NL8400303A - Samenstel van bevestigingsmiddelen om een uitwisselbaar steen en/of leisamenstel aan een hoofd-houderdeel te bevestigen. - Google Patents

Samenstel van bevestigingsmiddelen om een uitwisselbaar steen en/of leisamenstel aan een hoofd-houderdeel te bevestigen. Download PDF

Info

Publication number
NL8400303A
NL8400303A NL8400303A NL8400303A NL8400303A NL 8400303 A NL8400303 A NL 8400303A NL 8400303 A NL8400303 A NL 8400303A NL 8400303 A NL8400303 A NL 8400303A NL 8400303 A NL8400303 A NL 8400303A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
assembly
tool
opening
fasteners
stone
Prior art date
Application number
NL8400303A
Other languages
English (en)
Other versions
NL189178C (nl
NL189178B (nl
Original Assignee
Sunnen Products Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sunnen Products Co filed Critical Sunnen Products Co
Publication of NL8400303A publication Critical patent/NL8400303A/nl
Publication of NL189178B publication Critical patent/NL189178B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL189178C publication Critical patent/NL189178C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B24GRINDING; POLISHING
    • B24BMACHINES, DEVICES, OR PROCESSES FOR GRINDING OR POLISHING; DRESSING OR CONDITIONING OF ABRADING SURFACES; FEEDING OF GRINDING, POLISHING, OR LAPPING AGENTS
    • B24B33/00Honing machines or devices; Accessories therefor
    • B24B33/08Honing tools
    • B24B33/086Abrading blocks for honing tools
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B24GRINDING; POLISHING
    • B24BMACHINES, DEVICES, OR PROCESSES FOR GRINDING OR POLISHING; DRESSING OR CONDITIONING OF ABRADING SURFACES; FEEDING OF GRINDING, POLISHING, OR LAPPING AGENTS
    • B24B33/00Honing machines or devices; Accessories therefor
    • B24B33/08Honing tools
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B17/00Connecting constructional elements or machine parts by a part of or on one member entering a hole in the other and involving plastic deformation
    • F16B17/008Connecting constructional elements or machine parts by a part of or on one member entering a hole in the other and involving plastic deformation of sheets or plates mutually

