BE874929R - Continu uitbreidbaar schakelnetwerk - Google Patents

Continu uitbreidbaar schakelnetwerk

Info

Publication number
BE874929R
BE874929R BE2/57671A BE2057671A BE874929R BE 874929 R BE874929 R BE 874929R BE 2/57671 A BE2/57671 A BE 2/57671A BE 2057671 A BE2057671 A BE 2057671A BE 874929 R BE874929 R BE 874929R
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
emi
switching
network
port
data
Prior art date
Application number
BE2/57671A
Other languages
English (en)
Inventor
A J Lawrence
J M Cotton
J N Denenberg
Original Assignee
Int Standard Electric Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from US05/888,607 external-priority patent/US4201891A/en
Application filed by Int Standard Electric Corp filed Critical Int Standard Electric Corp
Application granted granted Critical
Publication of BE874929R publication Critical patent/BE874929R/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04QSELECTING
    • H04Q11/00Selecting arrangements for multiplex systems
    • H04Q11/04Selecting arrangements for multiplex systems for time-division multiplexing
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04QSELECTING
    • H04Q11/00Selecting arrangements for multiplex systems
    • H04Q11/04Selecting arrangements for multiplex systems for time-division multiplexing
    • H04Q11/0407Selecting arrangements for multiplex systems for time-division multiplexing using a stored programme control

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
  • Use Of Switch Circuits For Exchanges And Methods Of Control Of Multiplex Exchanges (AREA)

Description


  CONTINU UITBREIDBAAR SCHRKELNETWERK 

  
De uitvinding heeft in het algemeen betrekking op digitale comrnunicatie-computerstelsels met verdeelde besturing, op digitale schakelnetwerken en op telefooncentrales voor het verschdffen van uitbreidbare abonneelijn/trunk verkeerscapaciteit voor interlocale centrales, tandemcentrales, plattelandscentrales, locale centrales en concentratieen expansietoepassingen. De uitvinding heeft tevens betrekking op multiprocessor-communicatiestelsels waarin bepaalde der dataverwerkingsfuncties welke behoren bij groepen van telefoon- of andere aansluitingen verschaft worden door een groep van processors, terwijl andere verwerkingsfuncties welke behoren bij verschillende en grotere groepen

  
van de telefoon- of andere aansluitingen onafhankelijk verschaft worden door een tweede groep van processors, terwijl communicatie- en datauitwisseling tussen de twee groepen van processors verschaft wordt

  
over gemeenschappelijke transmissiewegen via een digitaal schakelnetwerk. De uitvinding heeft tevens betrekking op meer-poorts schakelelementen welke gekenmerkt zijn doordat de poorten daarvan werken ofwel als ingangen' ofwel als uitgangen en dat alleen afhankelijk van de toepassingseisen van het netwerk, om éénzijdige, tweezijdige of meerzijdige schakelaars in het netwerk te verschaffen. 

  
In moderne telefonieschakelstelsels is het tegenwoordig vereist dat data welke representatief zijn voor de toestand van de abonneelijnen en de trunklijnen, welke door een dergelijk schakelstelsel bediend worden, tezamen met vereiste acties door de schakelaar als reactie op verschillende lijn- en trunklijn-statustoestanden opgeslagen worden. Representatieve data hebben betrekking op het opbouwen van de weg via het netwerk, de dienstklasse van de abonnee, de trunklijnklasse van de verbinding, omzetting van abonneenummer naar apparaatnummer, omzetting van apparaatnummer naar abonneenummer, enz.

   In bekende stelsels met gecentraliseerde besturing zijn deze data beschikbaar in een gemeenschappelijk geheugen, dat voor de veiligheid en de betrouwbaarheid dubbel uitgevoerd wordt en toegankelijk is voor computers met gemeenschappelijk bestuur voor seriematige verwerking van de onttrokken data. Bij bekende meervoudig verwerkende stelsels met gemeenschappelijke besturing vragen op hetzelfde moment meer dan één processor om toegang te krijgen tot het gemeenschappelijke geheugen om data te verkrijgen, hetgeen resulteert in problemen wat betreft onge-

  
 <EMI ID=1.1> 

  
capaciteit, welk effect toeneemt naarmate het aantal processors toeneemt.

  
Decentralisatie van besturing en verdeelde dataverwerking hebben zich ontwikkeld in het licht van de aan een centraal bestuurd stelsel inherente problemen. Een reeds bekend schakelstelsel, waarin

  
 <EMI ID=2.1> 

  
 <EMI ID=3.1> 

  
ander bekend schakelstelsel, dat progressief bestuurd wordt met verdeelde besturing, is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift
3.860.761.

  
Tot nu toe bekende stelsels hebben zich geconcentreerd op het verkrijgen van een hoge efficiency voor de verwerkingsfunctie, waarbij meervoudige verwerking verhoogde verwerkingsmogelijkheden oplevert; echter wel met daaruit voortkomende ongewenste wisselwerking tussen software pakketten waarin het wijzigen of toevoegen van kenmerken op niet-voorspelbare wijze nadelige invloed kan uitoefenen op het lopende functioneren van andere kenmerken. Een voorname reden voor de problemen van bekende architecturen met gemeenschappelijke besturing of deze nu al cf niet meervoudige processors toepassen, is dat de verwerkingsfuncties met besturing met opgeslagen programma in tijd geschaard worden tussen een aantal taken welke willekeurig optreden op bevel van het uitgaande en inkomende verkeer, hetgeen geen efficiente werking van de opgeslagen software pakketten oplevert.

  
Volgens de uitvinding is'er geen afzonderlijke te idientifi-

  
 <EMI ID=4.1> 

  
groepen van noodzakelijke verwerkingsfuncties verschaffen voor de substelsels welke bediend worden. Zodoende worden groepen van besturingsfuncties voor bepaalde substelsels uitgevoerd door processors welke aan die substelsels toegewezen zijn; echter worden andere verwerkingsfuncties van dezelfde substelsels, welke efficienter uitgevoerd kunnen worden door andere processors, door die andere processors uitgevoerd.

  
Voorts wordt volgens de uitvinding een schakelnetwerkarchitectuur verschaft, waarin niet slechts multikanaal gedigitaliseerde

  
 <EMI ID=5.1> 

  
het netwerk gevoerd worden, doch dezelfde kanalen bevatten tevens de wegkeuze en andere besturingssignalen voor de verdeelde besturing welke op dezelfde transmissiewegen door het stelsel gevoerd worden.

  
 <EMI ID=6.1> 

  
andere databron, wordt bediend door een aansluitingseenheid welke alle faciliteiten en logische besturing bevat om te communiceren met

  
 <EMI ID=7.1> 

  
schakelstelsel naar andere aansluitingseenheden tot stand te brengen, vast te houden en te verbreken. Alle communicatie tussen processors onderling wordt via het schakelnetwerk gevoerd. Een groepschakelaar

  
 <EMI ID=8.1> 

  
 <EMI ID=9.1> 

  
 <EMI ID=10.1> 

  
opvangen, waarbij het functioneert als een daadwerkelijk niet-blokke-

  
 <EMI ID=11.1>  

  
geidentificeerd, geïsoleerd en door het verkeer omgaan.

  
Volgens de uitvinding wordt een groepschakelaar verschaft, waarin meer-poorts enkelzijdige schakelelementen gerangschikt kunnen worden in elke willekeurige ingangs/uitgangsconfiguratie, bijvoorbeeld als 8 x 8 schakelaars welke ruimte- en tijdschakeling bevatten in een ST configuratie. Het wegkiezen door het netwerk van schakelelementen

  
 <EMI ID=12.1> 

  
gen worden. Voorts zijn reflectieschakelfaciliteiten aanwezig, zodat een weg welke bijvoorbeeld in een trap twee schakelaar is opgebouwd via de spreekweg terugwaarts gereflecteerd wordt wanneer nog geen trap drie

  
 <EMI ID=13.1> 

  
de trap twee schakelaar beschikbaar blijven voor toekomstige verbinding voor netwerkexpansie. De expansie naar een derde trap zou dan verbinding van de beschikbare uitgangen van de trap twee naar de ingangen van de toekomstige trap drie schakelaar vereisen.

