NL8320163A - Digitale concentrator. - Google Patents

Description

a VO 6342

Titel: Digitale concentrator.

De uitvinding heeft betrekking op een digitale concentrator voor een multiplex kanaalopbouw met tijdverdeling (TDM) vanuit ingangs-abonneelijnen naar uitgangs-PCM-verbindingen, welke concentrator is voorzien van lijnketenmodulen,die elk zijn verbonden met een groep van 5 abonneelijnen, waarbij het totale aantal kanalen in de verbindingen kleiner is dan het totale aantal abonneelijnen en het aantal verbindingen kleiner is dan het aantal lijnketenmodulen.

Voor een kanaalopbouw vanuit een enkele groep van abonneelijnen, die een enkele ingangs TDM-lijn vormen, naar een enkele uitgangs PCM-10 verbinding is een enkele tijdtrap voor omschakeling naar de tijd voldoende voor het verschaffen van een opbouw tussen een willekeurige abonneelijn en een willekeurig·, verbindingskanaal. Een grote digitale concentrator, welke een aantal abonneelijngroepen en een aantal PCM-verbindingen omvat, die zich naar een doorvoercentrale uitstrekken, 15 vereist evenwel in principe zowel een tijdstrap voor omschakeling naar de tijd als een ruimtetrap voor omschakeling vanuit een willekeurige ingangs TDM-lijn naar een willekeurige uitgangs PCM-verbinding.

Uit bijvoorbeeld het Amerikaanse octrooischrift 4.167.652 blijkt, dat de ruimtetrap kan worden vermeden indien een TDM-lijnstelsel aanwezig 20 is met de ingangsmodulen waarvan al het TDM-lijnen zijn verbonden voor het overdragen van informatie, welke afkomstig is uit de abonnees. PCM-verbindingen voor het overdragen van informatie,welke bestemd is voor de centrale, evenals uitgangs TDM-lijnen voor het overdragen van interne informatie van een abonnee naar de andere van de abonnees, 25 zonder de PCM-verbindingen te belasten, kunnen met de uitgangsmodulen van het lijnstelsel worden verbonden.

Men verkrijgt een z.g. tijd-tijd stelsel, dat een eerste tijd-schakeling vanuit een ingangsabonnee kanaal naar een lijnkanaal en een tweede tijdschakeling vanuit dit lijnkanaal, hetzij naar een uitgangs-30 verbindingskanaal, hetzij naar een uitgangsabonneekanaal uitvoert.

Het tijd-tijd stelsel vertoont geen congestie indien het aantal lijnkanalen even groot is als het totale aantal abonneelijnen, waarbij het concentrafeoreEfect dan optreedt tussen de lijn en de uitgangs PCM-verbindingen. Bekende TDM-lijnen in grote tijd-tijd-stelsels werken met 35 zeer grote snelheid en omvatten zeer gecompliceerde ingangs- en uitgangs- 8 3 2 0 t §3 -2- modulen. Er zijn ook constructies met tweewegverkeer op de lijn en luslijnconstructies voor eenrichtingsverkeer bekend.

Een doel van de uitvinding is het verschaffen van een digitale concentrator voor een aantal abonneelijngroepen en een aantal PCM- 5 verbindingen zonder een ruimtetrap, en een TDM-lijn, welke met geringe is snelheid werkt en zo ongecompliceerd mogelijk door de lijn niet zodanig te dimensioneren, dat deze geen congestie vertoont. Indien een lijn, welke overeenkomstig het bovenstaande met de abonneelijngroepen en met de PCM-verbindingen is verbonden, een aantal TDM-kanalen om-10 vat gelegen tussen het totale aantal PCM-verbindingdcanalen en een totale aantal abonneelijnen, verkrijgt men een tweetrapsconcentratie vanuit de-ingangsabonneelijnen met de uitgangs PCM-verbindingen en een éentrapsconcentratie vanuit de ingangs- naar de uitgangs-abonneelijnen. Indien op de lijn een congestie aanwezig is tengevolge van een intensief 15 . inwendig verkeer tussen de abonnees, wordt ook een congestie naar de centrale verkregen zelfs indien er onbezette kanalen bij de PCM-ver-bindingen aanwezig zijn. Indien het aantal kanalen van de lijn kleiner is dan het totale aantal kanalen van de verbindingen, treedt de concentratie geheel op tussen de abonneelijnen en de lijn en kan de 20 kans op lijncongestie dan bijzonder groot zijn.