Description

«s·
Samenstel van bevestigingsmiddelen om een uitwisselbaar steen-en/of leisamenstel aan een hoofd-houderdeel te bevestigen.
De uitvinding heeft betrekking op een samenstel van bevestigingsmiddelen om een uitwisselbaar steen- en/of leisamenstel aan een hoofd-houderdeel te bevestigen, en meer in het bijzonder op bevestigingsmiddelen waarbij elk steen- en/of 5 leisamenstel een aantal buisvormige uitsteeksels op onderlinge afstand vanaf elkaar bevat, die op plaatsen op een bepaald oppervlak van dit samenstel· zijn uitgevoerd, die precies tegenover hiermee overeenstemmende openingen vallen, die zich door het bijbehorende hoofd-houderdeel uitstrekken, en waarbij deze 10 uitsteeksels in deze openingen kunnen worden gestoken, terwijl de buisvormige uitsteeksels van hamerbaar of in koude toestand bewerkbaar materiaal zijn uitgevoerd en elk uitsteeksel een zich hierdoorheen uitstrekkende opening met tenminste een gedeelte bevat, dat een onregelmatige vorm bezit. Om het bij het 15 onregelmatig gevormde gedeelte van de buisvormige uitsteeksels behorende hamerbare of in koude toestand bewerkbare materiaal op permanente wijze plastisch te stuiken en te laten uitzetten wordt van een eenvoudig nieuw stuikgereedschap gebruik gemaakt om het materiaal naar buiten in de bijbehorende openingen in 20 het hoofd-houderdeel te forceren, waarmee het materiaal dan vast wordt verbonden. Door de nokvolgerwerking, die door het draaien van het stuikgereedschap wordt bewerkstelligd, worden de betreffende oppervlakken van de buisvormige uitsteeksels en de zich door het hoofd-houderdeel uitstrekkende openingen tegen elkaar 25 aangedrukt, waardoor hiertussen een positieve mechanische door verbinding wordt verkregen. Verder worden losmaakmiddelen beschreven en toegelicht om de wegwerpbare steen- en/of leisamenstellen van hun betreffende hoofd-houderdelen te demonteren.
Slijpdoornen en andere soortgelijke hulpstukken 30 met hierop gemonteerde steen- en leisamenstellen zijn genoeg zaam bekend en zijn reeds vele jaren in gebruik. Een grote verscheidenheid aan doornen en soortgelijke hulpstukken zijn ont- 8400303 - 2 -t worpen en zodanig uitgevoerd, dat deze op een bepaalde wijze kunnen worden ingesteld om het steen- en/of leisamenstel onder druk in aanraking met de te slijpen werkvlakken te houden. Kenmerkende desbetreffende doornconstructies worden door die appa-5 raten gevormd, waarbij van enkele radiaal instelbare steensamen stellen wordt gebruik gemaakt, terwijl bij andere desbetreffende apparaten van een aantal langs de omtrek verdeelde steen- en/of leisamenstellen worden gebruik gemaakt, waarvan er één of meer dan één tijdens een bepaalde slijpbewerking radiaal kan worden 10 versteld om het steen- en/of leisamenstel onder druk in aan raking met een te slijpen werkvlak te houden. In het verleden zijn vele steen- en leisamenstellen en bewegingsmiddelen voor deze steen- en leisamenstellen ontworpen en toegepast met inbegrip van die, welke bekend zijn uit de Amerikaanse octrooi-15 schriften RE 18763; 1.902.194; 1.904.336; 1.946.041; 1.982.836; 2.040.281; 2.815.615; 3.378.962; de nog in behandeling zijnde Amerikaanse octrooiaanvrage Serial nummer 314.856, welke op 26 oktober 1981 is ingediend en de nog in behandeling zijnde Amerikaanse octrooiaanvrage Serial nummer 415.488, die op 7 sep-20 tember 1982 is ingediend. Bij sommige bekende constructies zijn de steen- en leidelen vast op houderdelen gemonteerd, die dan op verschillende wijzen op een slijpdoorn of slijpkop of op een ander soortgelijk hulpstuk zijn bevestigd. Bij dergelijke bekende constructies worden de steen en/of leisamenstellen, wanneer de 25 stenen en leiorganen zijn afgesleten, afgevoerd of de oude ste nen en leiorganen worden uit de samenstellen verwijderd en nieuwe delen of organen worden hieraan bevestigd. Deze procedures geven veel verliezen en zijn kostbaar voor de gebruiker en wel in het bijzonder in die gevallen dat de steen- en leisamenstellen 30 dure metalen op-'bouw- en ondersteuningsmiddelen bevatten.
Ofschoon bij de bevestigingsmiddelen, die uit de nog in behandeling zijnde en op 26 oktober 1981 ingediende Amerikaanse octrooiaanvrage Serial nummer 314.856 bekend zijn, wordt getracht om een dergelijk verlies en dergelijke kosten tegen 35 te gaan door een constructie en een bevestiging van een nieuw 8400303 f.
- 3 - uitwisselbaar slijpsteensamenstel toe te passen, bezit dit toch nog bepaalde nadelen en tekortkomingen. Uit de Amerikaanse octrooiaanvrage Serial nummer 314.856 is bijvoorbeeld een met een werkstuk in aangrijping komend steensamenstel bekend, dat 5 op een slijpdoorn of een dergelijk hulpstuk kan worden gemon teerd, en dat een uitwisselbaar steensamenstel en een herhaaldelijk te gebruiken hoofd-steenhouderdeel bevat, waarbij het steensamenstel een aantal op onderlinge afstand van elkaar aangebrachte buisvormige uitsteeksels bevat, die op plaatsen op 10 een bepaald oppervlak ervan zijn uitgevoerd welke recht tegenover onderling van elkaar gescheiden openingen vallen, welke in het hoofd-steenhouderdeel zijn uitgevoerd, en waarbij deze uitsteeksels in de betreffende gaten kunnen worden gestoken. Hierbij worden van draad voorziene bevestigingsmiddelen toegepast 15 of wordt van een speciaal van draad voorzien gereedschap gebruik gemaakt die of dat in elk betreffend buisvormig uitsteeksel worden geschroefd, wanneer de genoemde uitsteeksels op zodanige wijze op hun plaats worden aangebracht, dat deze in de onderling van elkaar gescheiden en in het hoofd-steenhouderdeel uit-20 gevoerde openingen steken. Door het op deze wijze aanbrengen van schroefdraad worden door de bevestigingsmiddelen of door het van draad voorziene gereedschap schroefdraden in de buisvormige uitsteeksels van het steensamenstel aangebracht, waarbij deze buisvormige uitsteeksels tegelijkertijd naar buiten in de betref-25 fende openingen in het hoofd-steenhouderdeel uitzetten zodat door deze uitsteeksels een stevige vaste verbinding hiermee wordt gemaakt. Voor de verschillende in de bovenvermelde en nog in behandeling zijnde octrooiaanvrage beschreven methodë1 om een uitwisselbaar steensamenstel aan een hoofd-steenhouderdeel vast te 30 maken, wordt op kenmerkende wijze vereist dat de van draad voor ziene bevestigingsmiddelen en/of het van draad voorziene gereedschap talrijke malen wordt rondgedraaid teneinde te bereiken dat deze bevestigingsmiddelen in voldoende mate door de buisvormige uitsteeksels van het steensamenstel heen worden geschroefd, 35 zodat het hierbij behorende zachte materiaal op toepasselijke 8400303 - 4 - wijze permanent plastisch naar buiten wordt omgezet en tegen de wanden van het hoofd-steenhouderdeel aankomt. Bovendien is gebleken dat voor het indraaien van de van draad voorziene bevestigingsmiddelen en/of van het speciaal van draad voorziene 5 gereedschap toch nog tamelijk wat tijd is vereist tengevolge van het feit, dat deze bevestigingsmiddelen talrijke malen moeten worden rondgedraaid. Ofschoon hierdoor een grote verbetering wordt gevormd wordt voor deze bewerking toch nog een bepaalde handigheid en fysische kracht vereist om met de betref-10 fende van draad voorziene bevestigingsmiddelen en/of het insteek- gereedschap om te gaan om te bereiken dat het steensamenstel op de juiste wijze aan het hierbij behorende hoofd-houderdeel vast of los wordt gemaakt. Dit geldt niet voor de constructie volgens de uitvinding, zoals in het onderstaande zal worden toe-15 gelicht.
Door de constructie volgens de uitvinding worden deze en andere nadelen en tekortkomingen van de bekende constructies opgeheven doordat nieuwe middelen worden verschaft om op krachtoverbrengende wijze een uitwisselbaar steen- en/of 20 leisamenstel aan een hoofdhouderdeel te bevestigen zonder dat hierbij van draad voorziene bevestigingsmiddelen worden toegepast om hetzelfde doel te bereiken en zonder dat het hierbij vereist is dat van draad voorziene bevestigingsmiddelen in de samenstellen blijven. In plaats van de bovenomschreven maatregelen 25 bevat elk uitwisselbaar steen- en/of leisamenstel volgens de uit vinding tenminste één en meestal twee of meer onderling van elkaar gescheiden buisvormige uitsteeksels, die op plaatsen op een bepaald oppervlak ervan zijn uitgevoerd waarop deze juist hier tegenover in bijbehorende door de hoofd-houderdelen lopende ope-30 ningen vallen, zodat deze hierin kunnen worden gestoken, waar bij elk buisvormig uitsteeksel een zich hierdoorheen uitstrekkende opening bevat, welke over tenminste een gedeelte van de lengte ervan een onregelmatige of niet ronde doorsnedevorm bezit, die door de zich rondom uitstrekkende zijwandgedeelten met 35 variërende omtreksvormen wordt bepaald. De uitwisselbare steen- 8 4 0 0 3 Q 3 - 5 - en/of leisamenstellen volgens de uitvinding worden door toepassing van een eenvoudig nieuw stuikgereedschap aan de hoofd-houderdelen bevestigd, waarbij dit stuikgereedschap aan het ene einde ervan een nokvormig aandrukvlak bezit, dat in aangrijping 5 met de openingen in de uitsteeksels kan komen en waardoor bij het ronddraaien permanent het hamerbare of in koude toestand te bewerken en bij de gedeelten van onregelmatige vorm van de openingen in de buisvormige uitsteeksels behorende materiaal te stuiken en plastisch om te zetten zodanig dit materiaal naar 10 buiten of naar de zijkanten in aangrijping met de betreffende openingen in het hoofd-houderdeel wordt geforceerd, zodat op deze wijze een vaste stevige verbinding hiermee wordt verkregen. Door een eenvoudige verdraaiing van het stuikgereedschap over een hoek van ongeveer 180° worden de betreffende oppervlakken 15 van de buisvormige uitsteeksels en de openingen door het hoofd- houderdeel tegen elkaar aangedrukt en op permanente wijze gedeformeerd, waarbij voor een dergelijke wijze van bevestigen geen toepassing van de een of andere soort van draad voorziene bevestigingsmiddelen of dergelijke is vereist zoals eerder in de 20 boven vermelde en nog in behandeling zijnde octrooiaanvrage is toegelicht. Daar het bij de buisvormige uitsteeksels van de uitwisselbare steen- en/of leisamenstellen behorende hamerbare of in koude toestand te bewerken metaal bovendien door het aandrukvlak van het stuikgereedschap alleen wordt samengeknepen 25 en van vorm veranderd, worden met een dergelijk gereedschap fysisch geen schroefdraden gevormd, zoals dit voorheen bij toepassing van het speciale gereedschap werd vereist, dat in de bovenvermelde nog in behandeling zijnde octrooiaanvrage is beschreven, terwijl het ronddraaien van he,t stuikgereedschap volgens 30 de uitvinding gemakkelijker is en minder tijd in beslag neemt, en voorts op toepasselijke en gemakkelijke wijze door gebruikers kan worden uitgevoerd, die slechts een gewone handvaardigheid bezitten, en door personen die slechts in geringe mate zijn getraind of minder bekwaam zijn. De methode volgens de uitvin-35 ding kan daarom snel en gemakkelijk ten uitvoer worden 8400303 - 6 - gebracht, waarbij tegelijkertijd een positieve, onder druk staande en kracht overbrengende verbinding tussen de uitwisselbare steen- en/of leisamenstellen en hun hoofdhouderdelen wordt verkregen.
