NL8303737A - Textielproduct van het doorgestikte type, alsmede werkwijze en inrichting voor het vervaardigen daarvan. - Google Patents

Textielproduct van het doorgestikte type, alsmede werkwijze en inrichting voor het vervaardigen daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL8303737A
NL8303737A NL8303737A NL8303737A NL8303737A NL 8303737 A NL8303737 A NL 8303737A NL 8303737 A NL8303737 A NL 8303737A NL 8303737 A NL8303737 A NL 8303737A NL 8303737 A NL8303737 A NL 8303737A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
layer
weft
machine
textile product
angle
Prior art date
Application number
NL8303737A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Polylok Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Polylok Corp filed Critical Polylok Corp
Publication of NL8303737A publication Critical patent/NL8303737A/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D04BRAIDING; LACE-MAKING; KNITTING; TRIMMINGS; NON-WOVEN FABRICS
    • D04HMAKING TEXTILE FABRICS, e.g. FROM FIBRES OR FILAMENTARY MATERIAL; FABRICS MADE BY SUCH PROCESSES OR APPARATUS, e.g. FELTS, NON-WOVEN FABRICS; COTTON-WOOL; WADDING ; NON-WOVEN FABRICS FROM STAPLE FIBRES, FILAMENTS OR YARNS, BONDED WITH AT LEAST ONE WEB-LIKE MATERIAL DURING THEIR CONSOLIDATION
    • D04H3/00Non-woven fabrics formed wholly or mainly of yarns or like filamentary material of substantial length
    • D04H3/02Non-woven fabrics formed wholly or mainly of yarns or like filamentary material of substantial length characterised by the method of forming fleeces or layers, e.g. reorientation of yarns or filaments
    • D04H3/04Non-woven fabrics formed wholly or mainly of yarns or like filamentary material of substantial length characterised by the method of forming fleeces or layers, e.g. reorientation of yarns or filaments in rectilinear paths, e.g. crossing at right angles
    • DTEXTILES; PAPER
    • D04BRAIDING; LACE-MAKING; KNITTING; TRIMMINGS; NON-WOVEN FABRICS
    • D04BKNITTING
    • D04B21/00Warp knitting processes for the production of fabrics or articles not dependent on the use of particular machines; Fabrics or articles defined by such processes
    • D04B21/14Fabrics characterised by the incorporation by knitting, in one or more thread, fleece, or fabric layers, of reinforcing, binding, or decorative threads; Fabrics incorporating small auxiliary elements, e.g. for decorative purposes
    • D04B21/16Fabrics characterised by the incorporation by knitting, in one or more thread, fleece, or fabric layers, of reinforcing, binding, or decorative threads; Fabrics incorporating small auxiliary elements, e.g. for decorative purposes incorporating synthetic threads
    • D04B21/165Fabrics characterised by the incorporation by knitting, in one or more thread, fleece, or fabric layers, of reinforcing, binding, or decorative threads; Fabrics incorporating small auxiliary elements, e.g. for decorative purposes incorporating synthetic threads with yarns stitched through one or more layers or tows, e.g. stitch-bonded fabrics
    • DTEXTILES; PAPER
    • D04BRAIDING; LACE-MAKING; KNITTING; TRIMMINGS; NON-WOVEN FABRICS
    • D04BKNITTING
    • D04B23/00Flat warp knitting machines
    • D04B23/10Flat warp knitting machines for knitting through thread, fleece, or fabric layers, or around elongated core material
    • DTEXTILES; PAPER
    • D04BRAIDING; LACE-MAKING; KNITTING; TRIMMINGS; NON-WOVEN FABRICS
    • D04BKNITTING
    • D04B27/00Details of, or auxiliary devices incorporated in, warp knitting machines, restricted to machines of this kind
    • D04B27/10Devices for supplying, feeding, or guiding threads to needles
    • DTEXTILES; PAPER
    • D04BRAIDING; LACE-MAKING; KNITTING; TRIMMINGS; NON-WOVEN FABRICS
    • D04BKNITTING
    • D04B35/00Details of, or auxiliary devices incorporated in, knitting machines, not otherwise provided for
    • D04B35/34Devices for cutting knitted fabrics
    • DTEXTILES; PAPER
    • D04BRAIDING; LACE-MAKING; KNITTING; TRIMMINGS; NON-WOVEN FABRICS
    • D04HMAKING TEXTILE FABRICS, e.g. FROM FIBRES OR FILAMENTARY MATERIAL; FABRICS MADE BY SUCH PROCESSES OR APPARATUS, e.g. FELTS, NON-WOVEN FABRICS; COTTON-WOOL; WADDING ; NON-WOVEN FABRICS FROM STAPLE FIBRES, FILAMENTS OR YARNS, BONDED WITH AT LEAST ONE WEB-LIKE MATERIAL DURING THEIR CONSOLIDATION
    • D04H3/00Non-woven fabrics formed wholly or mainly of yarns or like filamentary material of substantial length
    • D04H3/08Non-woven fabrics formed wholly or mainly of yarns or like filamentary material of substantial length characterised by the method of strengthening or consolidating
    • D04H3/10Non-woven fabrics formed wholly or mainly of yarns or like filamentary material of substantial length characterised by the method of strengthening or consolidating with bonds between yarns or filaments made mechanically
    • DTEXTILES; PAPER
    • D10INDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10BINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBLASSES OF SECTION D, RELATING TO TEXTILES
    • D10B2403/00Details of fabric structure established in the fabric forming process
    • D10B2403/02Cross-sectional features
    • D10B2403/024Fabric incorporating additional compounds
    • D10B2403/0241Fabric incorporating additional compounds enhancing mechanical properties
    • D10B2403/02412Fabric incorporating additional compounds enhancing mechanical properties including several arrays of unbent yarn, e.g. multiaxial fabrics

Description

u , ~ ' N/31 .748-St/lb • &
Textielprodukt van het doorgestikte type, alsmede werkwijze en inrichting voor het vervaardigen daarvan.