  
Een digitaal schakelnetwerk met verdeelde besturing is uitgevoerd als een groepschakelaar met een aantal trappen van neer-poorts enkelzijdige schakelelementen voor het selectief onderling verbinden

  
 <EMI ID=14.1> 

  
het netwerk tot stand gebracht zijn door wegkiesbesturingssignalen welke gemultiplext worden op gemeenschappelijke transmissielinks naar en door het netwerk tezamen met digitaal gecodeerde data vanaf de aansluitingen op gemeenschappelijke transmissiewegen zodanig dat data fase-asynchroon ontvangen worden bij elke trap van het netwerk en ofwel gekoppeld worden op een trap van hogere rangorde van het net-

  
 <EMI ID=15.1> 

  
het netwerk geschakelde aansluitingen onderling te verbinden.

  
De enkelzijdige schakelelementen zijn selectief bedienbaar als enkelzijdig of meerzijdig in overeenstemming met hun positie in het netwerk. 

  
De uitvinding zal nu aan de hand van de tekening nader toegelicht worden. Daarin toont:
fig. 1 een blokschema van een schakelstelsel met verdeelde besturing volgens de uitvinding; fig. 2 de modulaire uitbreidbaarheid van het schakelnetwerk volgens de uitvinding; fig. 3 een vereenvoudigd blokschema van een meer-poorts schakelelement volgens de uitvinding; fig. 4 één vlak van een schakelnetwerk volgens de uitvinding: <EMI ID=16.1> 

  
volgens de uitvinding:
fig. 6 een blokschema van een lijnaansluitingssubeenheid; fig. 7 een blokschema van een trunkaansluitingssubeenheid; <EMI ID=17.1>  meer-poorts schakelelement volgens de uitvinding; fig. 9 een blokschema van de logica van een poort van het meer-poorts schakelelement volgens de uitvinding; <EMI ID=18.1>  vinding gebruikte kanaalwoordformaten; <EMI ID=19.1>  vinding gebruikte aanvullende kanaalwoordformaten; fig. 12 een typische verbinding tussen aansluitingen door het <EMI ID=20.1>  <EMI ID=21.1>  men ter illustratie van de werking van de schakelelementen volgens de uitvinding; fig. 14a, 14b, 14c, 14d en 14e meer gedetailleerde tempeerdiagrammen ter illustratie van de werking van de schakelelementen volgens de uitvinding, en <EMI ID=22.1>  uitvinding.

  
Beschrijving van de te verkiezen uitvoeringsvorm.

  
Fig. 1 toont een blokschema van een digitaal schakelstelsel met verdeelde besturing, dat een groepschakelaar 10 bevat via welke <EMI ID=23.1> 

  
om transmissiewegen te verschaffen voor het koppelen van data tussen aansluitingen welke door de aansluitingseenheden bediend worden.

  
In het volgende is een aansluitingseenheid een substelsel voor het bedienen van een groep van aansluitingen, welke eindigen op één eerste trapschakelaar in elk vlak. van de groepschakelaar. Elke aansluitingseenheid bevat 8 toegangsschakelaars, via welke data vanaf de aansluitingen gekoppeld worcien naar en van de groepschakelaar 10.

  
In het volgens is een aansluitingssubeenheid een substelsel van een aansluitingseenheid voor het bedienen van een groep van aan-

  
 <EMI ID=24.1> 

  
 <EMI ID=25.1> 

  
beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 7802234 ingediend 1 maart
1978.

  
De aansluitingseenheden 12, 14 en 16 zijn representatief aangegeven; door de groepschakelaar 10 kunnen echter maximaal 128 aansluitingseenheden of meer geschakeld worden; derhalve zijn de aansluitingseenheden 12, 14 en 16 slechts ter illustratie weergegeven. Elke aansluitingseenheid kan als grensvlak dienen tussen bijvoorbeeld 1920 abonnee-

  
 <EMI ID=26.1> 

  
de aansluitingssubeenheden 18, 20, 22 en 24 zijn getekend voor de aansluitingseenheid 12.

  
Met de aansluitingseenheden zijn 32 kanaals PCM gemultiplexte digitale lijnen gekoppeld waarop 30 tweerichtingsabonneelijnen gemultiplext zijn.

  
Elke aansluitingseenheid zoals aansluitingseenheid 12 is gekoppeld met groepschakelaar 10 door een aantal gemultiplexte transmissie-links, waarbij elk van deze transmissie-links twee eenrichtingstransmissiewegen bevat. Elke aansluitingssubeenheid 18, 20, 22 en 24 van de aansluitingseenheid 12 is gekoppeld met elk vlak van de groep-

  
 <EMI ID=27.1> 

  
als koppeling tussen de aansluitingseenheid 18 en het vlak 0 van de groepschakelaar 10 en de transmissie-links 30 en 32 als koppeling tussen de aansluitingssubeenheid 18 en vlak 3 van de groepschakelaar 10.

  
 <EMI ID=28.1>  vlakken 1 en 2 van de groepschakelaar 10 door soortgelijke transmissielinks. De subeenheden 20, 22 en 24 zijn eveneens gekoppeld met elk vlak van de groepschakelaar op soortgelijke wijze als aansluitingssubeenheid 18 gekoppeld is. Elke voor de aansluitingssubeenheid 18 getekende transmissie-link 26, 28, 30 en 32 is voor twee richtingen want hij bevat een paar éénrichtingstransmissiewegen waarbij elke weg toegewezen is aan één richting van de datastrocm. Elke éénrichtingstransmissieweg draagt 32 kanalen van digitale informatie in tijdverdeling daarop gemultiplext (TDM) in seriebitformaat.

   Elk freem van het TDM formaat bevat de 32 kanalen waarbij elk kanaal 16 bits van informatie bevat en bij een bitoverdrachtsnelheid van 4,096 Megabits per seconde Door het hele stelsel heen wordt deze transmissiesnelheid geklokt en derhalve kan dit stelsel synchroon in snelheid genoemd worden.

  
Daar, zoals in het volgende uiteengezet zal worden, het stelsel tevens fase-asynchroon is, wordt er geen faseverband vereist met betrekking tot databits in een freem ontvangen door verschillende schakelelementen of door de verschillende poorten in een enkel schakelelement. Dit voor snelheid synchrone en voor fase asynchrone schakelstelsel wordt toegepast in de groepschakelaar en in de toegangsschakelaars door een aantal meer-poorts schakelelementen. Wanneer digitale spraakmonsters ergens in het stelsel naar of van een bepaalde aansluiting gezonden worden, moeten de digitale spraakmonsters in tijd gemultiplext worden in de juiste kanalen op de transmissie-links tussen schakelelementen welke gebruikt worden om de aansluitingen te ver-

  
 <EMI ID=29.1> 

  
daar de voor de onderlinge verbinding van de aansluitingen gebruikte kanalen zich kunnen wijzigen.

  
Een tijdsleufuitwisseling, dat wil zeggen het overzetten van data van een kanaal naar een ander kanaal, is bekend en is bijvoorbeeld beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 7801311 ingediend 6 februari 1978. Zoals hieronder beschreven zal worden, wordt een uniek meer-poorts schakelmechanisme verschaft, dat een 16 poorts schakelelement kan bevatten dat kan werken als een 32 kanaals tijdschakelaar en een 16 poorts ruimteschakelaar en in een typisch geval in minder dan een enkele freemtijd alle daaraan toegevoerde ingangssignalen kan afhandelen. De digitale spraakmonsters mogen tot 14 bits van het 16 bits kanaalwoord bevatten, waarbij de twee resterende bits gebruikt worden als protocolbits (om de datasoort in de andere 14 bits

  
 <EMI ID=30.1> 

  
element gebruikt worden cm bijvoorbeeld 14 bits lineaire PCM monsters,

  
 <EMI ID=31.1> 

  
bits databytes enz. te schakelen.

  
In elke aansluitingssubeenheid zijn twee groepen van processors vervat, zoals de aansluitingssubeenheid 18 waarbij de eerste

  
 <EMI ID=32.1> 

  
toegewezen zijn aan een afzonderlijke groep van aansluitingen genaamd een aansluitcombinatie en voeren een speciale groep van verwerkingsfuncties uit zoals het opbouwen van de weg door de groepschakelaar 10 en het verschaffen van een grensvlak aan aansluitingen binnen de aansluitcombinatie. Aansluitcombinaties met hoge verkeersdichtheid zoals telefoonverbindingslijnen kunnen wel 30 aansluitingen bevatten, terwijl aansluitcombinaties met lage verkeersdichtheid, zoals telefoonabonneelijnen wel 60 aansluitingen kunnen bevatten. Elke aansluitingssubeenheid kan een grensvlak vormen met tot vier aansluitcombinaties van hoge verkeersdichtheid en bevat derhalve vier A-soort processors, terwijl een subeenheid met lage verkeersdichtheid een grensvlak kan vormen voor acht aansluitcombinaties met lage verkeersdichtheid en derhalve achte A-soort processors bevat.