5 Wanneer de stenen in de houder volgens de uit vinding slijten en vervangen moeten worden, kunnen de uitwisselbare steen- en/of leisamenstellen op snelle wijze van hun desbetreffende hoofd-houderdelen worden gescheiden en door een ander soortgelijk steen- en/of leisamenstel worden vervangen.
10 Dit heeft een minimaal verlies voor de gebruiker tot resultaat, en vanwege de lage kosten van de uitwisselbare steen- en/of lei-is het niet economisch deze samenstellen/weer op bestaande opbouworganen te monteren, dat veel tijd in beslag neemt, duur is en waarvoor speciale apparatuur en materialen zijn vereist. Daar het opbouwmateriaal, 15 waarop de stenen en/of geleidingsorganen worden bevestigd, ver der betrekkelijk goedkoop is en normaal tijdens het gebruik wordt beschadigd, gaat er slechts weinig verloren wanneer dit wordt weggeworpen in plaats dat getracht wordt om dit nogmaals te gebruiken door de afgesleten stenen of schoenen te verwijderen 20 en deze door nieuwe te vervangen.
Het hoofddoel van de uitvinding is daarom het verschaffen van middelen om onderdelen aan elkaar te bevestigen.
Een ander doel is het verschaffen van een betrek-kelijk goedkoop uitwisselbaar steen- en/of leisamenstel, dat op 25 hoofd-houderdelen kan worden gemonteerd, waarbij deze samen stellen op krachtoverbrengende wijze met hun betreffende hoofd-houderdelen zijn verbonden zonder dat hiervoor van draad voorziene bevestigingsmiddelen worden toegepast.
Weer een ander doel van de uitvinding is het ver-30 schaffen van nieuwe middelen om een wegwerpbaar steensamenstel aan een hoofd-steenhouderdeel vast te maken.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van nieuwe middelen om een uitwisselbaar leisamenstel aan een hoofd-leihouderdeel te bevestigen.
35 Weer een ander doel bestaat uit het verminderen 8400303 - 7 - van de tijd en de moeite, die nodig zijn om een slijpsteen- en/of leisamenstel op een houderorgaan te installeren teneinde een slijpapparaat weer in een nieuw lijkende werktoestand te herstellen.
5 Een ander doel van de uitvinding is het ver schaffen van de mogelijkheid om een uitwisselbaar steen- en/of leisamenstel onder gebruikmaking van een eenvoudig nieuw stuik-gereedschap aan een hoofd-houderdeel te bevestigen.
Een verder doel van de uitvinding is het be-10 schrijven en illustreren van de constructie van een eenvoudig nieuw stuikgereedschap dat voor het bevestigen van uitwisselbare steen- en/of leisamenstellen aan hoofd-houderdelen kan worden gebruikt, waarbij dit stuikgereedschap op gemakkelijke en snelle wijze in openingen kan worden gestoken en rondgedraaid, 15 die zich door de buisvormige uitsteeksels heen uitstrekken, welke in de steen- en/of leisamenstellen zijn aangebracht om een positieve, krachtoverbrengende verbinding tussen de steen-en/of leisamenstellen en hun betreffende hoofd-houderdelen te bewerkstelligen.
20 Weer een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van de mogelijkheid om een uitwisselbaar steen- en/of leisamenstel aan een hoofd-houderdeel te bevestigen door een stuikgereedschap eenmaal over een vooraf bepaalde hoek van meestal ongeveer 180° rond te draaien.
25 Een verder doel van de uitvinding is te voor komen dat een steen- en/of leisamenstel op een verkeerde plaats in een hoofd-houderdeel wordt gemonteerd.
De uitvinding heeft verder ten doel om nieuwe middelen voor het monteren en demonteren van uitwisselbare 30 steen- en/of leisamenstellen aan respectievelijk van opnieuw te gebruiken hoofd-houderdelen te verschaffen, zonder dat hiervoor vereist is dat het gehele slijpsamenstel van de doorn of de slijpkop wordt verwijderd waarop dit samenstel is gemonteerd.
Een ander doel van de uitvinding is het verla-35 gen van de kosten om een slijpdoorn in een werktoestand te hou- 8400303 -β άθη.
Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van nieuwe middelen om wegwerpbare steen- en/of leisamenstellen uit hun desbetreffende hoofd-houderdelen te ver-5 wijderen.
De uitvinding heeft voorts ten doel om het weer bevestigen van stenen en/of leiorganen op bestaande houder-organen oneconomisch te maken.
Voorts heeft de uitvinding ten doel om nieuwe 10 bevestigingsmiddelen te verschaffen, die ook voor andere toepas singen kunnen worden gebruikt.
De uitvinding zal thans aan de hand van de figuren nader worden toegelicht.
Figuur 1 geeft een uit elkaar gehaald perspec-15 tisch aanzicht van een slijpsteensamenstel en een hoofd-houder- deel hiervoor, die volgens de uitvinding zijn geconstrueerd; figuur 2 geeft een gedeeltelijk in doorsnede uitgevoerd vooraanzicht van het steensamenstel en het hoofdhouder-deel van figuur 1 weer, waarin deze onderdelen in de aan elkaar 20 bevestigde toestand zijn afgebeeld; figuur 3 geeft een rechter eindaanzicht van de in figuur 2 afgebeelde constructie weer; figuur 4 geeft een gedeeltelijk in doorsnede uitgevoerd vooraanzicht van het alleen in de figuren 1-3 afge-25 beelde hoofd-houderdeel weer; figuur 5 geeft een bovenaanzicht van het in figuur 4 afgebeelde hoofd-houderdeel weer; figuur 6 geeft een bovenaanzicht van het opbouw-gedeelte van een uitwisselbaar steensamenstel weer, waarop een 30 slijpsteen is bevestigd; figuur 7 geeft een linker eindaanzicht van het in figuur 6 afgebeelde opbouwonderdeel weer; figuur 8 geeft een vooraanzicht van het in figuur 6 afgebeelde opbouwonderdeel weer; 35 figuur 9 geeft op vergrote schaal een volgens 8400303 - 9 - de lijn IX - IX van figuur 6 genomen doorsnede weer; figuur 10 geeft een onderaanzicht van het in de figuren 6-9 afgeheelde opbouwonderdeel weer; figuur 11 geeft een perspectivisch aanzicht 5 van een eerste uitvoeringsvorm van een stuikgereedschap weer, dat bij het bevestigen van een uitwisselbaar steensamenstel aan een hoofd-houderdeel kan worden gebruikt; figuur 12 geeft een doorsnede weer, waarin een uitwisselbaar steensamenstel met een stuikgereedschap in een 10 stand hierin is weergegeven om het samenstel aan een hoofd- houderdeel te kunnen bevestigen; figuur 13 geeft een perspectivisch aanzicht van een andere uitvoeringsvorm van een speciaal gereedschap weer om een uitwisselbaar steensamenstel aan een hoofd-houder-15 deel te bevestigen; figuur 14 geeft een perspectivisch aanzicht van nog een andere uitvoeringsvorm van een stuikgereedschap weer, dat soortgelijk is als het in figuur 11 afgeheelde stuikgereedschap ; 20 figuur 15 geeft een doorsnede weer, waarin is afgebeeld hoe het stuikgereedschap volgens figuur 14 kan worden gebruikt om een steensamenstel uit een hoofd-houderdeel te verwijderen; figuur 16 geeft een perspectivisch aanzicht van 25 een alternatieve uitvoeringsvorm van de in de figuren 1-3 afgebeelde constructie weer, waarbij in deze uitvoeringsvorm uitsparingen zijn uitgevoerd, om een voor het verwijderen van een steensamenstel uit het hierbij behorende hoofd-houderdeel gebruikt gereedschap op te nemen; 30 figuur 17 geeft een soortgelijk perspectivisch aan zicht als dat volgens figuur 16 weer, waarbij de uitsparingen op een andere plaats tussen het steensamenstel en het hoofd-houderdeel zijn uitgevoerd; figuur 18 geeft een gedeeltelijk perspectivisch 35 aanzicht van nog een andere uitvoeringsvorm van de constructieve 8400303 - 10 - vormen van de in de figuren 16 en 17 afgeheelde uitsparingen weer; figuur 19 geeft een perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van een uitwisselbaar en met een 5 werkstuk in aangrijping komend leiorgaan weer, dat aan een hoofd-houderdeel volgens de uitvinding kan worden bevestigd;
figuur 20 geeft een gedeeltelijk in doorsnede uitgevoerd perspectivisch aanzicht van een gewijzigd steen-samenstel weer, dat volgens de uitvinding is geconstrueerd; en 10 figuur 21 geeft een volgens de lijn XXI - XXI
van figuur 20 genomen doorsnede weer, waarin het samenstel in de toestand is gemonteerd, dat dit zich op een hoofd-houderdeel bevindt.
Onder verwijzing naar de tekeningen, waarin door 15 dezelfde verwijzingscijfers dezelfde onderdelen zijn aangegeven, is in figuur 1 een constructie 10 afgebeeld, die een opnieuw te gebruiken hoofd-houderdeel 12 en een uitwisselbaar steensamen-stel 14 bevat, dat hierop kan worden bevestigd, en die beide volgens de uitvinding zijn geconstrueerd. Het hoofd-houderdeel 20 12 bevat een langwerpige nagenoeg rechthoekige plaat 16, waar op het steensamenstel 14 is gemonteerd, terwijl hieraan aan de tegenover elkaar gelegen einddelen ervan een tweetal op onderlinge afstand van elkaar verwijderde montagedelen zijn bevestigd, die zoals dit in de figuren 1 - 4 is afgebeeld als tandheugel-25 elementen 18 en 20 zijn uitgevoerd. Hoewel deze tandheugelele- menten 18 en 20 door alle hiervoor in aanmerking komende middelen aan de plaat 16 kunnen zijn bevestigd, wordt er in het algemeen de voorkeur aangegeven dat deze bevestigingen door inzetten worden uitgevoerd, zoals dit bij 21 is aangegeven ten-30 einde een zekere verbinding hiertussen te krijgen. De tandheu- gelelementen 18 en 20 bevatten verder een aantal tanden zoals bijvoorbeeld de tanden 22 (figuur 3), die langs de betreffende zijkanten ervan zijn uitgevoerd, zodat deze met een (niet afge- nen beeld) rondsel in aangrijping kun/komen, dat in een slijpdoorn 35 of een ander soort gelijk orgaan is opgenomen. Dit rondsel is 8400303 - 11 - zodanig werkzaam dat het steensamenstel 14 gedurende een slijpbewerking hierdoor radiaal wordt verplaatst, zodat hierdoor zowel de bijbehorende stenen onder druk in aanraking met het werkvlak kunnen worden gehouden als dat de stenen hierdoor 5 kunnen worden teruggetrokken wanneer de doorn uit een werkstuk moet worden teruggetrokken of hierin moet worden gevoerd. De plaat 16 van het hoofd-houderdeel 12 is in de uitvoeringsvorm afgebeeld, waarin deze een paar soortgelijke openingen of boorgaten 24 bezit, die zoals dit in de figuren 1, 4 en 5 is afge-10 beeld hierdoorheen lopen, waarbij van deze boorgaten 24 wordt gebruik gemaakt om het uitwisselbare steensamenstel 14 op het hoofd-houderdeel 12 te monteren, zoals in het onderstaande nog zal worden toegelicht. De boorgaten 24 zijn als gaten afgebeeld, die over een gedeelte van hun lengte cilindervormig verlopen 15 en over tenminste een gedeelte ervan zoals bij 25 schuin naar buiten lopen, waarbij door de doorsnijling van deze gedeelten een ribbe of een rand 27 wordt gevormd, zoals het beste in figuur 4 is afgebeeld. In bepaalde uitvoeringsvormen kan het voorste randgedeelte 23 van de plaat 16 zoals dit in figuur 3 is 20 afgebeeld schuin naar voren en naar beneden verlopendzijn uit gevoerd, of op elke andere wijze om de stijfheid van de houder-plaat 16 te verhogen, ofschoon dit deelkenmerk niet speciaal vereist is en de praktische uitvoering van de uitvinding hierdoor niet wordt beïnvloed.
25 Het uitwisselbaar steensamenstel 14 bevat een steenmontage- of opbouwonderdeel 26, dat meestal zodanig is geconstrueerd dat dit een hoeveelheid betrekkelijk goedkoop materiaal zoals zink, aluminium of ander soortgelijk hamerbaar of in koude toestand bewerkbaar materiaal bevat, waarop een of 30 meer dan een slijpsteen zoals bijvoorbeeld de slijpsteen 28 is gemonteerd. Ofschoon de steen 28 door een grote verscheidenheid van hiervoor in aanmerking komende middelen aan het montage-onderdeel 26 kan worden bevestigd, wordt er de voorkeur aangegeven dat de steen 28 door middel van kleefkracht op zodanige 35 wijze aan het onderdeel 26 wordt bevestigd, dat deze onderdelen 8400303 - 12 - door de toepassing van een pasrand, plaatsbepalingsrichels, of andere soortgelijke middelen in hun juiste samengevoegde stand worden gevoerd en gehouden. Het montage- of opbouwonder-deel 26, waarvan de details in de figuren 6-10 zijn afgebeeld, 5 bevat een oppervlak 30, waardoor het oppervlak wordt gevormd waaraan de steen 28 zoals in het voorafgaande is toegelicht op de een of andere wijze wordt bevestigd, en een hiertegenover gelegen oppervlak 32 (zie de figuren 9 en 10), dat in de geïnstalleerde toestand ervan tegen het bovenvlak van de plaat 16 aanligt.
