NL8203418A - Monteersamenstel voor slijpstenen. - Google Patents

Monteersamenstel voor slijpstenen. Download PDF

Info

Publication number
NL8203418A
NL8203418A NL8203418A NL8203418A NL8203418A NL 8203418 A NL8203418 A NL 8203418A NL 8203418 A NL8203418 A NL 8203418A NL 8203418 A NL8203418 A NL 8203418A NL 8203418 A NL8203418 A NL 8203418A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
assembly
stone
plate
tubular
openings
Prior art date
Application number
NL8203418A
Other languages
English (en)
Other versions
NL184311B (nl
NL184311C (nl
Original Assignee
Sunnen Products Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sunnen Products Co filed Critical Sunnen Products Co
Publication of NL8203418A publication Critical patent/NL8203418A/nl
Publication of NL184311B publication Critical patent/NL184311B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL184311C publication Critical patent/NL184311C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B24GRINDING; POLISHING
    • B24BMACHINES, DEVICES, OR PROCESSES FOR GRINDING OR POLISHING; DRESSING OR CONDITIONING OF ABRADING SURFACES; FEEDING OF GRINDING, POLISHING, OR LAPPING AGENTS
    • B24B33/00Honing machines or devices; Accessories therefor
    • B24B33/08Honing tools
    • B24B33/086Abrading blocks for honing tools

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Processing Of Stones Or Stones Resemblance Materials (AREA)
  • Polishing Bodies And Polishing Tools (AREA)
  • Finish Polishing, Edge Sharpening, And Grinding By Specific Grinding Devices (AREA)