De uitvinding heeft betrekking op textielprodukten van het doorgestikte type en op een werkwijze en inrichting voor de vervaardiging daarvan. Meer in het bijzonder betreft de uitvinding dergelijke textielprodukten van het doorge-5 stikte of Malimo-type met tenminste één inslaggarenelement, en een familie van dergelijke textielprodukten, die tot dusver niet eerder verkregen uiterlijke kenmerken en eigenschappen hebben.
Bij de conventionele werkwijzen voor het vervaar-10 digen van textielprodukten van het doorstik- en Malimo-type wordt door middel van een wagenmechanisme een inslaglaag ingestoken, waardoor het inslaggaren onder scherpe hoeken in de dwarsrichtingen loopt en waarbij een deze scherpe hoeken halverende lijn althans nagenoeg loodrecht staat op de 15 langsrichting van de machine, dus de richting, waarin het textielprodukt door de machine beweegt.
De uitvinding beoogt een werkwijze en een inrichting voor het vervaardigen van een nieuw textielprodukt te verschaffen, waarin de genoemde lijn, die de scherpe 20 hoeken van het inslaggaren halveert, onder een bepaalde schuine of diagonale hoek loopt, die bij voorkeur althans nagenoeg cnder 45° met de genoemde langsrichting van de machine loopt. Binnen het kader van de uitvinding kunnen echter ook andere hoeken dan 45° worden toegepast. Anders gezegd, als men een referen-25 tielijn aanneemt, die loodrecht staat op de machinelangsrich-ting, loopt de genoemde bissectrische ook althans nagenoeg onder 45° ten opzichte van deze referentielijn. Bij een hoek van de bedoelde bissectri.ee <gelijk aan 30° ten opzichte van de referentielijn is derhalve de hoek tussen de bissec-30 tr.ee en de machinelangsrichting 60°.
Een ander doel van de uitvinding is een nieuw textielprodukt-”systeem" als boven bedoeld te verschaffen, waarmee nieuwe esthetische effecten, die tot dusver niet bestonden of in massaproduktie konden worden verkregen, nu 35 bij de gewenste machinesnelheden kunnen worden gerealiseerd.
Voorts beoogt de uitvinding een textielprodukt van de aangegeven soort te verschaffen, dat zeer goede 8303737 : - 2 - ï· >* draperingseigenschappen heeft, die door de richting van de inslaggarens worden verbeterd in plaats van verminderd.
Een ander doel van de uitvinding is een dergelijk textielprodukt te verschaffen, waarin de inslaggarens zelf 5 schuin ten opzichte van de machinelangsrichting lopen in tegenstelling tot conventionele "illusies” van diagonale ontwerpen .
Een ander doel van de uitvinding is een dergelijk textielprodukt te verschaffen, dat een tot dusver niet be-10 reikbare stabiliteit in verschillende richtingen heeft. Naast de normale primaire twee-dimensionale treksterkte van de bekende Malimo-textielprodukten kan met de uitvinding ook een grote treksterkte in nieuwe richtingen worden verkregen.
De uitvinding beoogt voorts een textielprodukt 15 te verschaffen, dat een schuin gerichte inslaglaag heeft, die door een bindgarenelement is vastgestikt, waarbij een ketting-laag en een grond- of dragerlaag afwezig kunnen zijn en waarbij de stikverbinding bij voorkeur bestaat uit maar niet beperkt is tot een stikverbinding van het ketting-type.
20. Een ander doel van de uitvinding is een schuin lopende inslaglaag in een textielprodukt te verschaffen plus een kettinggaren en een tricot-breisteek of bindelement.
Een ander doel van de uitvinding is een textielprodukt van de aangegeven soort te verschaffen met één of 25 meer bepaalde dragerelementen, die bijvoorbeeld kunnen bestaan uit weefsels, breisels, Malimo-soorten, en niet-ge-weven lagen van uiteenlopende soort.
