met het kenmerk, dat de smeltbare polymere samenstelling na de warmtebehandeling in vloeibare fase ter plaatse van de 50 drukvereffeningsopening (5) op de verpakking is aangebracht, en vervolgens tot stollen is gebracht, onder afsluiting van de drukvereffeningsopening.
13. Houder volgens conclusie 11,met het kenmerk, dat de smeltbare polymere verbinding vóór de warmte- 35 behandeling ter plaatse van de drukvereffeningsopening (5) op de wand van de verpakking is aangebracht, de smeltbare polymere verbinding tot smelten en vervolgens weer tot 8400366 ψ ·% *sr -9- stollen is gebracht onder afsluiting van de drukvereffe— ningsopening (5), waarbij in geval de smeltbare polymere verbinding een smeltpunt bezit dat ligt boven de warmtebehan- delingstemperatuur, /na Zcfe warmtebehandeling tot smelten is 5 gebracht en in geval de smeltbare polymere verbinding een smeltpunt bezit dat ligt beneden de warmtebehandelingstempe-deze ratuur,/door de warmtebehandeling tot smelten is gebracht.
14. Houder volgens een der conclusies 12 of 13, met het kenmerk, dat de smeltbare polymere verbin-10 ding als een laag (8) op een deel van de wand is aangebracht.
15. Houder volgens een der conclusies 12-14, met het kenmerk, dat de smeltbare polymere verbinding in de vorm van een druppel (7) is aangebracht, bij voorkeur in een verdieping. (10) in de wand van de verpakking.
16. Houder volgens een of meer der conclusies 9 tot 15, met het kenmerk, dat de drukvereffeningsopening (5) uitgevoerd is als een boring (9) in de smeltbare polymere verbinding. ¢400366