10 Het oppervlak 30 is nagenoeg vlak en strekt zich over de volle lengte van het onderdeel 26 uit. Een naar boven stekende plaats-bepalingsrichel 34 voor de steen strekt zich in de nabijheid van elk tegenover·"staande einde ervan langs de ene zijde van het oppervlak 30 uit, waarbij de steen 28 hiertegen wordt ge-15 plaatst om deze op de in de figuren 1 en 3 afgebeelde plaats te houden. De rand van het oppervlaktegedeelte 30 tegenover de richels 34 strekt zich naar een punt in de nabijheid van een schuin verlopend oppervlak 36 uit, en het oppervlak 36 verloopt hiervandaan zoals dit in figuur 9 is afgebeeld naar een punt 20 in de nabijheid van de voorrand of de naar voren gerichte rand 38 van het onderdeel 26. Het schuin verlopende oppervlak 36 kan verder in de nabijheid van de voorrand 38 van een schuin afgewerkt gedeelte 40 (figuur 9) zijn voorzien.
Het oppervlak 32 van het opbouwonderdeel 26 25 bevat twee soortgei jke en één geheel hiermee vormende buisvor mige uitsteeksels 42, die hieraan zijn bevestigd en zoals duidelijk in de figuren 7 - 9 is afgebeeld uit dit vlak naar buiten steken. Ofschoon de buisvormige uitsteeksels 42 zich door de houderplaat 16 uitstrekken en bij sommige toepassingen nog hier-30 uit steken, zoals in het onderstaande nog zal worden toegelicht, steken de uitsteeksels 42 bij voorkeur een afstand uit het oppervlak 32 naar buiten, die iets minder dan de dikte van het plaatvormige onderdeel 16 is, waarbij deze uitsteeksels 42 zich op een bepaalde afstand van elkaar bevinden en zodanige afmetingen 35 bezitten dat deze in de betreffende boorgaten 24 (figuren 1 en 2) 8400303 - 13 - steken, wanneer de samenstellen 12 en 14 passend in aanraking tegen elkaar zijn geplaatst. Elk uitsteeksel bevat een cilin- i dervormig kanaal of opening 44,welkehierin is uitgevoerd en zich hierdoorheen uitstrekt, waarbij elk kanaal 44 zich ook door 5 het lichaamsgedeelte van het onderdeel 26 uitstrekt, zoals het beste in figuur 9 is afgebeeld. Elk buisvormig uitsteeksel 42 bevat verder een paar tegenover elkaar gelegen gleuven of uitsparingen 46, die zodanig zijn uitgevoerd, dat deze zich gedeeltelijk vanaf de vrije einden ervan naar binnen uitstrekken, 10 zoals in de figuren 8 - 10 is afgebeeld. Een paar onderling van elkaar gescheiden holten of kamers*47 zijn verder zodanig geplaatst, dat deze zich vanuit het oppervlak 32 van het onderdeel 26 tendele tot in het lichaamsgedeelte van het onderdeel 26 uitstrekken, zoals dit in de figuren 8 en 10 is afgebeeld.
15 De holten 47 zijn zodanig geplaatst en bezitten zodanige afme tingen dat hierin de uitstekende uitsteeksels 21 kunnen worden opgenomen wanneer het steensamenstel 14 in een ingelaten stand op het hoofd-houderdeel 12 is gemonteerd.
Tenminste een gedeelte van elke opening 44, die 20 zich door een buisvormig uitsteeksel 42 uitstrekt, bezit een onregelmatige doorsnedevorm, die door één of meer dan één zijwandgedeelte is bepaald, dat radiaal vanuit het middelpunt ervan over een verdere afstand naar buiten verloopt dan andere zijwandgedeelten zoals bijvoorbeeld de in figuur 9 afgebeelde 25 zijwandgedeelten 48. Dit betekent dat de uitsteeksels 42 ter plaatse van de gedeelten 48 verschillende dikten zullen bezitten. Deze onregelmatig gevormde gedeelten 48 zijn voor de uitvinding belangrijk, omdat deze gedeelten van het samenstel 14 naar de zijkanten in aangrijping met de boorgaten 24 van de 30 hoofd-houderplaat 16 kunnen worden geforceerd, zoals nog zal worden toegelicht. Nadat de buisvormige uitsteeksels 42 in een zodanige stand zijn geplaatst, dat deze in de betreffende gaten van de boorgaten 24 steken, wordt door middel van een naderhand nog te beschrijven gereedschap een druk tegen de zijwandge-35 deelten 48 uitgeoefend, zodat het hamerbare of in koude toestand 8400303 β - 14 - te bewerken materiaal van de uitsteeksels 42 permanent wordt gestuikt en naar buiten wordt omgezet, waarbij dit materiaal dan plastisch naar de zijkanten in aangrijping met de boorgaten 24 wordt geforceerd. Van een eenvoudig stuikgereedschap zoals 5 bijvoorbeeld één van de in de figuren 11, 13 en 14 afgeheelde gereedschappen 50, 64 respectievelijk 72 kan zoals in het onderstaande nog zal worden toegelicht, worden gebruik gemaakt om het bij de zijwandgedeelten 48 behorende hamerbare of in koude toestand te bewerken materiaal op effectieve wijze te stui-10 ken, te laten uitzetten en permanent te deformeren zodat dit in aangrijping met de boorgaten 24 komt.
Het is van belang op te merken dat wanneer de zijwandgedeelten 48 zijdelings in aangrijping met de boorgaten 24 worden geforceerd, een bepaald gedeelte van het betreffende 15 materiaal verder naar buiten dan de rest zal worden geforceerd, zodat dit tot in de schuin verlopende gedeelten 25 met de grotere diameter daarvan zal worden verplaatst. Hierdoor wordt een nog betere positieve verbinding tussen het steensamenstel 14 en het hoofd-houderdeel 12 verkregen, waardoor wordt voorkomen dat 20 deze los ten opzichte van elkaar komen, en hierdoor wordt eveneens een betrekkelijk goedkope constructie verkregen, die op gemakkelijke en snelle wijze kan worden geïnstalleerd. De boorgaten 24 kunnen ook worden verzonken of tendele wijder worden geboord en hierdoor zal nagenoeg hetzelfde resultaat worden 25 verkregen als het schuin naar buiten laten uitlopen van de boorgaten 24 zoals dit in het voorafgaande is toegelicht. Bovendien kan het bij bepaalde toepassingen verder gewenst zijn om de uitsteeksels 42 op zodanige wijze door de hoofd-houder-plaat 16 te laten lopen en voorbij het achtervlak hiervan te 30 laten uitsteken, dat wanneer de zijwandgedeelten 48 in aanraking met de boorgaten 24 zijn omgezet, een bepaald gedeelte van het bij deze zijwanden 48 behorende hamerbare materiaal, op zodanige wijze naar buiten en opzij zal worden geforceerd dat dit voorbij de eindvlakken van de boorgaten 24 en op het achtervlak er-35 van wordt verplaatst. Hierdoor zal eveneens een betere positieve 8400303 - 15 - verbinding tussen de steensamenstellen 14 en het hoofd-houder-deel 12 worden verkregen.
De onregelmatige vorm van de gedeelten 48 van de openingen 44 is terwille van de afbeelding nagenoeg als een 5 ovale vorm afgebeeld, doch het zal duidelijk zijn dat de ge deelten 48 volgens een grote verscheidenheid aan vormen en met een verschillend verloop kunnen worden uitgevoerd zoals bijvoorbeeld een driehoekvormige, een ellipsvormige, een zeskantige nen of een andere onronde doorsnedevorm kun/Worden uitgevoerd zonder 10 dat van het kader en de praktische uitvoeringsvorm van de uit vinding wordt afgeweken. Het is van belang dat de omtreksvorm van de openingen 44 in het gebied, waarin deze zich tot in de ruimten door de openingen 24 in de plaat 16 uitstrekken zodanig is uitgevoerd, dat deze permanent plastisch naar buiten kan 15 worden geforceerd, waardoor deze een permanente vervorming on dergaan om de gewenste verbinding te verkrijgen.
Figuur 11 geeft een eerste uitvoeringsvorm van een betrekkelijk eenvoudig stuikgereedschap 50 weer, waarvan gebruik kan worden gemaakt om het steensamenstel 14 aan het hoofd-20 houderdeel 12 te bevestigen. Het gereedschap 50 is nagenoeg L- vormig uitgevoerd en bevat een handgreepgedeelte 52 en een met het werkstuk in aangrijping komend einddeel 54. Het einddeel 54 bevat een overgangsdeel 56 en een stuik- of aandrukdeel 58. Het overgangsdeel 56 is in de lengterichting schuin toelo-25 pend uitgevoerd, zodat dit het smalst wordt aan het einde van het gereedschap en zich tot een punt in de nabijheid van een tussenrand 57 uitstrekt, waarvan uit de figuur blijkt, dat de hierbij behorende doorsnede nagenoeg ovaal is. De rand 57 bezit in de dwarsrichting een zodanige afmeting dat deze iets groter 30 is dan de diameter van de openingen 44, zodat wanneer het eind deel 54 van het gereedschap 50 in en door de openingen 44 wordt gevoerd, de rand 57 tegen het oppervlak 36 van het onderdeel 26 aan zal stoten, waardoor wordt voorkomen dat het einddeel 54 verder in de opening wordt gestoken. Hierdoor wordt dientenge-35 volge het indringen van het gereedschap 50 in de uitsteeksels 8400303 - 16 - 42 geregeld, zodat het gereedschap in de juiste stand wordt ingesteld wanneer dit voor het voltooien van de verbinding tussen de onderdelen 26 en 16 wordt toegepast.
Het aandrukgedeelte 58 van het gereedschap 50 5 bezit eveneens een nagenoeg ovale of langwerpige doorsnede en verder een vrijgeefgedeelte 60 en een werkgedeelte of gedeelte 62 dat met een aandrukvlak is uitgevoerd. Het vrijgeefgedeelte 60 is zoals dit in figuur 11 is afgebeeld in omgekeerde richting schuin toelopend uitgevoerd, zodat door het einddeel, dat in 10 de nabijheid van de rand 57 ligt, het smallere einde wordt ge vormd. Het aandrukgedeelte 58 bezit verder zodanige afmetingen, dat deze met de bedoeling verenigbaar zijn om het gereedschap alleen in één richting in en door de onregelmatige gedeelten 48 van de openingen 44 te steken, zodat deze zijwandgedeelten 15 48 wanneer het gereedschap aldus is geplaatst door het verdraaien van het gereedschapgedeelte 58 naar buiten in aangrijping met de boorgaten 24 zullen worden geforceerd. De vorm met inbegrip van het schuin toelopen en de afmetingen van het vrijgeefgedeelte 60 zijn van belang voor de constructie van het gereed-20 schap, omdat door deze kenmerkende eigenschappen aan het ge reedschapgedeelte 58 de mogelijkheid wordt verleend om de op elkaar geplaatste stand van het steensamenstel 14 op het hoofd-houderdeel 12 gedurende de bevestigingsbewerking niet te verstoren, waarbij er alleen gewoon op moet worden gelet dat het 25 gereedschap haaks op de openingen 44 wordt geplaatst. Hierdoor wordt een betere vrijheid bij het uitrichten verkregen wanneer het gereedschap in de openingen 44 wordt gestoken. Door de genoemde vorm wordt verder een gemakkelijk verwijderen van het gereedschap uit de openingen 44 na het gebruik vergemakkelijkt, zonder 30 dat hierbij vastlopen, een verbinding of een belemmering van een andere soort met de zijwanden van de openingen 44 optreedt.
Het gereedschapgedeelte 54 bestaat bij voorkeur uit een constructie, die door één stuk wordt gevormd, welke uit betrekkelijk hard materiaal is uitgevoerd zoals staal of ander soortge-35 lijk materiaal, zodat hiervan herhaaldelijk met ex’en minimale 8 4 0 0 3 0 3 - 17 - slijtage kan worden gebruik gemaakt.