De uitvinding beoogt voorts een textielprodukt van de bedoelde soort te verschaffen, waarin specifieke weefsels 30 van het Malimo-type als dragerlaag worden gebruikt. Deze kunnen omvatten Malimo-constructies van ketting , inslag en tricotbinder, die onder een schuine inslaglaag worden toegevoerd, waardoor een produkt wordt verkregen met de ketting-elementlaag tussen de schuine inslaglaag en de normale 35 inslaglaag van het Malimo-type, of met de kettingelementlaag onder de normale inslaglaag zodat de schuine inslaglaag en de normale inslaglaag aan elkaar grenzen.
Een ander doel van de uitvinding is een textiel-* produkt van de bedoelde soort te verschaffen, waarin het 8303737 - ί - 3 - 4 gerede produkt een dwarse inslaglaag alsmede tenminste één schuine of diagonale inslaglaag bevat, welke inslaglagen tot een samengestikte ééndelige constructie bijeen worden gehouden door middel van een enkele groep van stikgarens, 5 die in een enkele stap of doorgang worden toegevoegd.
Een ander doel van de uitvinding is een textiel-produkt van de bedoelde soort te verschaffen, waarin het gerede produkt een eerste laag van dwarse inslaggarens, een eerste schuine of diagonale laag van inslaggarens, TO een aan de eerste dwarse inslaggarenlaag grenzende tweede laag van dwarse inslaggarens, en een aan de tweede dwarse inslaggarenlaag grenzende tweede schuine of diagonale laag van inslaggarens bevat, welke lagen tot een samengestikte eenheid worden samengehouden door middel van twee groepen T5 van stikgarens, die in twee stappen of doorgangen worden toegevoegd .
Een ander doel van de uitvinding is een textiel-produkt van de aangegeven soort te verschaffen, waarbij het gerede produkt een eerste laag van dwarse inslaggarens, een 2.0 eerste schuine of diagonale laag van inslaggarens, en een aan deze laatste laag grenzende tweede schuine of diagonale laag van inslaggarens bevat, welke lagen tot een eenheid zijn samengestikt door middel van een enkele groep van stikgarens, die in een enkele stap of doorgang zijn toege-25 voegd, waarbij de genoemde lagen van schuine of diagonale inslaggarens onder bepaalde hoeken met elkaar lopen, bijvoorbeeld onder een hoek van 90°.
Een ander doel van de uitvinding is een groep van textielprodukten te verschaffen, die een keper vertonen, 30 treksterkte in drie assen hebben, meer isotropisch zijn en andere uiterlijke eigenschappen en kenmerken hebben, die met de bekende doorstikinrichtingen, waaronder de machines van het Malimo-type, tot dusver niet konden worden verkregen.
De uitvinding is niet beperkt tot de bepaalde schuine hoeken, 35 die hieronder als voorbeeld zullen worden besproken, maar de bedoelde hoeken kunnen uiteenlopende waarden hebben voor zover daardoor bepaalde en gewenste eigenschappen en uiterlijke kenmerken worden verkregen. De industriële textielprodukten vervaardigd volgens de uitvinding kunnen zo zijn 40 uitgevoerd, dat zij de gewenste sterkte in de richting van 8303737 - 4 - \ r *· de schuine inslaglagen vertonen.
De uitvinding omvat tevens nieuwe werkwijzen en inrichtingen voor het toepassen daarvan ter vervaardiging van de verschillende textielprodukten volgens de uitvinding.
5 Voorts verschaft de uitvinding textielprodukten, waarin schuine of diagonale inslaglagen plus inslaglagen van het Malimo-type aan elkaar zijn gestikt; of waarbij een in-slaglaag van het Malimo-type, die door een kettingstiksel aan een niet-geweven laag is bevestigd, als een grondlaag 10 onder een schuine of diagonale inslaglaag wordt toegevoerd en daaraan wordt vastgestikt, enz.
De uitvinding wordt toegelicht aan de hand van in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden.
Fig. 1 is een schematische afbeelding, die de 15 richtingen van Malimo-inslaggarenelementen in de conventionele systemen weergeeft; fig. 2A is een schematische afbeelding van de soort als fig. 1, waarin echter de schuine of diagonale inslaggaren-elementen en hun richtingen volgens de onderhavige uitvinding 20 zijn weergegeven; fig. 2B is een schematisch aanzicht van een voor het aanbrengen van de inslaggarens dienend wagensamenstel; fig. 3 is een bovenaanzicht van een uitvoeringsvorm van de inrichting, die een enkel wagensamenstel 25 voor het aanbrengen van de inslaggarens heeft; fig. 4 is op grotere schaal een bovenaanzicht van een deel van de inrichting van fig. 3; fig. 5 is op grotere schaal een perspectivisch aanzicht van een deel van de inrichting van fig. 3;
30 fig. 6 is een doorsnede gezien in het vlak VI
van fig. 4;
fig. 7 is een doorsnede volgens de lijn VII-VII
van fig. 6;
fig. 8 is een doorsnede volgens de lijn VIII-VIII
35 van fig. 3; fig. 9 is op grotere schaal een doorsnede volgens de lijn IX-IX van fig. 8; fig. 10 is een doorsnede van een orgaan voor het vasthouden van de geplaatste inslaggarens; 40 fig. 11 is een doorsnede volgens de lijn XI-XI van 8303737 - - 5 - \ -¾ fig. 3; fig. 12 is op grotere schaal een doorsnede volgens de lijn XII-XII van fig. 11; fig. 13 is een ten dele schematisch bovenaanzicht 5 van een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding met twee wagensamenstellen voor het aanbrengen van de inslaggarens, waarvan het ene in dwarsrichting en het andere onder een hoek van 45° met de machinelangsrichting heen en weer beweegbaar is?