Een verder doel van de uitvinding is het zo sterk mogelijk vermijden van de congestie naar de centrale tengevolge van congestie op de vereenvoudigde lijn, hetgeen geschiedt door de abonneelijngroepen op een nieuwe wijze met de lijn en de PCM-verbindingen te.verbinden. Afgezien 25 van de tijdtrap voor de tijd-tijd-schakeling van de abonneelijnen via de lijn naar de verbindingskanalen, zijn ook tijdtrappen aanwezig voor schakeling vanuit een abonneelijngroep direct naar een toegewezen PCM-verbinding, waarbij de concentrator volgens de uitvinding zodanig wordt bestuurd, dat een tijd-tijd-schakeling slechts plaatsvindt indien 30 een directe opbouw vanuit de abonnee naar de PCM-verbinding onmogelijk is, omdat de betreffende abonnee niet aanwezig is in een abonneelijngroep met een toegewezen PCM-verbinding, of omdat de toegewezen verbinding reeds sterk is belast.

De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder 35 verwijzing naar de tekening waarin PCM-verbindingen 1 en abonneelijngroepen 2 voor informatie vanuit abonnees naar een doorvoercentrale zijn aangegeven. De tekening toont ook een TDM-lijn 5, groep-naar-lijn 8320163 -3- tijdtrappen 6, groep-naar-verbindingstijdtrappen 7, lijn-naar-verbindings-tijdtrappen 8 en tijdtrapactiveringsorganen 9.

De tekening toont onderdelen van de concentrator, welke volgens de uitvinding wordt gebruikt voor het verschaffen van TDM-kanaalopbouw 5 vanuit abonneelijnen naar een aantal PCM-verbindingen 1 doch toont niet de uitrusting, welke wordt gebruikt voor het tot stand brengen van banen uit een abonnee naar een abonnee. Onder gebruik van de TDM-methode worden de abonneelijnen gesplitst in abonneelijngroepen 2, waarbij elke groep is verbonden met een lijnketenmoduul 3,4. De PCM-verbindingen 10 worden elk toegewezen aan een lijnketenmoduul. Aangezien het aantal verbindingen kleiner is dan het aantal lijnketenmodulen, zijn er modulen zonder verbindingsaansluiting 3 en modulen met verbindingsaanaansluiting 4. De tekening toont een TDM-lijn 5, waarvan de ingangen elk zijn verbonden met een moduul 3,4 en waarvan de uitgangen elk zijn verbonden 15 met de modulen met de verbindingsaansluiting 4.

De lijnketenmodulen 3,4 omvatten elk een groep-naar-lijntijdstrap 6, waarvan de ingang met de bijbehorende abonneelijngroep is verbonden en waarvan de uitgang met de lijn is verbonden. De modulen met de verbindingsaansluiting 4 omvatten elk voorts een groep-naar-verbindingstijd-20 trap 7 waarvan de ingang met de bijbehorende abonneelijngroep is verbonden en waarvan de uitgang met de toegewezen PCM-verbinding is verbonden, evenals een lijn-naar-verbindingstijdtrap 8, waarvan de ingang met de lijn is verbonden en waarvan de uitgang met de toegewezen PCM-verbinding is verbonden. Deze tijdtrappen 6,7,8 hebben een normale 25 opbouw en voorzien in een tijdschakeling tussen willekeurige kanalen van respectieve TDM-stelsels aan de ingangs- en uitgangszijde.

De tekening toont derhalve een niet gedetailleerde tijdtraps-besturing voor het uitvoeren van een bepaalde lijnopbouw.

Men verkrijgt twee alternatieven voor het opbouwen van abonnee-30 lijnen, welke zijn verbonden met een moduul met de verbindingsaansluiting 4, met de verbindingen 1. Volgens het eerste alternatief wordt de groep-naar-verbindingstijdtrap 7, die zich in deze moduul bevindt, geactiveerd, waarbij een kanaal van de met deze moduul verbonden verbinding wordt gebruikt. Bij het tweede alternatief wordt de groep-naar-lijntijdtrap 6, 35 die zich in deze moduul bevindt, geactiveerd tezamen met een van de lijn-naar-verbindingstijdtrappen 8, welke zich in een andere moduul 8320163 -4- bevindt, waarbij een kanaal van een van de verbindingen, verbonden met de andere moduul, wordt gebruikt.