In figuur 12 is de stand van het gereedschap 50 afgebeeld, waarin dit klaar voor het gebruik is. Nadat de buisvormige uitsteeksels 42 in de desbetreffende boorgaten 24 van 5 het hoofd-houderdeel 12 zijn aangebracht, wordt het werkeinde van het gereedschap 50 zoals dit is beschreven aan de toegankelijke zijde ervan in de openingen 44 en in de onregelmatige gestoken boorgatgedeelten 48^. In deze ingestoken stand stoot de rand 57 tegen het oppervlak 36 (figuren 9 en 12) aan, zodat het verder 10 insteken van het gereedschap hierdoor wordt voorkomen en het ge reedschap klaar voor het gebruik is. Dit is van belang omdat het aandrukvlak 62 wanneer het gereedschap 50 in deze stand staat, zich in de nabijheid van de onregelmatige gedeelten 48 van de openingen 44 bevindt. Wat dit betreft, is het van belang dat 15 het aandrukvlak 62 volledig, zoals dit in figuur 12 is afgebeeld, de onregelmatig gevormde oppervlaktegedeelten 48 overbrugt. De oppervlaktegedeelten 48 kunnen eveneens (zie figuur 9) zoals bij 49 worden weggesneden of weggenomen om aan het werkgedeelte 58 van het gereedschap 50 de gelegenheid te geven om op gemakke-20 lijke wijze hierdoorheen te worden gevoerd. Verder wordt er de aandacht op gevestigd dat de gleuven of de uitsparingen 46 bij voorkeur zodanig in de uitsteeksels 42 zijn geplaatst, dat wanneer het gereedschapgedeelte 54 in de openingen 44 wordt gestoken de tegenover elkaar gelegen einddelen van het gereedschap-25 gedeelte 58 tegenover de gleuven 46 komen. Door de gleuven 46 wordt het radiaal omzetten van het betrekkelijk zachte hamerbare of in koude toestand bewerkbare materiaal van de uitsteeksels 42 gedurende de aandrukkende of stuikwerking vergemakkelijkt.
Nadat het gereedschap 50 zoals in figuur 12 is af-30 gebeeld in de opening is gestoken, kan van het handgreepgedeelte 52 worden gebruik gemaakt om dit gereedschap al forcerende en meestal over een hoek van ongeveer 180° rond te draaien, waardoor met behulp van het aandrukvlakgedeelte 62 wordt bewerkstelligd dat het betrekkelijk zachte materiaal waaruit de onderdelen 26 35 zijn uitgevoerd, permanent plastisch naar buiten wordt gedrukt.
8400303 - 18 -
Nadat de aandruk- of stuikwerking voor elk uitsteeksel 42 is verricht, kan het gereedschap 50 op gemakkelijke wijze hieruit worden verwijderd en in eventuele resterende openingen 44 worden gestoken om de wandgedeelten ervan op dezelfde wijze in aan-5 grijping met het hoofd-houderdeel 12 te brengen. Dit proces wordt herhaald totdat alle bij de openingen 44 in de buisvormige uitsteeksels 42 behorende onregelmatige gedeelten 48 in aangrij-ping met het hoofd-houderdeel 12 zijn gebracht. Indien de onregelmatig gevormde gedeelten 48 van de openingen 44 volgens een 10 ander verloop dan het afgeheelde ovale verloop zijn uitgevoerd, moet aan de vorm van het met het werkstuk in aangrijping komende einddeel 44 van het gereedschap 50 op de gebruikelijke wijze een dienovereenkomstige andere vorm worden gegeven en moeten hieraan dienovereenkomstige andere afmetingen worden gegeven.
15 Daar het stuik- of aandrukgedeelte 62 van het gereedschap 50 alleen over een hoek van ongeveer 180° in de onregelmatig gevormde boorgatgedeelten 48 verdraaid behoeft te worden, behoeft in tegenstelling met het speciale gereedschap dat in de nog in behandeling zijnde Amerikaanse octrooiaanvrage 20 314.856 is beschreven, met het gereedschap volgens de uitvinding veel minder kracht te worden uitgeoefend om de bevestiging te voltooien. Daar door het gereedschapgedeelte 58 bovendien alleen een kracht op het metaal in het gebied van de onregelmatige gedeelten 48 wordt uitgeoefend en hiermee geen schroef-25 draden worden gevormd, kan het ronddraaien van het gereedschap 50 op gemakkelijkere wijze worden uitgevoerd. De wijze van bevestigen volgens de uitvinding kan dientengevolge snel en gemakkelijk worden uitgevoerd waarbij tegelijkertijd een positieve krachten-overbrengende verbinding tussen het hoofd-houderdeel 30 12 en het uitwisselbare steensamenstel 14 wordt verkregen.
Het biedt meestal voordeel om aan het gereedschapgedeelte 58 zodanige afmetingen te geven dat dit niet in aanmerkelijke mate voorbij het vrije einddeel van de buisvormige uitsteeksels 42 naar buiten uitsteekt. Hierdoor wordt de nood-35 zaak opgeheven om bepaalde doornlichamen te wijzigen, waarbij 8400303 - 19 - van het gereedschap wordt gebruik gemaakt om de bevestigingen in de omstandigheid uit te voeren waarin de hoofd-houderdelen aan een hoon- of slijpdoorn blijven bevestigd. Verder geldt dat ofschoon de uitsteeksels 42 als uitsteeksels zijn afgebeeld 5 en beschreven, die van gleuven of uitsparingen 46 zijn voor zien deze gleuven 46 voor de praktische uitvoering van de uitvinding niet essentieel zijn zolang de afmetingen van het gereedschapgedeelte 58 zodanig zijn dat dit in de onregelmatige gedeelten 48 van de openingen 44 kan worden gestoken en hierin 10 kan worden rondgedraaid om zoals in het bovenstaande is besproken de noodzakelijke aandrukkende werking uit te oefenen. Op grond van dezelfde overwegingen kan het aantal uitsparingen 46 desgewenst ook worden vergroot of verkleind.
In figuur 13 is een alternatieve uitvoeringsvorm 15 van een gereedschap 64 afgebeeld, waarvan voor het bevestigen van het steensamenstel 14 aan het hoofdhouderdeel 12 kan worden gebruik gemaakt. Het gereedschap 64 bestaat uit een stuikgereed-schap van het type, dat in de vorm van een stempel is uitgevoerd met een in hoofdzaak langwerpig cilindervormig lichaam 66 en 20 met een werkstuk in aangrijping komend einddeel 68. Het met het werkstuk in aangrijping komende deel 68 is nagenoeg cilindervormig uitgevoerd en bezit een diameter die nagenoeg gelijk aan of iets kleiner dan de diameter van de openingen 44 is, waarin het gereedschap wordt gestoken. Verder moet de diameter van 25 het met het werkstuk in aangrijping komende deel 68 groot genoeg zijn of anders zodanig zijn gedimensioneerd, dat wanneer het gereedschap 64 door de betreffende openingen 44 wordt gevoerd, het gereedschapgedeelte 68 met inbegrip van in het bijzonder het schuin afgewerkte of afgeronde einddeel 70 in aanraking met' 30 de onregelmatige boorgatgedeelten 48 komt en in staat is om deze gedeelten naar buiten in aangrijping met de boorgaten 24 van het hoofd-houderdeel 12 om te zetten wanneer door middel van een instrument zoals een hamer of een pers een kracht op het gereedschap 64 wordt uitgeoefend. Daar het lichaamsgedeelte 66 van 35 het gereedschap 64 aanzienlijk dunner dan de openingen 44 is, 8400303 - 20 - zal het gereedschapslichaam 66 wanneer het bij de onregelmatige gedeelten 48 behorende hamerbare of in koude toestand bewerkbare materiaal in aangrijping met hoofd-houderdeel 12 is omgezet, in staat zijn om vrij door de opening te passeren zodat 5 het gereedschap kan worden verwijderd. Deze wijze van bevestigen biedt in bepaalde gevallen voordeel omdat het bij het gebruik van het gereedschap 64 niet nodig is om dit rond te draaien, enr; dit gereedschap op gemakkelijke en snelle wijze door de onregelmatige gedeelten van de openingen 44 kan worden gedreven om 10 deze delen in aangrijping met het hoofd-houderdeel 12 te brengen.
Het gereedschap in deze vorm kan echter voor het uitvoeren van bevestigingen niet zo doelmatig zijn wanneer het hoofd-houderdeel zich op een doorn bevindt wanneer de bevestiging wordt uitgevoerd.
15 In figuur 14 is nog een andere uitvoeringsvorm van een gereedschap afgebeeld, waarvan kan worden gebruik gemaakt om het steensamenstel 14 zowel vast aan als los van het hoofd- houderdeel 12 te maken. Het gereedschap 12 is L-vormig uitgevoerd een en bevat een handgreepgedeelte 73,/met een werkstuk in aangrij-20 ping komend gedeelte 74 en een van draad voorzien einddeel 78.
Het einddeel 74 komt met het einddeel 54 van het gereedschap 50 overeen en het van draad voorziene deel 78 is toegepast om het uitwisselbare steensamenstel 14 los van een hoofd-houderdeel 12 te maken zoals in het onderstaande nader zal worden toegelicht. 25 Teneinde het steensamenstel 14 zoals dit in figuur 15 is afgebeeld, los van het hoofd-houderdeel 12 te maken, is één of meer dan één verzonken gat of een holte zoals de verzonken gaten 80 (figuren 1, 6, 7 en 15) op bepaalde op afstand van de buisvormige uitsteeksels 42 gelegen plaatsen in het 30 steensamenstel 14 aangebracht, waarbij deze plaatsen zich ook op bepaalde afstand vanaf de hoon- of slijpsteen of de stenen 28 bevinden zoals dit in de figuren 1 - 6 is afgebeeld. De boorgaten 80 zijn bij voorkeur niet van draad voorzien, ofschoon deze desgewenst wel van draad kunnen worden voorzien, en bezit-35 ten zodanige afmetingen dat het van draad voorziene einddeel 78 8400303 - 21 - van het gereedschap 72 hierin kan worden geschroefd. Wanneer het gereedschap in één van de verzonken gaten 80 wordt gedraaid, zal hierdoor zijn eigen schroefdraad in de wanden daarvan worden gevormd wanneer het gereedschap dieper in het gat wordt 5 gevoerd en eventueel tegen de afgesloten onderkant 82 van het verzonken gat 80 aankomen, waardoor deze open zal worden geponst, waarna het gereedschap tegen het hoofd-houderdeel 12 aan zal komen en de onderdelen 12 en 14 van elkaar af zal drukken.
De draad aan het vrije einde van het gereedschapdeel 78 kan 10 iets schuin toelopen om het invoeren van dit deel in de verzonken gaten 80 te vergemakkelijken.
Er wordt de voorkeur aangegeven dat de verzonken gaten of de holten 80 niet geheel en al door het opbouwonderdeel 26 heen lopen, doch een smal bodemgedeelte of membraan bezitten 15 zoals het bodemgedeelte 82. Dit betekent dat wanneer het van draad voorziene einddeel 78 van het gereedschap 72 in de desbetreffende verzonken gaten 80 Wordt gedraaid, dit einddeel 78 tegen de gedeelten 82 aan zal komen en niet tegen het hoofd-houderdeel 12. Dit heeft tot gevolg dat de door het harde gereed-20 schap uitgeoefende kracht via het zachtere membraan op de hoofd- houderplaat 16 zal worden doorgegeven, waardoor een beschadiging van het hoofdhouderdeel tot een minimum kan worden teruggebracht, die bijvoorbeeld door het inscheuren van een indeuking kan worden veroorzaakt of door het op andere wijze maken van krassen 25 in de hoofd-houderplaat 16. Het is gebleken dat indien* boor gaten 80 ongeveer op een afstand van 0,25 tot 0,38 mm vanaf de tegenovergelegen zijde van de onderdelen 26 eindigen, de ma-teriaalgedeelten 82 op gemakkelijke wijze van deze onderdelen kunnen worden gescheiden wanneer het gereedschapgedeelte 78 30 in elk desbetreffend boorgat 80 wordt gedraaid, en dan als een kussen voor de op de hoofd-houderdelen uitgeoefende kracht dienst doen. Een desbetreffend verzonken boorgat of holte 80 kan zoals dit in de figuren 1 en 6 is afgebeeld nabij elk buisvormig uitsteeksel 42 worden aangebracht, ofschoon in bepaalde 35 gevallen met een enkel verzonken gat kan worden volstaan, dat 8400303 - 22 - zich zoals gebruikelijk meestal op een centrale plaats bevindt.
De bovenbeschreven middelen kunnen worden toegepast om elk exemplaar van de verschillende in deze beschrijving beschreven steen- en/of leisamenstellen los van hun betreffende hoofd-5 houderdelen te maken. Binnen het kader van de uitvinding valt echter ook de toepassing van boorgaten of holten 80, die zich volledig door de opbouwonderdelen 26 uitstrekken, doch in het algemeen wordt hieraan niet de voorkeur gegeven, omdat dit na herhaald gebruik tot een bepaalde beschadiging van de hoofd-10 houderdelen kan leiden.