10 fig. 14 is een doorsnede volgens de lijn XIV-XIV
van fig. 13; fig. 15 is op grotere schaal een aanzicht van een deel van een hakenketting en de elementen daarvan? fig. 16 is een perspectivisch aanzicht van een 15 uitvoeringsvorm van een haakelement van de hakenketting van fig. 15; fig. 17 is een perspectivisch aanzicht van een andere uitvoeringsvorm van een haakelement; fig. 18 is een perspectivisch aanzicht van nog 20 een andere uitvoeringsvorm van een haakelement; fig. 19 is op grotere schaal een schematisch bovenaanzicht van een deel van een textielprodukt volgens de uitvinding, dat met de inrichting van fig. 13 kan worden vervaardigd en dat een dwarse inslaglaag, een diagonale in-25 slaglaag, een grondlaag of derde laag, en een rij stikgarens heeft, die door in de langsrichting van de machine lopende onderbroken langslijnen zijn aangeduid; fig. 20 is op grotere schaal een doorsnede van het textielprodukt van fig. 19 gezien volgens de lijn XX-XX 30 van die fig.; fig. 21 is op vergrote schaal een schematisch bovenaanzicht van een deel van het textielproduct volgens de uitvinding, dat met de inrichting van fig. 13 kan worden vervaardigd en dat lijkt op het textielprodukt van fig. 19 maar 35 waarbij de grondlaag of derde laag daarvan is weggelaten; fig. 22 is op grotere schaal een doorsnede volgens de lijn XXII-XXIÏ van fig. 21; fig. 23 is op vergrote schaal een schematisch bovenaanzicht van een deel van een textielprodukt volgens 40 de uitvinding, dat met de inrichting van fig. 13 kan worden 8303737 - 6 - ” vervaardigd en dat is samengesteld uit een dwarse inslaglaag, een op deze dwarse laag liggende eerste diagonale inslaglaag; een op deze laatste laag liggende tweede diagonale inslaglaag, en een rij stikgarens, die in een enkele stap of 5 doorgang door deze lagen zijn gestikt; fig. 24 is op grotere schaal een doorsnede volgens de lijn XXIV-XXIV van fig. 23; fig. 25 is op vergrote schaal een schematisch bovenaanzicht van een deel van een texielprodukt volgens de 10 uitvinding, dat met de inrichting van fig. 13 of fig. 3 kan worden vervaardigd en dat is samengesteld uit een eerste dwarse inslaglaag, een op deze laag aangebrachte eerste diagonale inslaglaag, welke beide lagen zijn gevormd tijdens de eerste van twee stikbehandelingen, een op de bovenzijde 15 van de eerste vastgestikte dwarse inslaglaag aangebrachte tweede dwarse inslaglaag, een op deze laatste laag aangebrachte tweede diagonale inslaglaag, welke beide laatste lagen in een tweede doorgang van het produkt door de machine aan de reeds onderling aan elkaar gestikte eerste lagen 20 zijn vastgestikt, waarbij de tweede diagonale inslaglaag onder een hoek van circa 90° met de eerste diagonale inslaglaag loopt ter vorming van wat genoemd kan worden een esthetisch kruisingseffect, dat in enkele opzichten vergelijkbaar is met het uiterlijk van het textielprodukt van fig.23; 25 en fig. 26 is op grotere schaal een doorsnede volgens de lijn XXVI-XXVI van fig. 5.
Voordat wordt overgegaan tot een bespreking van de tekeningen dient te worden opgemerkt, dat naast de daarin 30 afgebeelde uitvoeringsvoorbeelden ook vele andere textiel-produkten volgens de uitvinding mogelijk zijn, die een diagonale inslaglaag hebben met of zonder een dwarse inslaglaag, met of zonder een grond- of dragerlaag, met of zonder een tweede diagonale inslaglaag, enz.
35 Fig. 1 toont schematisch de relatieve richtingen van de inslaggarens of draden 12 in een conventionele machine van het Malimo-type, waarbij een inslagwagensamenstel 14 met stippellijnen is aangegeven, welk wagenstel in de richtingen van de pijlen a en b heen en weer beweegt en de inslagdraden 40 12 om haken van inslagkettingen (niet getekend) plaatst, die 8303737 - 7 - *ï zich in de richting van de referentielijnen 16 van fig. 1 uitstrekken.