   Elke A-processor kan bijvoorbeeld een type 8085 microprocessor van Intel Corporation en bijbehorend RAM en ROM geheugen bevatten. Zodoende kan elke aansluitingseenheid

  
 <EMI ID=33.1> 

  
abonneelijnen) of 480 trunkaansluitingen voor hoge verkeersdichtheid bevatten. Elke aansluitcombinatie zoals 36 in de subeenheid 18 bevat één A-processor en zijn bijbehorend aansluitcombinatie -grensvlak. Dit aansluitcombinatie-grensvlak is door een paar bilaterale verbindingen
38 en 40 respectievelijk gekoppeld met elk van twee toegangsschakelaars
42 en 44 binnen de aansluitingssuheenheid 18. De toegangsschakelelementen, zoals de toegangsschakelelementen 42 en 44 van de subeenheid
18 zijn van dezelfde schakelelementconfiguratie als de schakelelementen van de groepschakelaar 10. De toegangsschakelelementen 42 en 44 verschaffen elk toegang voor de subeenheid 18 tot één van een paar van

  
 <EMI ID=34.1>  aansluitingssubeenheid 18. Andere paren van B-scort processors zijn aanwezig binnen de aansluitingssubeenheden 20, 22 en 24 doch ten dienste van de beschrijving zijn slechts de B-processors van de subeenheid 18 aangegeven. Deze tweede groep van processors, de B-processors zijn toegewezen aan een tweede groep van verwerkingsfuncties zoals verbinding-besturing (het verwerken van op een verbinding betrekking hebbende data, zoals signaleringsanalyse, omzettingen enz.) voor de aansluitingen waarvoor de aansluitingssubeenheid 18 als grensvlak dient en kunnen tevens verwezenlijkt zijn door een 8085 microprocessor of zijn equivalent. Een veiligheidspaar van processors wordt gevormd door het. opnemen van identieke verwerkingsfuncties in B-processors 46 en

  
48 en de toegangsschakelaars 42 en 44 voor de aansluitingssubeenheid

  
 <EMI ID=35.1> 

  
 <EMI ID=36.1> 

  
ofwel de B-processor 46 kan kiezen via de toegangsschakelaar 42 danwel

  
 <EMI ID=37.1> 

  
defect van een nelft van het veiligheidspaar, waarmee dan een andere weg verschaft wordt.

  
In fig. 2 is de groepschakelmatrix 10 aangegeven welke vier

  
 <EMI ID=38.1> 

  
0 bij 100, het vlak 1 bij 102, het vlak 2 bij 104 en het vlak 3 bij
106.

  
Voor de bepaalde toepassing van het stelsel zijn een aantal

  
 <EMI ID=39.1> 

  
van het verkeer en de dienst. In te verkiezen uitvoeringsvormen kunnen twee, drie of vier schakelvlakken aanwezig zijn welke 120.000 of meer aansluitingen kunnen bedienen, dat wil zeggen abonneelijnen welke eindigen in de bovengenoemde lijnketens zoals beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 7802234.

  
Elk schakelvlak kan tot drie schakelelementtrappen in een te

  
 <EMI ID=40.1> 

  
bepaald vlak voor een verbinding kiest, kan ondergebracht zijn binnen de individuele aansluitingseenheid 12 in plaats van in de groepschakelaar 10. Het bepaalde vlak van schakelelementen wordt gekozen voor een verbinding door de toegangsschakeltrap in de aansluitingseenheid. Zo kan het toegangsschakelelement 42 in de subeenheid 18 bijvoorbeeld vlak 0,100 via de verbinding 26 en vlak 3,106 via de verbinding 30 kiezen.

  
De groepschakelaar 10 kan modulair uitgebreid worden ofwel door verhoging van het aantal vlakken om de mogelijkheid van data-

  
 <EMI ID=41.1> 

  
pen te verhogen of het aantal schakelelementen per trap te verhogen teneinde het aantal aansluitingen dat door de groepschakelaar bediend wordt, te verhogen. Voor typische toepassingseisen kan het aantal trappen per vlak van de groepschakelaar 10 als volgt modulair uitgebreid worden :
 <EMI ID=42.1> 
 Fig. 3 toont een fundamenteel schakelelement volgens de uitvinding waaruit alle schakeltrappen gevormd zijn en dat een meer-poorts enkelzijdige schakelaar 300 kan omvatten welke ter illustratie beschre- <EMI ID=43.1> 

  
poorten groter of kleiner dan 16 kan zij n en dat dit slechts als voorbeeld bedoeld is. Een enkelzijdige schakelaar kan gedefinieerd worden als een schakelelement met een aantal poorten met tweerichtingstransmissie mogelijkheid waarin de aan een willekeurige poort ontvangen

  
 <EMI ID=44.1> 

  
willekeurige poort (ofwel dezelfde ofwel een andere poort van het schakelelement). Tijdens de werking wordt alle datacverdracht van poort naar poort binnen het schakelelement 300 verkregen via een bit-parallelle tijdverdelingsmultiplex (TDM) bus 304 welke ruimteschakeling mogelijk maakt, hetgeen gedefinieerd kan worden als het verschaffen van een transmissieweg tussen elk tweetal poorten binnen het schakelelement.

  
Elke poort 0 tot en met 15 van het schakelelement 300 bevat

  
 <EMI ID=45.1> 

  
logica Tx 306 welke als voorbeeld voor poort 7 zijn aangegeven. Data worden overgebracht naar en van elke willekeurige poort zoals  <EMI ID=46.1> 

  
lijke configuratie waarmee het schakelelement 300 respectievelijk verbonden is in bitserie-formaat via de ontvangbesturingsingangslijn 308 en de zendbesturingsuitgangslijn 310 bij de systeemklokfrequentie van 4,096 Mb/s waarbij 512 seriebits een freem vormen dat onderverdeeld is in 32 kanalen van 16 bits elk.

  
In serie overgezonden data vanaf de 16 poorten zijn synchroon zowel wat betreft snelheid als fase, dat wil zeggen de zendbesturingslogica 306 en de equivalente zendbesturingslogica voor de andere 15 poorten van het schakelelement 300 zenden alle in hetzelfde kloktempo van 4,096 Mb/s uit en op elk willekeurig moment wordt dezelfde bit-

  
 <EMI ID=47.1> 

  
bitseriedata bij de ontvangbesturingslogica 304 van poort 7 en alle andere poorten van het schakelelement 300 slechts snelheidssynchroon.  dat wil zeggen er is geen noodzakelijk verband wat betreft welk bit

  
in een freem op elk willekeurig moment twee poorten kunnen ontvangen. Derhalve is de ontvangst fase-asynchroon. De ontvangbesturingslogica 304 en de zendbesturinqslogica 306 bevatten elk een besturingslogicagedeelte en een universeel toegankelijk geheugen dat aan de hand van fig. 9 beschreven zal worden.

  
 <EMI ID=48.1> 

  
 <EMI ID=49.1> 

  
is slechts per definitie dat wil zeggen plaats in het schakelnetwerk dat schakelpoorten aangegeven zijn als ingangen of uitgangen. In het 3-traps groepschakelvlak 100 toont een illustratieve uitvoeringsvorm de poorten 0-7 van de schakelelementen 108 en 110 in de trappen 1 en 2 als ingangen, terwijl de poorten 8-15 als uitgangen aangegeven zijn

  
 <EMI ID=50.1> 

  
 <EMI ID=51.1> 

  
zeggen alle poorten zijn aangegeven als ingangen.

  
In het algemeen is bij beschouwing van een willekeuriqe groep-

  
 <EMI ID=52.1> 

  
groei modulair uit te voeren, de trap uitgevoerd als een tweezijdige trap met voor groei gereserveerde uitgangen. Indien echter in enige  <EMI ID=53.1> 

  
dan de helft van het maximaal vereiste aantal aansluitingen dan wordt de trap uitgevoerd als een enkelzijdige trap. Hierdoor wordt de continue modulaire uitbreiding tot de maximaal vereiste netwerkafmeting mogelijk zonder dat een herrangschikking van de verbindingen tussen trappen vereist is.

  
De modulaire expansie van het schakelelement 300 naar een schakelvlak 100 is aangegeven door de fig. 5a-5b.