Description

* * 4 λ - .
- .1 -
Monteersamenstel voor slijpstenen.
Slijpdooms en andere soortgelijke inrichtingen met daaraan gemonteerde steensamenstellen zijn vele jaren gebruikt, en er bestaan vele antwerpen en ccnstructies van dergelijke inrichtingen, bij sommi-ge waarvan gebruik wordt gemaakt van enkelvoudige, radiaal verstelbare 5 steensamenstellen, en bij andere van een aantal volgens de omtrek qp afstand liggende steensamenstellen, waarvan er een of meer tijdens een slijpbewerking radiaal verstelbaar zijn voor het ander druk in aanra-king houden van de steensamenstellen met een werkqppervlak, dat wordt geslepen. Vele bekende steensamenstellen en middelen voor het bewegen 10 van een steensamenstel zijn voorheen ontworpen en gebruikt, zoals bij-voorbeeld geopenbaard in het opnieuw uitgegeven Amerikaanse octrooi-schrift 18.763 en de Amerikaanse octrooischriften 1.902.194, 1.904,336, 1.946,041, 1.982.836, 2.040.281, 2.815.615 en 3.378.962. Sommige van de bekende construcies hebben steendelen, die vast zijn gemonteerd aan 15 steenhouderdelen, die weer op verschillende manieren zijn gemonteerd aan een doom of andere soortgelijke inrichting. Wanneer bij de bekende constructies de stenen afslijten, worden de steensamenstellen, die ge-woonlijk het monteersamenstel daarvoor bevatten, afgedankt of worden de oude stenen verwijderd en nieuwe stenen bevestigd. Beide manieren zijn 20 verschillend en kostbaar voor de gebruiker, in het bijzcnder in de ge-vallen, dat de steensamenstellen kostbare metalen steun- en draagorga-nen bevatten. De uitvinding beoogt deze verspilling ten koste op te hef-fen door het verschaffen van een constructie en bevestiging van een bijzonder, vervangbaar, slijpsteensamenstel, dat een opnieuw te gebrui-25 ken hoofdsteenhouder bevat en een vervangbaar steensamenstel, dat kan worden gemonteerd aan de hoofdsteenhouder, waarbij het vervangbare samenstel een goedkoop steungedeelte bevat, waaraan een of meer stenen zijn bevestigd. Het onderhavige vervangbare steensamenstel wordt aan de hoofdsteenhouder qp een bijzonder manier bevestigd onder gebruikmaking 30 82(1 3 4 1 8 * i - 2 - van eenvoudige middelen, die slechts betrekkelijk gemakkelijk beschik-bare handgereedsdiappen behoeven voor het bevestigen en verwijderen op een wijze voor het voorkomen van losheid tussen het vervangbare steensamenstel en de hoofdsteenhouder, en tezelfdertijd daartussen een posi-5 tieve aandrijfverbinding verschaffen. Wanneer de stenen van het onder-havige samenstel slijten en moeten worden vervangen, kan het vervangbare steensamenstel snel en gemakkelijk worden gescheiden van de hoofdsteenhouder en door een ander soortgelijk steensamenstel worden vervangen. Dit heeft een minimale verspilling voor de gebruiker tot gevolg 10 en maakt het als gevolg van de lage kosten van de vervangbare steen-samenstellen, oneconomisch stenen weer te monteren aan bestaande steun-delen, hetgeen tijdrovend en kostbaar is en een bijzonder uitrusting en materialen vereist. Aangezien het steunmateriaal, waaraan de stenen zijn bevestigd, goedkoop is en door gebruik wordt beschadigd, is er 15 bovendien niets verloren door het afdanken daarvan in plaats van te trachten het weer te gebruiken voor het verwijderen van de versleten stenen en het vervangen daarvan door nieuwe.
Het is derhalve een hoofddoel van de uitvinding een betrekkelijk goedkoop, af te danken steensamenstel te verschaffen voor het 20 monteren aan eenhoofdsteenhouder.
Een ander doel is het verlagen van de kosten van het her-stellen van een slijpinrichting in een soortgelijke nieuwe slijptoestand.
Een ander doel is het verschaffen van bijzonder middelen voor het aan een hoofdsteenhouder bevestigen van een vervangbaar steen-25 samenstel.
Een ander doel is 'het oneconomisch maken van het weer monteren van stenen aan bestaande steenhouderinrichtingen.
Een ander doel is het verschaffen van een bijzondere con-structie van een vervangbaar steensamenstel en een hoofdsteenhouder 30 voor het daaraan monteren van het steensamenstel.
Een ander doel is het verminderen van de tijd en de inspan-ning, nodig voor het aan een steenhouder monteren van een slijpsteen-samenstel voor het herstellen van een slijpinrichting in een soortgeli jke nieuwe bedrijfstoestand.
35 Een ander doel is het voorkomen van het in een verkeerde 8203418 v t ♦ .- 3 - stand aan een hoofdsteenhouder monteren van een steensamenstel.
Een ander doel is het mogelijk te maken een vervangbaar steensamenstel te bevestigen aan een hoofdsteenhouder onder gebruikma-king van eenvoudige en gemakkelijk beschikbare handgereedschappen.
5 Een ander doel is het verlagen van de kosten van het in een bedrijfstoestand houden van een slijpdoorn.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een zijaanzicht is van het slijpsteensamenstel en de 10 hoofdsteenhouder daarvoor, fig. 2 een rechtereindaanzicht is van de in fig. 1 weerge-geven constructie, fig. 3 een zijaanzicht is, gedeeltelijk in doorsnede van alleen het hoofdsteenhoudergedeelte van de in de fig. 1 en 2 weergege-15 ven constructie, fig. 4 een rechtereindaanzicht is van de hoofdsteenhouder volgens fig. 3, fig. 5 een bovenaanzicht is van alleen het bovenste gedeel-te van de in fig. 3 getoond hoofdsteenhouder, 20 fig. 6een zi jaanzicht is, gedeeltelijk in doorsnede, van het in fig. 5 weergegeven gedeelte, fig. 7 een rechtereindaanzicht is van het in fig. 6 getoon-de gedeelte, fig. 8 een bovenaanzicht is van een gedeelte van het ver-25 vangbaxe steensamenstel, waaraan een steen is gemonteerd, fig. 9 een eindaanzicht is van het in fig. 8 weergegeven gedeelte, fig. 10 een rechterzijaanzicht is van het in fig. 8 weerge-30 geven gedeelte, fig. 11 een doorsnede is volgens de lijn XI-XI in fig, 8, fig. 12 een onderaanzicht is van het in de fig. 8-11 weergegeven gedeelte, fig. 13 een ruimtelijk aanzicht is van een andere uitvoe-35 ringsvorm van het steensamenstel, fig. 14 een doorsnede is van het in fig. 13 weergegeven 8203418 - 4 - steensamenstel, dat is gemonteerd aan de hoofdsteenhouder, fig. 15 een aan fig. 14 gelijke doorsnede is van een andere uitvoeringsvorm, ds fig. 16-18 doorsneden zijn van andere uitvoeringsvormen 5 van de middelen voor het aan de hoofdsteenhouder bevestigen van het vervangbare steensamenstel, fig. 19 een doorsnede is, die het door middel vein een bij-zander gereedschap aan de hoofdsteenhouder bevestigen voorstelt van het vervangbare steensamenstel, 10 fig. 20 een doorsnede is, die weer een andere uitvoerings- vorm toont van de middelen voor het aan de hoofdsteenhouder bevestigen van het vervangbare steensamenstel, weIke middelen het niet nodig ma-ken, dat het steensamenstel wordt verwijderd van een doom, waaraan het is gemonteerd, en zijn afgebeeld voordat de bevestiging is uitge-15 voerd, fig. 21 het samenstel volgens fig 20 toont nadat het gereedschap de verbinding tussen het vervangbare steensamenstel en de hoofdsteenhouder heeft voltooid, en fig. 22 een doorsnede is van het samenstel volgens de fig.