Fig. 2A toont in een dergelijk schematisch aanzicht de relatieve richtingen van inslagdraden 12 bij de 5 vervaardiging van het nieuwe textielprodukt volgens de uitvinding, welke inslagdraden door middel van een schuin bewegend inslagwagensamenstel 18 worden geplaatst. Het samenstel 18 beweegt in de richtingen van de pijlen a en b heen en weer, dus langs een referentielijn R, die een hoek van 10 45° met de machinelangsrichting insluit. In de fig. 1 en 2A is de machinelangsrichting aangegeven door een pijl 20, terwijl de dwarsrichting is aangegeven door de referentielijn 22.
Fig. 2B illustreert schematisch een inrichting 24, 15 waarbij de omcirkelde cijfers betrekking hebben op een inslag-wagenmechanisme 1, dat heen en weer beweegbaar is langs leistangen 2 tussen tegenover elkaar liggende inslagkettingen 3 door middel van een drijfwerk met drijfassen 4, die over kegelwielen 5 een met de wagen 1 verbonden drijfriem aandrij-20 ven. In fig. 2B is de referentielijn 22 weer aangegeven ter verduidelijking van de hoek van de baan, waarlangs de wagen 1 heen en weer beweegt.
Fig. 3 toont de inrichting van fig. 2B iets meer in detail. Een schuin bewegend inslagwagensamenstel 30, 25 dat een onderdeel vormt van de als geheel door 28 aangeduide inrichting, heeft een wagen 32 met . bovenste en onderste inslagdradengeleiderplaten 34 resp. 36 (zie ook fig. 5), die elk van gaten 38 zijn voorzien, welke een aantal inslagdraden van de gewenste soort, kleur, dikte enz. kunnen 30 opnemen en geleiden. De wagen 32 beweegt heen en weer in de richting van de pijlen a en b langs een baan, die in het getekende uitvoeringsvoorbeeld een hoek van 45° met de machinelangsrichting insluit. De wagen 32 wordt door dragende lei-rails 40 langs deze baan geleid, welke rails 40 (zie ook fig.
35 4, 5 en 6) stijve diagonale dragers vormen, waarover in steunen 44 opgenomen glijbussen 42 met lage wrijving beweegbaar zijn.
Het wagensamenstel 30 heeft voorts een scheidings-rol 46, die ongeveer in het midden onder de onderste draden-40 geleiderplaten 36 is opgesteld, zodanig, dat de inslagdraden 8303737 - 8 - 48, die door de openingen 38 in de bovenste en onderste geleiderplaten 34 en 36 lopen, van elkaar worden gescheiden voor zij in doorgaande gaten 50 in een geleidingsbalk of riet 52 treden. Ter weerszijden van de scheidingsrol 46 en 5 onder deze rol zijn drukvoeten 60 aangebracht, die aan de ondereinden van tandheugels 54 vastzitten. Deze tandheugels 54 strekken zich verticaal omhoog uit en zijn in ingrijping met een stuurrondsel 56 (fig. 7), dat op een as 58 vastzit. Door tijdens de genoemde heen en weer gaande bewegingen van 10 het wagensamenstel 30 de as 58 afwisselend in de ene en de andere richting te draaien worden de tandheugels 54 met de daaraan vastzittende drukvoeten 60 op en neer bewogen, waardoor de diagonale laag van inslagdraden 48 op de juiste wijze wordt geplaatst en met behulp van hieronder nog te 15 beschrijven stuurnokorganen om de haken van hakenketting-samenstellen 62 en 84 worden gelegd.
Het wagensamenstel 30 heeft voorts een aan de drukvoeten toegevoegd nokvolgorgaan in de vorm van een cilindrische stang 64, die vanaf de wagen 32 uitsteekt. De stang 20 64 kan over een oplopende leirand 66 van een aan het gestel 70 bevestigde nokplaat 68 bewegen. Telkens als het wagensamenstel 30 het einde van een diagonale bewegingsslag nadert loopt de stang 64 tegen de leirand 66 van de nokplaat 68 op, waardoor een relatieve beweging van de in elkaar grijpende 25 vertandingen van de tandheugels 54 en het rondsel 56 optreedt. Als gevolg hiervan worden de draden 48 door de haken-kettingsamenstellen 62 en 84 aan elke zijde op de juiste wijze aangegrepen en vastgehouden.
De diagonale heen- en -weergaande bewegingen 30 van het wagensamenstel 30 wordt verkregen door een getande drijfriem 72, die over getande omkeerrollen 74 loopt, waarvan er één wordt aangedreven. De eindloze drijfriem 72 kan door een spanschroeforgaan 76 worden ingesteld, welk orgaan een ü-vormige beugel 78 met benen 80 heeft, waardoor klemorganen 35 82 instelbaar heensteken. Het spanschroeforgaan 76 zit aan de wagen 32 vast (fig. 5), zodat door een heen- en -weergaande beweging van de drijfriem 72 de wagen 32 langs zijn schuine baan heen en weer bewogen kan worden. De aandrijving geschiedt vanaf een hoofdas (niet getekend) van de doorstikmachine, 40 waarvan de onderhavige inrichting een onderdeel vormt, via .83 0 3 7 3 7 - 9 - een passende tandwieloverbrenging, waarbij het vermogen nodig voor het opnemen van de extra belasting, die door de bewegingen van het wagensamenstel 30 optreedt, door passende dimensionering van de machinemotor wordt geleverd.