  
 <EMI ID=54.1>  <EMI ID=55.1> 

  
eenheid met bijvoorbeeld 1000 abonneelijnen. Derhalve kan de poort 0 gekoppeld worden met de lijn 26 van aansluitingssubeenheid 18 terwijl de poorten 1-7 gekoppeld worden met andere toegangsschakelaars in de aansluitingseenheid 12. De poorten 8-15 zijn gereserveerd voor netwerkgroei.

  
In fig. 5b is een voorbeeld aangegeven van de volgende trap van groei van het groepschakelvlak 100 voor twee aansluitingseenheden zoals de aansluitingseenheden 12 en 14. Zodoende zijn twee eerste trapschakelelementen per vlak van de groepschakelaar aanwezig, waarbij elk vlak tweede trapschakelelementen bezit bijvoorbeeld 0, 1, 2 en 3 om de twee eerste trapschakelelementen onderling te verbinden. De uitgangen op de tweede trap zijn gereserveerd voor latere netwerkgroei en dit

  
 <EMI ID=56.1> 

  
Deaienen .

  
Fig. 5c toont een voorbeeld van de groei van een schakelvlak
100 om acht aansluitingseenheden onder te brengen. De schakelelementen van trap 1 en trap 2 zijn nu getekend als volledig onderling verbonden en slechts de uitgangen van trap 2 zijn beschikbaar voor verdere groei, <EMI ID=57.1> 

  
onderling te verbinden terwijl een derde trap van schakel ing per vlak

  
 <EMI ID=58.1> 

  
eenheden toont die gekoppeld zijn met het geëxpandeerde groepschakel-

  
 <EMI ID=59.1> 

  
 <EMI ID=60.1> 

  
kende niet-verbonden poorten zijn beschikbaar voor expansie en elk   <EMI ID=61.1> 

  
binding van deze poorten tot maximaal bijvoorbeeld het netwerk van fig. 4, dat een capaciteit heeft om meer dan 100.000 abonneelijnen te schakelen. Fig. 6 toont een lijnaansluitingssubeenheid 18 welke maximaal 8 aansluitcombinaties 36 bevat waarbij elk van deze 60 abonneelijnen bevat, een aansluitingsgrensvlak en een A-microprocessor waarbij drie van deze aansluitcombinaties bij 36, 37 en 39 getekend zijn.

  
 <EMI ID=62.1> 

  
drie getekend zijn. Elk aansluitingsgrensvlak, zoals grensvlak 190 behoort bij bijvoorbeeld 60 abonneelijnen van 60 lijnketens en een Amicroprocessor 198 is toegewezen aan bepaalde verwerkingsfuncties, zoals het opbouwen van een weg door het schakelnetwerk of aansluitings-

  
 <EMI ID=63.1> 

  
190. Elk aansluitingsgrensvlak 190 heeft één tweerichtingstransmissieverbinding zoals verbinding 199 naar een poort van elk der toegangsschakelaars zoals de toegangsschakelaars 180 en 181. Elke toegangsschakelaar zoals toegangsschakelaar 180 welke het aan de hand van fig. 3 beschreven 16-poorts schakelelement bevat, verschaft geschakelde toegang ofwel naar de vlakken van de groepschakelaar 10 bijvoorbeeld via de uitgangspoorten 8, 10, 12, 14 of naar een B-processor 183 via bij-

  
 <EMI ID=64.1> 

  
sor andere verwerkingsfuncties uitvoert zoals gesprekbesturing. Ongebruikt&#65533; uitgangspoorten van de toegangsschakelaar zoals de poorten 11,
13 en 15 zijn aangegeven als SPARE en zijn beschikbaar voor het uitrusten van andere inrichtingen zoals alarmen, monitors, diagnostische controllers, enz.

  
Fig. 7 toont een trunkaansluitir.gssubeenheid zoals subeenheid <EMI ID=65.1> 

  
 <EMI ID=66.1> 

  
ingangen met hoge verkeersdichtheid bedient. Teneinde rekening te

  
 <EMI ID=67.1> 

  
aansluitingsgrensvlakken, elk waarvan behoort bij bijvoorbeeld 30 trunkaansluitingen. Derhalve zijn in deze configuratie de ingangen 4-7 op elke toegangsschakelaar 180 en 181 ongebruikt. Zo zijn de trunkaansluitcombinaties 60 en 61 van vier trunkaansluitcombinaties weergegeven die elk respectievelijk een aansluitingsgrensvlak 62 en 63 respectievelijk A-processor en geheugen 64 en 65 bevatten.

  
De B-processor en bijbehorend geheugen 66 en 67 die gekoppeld

  
 <EMI ID=68.1> 

  
geheugen 68 en 69 die gekoppeld zijn met de toegangsschakelaar 181

  
 <EMI ID=69.1> 

  
kunnen bijvoorbeeld type 8085 microprocessors zijn.

  
 <EMI ID=70.1> 

  
poort zoals de poort 15 van het schakelelement 300 bestaat uit een ontvangbesturingslogica 304 en zendbesturingslogica 306 respectievelijk de ingangs- en uitgangs-eenrichtingstransmissiewegen 308 en 310 en toegang tot een parallelle tijdverdelings gemuitiplexte bus 302 binnen het schakelelement 300.

  
In een te verkiezen uitvoeringsvorm van de uitvinding worden verbindingen opgezet via het schakelelement 300 op een eenrichtings-
(simplex) basis. Een simplexverbinding tussen een ingangskanaal van een poort (1 van 32 kanalen) naar een uitgangskanaal van een willekeurige poort (1 van 512 kanalen) wordt tot stand gebracht door een in-kanaal bevel dat SELECT bevel genoemd wordt. Dit SELECT bevel is

  
 <EMI ID=71.1> 

  
 <EMI ID=72.1> 

  
een schakelelement zijn mogelijk en deze worden onderscheiden door informatie in het SELECT bevel. Typische SELECT bevelen zijn "elke willekeurige poort, elk willekeurig kanaal" dat een bevel is dat

  
 <EMI ID=73.1> 

  
verbinding opzet naar een willekeurig vrij kanaal in een willekeurige uitgang van een willekeurige poort. "Port N, Any channel" is een

  
 <EMI ID=74.1> 

  
vrij kanaal in een bepaalde poort N, dat wil zeggen poort 8. "Port N, Channel M" is nog een SELECT bevel dat een verbinding opbouwt naar een bepaald kanaal M zoals kanaal 5 in een bepaalde poort N zoals

  
 <EMI ID=75.1> 

  
één van elke willekeurige even (of oneven) genummerde poorten" en ge- <EMI ID=76.1> 

  
zijn in de capaciteit van de schakelmodule vervat (waarvan één poort bestaat uit één module), zoals meer in detail beschreven is aan de hand van fig. 9.

  
De ontvangbesturingslogica 304 voor elke poort synchroniseert op de inkomende data van andere schakelelementen. Het kanaalnummer
(0-13) van het inkomende kanaal wordt gebruikt om bestemmingspoort- en

  
 <EMI ID=77.1> 

  
schijn te halen. Gedurende de gemultiplexte moduletoegang tot de bus
302 in het kanaal zendt de ontvanglogica 308 het ontvanger. kanaalwoord tezamen met zijn bestemmingspoort- en kanaaladressen naar de TDM bus
302 van het schakelelement 300. Gedurende elke busperiode (de tijd gedurende welke data worden overgedragen van de ontvangbesturingslogica 308 naar de zendbesturingslogica 306) ziet elke zendlogica bij elke poort uit naar zijn poortadres op de TDM bus 302. Indien het poortnummer op de bus 302 overeenkomt met het unieke adres van de bepaalde poort, worden de data (kanaalwoorden) op de bus 302 ingeschreven in de data RAM van de herkennende poort op een adres dat overeenkomt met het adres dat uitgelezen is van de kanaal RAM naar de ontvangbesturingslogicapoort.

   Dit bewerkt een eenwoorddataoverdracht van een ontvangbesturingslogica via de TDM bus 302 naar de zendbesturingslogica van een poort.