Voor de opbouw van de abonneelijnen, verbonden met de moduul zonder verbindingsaansluiting 3, met de verbindingen 1, wordt de groep-naar-5 lijntijdtrap 6, behorende bij deze moduul, tezamen met een van de lijnnaar- verbindingstijdtrappen 8 van de concentrator geactiveerd (overeenkomstig het genoemde tweede alternatief).

De concentrator omvat tijdtrapactiveringsorganen 9 waarvan de ingangen (overeenkomstig de tekening) zijn verbonden met de PCM-verbindingen 10 1 en met de TDM-lijn 5 om op een conventionele wijze aan te geven welke lijnkanalen en verbindingskanalen onbezet zijn en welke bezet zijn.

Het is duidelijk, dat een vereiste voor de bovengenoemde tijdtrapacti-vering voor de opbouw van een abonneelijn naar een verbindingskanaal die is, dat onbezette lijn en verbindingskanalen beschikbaar zijn, aangezien 15 anders de betreffende abonnees zal worden geblokkeerd. Voor de bovengenoemde tijd-tijd-opbouw door middel van groep-naar-lijntijdtrappen en lijn-naar-verbindingstijdtrappen gebruiken de activeringsorganen een samenwerkingsvolgorderegel, waarop de uitvinding geen betrekking heeft. Volgens de uitvinding kiezen de activeringsorganen echter een van de 20 twee genoemde opbouwalternatieven overeenkomstig de volgende regel:

De groep-naar-lijntijdtrap 6 van een moduul met verbindingsaansluiting 4 wordt overeenkomstig het bovengenoemde tweede alternatief uitsluitend geactiveerd indien een bepaald,aantal kanalen van de bij deze moduul behorende verbinding reeds bezet is. De activering van de groep-naar-25 verbindingstijdtrap 7 die zich in deze moduul bevindt, vindt anders overeenkomstig het bovengenoemde eerste alternatief plaats.

De uitgangen van de activeringsorganen 9 zijn via signaallijnen 10, 11, behorende bij de respectieve moduul, verbonden met tijdtrappen. welke aanwezig zijn in de modulen met de verbindingsaansluiting 4.

30 De groep-naar-verbindingstijdtrap van de respectieve moduul en de bijbehorende groep-naar-lijntijdtrap voorzien van een inverterende acti-veringsingang worden, zoals uit de tekening blijkt, 'bestuurd met behulp van een activeringssignaal dat over een van de signaallijnen 10 wordt overgedragen. Het blijkt derhalve, dat deze twee tijdtrappen nooit 35 gelijktijdig worden geactiveerd. De lijn-naar-verbindingstijdtrap van de respectieve moduul wordt bestuurd met.behulp van een activerings- 8320163 -5- signaal, dat over een van de signaallijnen 11 wordt overgedragen.

Teneinde de lijn niet onnodig te belasten, zenden de activeringsorganen slechts in exceptionele gevallen signalen uit, die de groep-naar-lijn tijdtrap en de lijn-naar-verbindingstijdtrap in dezelfde moduul 5 gelijktijdig activeren.

Het bovengenoemde bepaalde aantal reeds bezette verbindingskanalen wordt waar een van de opbouwalternatieven in afhankelijkheid van dit aantal wordt gekozen, vastgelegd rekening houdende met de spraak- en synchro-nisatiekanalen van de verbindingen en voor het verschaffen van de gewenste 10 verdeling van het verkeer over de PCM-verbindingen. Indien bijvoorbeeld een van de abonneelijngroepen met bijbehorende verbindingen een oproep-frequentie naar de centrale heeft, welke veel groter is dan de oproep-frequentie van de andere groepen, worden sommige spraakkanalen op deze verbinding voor de resterende groepen gereserveerd ten koste van een 15 grotere kans op congestie op de lijnen.Anders zal de kans op lijncongestie het kleinst zijn indien het eerste alternatief wordt gebruikt zolang als een spraakkanaal op de respectieve PCM-verbinding onbezet is, waarbij de groep-naar-lijntijdtrap en de lijn-naar-verbindingstijdtrap in dezelfde moduul nooit gelijktijdig behoeven te worden geactiveerd. — 20 Indien het tweede alternatief wordt gebruikt ondanks, dat de respectieve verbinding een aantal onbezette spraakkanalen bezit, kunnen de tijd-trapactiveringsorganen zodanig worden gevormd, dat deze de reservering van sommige spraakkanalen elimineren, indien er een congestie op de lijn aanwezig is of indien alle spraakkanalen van de resterende verbin-25 dingen bezet zijn. Voorts kan indien een lijncongestie geen beletsel vormt, een abonneelijn, welke is verbonden met de moduul met verbin-dingsaansluiting, exceptioneel worden opgebouwd, zelfs met een gereserveerd spraakkanaal op de verbinding van de bijbehorende moduul, een en ander zodanig, dat de activeringsorganen voor de opbouw zowel de groep-30 naar-lijntijdtrap als de lijn-naar-verbindingstijdtrap, behorende bij deze moduul, activeren.