20 21 en 22, maar op een andere plaats.
Fig. 1 toont een constructie 20, die een hoofdsteenhouder 22 bevat en een vervangbaar steensamenstel 24 voor het monteren daar-aan. Het vervangbare steensamenstel 24 bevat een steenmonteerdeel 26, gewoonlijk gemaakt van een betrekkelijk goedkoop materiaal, zoals in 25 een metalen vorm gegoten zink, aluminium, of een ander soortgelijk materiaal, waarbij een of meer slijpstenen, zoals de slijpsteen 28, daaraan zijn gemonteerd. De steen 28 kan op verschillende manieren zijn bevestigd aan het monteerdeel, waarbij het echter de voorkeur verdient dat de steen door een hechtmiddel wordt bevestigd terwijl de te ver-30 binden onderdelen worden geplaatst en in de juiste stand worden ge-houden door bijvoorbeeld een pasmal en dergelijke (niet weergegeven) te gebruiken.
De hoofdsteenhouder 22 bevat een langwerpige rechthoekige plaat 30, waaraan het steensamenstel 24 is gemonteerd, en is voorzien 35 van aan de tegenover elkaar liggende einden daarvan bevestigde monteer- 8203418 ' - 5 - delen, afgebeeld als heugeldelen 32 en 34. Voor het tot stand brengen van deze bevestigingen, heeft de plaat 30 een paar op afstand liggende gaten 36 met toelqpende gedeelten 37 (fig. 3, 5 en 6) bij de tegenover elkaar liggende einden daarvan, en heeft eUc der heugeldelen 32 en 34 c een in diameter verkleind, cilindrisch eindgedeelte 38, dat zich in het bijbehorende gat 36 uitstrekt en in deze stand is uitgezet, zoals getoand bij 40 voor het tot stand brengen van een betrouwbare verbin-ding met het toelopende openinggedeelte 37. De heugeldelen 32 en 34 hebben ook een aantal tanden 42, gevormd langs-overeenkomstige zijden 10 daarvan voor aangrijping met een hierna te beschrijven rondsel, dat zich bevindt in een slijpdoom of andere soortgelijke inrich ting, en wordt bediend voor het radiaal bewegen van de steensamenstellen tij- dens een slijpbewerking teneinde de stenen in aangrijping te houden met het werkoppervlak en de stenen terug te trekken wanneer de doom 15 moet worden verwijderd uit of gestoken in een werkstuk.
De plaat 30 van de hoofdsteenhouder 22 heeft ook een paar openingen 44, welke openingen zich, zoals weergegeven, naar binnen bevinden ten opzichte van de bijbehorende gaten 36, en zijdelings meer in het midden dan de gaten 36. De openingen 44 worden gebruikt voor het on monteren van het vervangbare slijpsamenstel 24 aan de hoofdsteenhouder 22 voor het daartussen verschaffen van een stevige sterke verbinding, zoals hierna wordt uiteengezet.
De details van het steungedeelte 26 van het steensamenstel 24 zijn afgebeeld in de fig. 8-12. Het steundeel 26 is, zoals gezegd, 25 bij voorkeur gemaakt van een goedkoop materiaal, zoals in een metalen von gegoten Zink, aluminium of een ander betrekkelijk goedkoop materiaal, en heeft een onderste oppervlak 46, dat na montering aanligt tegen het bovenste oppervlak van de plaat 30, en een hellend bovenste oppervlak 48, hetgeen het oppervlak is waaraan de steen 28 op een of andere 30 wijze, zoals hiervoor uiteengezet, is bevestigd. Het oppervlak 48 helt ten opzichte van het onderste oppervlak 46 en strekt zich uit langs de gehele lengte van het deel 26. Een naar boven uitstekende plaatsings- rug 50 strekt zich uit langs den zijde van het oppervlak 48 en de steen 28 strekt zich daarlangs uit, zoals afgebeeld in fig. 2. De 35 tegenover liggende rand van het hellende oppervlaktegedeelte 48 vanaf 8203418 - 6 - de rug 50 strekt zich uit tot nabij een ander hellend oppervlak 52, dat zich vandaar uitstrekt naar de voorste rand 54 van het deel 26.
Het onderste oppervlak 46 van het in een metalen vorm gego-ten deel 26 heeft twee gelijke, een geheel daarmee vormende buisvonnige 5 gedeelten 56, die zich vandaar uitstrekken, zoals duidelijk afgebeeld in de fig. 9, 10 en 11. De gedeelten 56 strekken zich vanaf het oppervlak 46 uit over een afstand, die iets kleiner is dan de dikte van het plaatdeel 30 aan de hoofdsteenhouder 22, en de gedeelten 56 hebben een zodanige onderlinge afstand en zijn zodanig bemeten, dat zij zich naar 10 beneden uitstrekken in de betreffende qpeningen 44 in de plaat 30, zoals afgebeeld in de fig. 1. Elk der buisvonnige gedeelten 56 heeft odk een paar tegenover elkaar liggende, daarin gevormde inkepingen 58, die zich daarin vanaf het vrije einde uitstrekken, zoals getoond in de fig. 10, 11 en 12. Zoals het duidelijkst afgebeeld in fig. 11, hebben 15 de buisvormige gedeelten 56 odk daarin gevormde cilindrische doorgangen of kamers 60, die zich uitstrekken door de buisvonnige gedeelten 56 en gedeeltelijk in het lichaamsgedeelte van het deel 26. Wanneer de buisvormige gedeelten 56 zodanig zijn geplaatst, dat zij zich uitstrekken in de betreffende qpeningen 44 in de plaat 30, worden van schroef-20 draad voorziene delen, zoals schroeven 62 in de buisvormige gedeelten 56 geschroefd, zoals afgebeeld in fig. 1. Hierdoor wordt door de schroefdraad druk uitgeoefend tegen de buisvonnige gedeelten 56 voor het daarin snijden van draad voor het vergroten daarvan, zodat zij zijdelings kracht uitoefenen tot in aangrijping met de openingen 44.