5 In fig. 3 is te zien, dat bij de daar getekende uitvoeringsvorm (ofschoon niet noodzakelijk voor alle uitvoeringsvormen) het hakenkettingsamenstel 84 zich aanmerkelijk verder vanaf het werkgebied van de machine, waar de stikbewerking plaatsvindt,uitstrekt, dan het kettingsamen-10 stel 62. Dit is nodig wegens de schuine bewegingsbaan van de enkele wagen 30, waarbij als gezegd de aandrijving vanaf een hoofdaandrijfas plaatsvindt en wel via een krukwiel-mechanisme of dergelijke, dat de bewegingsslag van de wagen bepaalt.
15 Bij wijze van voorbeeld is de uitvoeringsvorm van fig. 3 voorzien van een grond- of dragerlaag 86, die in doekvorm vanaf een voorraadrol 88 aan de inrichting wordt toegevoerd, zoals schematisch in fig. 8 is afgeheeld. Het dragerdoek 86 kan uit vele materialen bestaan, zoals bij-20 voorbeeld uit een niet-geweven doek. Het doek wordt vanaf de voorraadrol 88 over een leirol 92 aan een tweede leirol 94 toegevoerd, waartegen desgewenst, zoals getekend, een drukrol 90 kan aanliggen en die het dragerdoek 86 en een door de wagen 30 daarop geplaatste schuine inslag-25 dradenlaag ondersteunt, waarna de combinatie naar de stikzone omlaag beweegt om tot een eenheid te worden samengestikt. Deze beweging wordt tot stand gebracht door de bestuurde beweging van de kettinghaken op de haakschalmen, die de hakenkettingsamenstellen 62 en 84 vormen. De kettin-30 gen worden aangedreven en geleid over een of meer vertande kettingaandrijfrollen en leirollen, zoals de kettingsrollen 96, 98, 100 en 102. De pijlen in fig. 8 geven de bewegingsrichting van de kettingen (en dus ook van de hakenL alsmede van het daardoor meegenomen textielproduct aan.
35 De hakenkettingsamenstellen bestaan uit een groot aantal haakschalmen .104, die elk een of meer (bij voorkeur een aantal) pennen 106 van een bepaalde vorm en afmeting dragen. Deze haakschalmen 104 vormen schalmen van een over de kettingrollen lopende ketting zonder eind, waarbij de 40 pennen .106 van deze schalmen tijdens cte vervaardiging van 8303737 -10- het product de zelfkantlussen 110 van de inslagdraden vasthouden. In fig. 8 is te zien, dat de pennen 106 van de schalmen 104 van de beide kettingsamenstellen 62 en 84 steeds in een bepaalde richting wijzen.
5 In fig. 9 is een haakschalm 104 van bij voorbeeld het korte kettingsamenstel 62 afgeheeld, welke schalm pennen 106 heeft, die zo zijn gericht, dat de vrije haakeinden 10.8 daarvan in de richting wijzen, waarin het gerede product van de inrichting wordt verwijderd. In fig. 9 10 zijn ook kettingschalmen 112 zichtbaar. Wegens deze stand van de pennen 106 wordt het verwijderen van het verkregen textielproduct van de pennen 106 bij het kettingsamenstel 62 uitgevoerd door een randstrook 120 langs de betrokken zelfkant te snijden door middel van een door een motor .116 aan-15 gedreven roterend mes 114.
Aan de tegenoverliggende zijde van het gerede textielproduct, waar het kettingsamenstel langer is en waar de vrije einden 118 van de pennen 122 tegen de bewegingsrichting van het gerede product in zijn gericht als 20 dit uit de werkzone beweegt, is een lusafschuifplaat 124 opgesteld (fig. 11I, die de lussen 110 van de inslagdraden 48 zodanig aangrijpt, dat de lussen eenvoudig van de pen-einden 118 afgeschoven worden. Aan deze zijde wordt derhalve geen zelfkantrandstrook afgesneden en het verkregen 25 textielproduct 126 wordt over rollen 128 van het ketting -samenstel 84 verwijderd.
Fig. 10 toont een vasthoudorgaan 136, dat desgewenst kan worden toegepast maar niet noodzakelijk is.
Dit vasthoudorgaan 136 dient om het samenstel van de diago-3Q naai lopende inslagdraden en de dragerlaag althans nagenoeg onverschuifbaar ten opzichte van elkaar vast te houden ten einde de ligging van de inslagdraden op de dragerlaag in een bepaald patroon nauwkeurig te beheersen. Het vasthoud-orgaan heeft een brede eindloze band 130, die aan zijn bo-35 veneinden om de eerder genoemde drukrol 90 en aan zijn ondereinden om een geleiding 132 loopt en daarbij de schuine inslagdraden tegen de dragerlaag drukt. Daarbij dient een steunplaat 134 om de samen te stikken componenten onverschuifbaar in te klemmen,nadat zij door de band 130 zijn 40 aangegrepenjtotdat zij de stikzone bereiken. De lineaire 8303737 % -11- *» snelheid van de band 130 is een functie van de lineaire snelheid van de dragerlaag.