  
De poortzend- en ontvangbesturingslogica voor een bepaalde

  
 <EMI ID=78.1> 

  
 <EMI ID=79.1> 

  
synchronisatie levert aan de informatie op de lijn 308. Het uitgangssignaal van de synchronisatieketen 400 is een 16-bits kanaalwoord en zijn kanaalnummer (dat de kanaalpositie binnen het freem voorstelt) wordt gekoppeld op een first-in-first-out bufferregister 402 dat data op lijn 403 synchroniseert naar de bus 302 tempering hetgeen vereist is daar data op de lijn 308 asynchroon zijn ten opzichte van de bus

  
 <EMI ID=80.1> 

  
kanaalwoord en zijn 5-bits kanaalnummer. De in het 16-bits kanaalwoord vervatte informatie geeft de aard van de door het woord vervatte informatie aan. Deze informatie is vervat binnen protocolbits van het

  
 <EMI ID=81.1>  RAM 304 de actie aan, welke genomen moet worden door de ontvangbe-

  
 <EMI ID=82.1> 

  
Vijf soorten van acties, SFATA, SELECT, INTERROGATE, ESCAPE of IDLE/CLEAR zijn mogelijk. Indien het protocol SPATA (spraak er. datawoorden) is, wordt het kanaalwoord ongewijzigd naar de bus 302 gezonden en haalt het kanaaladres bestemmingspoort- en kanaaladres

  
 <EMI ID=83.1> 

  
302 gedurende de ontvanglogica bus toegangstijdsleuf van de poort. Indien een SELECT bevel is "Any Port, Any Channel" kiest de eerste vrije poort kiesketen 412 een zenlogica met een vrij kanaal teneinde daarin een "eerste vrij kanaal kiezen" uit te voeren. Gedurende de ontvanglogica TDM bus 302 toegangstijd wordt een "kies eerste vrije kanaal" gedaan in de uitgekozen poort in de uitgekozen zendlogica welke een "vrij kanaal" nummer vanaf zijn eerste vrij kanaal zoekketen 414 teruggeef t. Een NACK (not acknowledged) ontvangketen 416 onderzoekt

  
 <EMI ID=84.1> 

  
volgende trappen van het schakelnetwerk welke opgezet zijn via de zendlogica 306 van de module. NACK zoeklogica 408 onderzoekt het ontvangbesturings RAM 404 op kanalen welke niet teruggemeld (NACK) zijn en bewerkt dat de kanaalnummers van niet teruggemelde kanalen uit de zendlogica 306 in kanaal 16 uitgepulst worden. De zendlogica 306 onderzoekt de toestand van de poortadreslijnen van de bus 302 met zijn module-identificatiecode aan de decoder poortlogica, Indien aan de decoder 420 het juiste poortadres gedecodeerd wordt en de kieslijn van da bus 302 niet-actief is, dan wordt de inhoud van de SPATA lijnen van

  
 <EMI ID=85.1> 

  
door de toestand van de kanaaladreslijnen van de bus 302.

  
Indien de kieslijn van de bus 302 actief is en een eerste vrij kanaal zoekwerking gevraagd wordt door de ontvangbesturing zoals
406 (voor een willekeurige kanaaluitkiezing) dan vindt geen data

  
RAM 422 schrijfwerking plaats, doch wordt een vrij kanaalnummer teruggegeven naar de verzoekende ontvanglogica zoals 304 vanaf de eerste vrij kanaal zoekketen 414.

  
De data RAM 422 is een tijdsleufuitwisselaar en wordt sequentieel uitgelezen onder het bestuur van een teller welke vervat is in de zend/bus tempeerketen 428. Uit de data RAM 422 uitgelezen woorden worden in een parallel-ingangsserie-uitgang register 430 geladen dat

  
 <EMI ID=86.1> 

  
het uitgangsregister 430 geladen woord kan gewijzigd worden in kanaal 0 of 16. In kanaal 0 worden alarmen op de lijn 432 ingevoegd (voor foutcontrole) en desgewenst wordt door de logica 434 de NACK kanaalinformatie ingevoegd in kanaal 16. De zendbesturings RAM 426 bevat de status van elk uitgaand kanaal. De zendbesturingslogica 424 coordineert de lees- en schrijfwerkingen naar de data RAM 422 en zendbe-

  
 <EMI ID=87.1> 

  
lading.

  
Het opzetten van verbindingen door het netwerk tussen aansluitingen zal nu beschreven worden.

  
Zoals reeds opgemerkt is, verschaffen de 16-poorts schakelelementen zowel tijd- als ruimteschakelingsfuncties voor alle transmissiewegen. Op de inkomende weg bij elke willekeurige poort voor elk kanaal inkomende informatie kan overgebracht worden door het 16-poorts schakelelement naar de uitgaande weg van elke willekeurige poort, hetgeen ruimteschakeling oplevert en elk willekeurig kanaal op die weg, hetgeen tij dschakeling oplevert. Alle spraak en data (SPATA) overdracht via het netwerk is het resultaat van individuele poorten in de meerpoorts schakelelementen welke transformatie bewerken van een ingangskanaal (een van 512) naar een uitgangskanaal (een van 512) zoals tevorenbepaald is door weg-opzetprocedures met 32 kanaalwoorden per  freem op elke gegeven transmissieweg.

   Fig. 10 toont een voorbeeld van een kanaalwoordformaat dat toepasbaar is op alle kanalen 1 tot en met
15 en 17 tot en met 32, waarbij al deze kanalen SPATA kanalen zijn.

  
De kanaalwoordformaten voor kanaal 0 (onderhoud en synchronisatie) en

  
 <EMI ID=88.1>  fig. 11.

  
De SPATA kanalen kunnen gebruikt worden voor zowel digitale spraak als dataoverdracht tussen processors. Wanneer spraak overgedragen wordt, zijn 14-bits per kanaal woorden beschikbaar voor het

  
 <EMI ID=89.1> 

  
tocol-keuze. Wanneer gebruikt voor wegopbouwbesturing, zijn 13 bits/ kanaalwoorden beschikbaar voor de data en 3-bits voor protocolkeuze. Het kanaalwoordformaat maakt schakeling door het gehele netwerk mogelijk, hetgeen verbinding inhoudt via een aantal 16-poorts schakel-

  
 <EMI ID=90.1> 

  
verbindingen zijn twee éénrichtingsverbindingen vereist.

  
In fig. 10 zijn als voorbeeld kanaalwoordformaten voor alle kanalen behoudens de kanalen 0 en 16 aangegeven. Fig. 11 toont als voorbeeld kanaalwoordformaten voor kanaal 16. Fig. 10a-l0d geven data-

  
 <EMI ID=91.1> 

  
 <EMI ID=92.1> 

  
voor kanaal 16 en het alarmformaat voor kanaal 0. De kanaalwoorden in kanaal 0 bevatte tevens het kanaalsynchronisatiebitpatroon (6-bits) tussen aangrenzend 16-poorts schakelelementen.

  
SELECT bevel bouwt een verbinding on via een schakelelement.

  
INTERROGATE bevel wordt gebruikt nadat de weg is opgebouwd om te bepalen welke poort in het schakelalement voor die weg gekozen was.

  
ESCAPE bevel wordt gebruikt zodra een weg opgebouwd is om informatie over te brengen tussen twee aansluitcombinaties en om dergelijke informatie te onderscheiden van gedigitaliseerde spraakmonsters.

  
SPATA formaat wordt gebruikt om spraak- of datainformatie tussen twee willekeurige aansluitingen over te brengen.

IDLE/CLEAR bevelformaat geeft aan dat het kanaal vrij is.

  
Voor kanaal 16 zijn de SELECT, ESCAPE en IDLE/CLEAR bevelen soortgelijk aan die beschreven zijn aan de hand van fig. 10 behoudens dat er geen SPATA mode is, het INTERROGATE bevel niet vereist is en daar kanaal 16 het NACK kanaal draagt, de soorten van SELECTS beperkt zijn. Het HOLD bevel bevat een kanaal 16 verbinding zodra dit opgebcuwd is door de SELECT bevelen. Kanaal 0 is gereserveerd voor onderhoud en diagnostiek van het netwerk.

  
Fig. 12 toont een aansluitingssubeenheid 18 welke zijn gedeelte bevat van de toegangsschakeltrap, de toegangsschakelaars 42 en
44 als beschreven is aan de hand van fig. 1 en de groepschakelaar 10 <EMI ID=93.1>  duele vlakken in de groepschakelaar en de individuele schakelelementen binnen elke trap niet aangegeven.