25 Dit leidt tot een zeer stevige bevestiging en odk tot een betrekkelijk goedkope constructie, die gemakkelijk en snel wordt gemonteerd en ver-wijderd. Dit betekent, dat het voor het vervangen van een van de steen-samenstellen van de steenhouder 22 nadat het samenstel 20 is verwij-derd van de doom, waaraan het is gemonteerd, slechts nodig is twee 30 van de schroeven 62 los te schroeven uit het versleten steensamenstel 24 voor het van de hoofdhouder 22 verwijderen daarvan, en het onder gebruikmaking van even eenvoudige procedure monteren van een ander soortgelijk steensamenstel. Bij het verwijderen van een versleten steensamenstel 24 kan. het nodig zijn op de einden van de buisvormige 35 gedeelten 56 te kloppen voor het losmaken daarvan, hetgeen gewoonlijk 8203418 - 7 - echter niet moeilijk is uit te voeren.
Het is van belang, dat de hoofdsteenhouder 22 qpnieuw kan worden gebruikt, aangezien dit gedeelte van de inrichting bij voor-keur zuiver is gemaakt van betrekkelijk hard staal en een betrekkelijk 5 kostbaar onderdael is. Het enige vervangbare gedeelte is derhalve het steensamenstel 24, dat de betrekkelijk goedkope steun 26 bevat, die op grond van massaproduktie gemakkelijk in een vorm wordt gevormd of gegoten, en de stenen 28 zelf, die de gedeelten van de inrichting zijn die het werk aangrijpen en bewerken en slijtage ondergaan. De steen-10 samenstellen 24, die de steunen 26 en de stenen 28 bevatten, kunnen betrekkelijk economisch in massa worden geproduceerd, en de steun 26 wordt bij voorkeur gemaakt van een betrekkelijk zacht metaal, zoals vermeld, dat kan worden gestuikt, doordat schroefdraad is gevormd in de buisvormige gedeelten 56, zoals hiervoor uiteengezet. Ook is te 15 voorzien, dat de buisvormige gedeelten 56 zijn voorzien van sleuven, zoals voorgesteld door de tweeledige sleufgedeelten 58, hoewel het aan-brengen van sleuven niet in bepaalde nodig behoeft te zijn. De gedeelten 56 zijn voorzien van een enkele sleuf in een zijde van het buisvormige gedeelte 56 of zij kunnen, indien gewenst, drie of meer op onderlinge 20 afstand liggende sleuven hebben, gelijk aan de sleuven 58. Het is te verwachten, dat wanneer het steensamenstel 24 qp zijn plaats aan de steenhouder 22 wordt gegrendeld, enige beschadiging wordt aangebracht aan de buisvormige gedeelten 56 door de schroefdraad van de delen 62.
Dit kan de mogelijkheid van het herhaaldelijk weer kunnen bevestigen 25 van hetzelfde steensamenstel 24 beperken, hoewel het mogelijk kan zijn een steensamenstel een keer of twee, indien nodig, weer te bevestigen. Dit is niet nadelig gebleken, omdat is gebleken, dat het in het alge-meen niet economisch is stenen weer te monteren aan een steun, en dikwijls wanneer de steen of een steensamenstel vrijwel is opgebruikt, 30 is het samenstel in ieder geval te versleten om weer in een toestand voor gebruik te worden gebracht. Wanneer het steensamenstel 24 eenmaal is bevestigd aan de hoofdsteenhouder 22 is het derhalve in de gebrui-kelijke toestand niet nodig of wenselijk hetzelfde steensamenstel aan dezelfde of een andere hoofdsteenhouder weer te bevestigen.
35 Het steungedeelte 26 van het steensamenstel 24 kan naar 8203418 - 8 - keuze ook een flens bevatten, zoals de flens 64 (fig. 13 en 14), die zich langs een of meer zijden daarvan naar beneden uitstrekt. De flen-zen 64 versterken de samenstellen 24 enigszins en helpen bij het voorkomen van het kromtrekken en buigen, weIke flenzen kunnen zijn 5 aangebracht om zich op afstand van de naburige zijden van de hoofdsteen-houder, waaraan zij zijn gemonteerd, naar beneden nit te strekken, zoals getoond in fig. 14. Gebleken is, dat wanneer deze flenzen zich ook uitstrekken over de einden van de samenstellen 24, bruikbaarder zijn dan de flenzen, die zich langs slechts de zijden uitstrekken, 10 waarbij dergelijke flenzen in de meeste gevallen echter niet essentieel zijn.
De afmeting en/of afstand en/of plaatsen van de openingen 44 en de buisvormige gedeelten 56 kunnen zijn gekozen voor het voorkomen van het verkeerd monteren en het monteren van verkeerde steen-15 samenstellen aan een hoofdsteenhouder. Bijvoorbeeld is het verspringend aanbrengen te voorzien van de openingen 44 en de bijbehorende buisvormige gedeelten 56 naar een einde van de inrichting voor het voorkomen van het achterstevoren monteren van een steensamenstel. Ook kan de plaats van de zijflenzen, zoals de flens 64,zodanig zijn, dat het door 20 een gebruiker per ongeluk of ongewild achterstevoren aan een hoofdsteenhouder monteren van een steensamenstel wordt voorkomen.
Fig. 13 toont een andere uitvoeringsvorm 24A van het slijp-steensamenstel 24, uitgevoerd voor het opnemen van twee op afstand evenwijdig lopende, daaraan gemonteerde stenen 28A. Het samenstel 24A 25 heeft een omtreksflens, zoals de omtreksflens 64,die zich daarlangs uitstrekt en om de hoofdhouderplaat 30, wanneer deze daarop is geplaatst. Het samenstel heeft ook twee op afstand liggende buisvormige gedeelten, die samenwerken met de openingen 44 in de hoofdsteenhoudexplaat 30, zoals hiervoor beschreven. De buisvormige gedeelten 56A kunnen naar 30 wens al of niet zijn voorzien van sleuven.
Fig. 14 is een doorsnedeaanzicht van een samenstel 20A, dat het steensamenstel 24A bevat, gemonteerd aan het hoofdsteenhoudersamen-stel 22, waarbij de flens 64 zich op afstand om de zijden van de hoofdsteenhouder uitstrekt. In deze constructie is de plaat 30 in oppervlak-35 teaanraking geplaatst met een oppervlak van het steensamenstel 24A, 8203418 - 9 - zoals hiervoor, en wordt de verbinding tussen het steensamenstel 24A en de hoofdsteenhouder 22 tot stand gebracht op een wijze, die gelijk is aan de hiervoor beschreven wijze onder gebruikmaking van toelopende schroefdraaddelen 62 voor samenwerking met elk der buisvormige gedeel-5 ten 56A. De hoofdsteenhouder 22 bevat ook heugeldelen, zoals de heu-geldelen 32 en 34, die samenwexken met een rondsel 66, dat zich bevindt in een doom, zoals een slijpdoom. Het rondsel 66 wordt gedraaid voor het radiaal bewegen van het samenstel 20A op de reeds beschreven wijze.