Voor de uitvinding is van belang dat het hoofd-houderdeel 12 herhaalde malen kan worden gebruikt, daar dit deel bij voorkeur van betrekkelijk hard staal is vervaardigd en hierdoor een betrekkelijk kostbaar deel wordt gevormd. Het enige 15 uitwisselbare deel wordt door het steensamenstel 14 gevormd, dat het betrekkelijk goedkope opbouwonderdeel 26 bevat,dat is gevormd of door middel van een matrijs is vervaardigd, en de stenen 28, waarbij hierdoor de gedeelten worden gevormd, die met het oppervlak van het werkstuk in aanraking komen en aar/slijtage 20 onderhevig zijn. De steensamenstellen 14 kunnen betrekkelijk goedkoop in massa worden vervaardigd, waarbij het opbouwonderdeel· 26 uit-hamerbaar of in koude toestand bewerkbaar materiaal bestaat, dat zoals in het voorgaande reeds is opgemerkt kan worden gestuikt en permanent zonder breken kan worden gedefor-25 meerd. Het ligt binnen de verwachting dat de buisvormige uit steeksels 42 op de steensamenstellen een bepaalde niet te repareren beschadiging zullen ondergaan wanneer deze samenstellen 14 los van hun hoofd-houderdelen 12 worden gemaakt. Hierdoor wordt de mogelijkheid beperkt om hetzelfde steensamenstel 14 30 bij herhaling aan de houder te bevestigen, ofschoon dit in som mige gevallen wel mogelijk kan zijn indien het weer vastmaken van een steensamenstel één of tweemaal met zorg wordt uitgevoerd, doch dit is gewoonlijk niet doenlijk. Daarom zal het in de gebruikelijke situaties, nadat het steensamenstel 14 aan het hoofd-35 houderdeel 12 is bevestigd, niet noodzakelijk of gewenst zijn 8400303 - 23 - om hetzelfde steensamenstel nogmaals aan hetzelfde of aan een ander hoofd-houderdeel te bevestigen.
De grootte en/of de onderlinge afstand en/of de plaatsen van de boorgaten 24 en van de buisvormige uitsteeksels 5 42 kunnen zodanig worden gekozen dat hierdoor zowel een onjuis te montage alshet monteren van verkeerde steensamenstellen op een hoofd-houderdeel wordt voorkomen. Indien de plaatsen van de boorgaten 24 en de betreffende buisvormige uitsteeksels 42 bijvoorbeeld naar het ene einde van de inrichting of naar de ene 10 zijkant worden verschoven, zal de bedienende persoon worden belet om toevallig of ongewild een steensamenstel achterstevoren op een hoofd-houderdeel te monteren.
Figuur 16 geeft een perspectivisch aanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm 84 van de in de figuren 1-3 15 afgebeelde constructie 10 weer. De uitvoeringsvorm 84 bevat een opnieuw te gebruiken hoofd-houderdeel 86 en een hierop te monteren uitwisselbaar steensamenstel 88, die beide op krachten overbrengende wijze volgens de uitvinding aan elkaar zijn bevestigd. Het hoofd-houderdeel 86 kan zodanig zijn uitgevoerd, 20 dat de constructie en de werking ervan nagenoeg identiek aan het in de figuren 1-5 afgebeelde hoofd-houderdeel 12 is, terwijl het steensamenstel 88 zeer veel op het steensamenstel 14 gelijkt, doch in zoverre hiervan verschilt dat dit één of meer dan één uitsparing . 90 bevat, die in het oppervlak zijn 25 gevormd dat aan het hoofd-houderdeel 86 grenst. Zoals uit de figuur blijkt, bevinden de uitsparingen 90 zich in de nabijheid van de zijkant 89 van het steensamenstel 88, welke zich achter de steen bevindt. In de uitsparing 90 bevindt zich een tredevormig deel, zodat hierdoor met het naburige hoofd-houderdeel 30 86 een gleuf met twee verschillende breedten of uitsparingsdelen 92 en 94 wordt gevormd. Het bredere gleufgedeelte 92 bezit een zodanige afmeting dat tenminste het einddeel 58 (of 77) van het gereedschap 50 (of 72) hierin kan worden gestoken om de onderdelen van elkaar af te wrikken. Het gleufgedeelte 94 staat in 35 verbinding met het bredere gleufgedeelte 92 en hierdoor kan het 8400303 - 24 - gereedschapeinddeel 58 (of 77) worden opgenomen om het van elkaar afwrikken van de onderdelen 86 en 88 te voltooien nadat deze aanvankelijk gedeeltelijk van elkaar zijn gescheiden. Er wordt in het algemeen de voorkeur aan gegeven dat een uitsparing 5 90 zich langs de zijkant 89 van het steensamenstel 88 in de onmiddellijke nabijheid van elk desbetreffend buisvormig uitsteeksel (figuur 16) bevindt. Door de hierboven toegelichte specifieke plaatsen en vorm van de uitsparingen 90 wordt de mogelijkheid geboden dat er in de nabijheid van elk desbetreffend 10 bevestigingspunt een wrikkracht van voldoende grootte kan worden uitgeoefend om de onderdelen 86 en 88 op gemakkelijke wijze van elkaar te scheiden.
In de figuren 17 en 18 zijn nog andere uitvoeringsvormen geïllustreerd, die andere plaatsen voor de uitsparingen 15 90 in de uitwisselbare steensamenstellen bevatten om deze los van het hoofd-houderdeel te wrikken. In figuur 17 is een uitvoeringsvorm 96 afgebeeld, die nagenoeg gelijk is aan de uitvoeringsvorm 84 (figuur 16), behalve dat de uitsparingen 90 zich aan het ene eind of aan de beide einden van het steensamenstel 98 20 bevinden in plaats van langs de zijkant ervan. Wat het overige betreft, is de constructie en de werking van het steensamenstel 98 nagenoeg hetzelfde als boven reeds is beschreven. In figuur 18 is een uitvoeringsvorm 102 geïllustreerd, waarbij de uitsparingen 90 van het steensamenstel 104 zich aan het ene einde 25 of aan beide einden bevinden en langs de ene zijde van het samen stel 104 om de gebruiker de keuze te laten welke uitsparingen voor het loswrikken van het samenstel moeten worden gebruikt.
Het steensamenstel 104 bevat zoals boven reeds is besproken ook één of meer dan één boorgat of holte 80. De uitvoeringsvorm 30 102 bevat dientengevolge alle bovenbesproken middelen, waarvan voor het losmaken van een steensamenstel van het desbetreffende hoofdhouderdeel kan worden gebruik gemaakt.
In figuur 19 is een uitwisselbaar en wegwerpbaar leionderdeel 106 afgebeeld, dat met een werkstuk in aangrijping 35 kan komen en aan of van een hoofd-houderdeel zoals de houders 8400303 - 25 - 12, 86 en 100 op een wijze kan worden vast respectievelijk losgemaakt, die soortgelijk is aan de wijze waarop de steensamenstellen worden bevestigd. Het leionderdeel 106 bevat een langwerpig opbouw- of ondersteuningsgedeelte 108 met een be-5 trekkelijk niet aan slijtage onderhevig opstaand gedeelte 110, dat met het werkstuk in aangrijping komt en uit een bepaald oppervlak ervan in de nabijheid van de ene zijrand naar buiten steekt, welke zijrand zoals is afgebeeld gewoonlijk door de achterste zijrand ervan wordt gevormd. Het oppervlak 111 van 10 het ondersteuningsgedeelte 108 tegenover het leigedeelte 110, bezit evenals het oppervlak 32 van het steensamenstel 26 een zodanige vorm en zodanige afmetingen dat dit op bijpassende wijze gelijk met het aangrenzende oppervlak van de hoofd-houder-plaat valt, waarop dit ondersteuningsgedeelte moet worden ge-15 monteerd, en het verloop van het tegenoverstaande oppervlak 109 van het gedeelte 108 kan zijn uitgevoerd zoals dit in de figuren is afgebeeld, doch desgewenst kan hiervoor ook van een ander verloop worden gebruik gemaakt.
Het leionderdeel 106 bevat evenals de steensamen-20 stellen 2 of meer buisvormige uitsteeksels 112, die vanuit dit onderdeel naar buiten steken zodat deze zoals reeds in het voorgaande is opgemerkt met boorgaten in het hoofdhouderdeel kunnen samenwerken, waarbij deze zoals reeds is beschreven op dezelfde wijze onder gebruikmaking van een gereedschap worden 25 verwijd om de bevestiging uit te voeren. Het verwijderen van het onderdeel 106 van het hoofd-houderdeel af kan eveneens door één van de reeds besproken verwijderingsmethoden worden uitgevoerd.
In de figuur is voor illustratieve doeleinden afgebeeld dat het opstaande en met het werkstuk in aangrijping 30 komende leigedeelte 110 op het onderdeel 106 een gegolfde constructie bezit. Dit is zo uitgevoerd om de hoeveelheid materiaal te verminderen, die nodig is om het leiorgaan uit te voeren zonder dat de constructie hierbij in aanzienlijke mate wordt verzwakt. Het ligt echter binnen het kader van de uitvinding 35 om aan het leigedeelte 110 ook andere vormen te geven, met in- 8400303 - 26 - begrip van de vorm dat dit gedeelte uit een langwerpig onderdeel met evenwijdige zijkanten bestaat. Het leionderdeel 106 is evenals het opbouwonderdeel 26 van het steensamenstel 14 bij voorkeur uit betrekkelijk goedkoop hamerbaar of in koude toestand be-5 werkbaar materiaal geconstrueerd, zoals materialen die zink of zinklegeringen bevatten die kunnen worden gekenmerkt doordat deze verhoudingsgewijs niet slijten en de eigenschap bezitten dat deze waarschijnlijk eerder over een werkstukoppervlak heenglij-den dan hierop een schurende werking uit te oefenen. Door zink 10 wordt verder een betrekkelijk gemakkelijk materiaal voor het gieten gevormd en hieraan wordt in het algemeen de voorkeur gegeven ofschoon van andere betrekkelijk niet aan slijtage onderhevige materiaalsoorten zoals brons, koper, bepaalde kunststoffen of zelfs hout zou kunnen worden gebruik gemaakt.
15 In de figuren 20 en 21 is nog een andere uitvoe ringsvorm van een hoonsteensamenstel 114 afgebeeld, die op de wijze van de constructie volgens de uitvinding op een hoofd-houderdeel kan worden gemonteerd. Uit de figuur blijkt dat op het samenstel 114 twee parallelle en onderling van elkaar ge-20 scheiden stenen 116 zijn gemonteerd. Tevens blijkt dat het steen samenstel· 114 twee buisvormige uitsteeksels 118 op een bepaalde onderlinge afstand bevat, die soortgelijk zijn als de reeds bovenbeschreven uitsteeksels, en die met bijbehorende boorgaten 120 in de hoofd-houderplaat 122 samenwerken. De constructie en 25 de werking van de buisvormige uitsteeksels 118 en de wijze waar op deze met de boorgaten 120 samenwerken om onder gebruikmaking van een doelmatig gereedschap het samenstel vast respectievelijk los te maken, is nagenoeg identiek aan de constructie en de werking van de eerder beschreven uitsteeksels 42 en de boorgaten 30 24.
Zoals reeds in het voorgaande besproken wordt volgens de uitvinding een nieuw middel voor het bevestigen van uitwisselbare steen- en/of leisamenstellen aan hoofd-houderdelen verschaft zonder dat hierbij van draad voorziene bevestigings-35 middelen worden toegepast of extra delen om het bevestigen uit 8400303 - 27 - te voeren. Verder kan van de middelen voor het bevestigen en losmaken van het samenstel volgens de uitvinding worden gebruik gemaakt zonder dat het hierbij nodig is om de hoonspil of -doorn te demonteren of deze doorn zelfs van de hoofd-houderdelen te 5 verwijderen. Hierdoor kan een aanzienlijke besparing van de door het bedienende personeel gebruikte tijdsduur worden bereikt, waardoor het nuttig effect van de hoon- of slijpbewerkingen wordt verhoogd. Volgens de uitvinding wordt dientengevolge niet alleen een eenvoudig middel verschaft om op gemakkelijke en 10 snelle wijze versleten steen- en/of leisamenstellen te vervangen, doch dit op een manier te doen, waardoor een positieve krachten overbrengende verbinding tussen de samenstellen en de hoofd-houderdelen wordt bewerkstelligd, waaraan deze zijn bevestigd. Verder zal het duidelijk zijn dat de montagemiddelen volgens de 15 uitvinding voor het bevestigen en losmaken van een grote verschei denheid aan organen kunnen worden toegepast met inbegrip van verschillende wegwerpbare gereedschapmachineonderdelen, waarbij de uitvinding niet tot het bevestigen van slijp- of hoonsamen-stellen en leisamenstellen aan de hoofd-houderdelen is beperkt.
8400303