In de fig. 13-18 is een andere uitvoeringsvorm van de hier door 150 aangeduide inrichting afgeheeld, 5 waarbij een doors tikmachine met twee inslagwagensamenstellen 152 en 154 is uitgerust, waarvan het eerste in dwarsrichting heen en weer beweegbaar is, zoals aangeduid door de pijlen 156,en waarvan het laatste in schuine richting heen en weer beweegbaar is, zoals aangeduid door de pijlen 158. Bij deze uit-10 voering wordt elk wagensamenstel 152, 154 onafhankelijk aangedreven, zodanig, dat de bewegingen van elk wagensamenstel onafhankelijk instelbaar en programmeerbaar zijn naar keuze van de gebruiker, waarbij bijvoorbeeld de beide wagensamen-stellen met verschillende en variabele snelheden kunnen 15 worden aangedreven. De aandrijving geschiedt daarbij weer vanaf de hoofdaandrijving van de machine. In fig. 13 is de werkzone door 199 aangeduid.
Met de inrichting van de fig. 13-18 kan een product worden vervaardigd, dat een of meer dwarse inslag-20 lagen alsmede een of meer diagonale inslaglagen heeft, waardoor het gerede product een inherente treksterkte in een aantal richtingen krijgt zonder dat daarvoor grond- of drager-lagen nodig zijn ofschoon desgewenst zulk een dragerlaag eenvoudig kan worden aangebracht. Als meer dan ëén schuine 25 inslaglaag wordt gewenst heeft de gebruiker de keuze tussen een meervoudige doorvoer door de inrichting van fig. 13 en de toevoeging van een derde inslagwagen, die langs een onder een willekeurige gewenste hoek lopende baan beweegt, welke baan bijvoorbeeld een hoek van 90° met de pijlrichting 30 158 insluit.
In het laatste geval verschaft een enkele stikhewerking een textielproduct als afgeheeld in de fig.
23 en 24. Hier lopende schuine inslagdraden 160 van een eerste laag nagenoeg loodrecht op de inslagdraden 162 van 35 een daarop liggende tweede laag, waarbij de beide schuine inslaglagen op een laag van dwarse inslagdraden 164 liggen en waarbij deze combinatie in een enkele stikhewerking wordt samengestikt. De insteekplaatsen van het stikgaren zijn in fig. 24 schematisch door 166 aangeduid.
40 In het eerste geval verschaft een dubbele 8303737 -12- stikbewerking een textielproduct als afgebeeld in de fig. 25 en 26. Hier ligt een laag van eerste schuine inslagdraden 168 op een laag van eerste dwarsinslagdraden 170 en dit samenstel wordt in een eerste stikbewerking of doorgang samen-5 gestikt; het aldus verkregen product kan desgewenst worden omgekeerd en wordt op de wijze van een dragerlaag opnieuw toegevoerd/ zodat een laag van tweede schuine inslagdraden 172 op een laag van tweede dwarse inslagdraden 174 wordt geplaatst/ waarna in een tweede stikbewerking het gerede 10 samenstel wordt samengestikt tot een samenhangend product met een uiterlijk in de geest van fig. 25. Het resultaat is een samengesteld textielproduct met tegen elkaar liggende dwarse inslaglagen en buitenste tegengesteld gerichte schuine inslaglagen,. die elkaar althans nagenoeg onder een 15 hoek. van 9Q° kruisen. Andere variaties zijn uiteraard ook denkbaar.
Als de gebruiker met de inrichting van de fig. 13-18 een textielproduct wenst te vervaardigen, dat een enkele schuine inslaglaag in combinatie met een laag 20 van in dwarsrichting lopende inslagdraden heeft, kan zulk een product met of zonder dragerlaag worden gevormd, afhankelijk van het gebruik waarvoor het gerede product is bestemd. De fig. 19 en 20 illustreren schematisch een samengesteld textielproduct, bestaande uit de naar keuze toe te 25 passen dragerlaag 176, die op de plaatsen 178 aan een dwarse inslaglaag 180 is gestikt, welke laag 180 zichtbaar tussen de dragerlaag 176 en een laag van schuinlopende inslagdraden 182 ligt opgesloten, waarbij deze drie lagen een constructieve . eenheid vormen. De fig. 21 en 22 tonen de combinatie 30 van de fig, 19 en 20 zonder de dragerlaag 176, waardoor een open constructie van bepaalde garendichtheid wordt verkregen.
In de fig. 13-18 is te zien, dat''het in dwarsrichting bewegende inslagwagensamenstel 152 wordt be-35 stuurd door besturingsmiddelen 184, terwijl het schuin bewegende inslagwagensamehstel15éoor besturingsmiddelen 186 wordt bestuurd, welke beide besturingsmiddelen onafhankelijk van elkaar kunnen worden ingesteld voor de aanpassing aan en de snelheidsregeling van de respectieve .wagensamenstellen. 40 In fig. 14 is schematisch de koppeling tussen deze bestu- 8303737 -13- ringsmiddelen 184 en 186 en de aandrijving vanaf de hoofdmotor van de machine aangegeven. Drijfkettingen 188 en 190 werken samen met aandrijf- en leikettingwielen 192 om het gewenste resultaat te verkrijgen.