10 In fig. 15 is een andere uitvoeringsvorm 20B afgebeeld, die soortgelijk is aan de uitvoeringsvorm 20A maar daarvan verschilt in de wijze waarop het steensamenstel 24B en de plaat 30B zijn geconstrueerd en aan elkaar bevestigd. In de constructie 20B heeft de hoofdsteenhou-derplaat 30B toelopende of afgeschuinde tegenover elkaar liggende ran-15 den 68, die soortgelijke toelopende of afgeschuinde oppervlakken 70 aangrijpen, gevormd op het binnenoppervlak van de flens 64 aan het steundeel 26B. Bij aangrijping is een ruimte gevormd tussen een qpper-vlak 72 aan het hoofdsteenhouderdeel 30B, en een oppervlak 74 aan het steundeel 26B. In de constructie 20B zijn ook de buisvormige gedeelten 20 56B aan het steundeel 26B in diameter iets kleiner dan de openingen 44B in de hoofdsteenhouderplaat 30B, zodat wanneer de van schroefdraad voorziene delen 62 onder gebruikmaking van een schroevedraaier of soortgelijk gereedschap worden aangedraaid, er een bepaalde kracht wordt uitgeoefend, die naar beneden trekt aan het steundeel 26B en dit buigt, 25 en de afgeschuinde oppervlakken 68 en 70 langs elkaar doet schuiven.
Voor bepaalde toepassingen kan deze soort verbinding voordelig zijn.
In zowel de constructie 20A als de constructie 20B zijn maatregelen getroffen voor het daaraan monteren van twee evenwijdig op afstand Iqpende steendelen, zoals de steendelen 28A en 28B. In de fig. 14 en 30 15 is tevens een cirkelvormige ontrek W afgebeeld voor het weergeven van het cilindrische oppervlak van een door de inrichting te slijpen werkstuk. Wanneer het oppervlak wordt vergroot of wanneer de stenen afslijten is het nodig het rondsel 66 te draaien voor het naar buiten bewegen van de slijpstenen voor het in aangrijping met het werkopper-35 vlak houden daarvan. Nadat een slijpbewerking is voltooid of voordat 8203418 - 10 - een slijpdoom in een werkoppervlak wordt gestoken, moet het rondsel 66 op soortgelijke wijze in de tegengestelde richting worden gedraaid voor het terugtrekken van de steensamenstellen, zodat de slijpdoom in of uit het werk kan worden bewogen.
5 De fig. 16-18 tonen andere middelen voor het tot stand brengen van de bevestiging tussen een steensamenstel, zoals het steensamenstel 24 en de hoofdsteenhouder 22, en in het bijzonder tussen het steensamenstel monterende deel 26 en de hoofdsteenhouder 22. In fig.
16 bevatten de bevestigingsmiddelen, zoals weergegeven, een stelschroef 10 80 zonder kop. De stelschroef 80 kan een sdk hebben voor een sleutel, zoals voor een zeshoekige stangensleutel, en het voorste eindgedeelte van de instelschroef 80 is bij voorkeur toelopend, zoals bij 82 voor het vereenvoudigen van het aanzetten daarvan in het buisvormige gedeelte 56. De schroefdraad van de instelschroef 80 kan eveneens enigszins 15 vanaf het ene einde naar het andere einde toelopen met de grootste diameter bij het achterste einde, hoewel dit niet essentieel is. Wanneer de stelschroef 80 in een van de buisvormige gedeelten 56 wordt gesohroefd, snijdt zij haar eigen schroefdraad en zet zodoende het gedeelte 56 naar buiten uit, zoals gezegd, voor het tot stand brengen van een nauwslui-20 tende verbinding daarvan met de opening 44 in de hoofdsteenhouder 22.
Een voordeel van de in fig. 16 getoonde constructie is, dat de stelschroef 80 geen kopgedeelte behoeft te hebben, hetgeen in bepaalde ge-vallen de binnenwaartse beweging van het slijpsamenstel aan een slijpdoom kan beperken. Dit is in het bijzonder voordelig bij dooms met 25 een kleine diameter, en kan een groter radiaal instelbereik mogelijk maken van het steensamenstel zonder het doomlichaam te moeten wijzi-gen voor het qpnemen van de koppen van de schroeven.
Fig. 17 toont het gebruik van een andere vorm van een van schroefdraad voorzien deel 86 voor het tot stand brengen van de beves-30 tiging, welke vorm eveneens niet buiten de hoofdsteenhouderplaat 30 uitsteekt. In dit geval heeft het van schroefdraad voorziene deel 86 een toelopend kopgedeelte 88, en zijn de opening 44 in de plaat 30 en mogelijk ook de boring 60 in het buisvormige gedeelte 56 enigszins gewijzigd door het toelopend zijn uitgevoerd voor het opnemen van de 35 schroefkop 88. In deze constructie-is de boring 60 in het buisvormige 8203418 - 11 - gedeelte 56, zoals weergegeven, bij 90 zodanig toelqpend, dat het kop-gedeelte 88 het aangrijpt even voordat het, het toelopende gedeelte 92 van de opening 44 aangrijpt.^Dlt veroorzaakt enige beweging naar buiten of uitzetting van het gedeelte 56 tot in aangrijping met de opening 44 5 en verbetering van de verbinding daartussen.
Fig. 18 toant een constructie, waarbij een kogeldeel, zoals een kogelleger 94 in de boring 60 in het buisvormige gedeelte wordt gedreven of geperst. Het deel 94 is voldoende groot voor het naar buiten uitzetten van het gedeelte 56 tot in aangrijping met de opening 44. De 10 doordringingsdiepte van het kogeldeel 94 moet zodanig zijn, dat de buitenwaartse druk op het buisvormige gedeelte 56 wordt gehandhaafd, bij voorkeur in het gebied van de groeven 58.
Fig, 19 geeft het gebruik weer van een gereedschap 100, dat een handgreepgedeelte 102 bevat en een van schroefdraad voorzien eindge-15 deelte 104. De schroefdraad 104 moet zodanig zijn, dat wanneer dit gedeelte in het buisvormige gedeelte 56 wordt geschroefd, het, het gedeelte 56 naar buiten uitzet tot in aangrijping met de opening 44. De schroefdraad 104 kan toelqpend zijn voor het vergemakkelijken van het aanzetten van het gereedschap 100 in het gedeelte 56, en het toelopen 2Q van de schroefdraad kan ode een toenemende uitzetting verschaffen wanneer het gereedschap in de opening wordt geschroefd voor het zodoende verschaffen van een nauwsluitende verbinding tussen het buisvormige gedeelte 56 en de opening 44. Nadat het gereedschap 100 is gebruikt voor het uitzetten van het buisvormige gedeelte 56 tot in aangrijping 25 met de opening 44, wordt het verwijderd door het losschroeven, waarbij het uitgezette gedeelte 56 in aangrijping wordt gelaten met de opening 44. Het handgreepgedeelte 102 van het gereedschap 100 heeft een be-trekkelijk stomp, toelopend eindgedeelte 106, dat is bemeten om zich uit te strekken naar de onderkant van de boring 60 wanneer het gedeelte 30 56 is verbonden met het plaatdeel 30, zodat kan worden getikt of ge- slagen op de handgreep voor het uit de opening 44 drijven van het buisvormige gedeelte 56. Dit vereenvoudigt het verwijderen van een versle-ten steensamenstel wanneer een nieuw steensamenstel moet worden gemon-teerd.