8320163

Claims (5)

1. Digitale concentrator voor multiplexkanaalopbouw met tijdverdeling vanuit ingangsabonneelijnen naar uitgangs PCM-verbindingen welke concentrator is voorzien van lijnketenmodulen, die elk zijn verbonden met een groep van abonneelijnen, waarbij het totale aantal ka- 5 nalen in verbindingen kleiner is dan het totale aantal abonneelijnen en het aantal verbindingen kleiner is dan het aantal lijnketenmodulen, met het kenmerk, dat de concentrator is voorzien van een TDM-lijn (5) die met de lijnketenmodulen is verbonden en een aantal kanalen bezit, dat tenminste gelijk is aan het aantal abonneelijnen in een groep 10 en kléiner is dan het totale aantal abonneelijnen, de lijnketenmodulen (3,4)elk zijn voorzien van groep-naar-lijntijdtrap(6) voor opbouw tussen een willekeurige bijbehorende abonneelijn en een willekeurig lijnkanaal, de PCM-verbindingen (IKelk zijn verbonden met een toegewezen lijnketenmoduul (4)j de lijnketenmodulen (4) die met een van de ver-15 bindingen zijn verbonden, elk zijn voorzien van een groep-naar-verbin-.. dingstijdtrap (7) voor een opbouw tussen een willekeurige bijbehorende abonneelijn en een willekeurige bijbehorend verbindingskanaal, evenals een lijn-naar-verbindingstijd trap (8) voor een opbouw tussen een willekeurig lijnkanaal en een willekeurig bijbehorend verbindings-20 kanaal, en de concentrator is voorzien van tijdtrapactiveringsorganen (9) met behulp waarvan de groep-naar-lijntijdtrap (6) van een lijnketenmoduul (4), die met een van de verbindingen is verbonden, voor opbouw slechts wordt geactiveerd indien een bepaald aantal kanalen in de bijbehorende verbinding reeds bezet is, en met behulp waarvan de lijn-naar-25 verbindingstijdtrappen (8) voor opbouw in combinatie met een opbouw, die door een van de groep-naar-lijntijdtrappen (6) van de concentrator wordt uitgevoerd, wordt geactiveerd.

2. Digitale concentrator volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het bepaalde aantal verbindingskanalen alle spraakkanalen van de 30 verbinding omvat en de signaal-en synchronisatiekanalen van de verbinding niet omvat en de activeringsorganen de groep-naar-lijntijd-trap en de lijn-naar-verbindingstijdtrap in dezelfde lijnketenmoduul nooit gelijktijdig activeren. 8320163 * -7-

3. Digitale concentrator volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het bepaalde aantal verbindingskanalen de signaal-en synchroni-satiekanalen van de verbinding en ten minste een van de spraakkanalen van de verbinding zo lang als er onbezette spraakkanalen bij de andere 5 verbindingen aanwezig zijn en niks omvat.

4. Digitale concentrator volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de activeringsorganen de uitsluiting van tenminste een spraakkanaal elimineren indien er een kans op lijncongestie bestaat.

5. Digitale concentrator volgens conclusie 3, met het kenmerk, 10 dat de activeringsorganen voor de opbouw met het uitgesloten spraakkanaal op een verbinding de groep-naar-lijntijdtrap en de lijn-naar-verbindingstijdtrap in de.bij deze verbinding behorende moduul gelijktijdig activeren. / 8320163