Claims (29)

1. Samenstel van bevestigingsmiddelen om een eerste onderdeel aan een tweede onderdeel te bevestigen met het kenmerk, dat deze middelen op het eerste onderdeel uit 5 tegenover elkaar gelegen oppervlakken en tenminste één zodanig geplaatste opening be.staan dat deze zich hierdoorheen uitstrekt, en op het tweede onderdeel uit tenminste één uit dit onderdeel naar buiten stekend gedeelte, dat past bij de opening in het eerstgenoemde onderdeel en hierin kan worden gestoken, 10 waarbij het aantal uitstekende gedeelten op het tweede onderdeel met het aantal zich door het eerste onderdeel heen uitstrekkende openingen overeenstemt, terwijl elk uitstekend gedeelte een hierdoorheen lopende opening bezit waarvan tenminste een gedeelte een onregelmatige vorm van de doorsnede heeft, welke door de 15 zijwandgedeelten wordt bepaald die vanuit het midden ervan zich over een verdere afstand radiaal naar buiten uitstreken dan de hierbij behorende andere zijwandgedeelten, en deze onregelmatig gevormde gedeelten zich in dat gedeelte van de genoemde openingen bevinden, dat zich in het eerstgenoemde onderdeel door 20 deze openingen uitstrekt, en uit een middel dat in elk des betreffend uitstekend gedeelte kan worden gestoken om de onregelmatig gevormde gedeelten ervan radiaal naar buiten om te zetten totdat deze in aangrijping met de bijbehorende opening in het eerstgenoemde onderdeel komen.
2. Samenstel van bevestigingsmiddelen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het genoemde tweede onderdeel en de hierbij behorende uitstekende gedeelten uit(hamerbaar materiaal zijn uitgevoerd.
3. Samenstel van bevestigingsmiddelen volgens 30 conclusie 1, met het kenmerk, dat het genoemde insteekbare middel uit een gereedschaponderdeel met een zodanig verlopend gedeelte bestaat, dat dit in de door de genoemde uitstekende gedeelten lopende openingen kan worden gestoken, waarbij door het verdraaien van dit gereedschap wanneer het genoemde gereedschap-35 gedeelte in één van de genoemde uitstekende openingen is gesto- 8400303 4 - 29 - ken, op de onregelmatig gevormde gedeelten ervan een naar buiten gerichte druk wordt uitgeoefend zodat deze gedeelten naar buiten in vaste aangrijping met de openingen in het eerstgenoemde onderdeel worden geforceerd.
4. Samenstel van bevestigingsmiddelen volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het genoemde gereedschapge-deelte van hierbij behorende middelen is voorzien die in aangrijping naar het eerstgenoemde onderdeel kunnen komen om het indringen van dit gereedschapgedeelte in de openingen in de ge- 10 noemde uitstekende gedeelten te beperken.
5. Samenstel van bevestigingsmiddelen volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het genoemde gereedschapgedeelte een doorsnedevorm bezit, waardoor het mogelijk is om dit gereedschapgedeelte vrij in een desbetreffende werkstand en 15 alleen in bepaalde hoekstanden in elke opening door de genoemde uitstekende gedeelten te steken.
6. Samenstel van bevestigingsmiddelen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de opening door het eerste onderdeel gedeelten met een verschillende diameter bezit.
7. Samenstel van bevestigingsmiddelen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat dit middelen omvat waardoor een gleuf in het tweede onderdeel wordt gevormd, waarin tussen het eerste en het tweede onderdeel een wrikgereedschap kan worden gestoken om tussen deze onderdelen een druk uit te oefenen om 25 de genoemde onderdelen van elkaar af te wrikken.
8. Samenstel van bevestigingsmiddelen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de uitstekende gedeelten van het tweede onderdeel over een afstand hieruit naar buiten steken, die kleiner dan de afstand tussen de tegenover elkaar gelegen 30 oppervlakken van het eerstgenoemde onderdeel is.
9. Samenstel van bevestigingsmiddelen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de uitstekende gedeelten van het tweede onderdeel een afstand hieruit naar buiten steken, die groter dan de afstand tussen de tegenover elkaar gelegen op- 35 pervlakken van het eerstgenoemde onderdeel is. 8400303 - 30 -
10. Samenstel van bevestigingsmiddelen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat op een bepaalde afstand van de uitstekende gedeelten in het tweede onderdeel tenminste één niet doorlopend gat is aangebracht om een van draad voorzien 5 onderdeel te kunnen opnemen waarvan voor het onderling scheiden van het eerste en tweede onderdeel wordt gebruik gemaakt.
11. Samenstel van bevestigingsmiddelen om een \ uithamerbaar materiaal uitgevoerd onderdeel aan een ondersteu-ningsonderdeel te bevestigen, met het kenmerk, dat het genoemde 10 ondersteuningsonderdeel tegenover elkaar gelegen oppervlakken bezit en een zich hierdoorheen uitstrekkende opening, alsmede dat het hamerbare onderdeel een uitstekend gedeelte met een door-snedevorm bezit, die zodanig is uitgevoerd dat deze in de opening van het genoemde ondersteuningsonderdeel kan worden ge-15 stoken, dat het uitstekende gedeelte van een opening erin is voorzien, die zich tot in de opening van het genoemde ondersteuningsonderdeel uitstrekt wanneer het genoemde uitstekende gedeelte hiertegenover is geplaatst, waarbij de opening in dit uitstekende gedeelte een onregelmatige vorm van de doorsnede be-20 zit, die door gedeelten met een variërend verloop van de door snede is bepaald, dat de genoemde onregelmatige openinggedeelten zodanig zijn aangebracht dat deze zich in de opening in het ondersteuningsonderdeel bevinden wanneer het genoemde uitstekende gedeelte in de genoemde opening van dit ondersteuningsdeel steekt, 25 en dat de bevestigingsmiddelen een gereedschap met een eerste gedeelte omvatten, dat in de opening in het uitstekende gedeelte van het genoemde hamerbare onderdeel kan worden gestoken, waarbij het verloop van de doorsnede van dit eerste gereedschapgedeelte zodanig is uitgevoerd dat het mogelijk is om dit gedeelte in de 30 genoemde opening te steken doch niet mogelijk is om vrij hierin rond te draaien, terwijl dit gereedschap van een tweede gedeelte is voorzien waardoor hierop een handgreep wordt gevormd en waarmee het door het verdraaien van dit gedeelte mogelijk is om het eerstgenoemde gereedschapgedeelte al forcerend in aangrijping 35 met de genoemde onregelmatige openinggedeeltente brengen, zodat 8400303 O - 31 - deze gedeelten op zodanige wijze worden geforceerd dat deze permanent plastisch onder druk naar buiten in direkte aanraking met de opening in het genoemde ondersteuningsonderdeel worden omgezet.
12. Samenstel van bevestigingsmiddelen volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de afmetingen van het uitstekende gedeelte van het genoemde hamerbare onderdeel zodanig zijn gekozen dat dit nauwsluitend in de hierbij behorende opening door het genoemde ondersteuningsonderdeel past.
13. Samenstel van bevestigingsmiddelen volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het uitstekende gedeelte van een eerste einde is voorzien dat aan het genoemde hamerbare onderdeel is bevestigd, en verder van een hier tegenover gelegen vrij einde, en voorts van tenminste één axiaal verlopende groef, 15 die zodanig is uitgevoerd dat deze zich tendele vanaf het vrije einde ervan hierin uitstrekt om het radiaal naar buiten uitzetten ervan te vergemakkelijken wanneer het eerste gedeelte van het genoemde gereedschap hierin wordt rondgedraaid.
14. Samenstel van bevestigingsmiddelen volgens 20 conclusie 11, met het kenmerk, dat de zich door het genoemde ondersteuningsonderdeel uitstrekkende opening axiaal schuin toe-lopendover tenminste een gedeelte van de lengte ervan is uitgevoerd.
15. Samenstel van bevestigingsmiddelen om een 25 eerste onderdeel aan een tweede onderdeel te bevestigen, met het kenmerk, dat dit samenstel een eerste onderdeel met een plaatvormige constructie omvat, dat op een tussengelegen plaats van minstens één hierdoorheen lopend boorgat is voorzien, waarbij dit boorgat over tenminste een gedeelte van de lengte ervan 30 schuin naar buiten lopend is uitgevoerd, alsmede een tweede onderdeel met een plaatvormige constructie, dat op een tussengelegen plaatsman een zodanig uitgevoerd uitsteeksel is voorzien dat dit zich op een overeenkomstige plaats als het genoemde boorgat in het eerstgenoemde plaatvormige onderdeel bevindt en 35 hierin kan worden gestoken, waarbij dit uitsteeksel een uitwen- 8400303 - 32 - « dige doorsnedediameter bezit, die op de plaats met de smalste diameter ervan met de doorsnedediameter van het boorgat door het eerstgenoemde plaatvormige onderdeel overeenkomt, terwijl het uitsteeksel van een zich axiaal hierdoorheen uitstrekkend 5 kanaal is voorzien, dat tenminste tendele door een niet rond gedeelte ervan wordt gevormd, dat zich in een gedeelte ervan bevindt dat zich door het boorgat in het eerstgenoemde plaatvormige onderdeel uitstrekt, en een gereedschaponderdeel met een voor een bedienende persoon bestemd einddeel, dat zodanig is 10 uitgevoerd dat dit in een stand kan worden geplaatst waarin het door het kanaal in het genoemde uitsteeksel steekt, waarbij dit door een bedienende persoon gebruikt einddeel bij het verdraaien van dit gereedschaponderdeel wanneer dit door een bedienende persoon gebruikte einddeel in een door het uitsteeksel van 15 het tweede plaatvormige onderdeel stekende stand is geplaatst tegen het niet ronde gedeelte van het kanaal wordt geforceerd om de vorm van het niet ronde gedeelte van het genoemde kanaal daar ter plaatse in een betere nagenoeg ronde vorm te wijzigen en aldus een bepaalde hoeveelheid materiaal ervan radiaal naar 20 buiten in aangrijping met het booggat in het eerstgenoemde plaatvormige onderdeel te forceren om een verbinding tussen het eerste en tweede onderdeel te verkrijgen.
16. Samenstel van bevestigingsmiddelen volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het eerste plaatvormige 25 onderdeel uit betrekkelijk hard materiaal is uitgevoerd.
17. Samenstel van bevestigingsmiddelen volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het tweede plaatvormige onderdeel en het hierop uitgevoerde uitsteeksel uit materaal zijn uitgevoerd, dat in koude toestand kan worden bewerkt.
18. Samenstel van bevestigingsmiddelen volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat het genoemde in koude toestand bewerkbare materiaal een bepaald gehalte aan zink bevat.
19. Samenstel van bevestigingsmiddelen volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het niet ronde gedeelte van 35 het zich door het genoemde uitsteeksel uitstrekkende kanaal 8400305 - 33 - een nagenoeg ovale doorsnede bezit, en dat het door een bedienende persoon gébruikte einddeel van het gereedschap een door-snedevorm bezit waardoor het mogelijk is om dit slechts in bepaalde hoekstanden vrij in een werkzame stand in het genoemde 5 kanaal te steken.
20. Samenstel van bevestigingsmiddelen volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het door een bedienende persoon gebruikte einddeel van het gereedschap van middelen hierop is voorzien die in aangrijping met het eerste plaatvormige 10 onderdeel kunnen komen om het indringen van het gereedschap in het door het uitsteeksel lopende kanaal te beperken.
21. Samenstel van bevestigingsmiddelen volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het eerste en het tweede plaatvormige onderdeel aan elkaar grenzende zijkanten bezitten zijn 15 en van middelen Voorzien waardoor een gleuf wordt gevormd, die zich op zodanige wijze vanuit deze aan elkaar grenzende zijkanten uitstrekt dat er tussen het eerste en tweede onderdeel een ruimte wordt gevormd, waarin een wrikgereedschap kan worden gestoken, waarvan kan worden gebruik gemaakt om een druk uit te 20 oefenen teneinde de genoemde onderdelen na de onderlinge samen voeging ervan door wrikken weer van elkaar te scheiden.
22. Samenstel van bevestigingsmiddelen volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het genoemde tweede plaatvormige onderdeel een niet doorlopend gat bevat, dat op een plaats 25 daarin is uitgevoerd die zich op - een bepaalde afstand vanaf het genoemde uitsteeksel bevindt en aan de tegenovergelegen zijde van dit uitsteeksel, en dat het samenstel een van draad voorzien onderdeel omvat, dat in het niet doorgeboorde gat kan worden geschroefd om in een richting een druk tegen het eerste 30 plaatvormige onderdeel uit te oefenen dat het tweede plaatvormige onderdeel hierdoor van het eerstgenoemde plaatvormige onderdeel wordt gescheiden.
23. Samenstel van bevestigingsmiddelen om een wegwerpbaar en met een werkstuk in aangrijping komend samenstel 35 aan en van een hoofd-houdersamenstel vast en los te maken, dat 840030? « - 34 - voor een slijp- of hoonspil of iets dergelijks kan worden gebruikt, met het kenmerk, dat dit uit een wegwerpbaar en met een werkstuk in aangrijping komend samenstel is samengesteld, dat uit hamerbaar materiaal is uitgevoerd en een langwerpig 5 onderdeel met tegenover elkaar gelegen oppervlakken bevat, en met tenminste twee op onderlinge afstand van elkaar afgelegen buisvormige uitsteeksels, die op zodanige wijze aan één van de genoemde tegenover elkaar gelegen oppervlakken zijn bevestigd dat deze vanuit dit oppervlak tot aan hiertegenover gelegen vrije 10 einden naar buiten steken, waarbij elk buisvormig uitsteeksel een nagenoeg cilindervormig buitenvlak bezit en een zich hier-doorheen uitstrekkend kanaal, terwijl dit kanaal nabij het vrije einde van het buisvormige uitsteeksel een gedeelte bezit dat eén niet cirkelvormige doorsnede heeft, en het hoofd-houder-15 samenstel een langwerpig en uit betrekkelijk hard materiaal uit gevoerd onderdeel met tenminste twee op onderlinge afstand van elkaar aangebrachte openingen omvat, die op plaatsen hierdoor-heen lopen, welke met de betreffende exemplaren van de onderling van elkaar gescheiden buisvormige uitsteeksels op het weg-20 werpbare en met een werkstuk in aangrijping te brengen samenstel overeenkomen, zodat deze hierin kunnen worden opgenomen, waarbij elke opening op het genoemde hoofd-houderonderdeel tenminste bepaalde gedeelte . ervan met een andere diameter bezit, en uit een langwerpig gereedschap met een eerste einddeel dat zodanig 25 is uitgevoerd dat dit vrij in een stand kan worden geplaatst waarin dit gereedschap zich nagenoeg door een kanaal in de genoemde buisvormige uitsteeksels uitstrekt, waarbij dit gereedschap van een met het eerste einddeel verbonden handgreepge-deelte is voorzien om het gereedschap te verdraaien wanneer dit 30 eerste einddeel in een in het kanaal in één van de genoemde buisvormige uitsteeksels stekende stand is geplaatst, terwijl het niet cirkelvormige gedeelte van een kanaal door een desbetreffend buisvormig uitsteeksel bij het verdraaien van het hand-greepgedeelte van het gereedschap in een betere nagenoeg cilin-35 drische vorm wordt geforceerd, zodat op deze wijze tenminste een 8400303 « - 35 - bepaalde hoeveelheid hierbij behorend hamerbaar materiaal permanent plastisch naar buiten in direkte aangrijping met de desbetreffende opening in het genoemde hoofd-houdersamensté.1 wordt geforceerd.
24. Samenstel van bevestigingsmiddelen volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat het wegwerpbare en met een werkstuk in aangrijping te brengen samenstel uit een hoonsteen-samenstel bestaat.
25. Samenstel van bevestigingsmiddelen volgens 10 conclusie 23, met het kenmerk, dat het genoemde wegwerpbare en met een werkstuk in aangrijping te brengen samenstel uit een hoon-leisamenstel bestaat.
26. Samenstel van bevestigingsmiddelen volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat dit middelen bevat waardoor een 15 vrij uitlopende gleuf tussen het met een werkstuk in aangrijping te brengen samenstel en het hoofd-houdersamenstel wordt gevormd, waartussen een gedeelte van een wrikgereedschap kan worden gestoken om een kracht uit te oefenen teneinde de genoemde onderdelen van elkaar af te wrikken.
27. Samenstel van bevestigingsmiddelen volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat het genoemde wegwerpbare en met een werkstuk in aangrijping te brengen samenstel tenminste één niet doorlopend gat bevat, die op een plaats in het met het werkstuk in aangrijping te brengen samenstel is aangebracht, 25 welke op een bepaalde afstand vanaf de genoemde buisvormige uitsteeksels en aan de tegenover deze uitsteeksels gelegen zijde van het samenstel is gelegen, en die dienst doen om op samenwerkende wijze hierin een van draad voorzien onderdeel op te nemen dat voor het uitoefenen van een druk tegen het hoofd-30 houdersamenstel kan worden gebruikt om het genoemde wegwerpbare en met een werkstuk in aangrijping te brengen samenstel hiervan te scheiden.
28. Samenstel van bevestigingsmiddelen volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat het genoemde langwerpige 35 gereedschap een van draad voorzien einddeel op het handgreepge- 8400303 * - 36 - * deelte bezit, waarbij dit van draad voorziene einddeel door middel van schroefdraad in aangrijping met het genoemde niet doorlopende gat kan worden gebracht.
29. Samenstel van bevestigingsmiddelen 5 met het kenmerk, dat deze zijn bestemd om een eerste uit hamer- baar materiaal toegevoerd onderdeel aan een tweede harder ondersteuningsonderdeel met tegenover elkaar gelegen oppervlakken te bevestigen en met minstens één zich tussen deze tegenover elkaar gelegen oppervlakken uitstrekkende opening, waarbij 10 op het genoemde hamerbare onderdeel een uitstekend gedeelte op een plaats en met een grootte is uitgevoerd dat dit in de opening door het genoemde ondersteuningsonderdeel valt en hierin kan worden opgenomen, terwijl tenminste een gedeelte van de zich door het uitstekende gedeelte uitstrekkende opening een doorsnede 15 van kleinere grootte bezit dan de rest van de opening en een niet ronde vorm, waarbij dit openinggedeelte met een kleinere doorsnede zich op een plaats bevindt dat dit in de opening in het genoemde ondersteuningsonderdeel is gelegen wanneer het uitstekende gedeelte in deze opening is gestoken, en middelen die 20 een gereedschap met een gedeelte omvatten, dat met een werkstuk in aangrijping kan worden gebracht en zodanig is uitgevoerd dat dit al forcerend in aangrijping met het openinggedeelte met een verkleinde doorsnede kan worden gebracht om het hamerbare materiaal daar ter plaatse permanent plastisch te deformeren en op 25 zodanige wijze te forceren dat dit naar buiten in direkte aan grijping met de opening in het genoemde ondersteuningsonderdeel wordt gedrukt. $ * 0 0 3 ? ?· r
NLAANVRAGE8400303,A 1983-05-23 1984-02-01 Samenstel van bevestigingsmiddelen voor het aan elkaar bevestigen van onderdelen van in het bijzonder een slijpsteensamenstel en dragend onderdeel en gereedschap voor dat samenstel. NL189178C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US49706783A 1983-05-23 1983-05-23
US49706783 1983-05-23