35 De fig. 20 en 21 tonen nog een andere manier voor het beves- i. o i 8203418 - 12 - tigen van een steensamenstel, zij het een dubbel steensamenstel 110, gelijk aan het in de fig. 13 en 14 weergegeven samenstel 24A, aan een hoofdsteenhouderplaat 112. De hoofdsteenhouderplaat 112 heeft een of meer boringen 114, welke boring, zoals weergegeven over een gedeelte 5 van de lengte cilindrisch is en over althans een gedeelte, zoals bij 116, toelopend is.
Het steensamenstel 110 heeft een buisvormig gedeelte 118, dat een cilindrisch buitenoppervlak heeft voor het in lijn liggen met en passen in de boring 114, en een binnenoppervlak 120, dat over het 10 grootste gedeelte van de lengte cilindrisch is, maar bij 122 versmald of toelopend, zodat de kleinste diameter zich nabij het vrije einde van het gedeelte 188 bevindt. Dit betekent, dat de wand van het buis-vormige gedeelte 118 bij 123 dikker is dan over de rest van de lengte. Teneinde het steensamenstel 110 te bevestigen aan de hoofdsteenhouder-15 plaat 112 worden de delen samengevoegd met de gedeelten 118 zich uit-strekkende in de bijbehorende boringen 114, waama een gereedschap 124, dat een van schroefdraad voorzien eindgedeelte 126 en een hand-greepgedeelte, zoals een haaks handgreepgedeelte 128, heeft, op de in fig. 20 weergegeven wijze wordt geplaatst. In deze stand wordt het 20 gereedschap 124 gedraaid voor het schroeven in het binnenoppervlak 120 en het daarin snijden en vormen van schroefdraad, wanneer het daarlangs gaat voor het naar buiten uitzetten van het gedeelte 118. Zodoende schroeft het gereedschap zich ook door het versmalde, verdikte eindgedeelte 123, waardoor dit verder naar buiten wordt uitgezet dan de 25 rest van het gedeelte 118. Dit beweegt het gedeelte 123 naar buiten tot in aangrijping met het toelopende binnenoppervlak 116 van de boring 114 voor het verschaffen van een positieve aangrijping daarmee. Deze aangrijping voorkomt het losraken of van elkaar komen van de onderdelen. Ook is voorzien om voor hetzelfde doel een borst in de boring te ver-30 schaffen nabij het vrije einde daarvan, waarbij echter een toeloopaan-grijping gewoonlijk. de voorkeur verdient, omdat het gemakkelijker is de onderdelen te scheiden voor het vervangen van een versleten steensamenstel.
In fig. 21 is de boring 12o bij 130 vergroot weergegeven, 35 zodat de schroefdraad 126 van het gereedschap halverwege door het 8203418 - --V-— ·-* "-'t " ΊΙ Γ Ί ’ :sn: - ~ ·· ---· -- -^· ~>-.··: ----^- · -— .. ... . ..... ., ..,Λ.-Λ*··)-*..-— - 13 - steundeel schroefdraad begint te snijden in het gedeelte 118. Het ge-deelte 130 met vergrote boring is derhalve werkzaam voor het leiden van het gereedschap 124, hetgeen in bepaalde gevallen een voordeel kan zijn, en kan ook het onder spanning plaatsen van het lichaamsgedeelte 5 van het s teens teun dee 1 voorkomen. In fig. 21 is het van schroefdraad voorziene gereedschapgedeelte 126 afgebeeld nadat het volledig door de boring 120 is geschroefd. Het is duidelijk, dat wanneer het gereedschap door het versmalde gedeelte 123 beweegt, het de grootste weer-stand tegen draaien ondervindt omdat de diameter van de boring het 10 kleinste is en de dikte van het metaal het grootst. Wanneer het gereedschap echter uit het versmalde gedeelte 123 naar buiten komt, neemt de voor het verder draaien van het gereedschap vereiste druk plotseling af, en vindt weinig of geen uitzetten plaats van het gedeelte 123. Dit betekent, dat de mate van mogelijke uitzetting van het gedeelte 123 15 naar wens nauwkeurig kan worden geregeld en begrensd, zonder dat de gebruiker een bovenmatige kracht kan uitoefenen, die anders het buis-vormige gedeelte 118 zou kunnen breken of scheuren.
Het belangrijkste voordeel van de constructies, zoals weer-gegeven in de fig. 19 en 21 is, dat de bevestiging van het steensamen-20 stel aan de hoofdsteenhouder tot stand kan worden gebracht zonder dat het nodig is een schroef of ander van schroefdraad voorzien orgaan in het samenstel achter te laten. Een ander voordeel van de in de fig.
20 en 21 weergegeven constructies is, dat de bevestiging tot stand kan worden gebracht zonder dat het nodig is het gehele samenstel te ver-25 wijderen van de doom, waaraan het is gemonteerd. Dit laatste voordeel kan een aanzienlijke besparing betekenen van de tijd, die nodig is voor het aan een doom vervangen van de stenen. Dezelfde maatregelen kunnen ock worden toegepast bij een samenstel, dat is voorzien van een enkele steen of een rij stenen daaraan. Voor een samenstel met een enkele 30 steen kan het echter nodig zijn, dat de buisvormige gedeelten enigszins verspringend zijn aangebracht, zodat zij zich niet direct onder het s teendee1 bevinden.
Teneinde de in de fig. 20 en 21 weergegeven vervangbare steensamenstelien van de hoofdsteenhouder te verwijderen, kunnen een 35 of meer afzonderlijke boringen, zoals de boring 132 in fig. 22, op 8203418 - 14 - afstanden vanaf het ene van de of beide buisvormige gedeelten 118 zijn aangebracht in het samenstel 110. De boringen 132 zijn bij voorkeur niet voorzien van schroefdraad, zodat het gereedschap 124 zijn eigen schroefdraad snijdt, hoewel de boringen, indien gewenst, kunnen zijn 5 voorzien van schroefdraad. De boringen 132 nemen door schroeven het van schroefdraad voorziene eindgedeelte 126 van het gereedschap 124 op, waarbij wanneer het gereedschap 124 in de boringenl32 wordt ge-draaid, het einde van het gereedschap beweegt tot tegen de hoofdsteen-houder 112, zodat een aanvullend draaien een kracht uitoefent tegen de 10 hoofdsteenhouder 112 in een richting voor het uit elkaar drukken van de delen. Een dergelijke boring 132 kan zich nabij elk der buisvormi-ge gedeelten 118 bevinden,hoewel in bepaalde gevallen een enkele in het midden zich bevindende boring het enige kan zijn dat nodig is. Dezelfde middelen kunnen worden gebruikt voor het scheiden van een van 15 de hiervoor beschreven steensamenstellen van hun hoofdhouder, hetgeen echter gewoonlijk niet nodig is bij de constructies, waarbij het samenstel eerst van de doom wordt verwijderd voordat een nieuw steensamen-stel wordt .bevestigd. Dit komt, omdat wanneer het samenstel Vein de doom is verwijderd, gemakkelijk toegang kan worden verkregen tot de 20 buisvormige gedeelten 56.
Het is duidelijk, dat veranderingen en verbeteringen kunnen worden aangebracht zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
8203418