  
Door het schakelnetwerk wordt een verbinding opgebouwd vanaf één aansluitingsgrensvlak zoals 690 naar een ander aansluitingsgrensvlak zoals 190; of van een B-processor zoals 183 naar een andere pro- <EMI ID=94.1> 

  
vlak 190 door een reeks van SELECT bevelen, dat wil zeggen kanaalwoordformaten welke ingevoegd worden in de PCM gefreemde bitstrocm tussen het aansluitingsgrensvlak (of processor) van oorsprong en de toegangsschakelaar in. opeenvolgende freems in het aan de verbinding toegewezen kanaal. Voor elke wegverbinding via elke schakeltra&#65533; is één SELECT bevel vereist. Een verbinding via het schakelnetwerk wordt uitgevoerd door een opeenvolgende reeks van verbindingen via individuele schakel- <EMI ID=95.1> 

  
 <EMI ID=96.1> 

  
lager genummerde trappen naar hoger genummerde trappen door "ingang naar uitgang" verbindingen over schakelelementen tot een tevorenbepaalde "reflectietrap" bereikt is. Reflectie is de verbinding tussen inlaatpoorten in het schakelelement en maakt verbinding mogelijk zonder

  
 <EMI ID=97.1> 

  
om de gewenste verbinding te voltooien. Voor een gedetailleerde beschrijving van reflectie in een schakelnetwexk zij verwezen naar de Nederlandse octrooiaanvrage 7801311 ingediend 6 februari 1978.

  
 <EMI ID=98.1> 

  
naar ingang" verbinding gemaakt, gevolgd door een normale progressie vanaf hoger genummerde trappen naar lager genummerde trappen door "uitgang naar ingang" verbindingen over schakelelementen.

  
 <EMI ID=99.1> 

  
ten opzichte van een uniek netwerkadres van het gevraagde aansluitingsgrensvlak zoals 190. Deze regels zijn in grote trekken als volgt:

  
indien het eindpunt zijnde aansluitingsgrensvlak zich in dezelfde aansluitingssubeenheid bevindt, vindt reflectie plaats in

  
 <EMI ID=100.1> 

  
in trap 2.

  
Voor alle andere gevallen vindt reflectie plaats in de trap 3.

  
Wederom verwijzend naar fig. 1 en 4 tonen deze een uniek ken-

  
 <EMI ID=101.1>   <EMI ID=102.1> 

  
naar elk groepschakelaarvlak zoals het getekende vlak 0 van fig. 4, waarbij deze transmissielinks eindigen op één schakelelement in elk vlak. Dit schakelelement blijkt een uniek adres te hebben gezien

  
vanaf het centrum (dat wil zeggen de derde trap) van de groepschakelaar

  
10. Aldus is bijvoorbeeld onder verwijzing naar fig. 4, het schakel-

  
 <EMI ID=103.1> 

  
trap, toegankelijk via de ingang 0 vanaf trap 3 gevolgd door ingang 0 vanaf trap 2. Hieruit volgt het adres van de aansluitingseenheid, dat

  
 <EMI ID=104.1> 

  
eenheid uniek geadresseerd binnen aansluitingseenheid ten opzichte van de tweede trap ingangen, dat wil zeggen, onder verwijzing naar fig. 1, kan een aansluitingssubeenheid 18 gezien worden als TSU (0) van TU (0,0) daar deze uniek geadresseerd is vanaf de ingangen O en 4 van de eerste

  
 <EMI ID=105.1> 

  
vlak in elke aansluitcombinatie uniek geadresseerd via zijn ingangsadres op de toegangsschakelaar. Aldus is het adres van een aansluitings-

  
 <EMI ID=106.1> 

  
bijvoorbeeld, onafhankelijk van het feit welk schakelelement in trap 3 het "reflectiepunt" is.

  
Dit maakt het de wegopbouw besturende A-processor 698 mogelijk de volgende reeks van SELECT bevelen in het netwerk te geven teneinde een verbinding op te bouwen naar het aansluitingsgrensvlak 190 waarvan het netwerkadres bijvoorbeeld (a,b,c,d) is.

  
 <EMI ID=107.1> 

  
Dit stelt een SPATA verbinding op via de toegangsschakelaar naar een groepschakelvlak.

FREEM 2. SELECT, ANY PORT, ANY CHANNEL:

  
Dit stelt een verbinding op via trap 1 van het gekozen vlak.

FREEM 3. SELECT, ANY PORT, ANY CHANNEL:

  
 <EMI ID=108.1> 

  
FREEM 4. SELECT PORT (a) ANY CHANNEL:

  
Dit reflecteert de verbinding via trap 3 naar trap 2.

  
FREEM 5. SELECT PORT (b) ANY CHANNEL:

  
 <EMI ID=109.1>  

  
 <EMI ID=110.1> 

  
 <EMI ID=111.1> 

  
trap 1.

  
 <EMI ID=112.1> 

  
Dit stelt een verbinding op in terugwaartse richting door de toegangsschakelaar naar het aansluitingsgrensvlak (a,b,c,d).

  
Dit netwerk laat schakelen toe in voorwaartse richting naar elk willekeurig reflectiepunt in de trap die bepaald is als de reflectietrap en vervolgens in terugwaartse richting via het netwerk met een constant adres dat onafhankelijk is van het reflectieschakelelement in die trap.

  
De reeks van SELECT's kan door elk willekeurig aansluitingsgrensvlak gebruikt worden om een verbinding naar TI (a,b,c,d) op te bouwen en het boven beschreven "eerste vrij kanaal" kiesmechanisme verzekert een minimale transmissievertraging op de gekozen weg. Waar reflectie zoals beslist wordt uit de hierboven gegeven regels mogelijk

  
 <EMI ID=113.1> 

  
reeks gebruikt worden. Zo behoeft slechts als weergegeven in fig. 12 de B-processor 183 welke zich in dezelfde aansluitingssubeenheid 18 bevindt als het aansluitingsgrensvlak 190, de volgende afgeleide reeks af te geven.

  
 <EMI ID=114.1> 

  
 <EMI ID=115.1> 

  
zijn afhankelijk van de bepaalde gebruikte computerprogramma's. Als voorbeeld dienende verwerkingsfuncties zijn echter: aansluitingsbesturing, welke de kenmerken verschaft voor elke dienstklasse voor abonneeof trunklijnen; signaleringsbesturing, welke signalen voortbrengt om aansluitingen onder bestuur van de aansluitingsbesturingsverwerking op te roepen en decodeert en interpreteert reeksen van signalen en cijfers welke als telefoongebeurtenissen gekoppeld worden op de aansluitings-

  
 <EMI ID=116.1> 

  
door het netwerk opbouwt, vasthoudt en afbreekt, zoals die gericht worden door de functies van de aansluitingsbesturing en signalerings-

  
 <EMI ID=117.1> 

  
basis uitvoert en toelaat dat alle andere processen onafhankelijk werken van een bepaalde organisatie van de databasis; en hardware be-sturing, welke processen omvat voor de besturing van de hardware welke

  
 <EMI ID=118.1> 

  
sluitingseenheden en schakelelementen. Een tot voorbeeld dienende verdeling van verwerkingsfuncties is de toewijzing van hardware besturing voor tot 60 lijnaansluitingen of 30 trunkaansluitingen bij elke Amicroprocessor en waarbij de andere functies uitgevoerd worden door de B-microprocessor voor een andere aantal aansluitingen. Uiteraard kan schakelbesturing alternatief uitgevoerd worden door de A-microprocessor.

  
Fig. 13 toont temperingsschema's ter illustratie van de werking van het schakelelement 300. <EMI ID=119.1>  <EMI ID=120.1> 

  
de tijdsleufnummers geschreven in hexadecimale notatie en zijn de kanalen 0 en 1 en acht tijdsleuven van kanaal 2 aangegeven.

  
Fig. 13b is de 4,096 Mb/s bus klok.

  
 <EMI ID=121.1> 

  
nisatiebevel is, dat optreedt op de bus 302 gedurende kanaal 31 en tijdsleuf E.

  
Fig. 13d 13h illustreren voor de poorten 0,1, 2, 14 en 15 van <EMI ID=122.1> 

  
acties van hun respectievelijke poorten. Poorten 3-13 zijn niet aangegeven, doch ze zijn in werking identiek. Elk der busoverdraaganhullenden 501, 502, 503, 504 en 505 voor de poorten 0, 1, 2, 14 en 15

  
 <EMI ID=123.1> 

  
paalde lijnen van de TDM bus 302 gedurende bepaalde tijden zodat slechts één poort informatie uitzendt op één willekeurige lijn van de TDM bus 302 op enig tijdstip. De nauwkeurige tijd van het starten van een overdraagomhullende is bepaald door een unieke poortadrescode.