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8400303A true NL8400303A (nl) 1984-12-17
NL189178B NL189178B (nl) 1992-09-01
NL189178C NL189178C (nl) 1993-02-01

Family

ID=23975329

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8400303,A NL189178C (nl) 1983-05-23 1984-02-01 Samenstel van bevestigingsmiddelen voor het aan elkaar bevestigen van onderdelen van in het bijzonder een slijpsteensamenstel en dragend onderdeel en gereedschap voor dat samenstel.

Country Status (18)

Country Link
JP (1) JPS59219163A (nl)
KR (1) KR870000425B1 (nl)
AR (1) AR241874A1 (nl)
AT (1) AT393100B (nl)
AU (1) AU550386B2 (nl)
BR (1) BR8402450A (nl)
CA (1) CA1220032A (nl)
CH (1) CH671541A5 (nl)
DE (1) DE3406454A1 (nl)
ES (1) ES286508Y (nl)
FR (1) FR2546583B1 (nl)
GB (1) GB2142861B (nl)
IT (1) IT1173813B (nl)
MX (1) MX158272A (nl)
NL (1) NL189178C (nl)
SE (1) SE449062B (nl)
SU (1) SU1491325A3 (nl)
ZA (1) ZA84602B (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102012212677B4 (de) * 2012-07-19 2014-05-15 Gehring Technologies Gmbh Honwerkzeug, insbesondere zum Positionshonen
CN113843704B (zh) * 2021-11-10 2022-12-23 中航动力株洲航空零部件制造有限公司 一种珩磨油石装置

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
USRE19149E (en) * 1934-04-24 Abrasive stone holder
GB413403A (en) * 1933-02-09 1934-07-19 A T S Company Ltd Improved clip for holding sheet metal together
US2143176A (en) * 1935-12-23 1939-01-10 Eaton Mfg Co Valve tappet and method of making same
US2641379A (en) * 1950-05-31 1953-06-09 Barbaro Joseph Method of relining brakes
US2726494A (en) * 1950-11-29 1955-12-13 Ammco Tools Inc Cylinder hone
GB740953A (en) * 1952-11-22 1955-11-23 Bernard Eugene Maurice Marie A process for fixing plates, more particularly metal plates, on a support
US3378962A (en) * 1964-03-06 1968-04-23 Sunnen Joseph Honing device
DE1502590C3 (de) * 1965-07-23 1975-03-27 Sunnen, Joseph, Clayton, Mo. (V.StA.) Honwerkzeug
US3403483A (en) * 1966-04-15 1968-10-01 Prec Hone Company Honing device for cylinders
US3641715A (en) * 1970-07-13 1972-02-15 Wedge Lock Honing Stone Co Honing apparatus
US3964011A (en) * 1974-03-18 1976-06-15 North American Philips Corporation Single turn variable resistance device having a split shaft rotor
US3935786A (en) * 1974-11-01 1976-02-03 Illinois Tool Works Inc. Self-drilling rivet
FR2371252A1 (fr) * 1976-11-22 1978-06-16 Letang & Remy Ets Procede d'assemblage d'une piece sur une tole ou une plaque
US4278178A (en) * 1979-05-21 1981-07-14 Kerr Glass Manufacturing Corporation Child-resistant closure and container
CA1206757A (en) * 1981-10-26 1986-07-02 Sunnen Products Company Means for drivingly attaching a replaceable stone assembly to a master stone holder

Also Published As

Publication number Publication date
CH671541A5 (nl) 1989-09-15
BR8402450A (pt) 1985-08-27
ES286508U (es) 1986-04-01
AU550386B2 (en) 1986-03-20
KR840008915A (ko) 1984-12-20
IT1173813B (it) 1987-06-24
JPS59219163A (ja) 1984-12-10
AU2456684A (en) 1984-11-29
SE8400217D0 (sv) 1984-01-18
IT8420002A0 (it) 1984-03-09
AR241874A1 (es) 1993-01-29
FR2546583A1 (fr) 1984-11-30
AT393100B (de) 1991-08-12
ATA87184A (de) 1991-01-15
ES286508Y (es) 1986-11-16
KR870000425B1 (ko) 1987-03-10
GB8412945D0 (en) 1984-06-27
DE3406454C2 (nl) 1989-09-21
CA1220032A (en) 1987-04-07
GB2142861B (en) 1986-04-09
ZA84602B (en) 1985-03-27
GB2142861A (en) 1985-01-30
MX158272A (es) 1989-01-18
NL189178C (nl) 1993-02-01
SU1491325A3 (ru) 1989-06-30
DE3406454A1 (de) 1984-12-20
SE8400217L (sv) 1984-11-24
FR2546583B1 (fr) 1988-06-10
NL189178B (nl) 1992-09-01
SE449062B (sv) 1987-04-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4162770A (en) Tooth breaker members
EP0878260B1 (en) Tool for grooving and parting
EP1007255B1 (en) Tool coupling
US7891084B1 (en) Extraction device for removing a quick-change tool holder from a base block mounting
US11298851B2 (en) Tool head and method for inserting and clamping a cutting insert, and cutting insert
US10500647B2 (en) Mounting mechanism for a cutting insert, a cutting insert therefor and a cutting tool using said insert
US20060269366A1 (en) Indexable tip for beveling by means of a conical milling head
US20080029311A1 (en) Unibit with replacement blade
WO2001020174A1 (en) Bolt for conveyor belt fastener
US20180099430A1 (en) Cutter head and cutter head system
US20210138529A1 (en) Die for the manufacturing of elongate bodies
KR100259549B1 (ko) 인덱스가능한 쐐기형 지지부재 및 인서트를 갖는 다중 배향 밀링 커터
NL8400303A (nl) Samenstel van bevestigingsmiddelen om een uitwisselbaar steen en/of leisamenstel aan een hoofd-houderdeel te bevestigen.
DE60212399T2 (de) Verschleissfeste werkzeugeinsätze zum herstellen von nägeln
GB2032820A (en) A rotary cutting tool with inserts
EP0269918A2 (en) Cutting tool employing a double pin retention assembly
US5205678A (en) Gear cutting tool
US20240049657A1 (en) Tree stump grinder
JP4620733B2 (ja) アダプタにカッターヘッドをクランプするためのシステム、カッターヘッド、および固定具
US4505076A (en) Means for drivingly attaching a replaceable stone assembly to a master stone holder
US4555875A (en) Means for attaching a replaceable stone and/or guide assembly to a master holder
JPS6229204Y2 (nl)
NL8203418A (nl) Monteersamenstel voor slijpstenen.
JP2003285278A (ja) 切断刃交換装置と交換方法
US2136953A (en) Face milling cutter

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20010901