Claims (32)

1. Monteersamenstel voor slijpstenen en dergelijke, gekenmerkt door een draagconstructie, die een plaatdeel bevat, voorzien van tegenover elkaar liggende cppervlakken en op afstand liggende, 5 daardoorheen zich uitstrekkende openingen, door een steensamenstel voor montering aan het plaatdeel, walk steensamenstel een steundeel bevat, voorzien van tegenover elkaar liggende oppervlakken, waarvan er een in qppervlakteaanraking kan worden geplaatst met een van de tegenover elkaar liggende oppervlakken van het plaatdeel, door een slijp-10 steen, gemonteerd aan het andere oppervlak van de tegenover elkaar liggende oppervlakken van het steundeel, door op afstand liggende buisvormige delen, gevormd aan het ene oppervlak van de tegenover elkaar liggende oppervlakken van het steundeel op plaatsen voor het in lijn liggen met en worden gestoken in de bljbehorende qp afstand liggende 15 openingen in het plaatdeel, en door een van schroefdraad voorzien be-vestigingsdeel, met een schroefdraadgedeelte voor het schroeven in een bijbehorende buisvormig deal wanneer dit zich uitstrekt in een van de qp afstand liggende plaatopeningen, waardoor de schroefdraadgedeelten van de bevestigingsdelen schroefdraad snijden in de buisvormige delen 20 en tezelfdertijd de buisvormige delen naar buiten uitzetten in de betreffende plaatopeningen voor het verschaffen van een nauwsluitende aangrijping met het plaatdeel.
2. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het steundeel is gemaakt van een zachter metaal dat het plaatdeel.
3. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de buisvormige delen zich uitstrekken vanaf einden, bevestigd aan het steundeel, naar tegenover liggende vrije einden, waarbij axiaal zich uitstrekkende inkepingen zijn gevormd in de buisvormige delen en zich daarin uitstrekken vanaf de vrije einden daarvan voor het vereenvoudi-30 gen van het radiaal uitzetten wanneer de van schroefdraad voorziene bevestigingsdelen daarin worden aangedraaid.
4. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de buisvormige delen zich naar buiten uitstrekken vanaf het steundeel, waaraan zij zijn bevestigd, over een afstand, die kleiner is dan de 35 afstand tussen de tegenover elkaar liggende oppervlakken van het 8203418 * - 16 - plaatdeel.
5. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het steundeel is gemaakt van in een metaal vorm gegoten zink.
6. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het 5 steundeel een een geheel daarmee vormende flens bevat, die zich van- daar uitstrekt tot nabij althans een zijde van het plaatdeel, waaraan hij is bevestigd.
7. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het steundeel een omtreksflens bevat, die zich vandaar naar buiten uit- 10 strekt om de zijranden vanohet plaatdeel wanneer het steensamenstel daaraan is gemonteerd.
8. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het oppervlak, waaraan de steen is gemonteerd, nauwkeurig onder een hoek staat ten opzichte van het ene oppervlak van de tegenover elkaar lig- 15 gende oppervlakken daarvan, welk ene oppervlak zich nabij het plaatdeel bevindt.
9. Samenstel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat een rug is aangebracht aan het steundeel en zich uitstrekt langs edn zij-rand van het oppervlak van het steundeel langs een zijde van de daar- 20 aan bevestigde slijpsteen.
10. Samenstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de schroefdraad op de schroefdraadgedeelten van de van schroefdraad voor-ziene bevestigingsdelen toelqpend zijn, waardoor deze in diameter bij een einde groter zijn dan bij het andere.
11. Werkaangrijpend samenstel voor het monteren aan een doom en dergelijke inri dating, gekenmerkt door een draagconstructie, die een plaatdeel bevat, voorzien van tegenover elkaar liggende oppervlakken en een paar op afstand liggende naar buiten zich uitstrekkende heugeldelen, die zich vanaf een van de tegenover elkaar liggende qpper- 30 vlakken daarvan uitstrekken, door een paar op afstand liggende openin-gen, welke openingen zich tussen de tegenover elkaar liggende oppervlakken uitstrekken door het plaatdeel, en door een slijpsamenstel, dat is gemonteerd aan het plaatdeel en een steundeel bevat, voorzien van tegenover elkaar liggende oppervlakken, waarvan er een is gemon- 35 teerd bij het andere oppervlak van de tegenover elkaar liggende opper- 8203418 - 17 - vlakken van het plaatdeel, verder een slijpdeel, dat is gemonteerd aan het andare tegenover liggende qppervlak van het steundeel, dat een paar op afstand liggende, een geheel daarmee vormende buisvormige ge-deelten heeft op plaatsen, die in lijn liggen met de op afstand liggen-5 de openingen in het plaatdeel en van schroefdraad voorziene bevesti-gingsdelen, elk met een kopgedeelte en een verbonden schroefdraadge-deelte voor het door schroeven aangrijpen in een van de buisvormige gedeelten, waardoor de buisvormige gedeelten radiaal naar buiten uit-zetten tot in aangrijping met het plaatdeel wanneer de van schroefdraad 10 voorziene delen daarin worden vastgeschroefd.
12- Samenstel volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de buisvormige gedeelten van het steundeel zich naar buiten vandaar uitstrekken over een afstand, die kleiner is dan de afstand tussen de tegenover elkaar liggende oppervlakken van het plaatdeel, waarbij elk 15 der buisvormige gedeelten is voorzien van een eerste einde, bevestigd aan het steundeel, en een tegenover liggend vrij einde, en althans een groef zich uitstrekt in elk der buisvormige gedeelten vanaf het vrije einde daarvan voor het vereenvoudigen van het radiaal uitzetten daarvan wanneer de van schroefdraad voorziene delen daarin worden aan-20 gedraaid.
13. Samenstel volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat elk der buisvormige gedeelten een opening daardoorheen heeft voor het qpnemen van het bijbehorende van schroefdraad voorziene deel, waarbij de openingen zich halverwege door het steundeel uitstrekken.
14. Samenstel volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat een omtreksflens zich uitstrekt vanaf het steundeel en om het plaatdeel wanneer het steundeel daaraan is bevestigd.
15. Samenstel volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de tegenover elkaar liggende oppervlakken van het steundeel nauwkeurig 30 ander een onderlinge hoek staan. __
16. Samenstel volgens conclusie 11, met hef kenmerk, dat het steundeel is gemaakt van in een metalen vorm gegoten zink.
17. Samenstel volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat een steendeel door hechten is bevestigd aan het steundeel aan de ten 35 cpzichte van het plaatdeel tegenover liggende zijde daarvan. 8203418 “ - 18 -
18. Monteersamenstel voor slijpstenen en dergelijke, gekenmerkt door .een draagconstructie, die een plaat bevat, voorzien van tegenover elkaar liggende oppervlakken en een paar qp afstand liggende en daardoorheen zich uitstrekkende openingen, door een steensamenstel 5 voor montering aan het plaatdeel, welk steensamenstel een steundeel bevat, voorzien van tegenover elkaar liggende oppervlakken, waarvan er een nabij een van de oppervlakken van het plaatdeel kan worden ge-plaatst, door althans ien steendeel, gemonteerd aan het andere tegenover liggende oppervlak van het steundeel, door op afstand liggende 10 buisvormige uitsteeksels, gevormd aan het ene tegenover liggende qpper-vlak van het steundeel op plaatsen voor het in lijn liggen met en plaatsen in de betreffende op afstand liggende openingen in het plaatdeel, dat is voorzien van een zijrand, die zich langs de omtrek daarvan uitstrekt tussen de tegenover elkaar liggende oppervlakken, waarbij 15 het steundeel daarvan is voorzien van een omtreksflens, die zich langs de omtrekszijrand van het plaatdeel uitstrekt, en door een van schroef-draad voorzien bevestigingsdeel, dat een schroefdraadgedeelte heeft voor het schroeven in elk der bijbehorende buisvormige uitsteeksels, die zich uitstrekt in een van de op afstand liggende plaatopeningen, 20 waardoor de schroefdraadgedeelten van de bevestigingsdelen schroef-draad snijden in de buisvormige uitsteeksels en tezelfdertijd de buisvormige uitsteeksels naar buiten uitzetten in de betreffende plaatopeningen.
19. Samenstel volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat 25 overeenkomstiger-gedeelten van het omtrekszijrandgedeelte van het plaatdeel en de omtreksflens van het steundeel zijn afgeschuind voor aangrijping wanneer het steensamenstel is gemonteerd aan het plaatdeel, we Ike aangrijping een ruimte tot stand brengt tussen het plaatdeel en het steundeel.
20. Samenstel volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de op afstand liggende buisvormige delen in afmeting kleiner zijn dan de bijbehorende openingen door het plaatdeel.
21. Samenstel volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat twee steendelen evenwijdig cp onderlinge afstand zijn gemonteerd aan 35 het andere tegenover liggende oppervlak van het steundeel.
22. Samenstel volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat 8203418 ** - 19 - een paar qp afstand evenwijdig lqpende heugeldelen is bevestigd aan het plaatdeel en zich vandaar naar buiten uitstrekt.
23. Monteersamenste1 voor slijpstenen en dergelijke, gekenmerkt door een draagccnstructie, die een plaatdeel bevat, voor-5 zien van tegenover elkaar liggende oppervlakken en op afstand liggende openingen, die zich daardoorheen uitstrekken, door een steensamenstel voor montering aan het plaatdeel, welk steensamenstel een steundeel bevat, voorzien van tegenover elkaar liggende oppervlakken, waarvan er een in aanraking kan worden geplaatst met een van de tegenover el-10 kaar liggende oppervlakken van het plaatdeel, door althans den slijp-steen, gemonteerd aan het andere tegenover liggende oppervlak van het steundeel, door op afstand liggende buisvormige delen, gevormd aan het ene tegenover liggende oppervlak van het steundeel op plaatsen voor het in lijn liggen met en het steken in de bijbehorende op afstand 15 liggende openingen in het plaatdeel, we Ike openingen zijn voorzien van een gedeelte met een vergrote diameter tegenover het ene oppervlak daarvan, waafbij de cp afstand liggende buisvormige delen openingen hebben, die zich daardoorheen en door het steundeel uitstrekken, welke openingen een in diameter kleiner gedeelte hebben nabij de vrije einden 20 daarvan, en door een deel, dat een van schroefdraad voorzien gedeelte heeft voor het schroeven in de buisvormige delen door het steundeel voor het snijden van schroefdraad in de buisvormige delen en het te-zelfdertijd naar buiten uitzetten van de buisvormige delen tot in aan-grijping met de bijbehorende openingen in het plaatdeel.
24. Samenstel volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat het van schroefdraad voorziene gedeelte van het schroefdraaddeel de openingen door de buisvormige delen via het steundeel binnengaat.
25. Samenstel volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat een paar op afstand liggende slijpstenen is gemonteerd aan het steun- 30 deel aan de ten qpzichte van de buisvormige delen tegenoverliggende zijde daarvan.
26. Samenstel volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat een opening is gevormd door het steundeel op een plaats qp afstand van de buisvormige delen voor het qpnemen van een van schroefdraad 35 voorzien deel, gebruikt voor het van het plaatdeel scheiden van het 8203418 «*· Η - 20 - steundeel.
27. Samenstel volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat de door het steundeel gevormde opening is voorzien van schroefdraad.
28. Monteersamenstel voor slijpstenen en dergelijke, 5 gekenmerkt door een draagconstructie, die een plaatdeel bevat, voorzien van tegenover elkaar liggende oppervlakken en althans ddn daardoorheen zich uitstrekkende opening, door een steensamenstel voor montering aan het plaatdeel, welk steensamenstel een steundeel bevat, voorzien van tegenover elkaar liggende oppervlakken, waarvan er een in aanraking 10 kan worden geplaatst met een van de tegenover elkaar liggende oppervlakken van het plaatdeel, door een slijpsteen, gemonteerd aan het andere tegenover liggende oppervlak van het steundeel, door buisvormi-ge delen, waarvan het aantal overeenkomt met de aantal cpeningen in het plaatdeel, gevormd aan het ene tegenover liggende oppervlak van 15 het steundeel in lijn met om te worden gestoken in het overeenkomstig aantal openingen in het plaatdeel, en door in elk der buisvormige delen te steken middelen voor het radiaal naar buiten uitzetten van de buisvormige delen tot in aangrijping met de bijbehorende openingen in het plaatdeel.
29. Samenstel volgens conclusie 28, met het kenmerk, dat de in de buisvormige delen te steken middelen een van schroefdraad voorzien deel zonder kop bevatten.
30. Samenstel volgens conclusie 28, met het kenmerk, dat de in de buisvormige delen te steken middelen een kogeldeel bevatten, 25 voorzien van een diameter, die iets groter is dan de binnendiameter van de buisvormige delen.
31. Samenstel volgens conclusie 28, met het kenmerk, dat . de cpeningen door het plaatdeel afgeschuinde gedeelten hebben, die zich vandaar tegenover het steundeel naar binnen uitstrekken, waarbij 30 de in de buisvormige delen te steken middelen een van schroefdraad voorzien deel bevatten met een toelopend kopgedeelte, dat kan samen-passen met het toelopende oppervlak van de betreffende openingen in het plaatdeel.
32. Monteersamenstel in hoofdzaak zoals in de beschrijving 35 beschreven en in de tekening weergegeven. 8203418
NLAANVRAGE8203418,A 1981-10-26 1982-09-01 Draagtoestel voor een slijpsteen. NL184311C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US31485681A 1981-10-26 1981-10-26
US31485681 1981-10-26