  
Fig. 14, 14a toont het klokstelsel dat aangegeven is door fig. 13b. De fig. 14b-14e zijn uitbreidingen van de tijdsleuven P, D,

  
 <EMI ID=124.1>  DESTINATION PORT ADDRESS (4-bits elk op een afzonderlijke lijn), DESTINATION CHANNEL ADDRESS (5-bits elk op een afzonderlijke lijn),

  
 <EMI ID=125.1> 

  
ontvangen worden van de bus 302 zijn SELECTED CHANNEL (5-bits elk op een afzonderlijke lijn), ACKNOWLEDGE (1-bit), en MODULE BUSY (1-bit). Afhankelijk van het FIFO DATA woord van de FIFO buffer 402 en de inhoud van de RECEIVE CONTROL RAM 404 die geadresseerd is door het kanaalnummeruitgangssignctal van FIFO 402 worden diverse signalen aan

  
 <EMI ID=126.1> 

  
in de PORT, CHANNEL en RECEIVE CONTROL RAMS van de ontvanglogica 304 voor de inwerking gestelde poort ingeschreven. De SET WRITE ACTIVITY LINE van bus 302 is een speciale functielijn om het optreden van tevorenbepaalde functie te niet te doen.

  
Gedurende de in fig. 14b als (1) getekende tijdsleuf P zendt de doorgaans actief zijnde ontvanglogica 304 naar bus 302 het nummer van de logische zendpoort van de bestemming en zet de juiste signalen op

  
 <EMI ID=127.1> 

  
van de in fig. 14a als (2) getekende klokpuls zetten alle zendlogica's
306 van alle 16 poorten de toestand van de bovengenoemde buslijnen

  
in registers welke behoren bij de decodeerpoortnummerketen 420 en de zendbesturing 424. Gedurende de tijdsleuf D als getekend in fig. 14c bij (3) zet de ontvanglogica van de in werking gestelde poort informatie op de DATA LINES en DESTINATION CHANNEL ADDRESS LINES. Bij de volgende stijgende flank van de klok als aangegeven in fig. 14a bij (4) wordt deze informatie overgebracht in bufferregisters welke behoren bij de data RAM 422. Gedurende de tijdsleuf W als getekend in fig. 14d

  
bij (5) , indien het poortnummer voorgesteld door de 4-bits op de DESTINATION PORT ADDRESS LINES dat optrad gedurende tijdsleuf P past bij de poortidentificatiecode van een bepaalde poort, welke code uniek voor elke poort is, treedt een werking op aan de zendlogica van de poort. Deze werking kar. zijn een inschrijven in de data RAM 422 van die poort of een antwoord op een SELECT bevel. Tevens wordt gedurende tijdsleuf W een eigen waarde voor het gekozen kanaalnummer gekoppeld vanaf eerste vrij kanaal zoekketen 414 op de SELECTED CHANNEL NUMBER LINES, indien dit geschikt is en wordt een waarde (ofwel logisch 1 of 0) voor een acknowledge signaal geévalueerd. Een NAKC is eenvoudigweg het uitblijven van een terugmeld signaal. Gedurende de tijdsleuf R,

  
 <EMI ID=128.1> 

  
een antwoord op de SELECTED CHANNEL nummer- en terugmeldlijnen. De inwerking gestelde ontvanglogica draagt de toestand van deze lijnen over in een register dat behoort bij de ontvangbesturing 406 op de volgende CLOCK voorflank als getekend bij (7) in fig. 14a en enige tijd later als getekend bij (8) in fig. 14e, brengt deze zijn eigen

  
 <EMI ID=129.1> 

  
op de laatste stand.

  
 <EMI ID=130.1> 

  
bepaalde poort ontvangen NACK kanaalnummers bewerken dat een terugwijsbit gezonden wordt in de zendlogica van dezelfde poort op het adres

  
 <EMI ID=131.1> 

  
een NACK in kanaal 16 kan gedecodeerd worden als "NACK kanaal 7" als voorbeeld. De volgende keer dat de ontvanglogica welke een weg in kanaal 7 heeft opgebouwd in kanaal 7 tracht te schrijven, zal het geen terugmeldsignaal krijgen en zal de logica het kanaal met de weg naar kanaal 7 als "niet teruggemeld" aanduiden. De NACK zoekketen 418 zal dan het nummer van het niet teruggemelde kanaal vanuit zijn zendlogica uitpulsen in kanaal 16.

  
Vertraging via het netwerk wordt automatisch tot een minimum teruggebracht door het gebruik van de eerste vrij-kanaal zoektechniek. De eerste vrij-kanaal zoekketen 414 kijkt doorlopend naar de "busy bit" van de zendbesturings RAM 424 voor vrije kanalen met het laagste kanaalnummer hoger dan het lopende uitgangskanaalnummer gekoppeld op de seriedata op de PCM lijn 310.

  
De uitvinding is beschreven voor uitvoeringsvormen die slechts als voorbeeld bedoeld zijn en geen beperking van de omvang van de uitvindingsgedachte inhouden.

Claims (1)

  1. Conclusies:
    1. Digitaal schakelnetwerk met verdeelde besturing met een aantal trappen van schakelelementen voor het selectief onderling verbinden van een aantál dataaansluitingen welke door het schakelnet&#65533;erk in responsie op stuursignalen geschakeld worden, m e t het k e n m e r k, dat dit voorzien is van:
    - middelen voor het multiplexen van data vanaf het aantal aansluitingen en stuursignalen waaronder ten minste schakelwegkiesstuursignalen op dezelfde transmissiewegen, welke transmissiewegen gekoppeld zijn met de eerste trap van het netwerk; - middelen welke reageren op de schakelwegkiesbesturingssignalen voor <EMI ID=132.1>
    het koppelen van de data vanaf de aansluitingen op de tot stand gebrachte transmissiewegen door het netwerk, en
    - bij elk der schakelelementen bij elke trap van het netwerk behorende middelen voor het bit-asynchroon koppelen van de data via het netwerk naar de schakelelementen via de door het natwerk opgebouwde transmissiewegen zodanig dat de data bit-gehersynchroniseerd worden door elk schakelelement en zodanig dat elke willekeurige der aansluitingen selectief verbonden kan worden door de opgebouwde transmissiewegen door het netwerk naar elke willekeurige andere der aansluitingen.
    2. Schakelnetwerk met verdeelde besturing volgens conclusie <EMI ID=133.1>
    een meer-traps groepschakelaar omvat, waarbij elke trap daarvan een aantal meer-poorts schakelelementen bevat.
    3. Digitaal schakelnetwerk met verdeelde besturing volgens conclusie 2, m e t h e t k e n m e r k, dat de data bestaan uit freems van kanalen van datawoorden en dat daarin elk der schakelelementen van de trappen van het netwerk middelen bevat voor het in ruimte- en tijdschakelen van de data vanaf een willekeurig kanaal bij een willekeurige poort van het element naar een willekeurig kanaal bij een willekeurige poort van het schakelelement.
    4. Digitaal schakelstelsel met verdeelde besturing volgens conclusie 3, m e t h e t k e n m e r k, dat de schakelweg kiesbesturingssignalen in-kanaal bevelen zijn.
    5. Digitaal schakelstelsel met verdeelde besturing volgens conclusie 4, met h e t k e n m e r k; dat dit voorts voorzien is van:
    - middelen voor het verschaffen van een aantal schakelweguitkiesbesturingssignalen voor elke door het netwerk op te bouwen verbindingsweg, - middelen bij elk schakelelement van elke trap van het netwerk welke reageren op één der schakelweguitkiesbesturingssignalen voor het op- <EMI ID=134.1> - middelen bij de voor het voltooien van de verbinding vereiste hoogst <EMI ID=135.1>
    reflecteren aan de hoogst genummerde trap.
    6. Schakelstelsel met verdeelde besturing volgens conclusie
    <EMI ID=136.1>
    flectietrap naar de geadresseerde aansluiting doorgaande poorten van schakelelementen zijn welke gekozen worden door het adres van de geadresseerde aansluiting.
    7. Schakelnetwerk met verdeelde besturing volgens conclusie 2, m e t h e t k e n m e r k, dat het schakelnetwerk een aantal vlakken van trappen van schakelelementen bevat waarbij ten minste enige van deze vlakken gekoppeld zijn met elk van de aansluitingen via toegangsschakeimiddelen welke gekoppeld zijn met de gemultiplexte transmissiewegen.
    8. Digitaal schakelnetwerk met verdeelde besturing volgens conclusie 7, m e t h e t k e n m e r k, dat de data uit de
    <EMI ID=137.1>
    die hetzelfde kanaal in dezelfde weg volgen als de wegkiesbesturingssignalen welke de weg tot stand gebracht hebben.
    9. Schakelstelsel met verdeelde besturing volgens conclusie
    <EMI ID=138.1>
    zijdig zijn, waarbij elk der enkelzijdige schakelelemer.ten aangepast kan worden om als een meerzijdig schakelelement te werken.
    10. Digitaal schakelnetwerk met verdeelde besturing volgens conclusie 3, m e t h e t kenmerk, dat de wegkiesbesturingssignalen digitale beveldatawoorden in de communicatiekanalen zijn en dat dit verder middelen bevat bij elk schakelelement welke reageren op een der woorden voor het opbouwen van een verbinding door elke af-zonderlijke trap van het netwerk zodat een verbinding door een aantal trappen opgebouwd wordt door een aantal wegkiesbesturingswoorden, waarbij een der woorden gebruikt wordt om de weg door elke trap op te bouwen.
    11. Uitbreidbaar schakelnetwerk, m e t h e t kenm e r k, dat dit voorzien is van:
    - een aantal trappen van meer-poorts schakelelementen waarbij elk van de schakelelementen selectief fase-asynchroon verkeer kan reflecteren <EMI ID=139.1>
    een willekeurige poort van het schakelelement fase-synchroon kan verbinden met een willekeurige andere poort van het schakelnetwerk en
    - middelen voor het geschikt maken van elk der schakelelementen cm verkeer ofwel te koppelen via het schakelelement naar een schakelelement in een hoger genummerde trap van het netwerk of het verkeer <EMI ID=140.1>
    12. Uitbreidbaar schakelnetwerk volgens conclusie 11,
    m e t h e t k e n m e r k, dat het voorzien is van:
    - middelen voor het opbouwen van wegen door het schakelnetwerk in responsie op wegkiesbesturingssignalen zodanig dat één in-kanaaladreswoord per trap vereist is om een willekeurige poort van een schakel- <EMI ID=141.1>
    werk, welke verbinding tot standgebracht kan worden naar elke vrije poort in het schakelelement, en
    - middelen voor het tot stand brengen van een reflectieweg in terugwaartse richting via het schakelnetwerk met een enkel constant dataadres bij de om een verbindingsweg voor het verkeer tot stand te brengen vereiste hoogst genummerde trap van het netwerk.
    <EMI ID=142.1>
    <EMI ID=143.1>
    <EMI ID=144.1>
    <EMI ID=145.1>
    data.
    14. Uitbreidbaar schakelnetwerk volgens conclusie 13,
    <EMI ID=146.1> is van;
    - middelen voor het koppelen van data van elk willekeurig ingangssignaal van elke willekeurige poort naar een bit-synchrone TDM bus, - middelen voor het verschaffen van ruimteschakeling van de data vanaf de bus naar een willekeurige poort, en - middelen voor het verschaffen van tijdschakeling van de data vanaf <EMI ID=147.1>
    poort.
    <EMI ID=148.1>
    m e r k, dat dit voorzien is van een aantal trappen van meer-poorts enkelzijdige schakelelementen, waarbij elke poort van elk schakelelement kan werken als een ingang of als een uitgang en elk der schakelelementen elke willekeurige poort van het achakelelement binnenkomend verkeer selectief fase-asynchroon kan reflecteren in terugwaartse richting naar elke willekeurige poort van het schakelelement en elke willekeurige poort van het schakelelement fasesynchroon kan verbinden met elke willekeurige poort van het schakelelement, en <EMI ID=149.1>
    enkelzijdig of meerzijdig schakelelement met ingangs- en uitgangs-
    <EMI ID=150.1>
    <EMI ID=151.1>
    van het netwerk of om het verkeer terug te vouwen in het netwerk door reflectie.
    16. Werkwijze voor het onderling verbinden van een aantal
    <EMI ID=152.1>
    deelde besturing met gemeenschappelijke transmissiewegen voor data-
    <EMI ID=153.1>
    bestaat uit de stappen van:
    - het multiplexen van data vanaf het aantal aansluitingen en bestu- <EMI ID=154.1>
    eerste trap van het netwerk, <EMI ID=155.1>
    transmissieweger., en - het verschaffen van schakelelementen bij elke trap van het netwerk voor het bit-asynchroon koppelen van de data door het netwerk via de
    door het netwerk opgebouwde transmissiewegen, zodat de data bitgehersynchroniseerd worden door elk schakelelement en zodanig dat elke
    willekeurige aansluiting selectief verbonden kan worden door de opgebouwde wegen door het netwerk met elke willekeurige andere aansluiting.
    <EMI ID=156.1>
    telecommunicatie-centrale, welke een aantal trappen van schakelelementen'omvat via dewelke verbindingen op selektieve wijze
    <EMI ID=157.1>
    een aantal data aansluitingen die met het netwerk verbonden worden als gevolg van het aanleggen van selektie-besturingssignalen
    <EMI ID=158.1>
    de schakelelementen overgedragen wordt in digitale vorm en op
    <EMI ID=159.1>
    die aan de schakelelementen is toegevoegd de transmissiepaden doorheen het netwerk opstelt teneinde de vereiste verbinding
    te verwezenlijken en bewerkstelligt dat data van de aansluitingen met deze transmissiepaden gekoppeld wordt, met het kenmerk, dat
    <EMI ID=160.1>
    overgedragen met betrekking tot verbindingen die moeten opgesteld worden of die werden opgesteld en de selektie-besturingssignalen gebruikt om de opstelling van verbindingen te verwezenlijken
    tezamen op dezelfde van deze transmissiepaden gemultiplext worden,
    <EMI ID=161.1>
    schakelelementen en iedere trap van het netwerk om de data naar de schakelelementen op een bit-asynchrone wijze via deze transmissie-. paden te koppelen, en dat deze koppeling zodanig verwezenlijkt
    <EMI ID=162.1> 18. Schakelnetwerk, zoals toegepast in automatische
    <EMI ID=163.1>
    schakeltrappen omvat die elk een aantal multi-poortschakelelementen omvatten, waarin sommige van de poorten van een
    <EMI ID=164.1>
    andere als uitgagspoorten kunnen werken, en waarin verbindingen via het netwerk op tijdsmultiplex wijze opgesteld worden,
    <EMI ID=165.1>
    dat element via een van zijn ingangspoorten bereikt
    <EMI ID=166.1>
    poorten van het element wordt verwezenlijkt, of de ingangspoort via dewelke de traffiek het element bereikt met een uitgangs-
    <EMI ID=167.1>
    dan op faze-synchrone wijze van deze ingangspoort naar deze uitgangspoort gekoppeld is, en dat in het geval van minstens
    <EMI ID=168.1>
    van het netwerk te koppelen of in de traffiek in het netwerk door reflektie om te buigen.
BE2/57671A 1977-02-07 1979-03-19 Continu uitbreidbaar schakelnetwerk BE874929R (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US76639677A 1977-02-07 1977-02-07
US05/888,607 US4201891A (en) 1978-03-17 1978-03-17 Expandable digital switching network

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE874929R true BE874929R (nl) 1979-09-19

Family

ID=27117736

Family Applications (2)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2/57672A BE874930R (nl) 1977-02-07 1979-03-19 Continu uitbreidbaar schakelnetwerk
BE2/57671A BE874929R (nl) 1977-02-07 1979-03-19 Continu uitbreidbaar schakelnetwerk

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2/57672A BE874930R (nl) 1977-02-07 1979-03-19 Continu uitbreidbaar schakelnetwerk

Country Status (1)

Country Link
BE (2) BE874930R (nl)

Also Published As

Publication number Publication date
BE874930R (nl) 1979-09-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4201891A (en) Expandable digital switching network
US4201889A (en) Distributed control digital switching system
US4201890A (en) Multiport digital switching element
EP0091932B1 (en) Telephone switching control arrangement
JPS6365736A (ja) 交換システム
NL8104358A (nl) Werkwijze en inrichting voor het besturen van een schakelnetwerk.
BE874929R (nl) Continu uitbreidbaar schakelnetwerk
US4714922A (en) Interconnection networks
BE874928R (nl) Gedecentraliseerde besturing voor een digitaal schakelstelsel
US5264842A (en) Generalized usage of switch connections with wait chain
US5237563A (en) Four-wire line unit interface circuit
US4402077A (en) Dual rail time and control unit for a duplex T-S-T-digital switching system
CA2187618A1 (en) Time switch system
KR820002241B1 (ko) 분배 제어 디지탈스위칭 시스템
KR820002240B1 (ko) 멀티포트 디지탈 스위칭 소자
SU1104497A1 (ru) Многоканальное устройство дл подключени абонентов к магистрали
NO167609B (no) Prosessorsystem.
EP0950336A2 (en) Method and apparatus to interconnect two or more cross-connects into a single pcm network
JPH05153676A (ja) 時分割通話路方式