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8203418A true NL8203418A (nl) 1983-05-16
NL184311B NL184311B (nl) 1989-01-16
NL184311C NL184311C (nl) 1989-06-16

Family

ID=23221751

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8203418,A NL184311C (nl) 1981-10-26 1982-09-01 Draagtoestel voor een slijpsteen.

Country Status (16)

Country Link
JP (1) JPS5877446A (nl)
AR (1) AR229856A1 (nl)
AU (1) AU565887B2 (nl)
BR (1) BR8206208A (nl)
CA (1) CA1206757A (nl)
DE (1) DE3238975A1 (nl)
ES (1) ES516221A0 (nl)
FR (1) FR2515087B1 (nl)
GB (1) GB2108413B (nl)
IN (1) IN159202B (nl)
IT (1) IT1153576B (nl)
MX (1) MX156309A (nl)
NL (1) NL184311C (nl)
SE (1) SE447716B (nl)
SU (1) SU1450730A3 (nl)
ZA (1) ZA826117B (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA1220032A (en) * 1983-05-23 1987-04-07 Duane W. Woltjen Means for attaching a replaceable stone and/or guide assembly to a master holder
DE102018009188B4 (de) 2018-11-23 2020-07-09 Sauter Feinmechanik Gmbh Vorrichtung zum Bearbeiten von metallischen Werkstücken
DE102021201070A1 (de) 2021-02-05 2022-08-11 Kadia Produktion Gmbh + Co. Honleiste, Verfahren zur Herstellung einer Honleiste sowie Honwerkzeug

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1791491A (en) * 1929-04-03 1931-02-10 William F Emerson Cylindrical honing tool
US1874855A (en) * 1928-06-19 1932-08-30 Hutto Engineering Company Inc Abrasive mounting for grinding devices
USRE19149E (en) * 1934-04-24 Abrasive stone holder
US3403483A (en) * 1966-04-15 1968-10-01 Prec Hone Company Honing device for cylinders
US3641715A (en) * 1970-07-13 1972-02-15 Wedge Lock Honing Stone Co Honing apparatus
US3857208A (en) * 1972-03-17 1974-12-31 Micromatic Ind Inc Honing tool

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1982836A (en) * 1927-11-17 1934-12-04 Sunnen Joseph Honing device for cylinders
US1902194A (en) * 1930-04-11 1933-03-21 Sunnen Joseph Cylinder grinder
US1904336A (en) * 1930-09-02 1933-04-18 Joseph Sunnen Honing device
US1946041A (en) * 1932-10-29 1934-02-06 Sunnen Joseph Grinding machine abrasive element
US2040281A (en) * 1935-08-22 1936-05-12 Sunnen Joseph Engine cylinder grinding machine
US2815615A (en) * 1954-08-06 1957-12-10 Sunnen Joseph Honing device
US3378962A (en) * 1964-03-06 1968-04-23 Sunnen Joseph Honing device
JPS449279Y1 (nl) * 1964-07-29 1969-04-15

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
USRE19149E (en) * 1934-04-24 Abrasive stone holder
US1874855A (en) * 1928-06-19 1932-08-30 Hutto Engineering Company Inc Abrasive mounting for grinding devices
US1791491A (en) * 1929-04-03 1931-02-10 William F Emerson Cylindrical honing tool
US3403483A (en) * 1966-04-15 1968-10-01 Prec Hone Company Honing device for cylinders
US3641715A (en) * 1970-07-13 1972-02-15 Wedge Lock Honing Stone Co Honing apparatus
US3857208A (en) * 1972-03-17 1974-12-31 Micromatic Ind Inc Honing tool

Also Published As

Publication number Publication date
GB2108413B (en) 1985-09-04
FR2515087A1 (fr) 1983-04-29
JPS6247662B2 (nl) 1987-10-08
IT8223907A0 (it) 1982-10-25
CA1206757A (en) 1986-07-02
FR2515087B1 (fr) 1985-08-02
SE447716B (sv) 1986-12-08
SU1450730A3 (ru) 1989-01-07
ES8402194A1 (es) 1984-01-16
AU8971882A (en) 1983-05-05
DE3238975A1 (de) 1983-05-05
AU565887B2 (en) 1987-10-01
NL184311B (nl) 1989-01-16
SE8206035D0 (sv) 1982-10-25
SE8206035L (sv) 1983-04-27
JPS5877446A (ja) 1983-05-10
DE3238975C2 (nl) 1991-12-05
BR8206208A (pt) 1983-09-20
AR229856A1 (es) 1983-12-30
NL184311C (nl) 1989-06-16
ES516221A0 (es) 1984-01-16
ZA826117B (en) 1983-09-28
IN159202B (nl) 1987-04-11
GB2108413A (en) 1983-05-18
IT1153576B (it) 1987-01-14
MX156309A (es) 1988-08-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR100497699B1 (ko) 절삭 공구 조립체
DE19982996B4 (de) Einstellbare Schnellwechsel-Stanzwerkzeuganordnung
DE19543247B4 (de) Werkzeug mit hin- und hergehender Arbeitsbewegung
US8113748B2 (en) Hole saw and slug remover
DE69303969T2 (de) Unterlegplatte für Schneidwerkzeug
US5217330A (en) Adjustable cutting tool insert assembly
US20060053609A1 (en) Universal pulling tool
DE3026930A1 (de) Keilanordnung und zugeordnete mittel fuer befestigungsvorrichtungen, traeger und meissel und derenkombinationen fuer den bergbau, strassenbau und erdbewegungsmaschinen
CA2513869C (en) Attachment means for drilling equipment
DE202005019070U1 (de) Sägeblatt-Klemmmechanismus für ein Elektro-Werkzeug
DE19816164B4 (de) Schneidkopf
US20180099430A1 (en) Cutter head and cutter head system
RU2676939C2 (ru) Станок для резки
EP0718080A1 (de) Sägeblatt
NL8203418A (nl) Monteersamenstel voor slijpstenen.
US6962468B2 (en) Clamping device for tool holder
US10828755B2 (en) Fastener device with cam assembly
US20240049657A1 (en) Tree stump grinder
US4505076A (en) Means for drivingly attaching a replaceable stone assembly to a master stone holder
US3074187A (en) Heel lift
EP2114601A1 (de) Werkzeughalter
DE3408354A1 (de) Profilmesserkopf
AT393100B (de) Vorrichtung zum befestigen eines unterlagsteiles fuer ein honelement an einem tragteil
EP1197298B1 (de) Schraubvorrichtung
US1311406A (en) Tool-holder and reamer

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 19970401