5 Fig. 13 toont de in dwarsrichting lopende inslaglaag 194 verkregen met de beweging van het wagensamen-stel 152 en de daaroverheen liggende schuin lopende inslaglaag 196 verkregen door de bewegingen van het wagensamenstel 154. Beide inslaglagen worden tijdens een enkele doorgang 10 door de machine gevormd, met of zonder een derde laag, en • worden in een enkele stikhewerking aan elkaar gestikt.
Fig. 21 toont op grotere schaal een aanzicht van het gerede product, verkregen met de inrichting en de werkwijze afgeheeld in fig. 13. Dit textielproduct heeft een grote diraen-15 sionele stabiliteit.
Afgezien van de haakschalmen en de pennen daarvan kan naar de beschrijving van de fig. 1-12 worden verwezen voor een goed begrip van het plaatsen van de dwarse en schuine inslagdraden, waarbij de hoeken ten opzichte van 20 de machinelangsrichting variabel zijn.
Bij de uitvoeringsvorm van fig. 13 zijn de kettingsamenstellen 198 van gelijke inplaats van ongelijke lengte, waarbij pennen van verschillende uitvoering kunnen worden toegepast. De pennen 200 lopen bij voorkeur evenwij-25 dig aan elkaar inplaats van onder een hoek en zijn langer e n van' grotere maat dan de pennen van de eerderbeschreven uitvoeringsvormen. De fig. 15-18 tonen verschillende gunstige uitvoeringsvormen van de haakschalmen met de daaraan vastzittende haakvormige pennen 200, welke fig. voor zich-30 zelf mogen spreken.
8303737

Claims (8)

1. Textielproduct vervaardigd bij normale machi-nesnelheden van een doorstikmachine, gekenmerkt door een laag van inslagdraden, die door bindgarens tot een samenhangende structuur zijn verenigd , waarbij de inslag- 5 dradenlaag een aantal inslagdraden bevat, die zich uitstrekken in richtingen, welke althans nagenoeg een hoek van 45° met de langsrichting van de machine insluiten.
2. Textielproduct volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het product twee lagen van inslag- 10 draden bevat, waarvan er êên onder een hoek met de machine-langsrichting loopt.
3. Textielproduct volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het product drie lagen van inslagdraden bevat, waarvan er twee onder een hoek met de machine- 15 langsrichting lopen.
4. Inrichting voor het vervaardigen van een textielproduct volgens een der voorafgaande conclusies bij normale snelheden van een stikmachine, gekenmerkt-door eerste middelen voor het vormen van een laag van 2Q inslagdraden, welke middelen beweegbaar zijn onder een kleinere hoek dan 9Q° ten opzichte van de machinelangsrichting, middelen voor het vormen van een tweede laag en middelen voor. het door stikken verbinden van de verschillende lagen.
5. Inrichting volgens conclusie 4, m e t het 25 kenmerk, dat de verschillende lagen een laag van inslagdraden bevatten, die zich althans nagenoeg dwars op de machinelangsrichting uitstrekken.
6. Inrichting volgens conclusie 4, m e t het k e n m e r k, dat de verschillende lagen twee lagen van 3Q inslagdraden bevatten, die zich althans nagenoeg onder een hoek van 45° met de machinelangsrichting uitstrekken.
7. Werkwijze voor het vervaardigen van een textielproduct bij normale snelheden van een doorstikmachine, met het kenmerk, dat een laag van inslagdraden 35 zodanig wordt aangebracht, dat de draden zich onder een kleinere hoek dan 9Q° ten opzichte van de machinelangsrichting uitstrekken.
8. Werkwijze volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat genoemde hoek althans nagenoeg 45° bedraagt. 8303737
NL8303737A 1982-10-29 1983-10-28 Textielproduct van het doorgestikte type, alsmede werkwijze en inrichting voor het vervaardigen daarvan. NL8303737A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US43772682A 1982-10-29 1982-10-29
US43772682 1982-10-29
US54143883A 1983-10-17 1983-10-17
US54143883 1983-10-17

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8303737A true NL8303737A (nl) 1984-05-16

Family

ID=27031406

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8303737A NL8303737A (nl) 1982-10-29 1983-10-28 Textielproduct van het doorgestikte type, alsmede werkwijze en inrichting voor het vervaardigen daarvan.

Country Status (14)

Country Link
AU (1) AU2082083A (nl)
BR (1) BR8306005A (nl)
CA (1) CA1262403A (nl)
DE (1) DE3339205A1 (nl)
DK (1) DK494683A (nl)
ES (1) ES8502181A1 (nl)
FR (1) FR2535352A1 (nl)
GB (1) GB2131839B (nl)
IL (1) IL70073A0 (nl)
IT (1) IT1170555B (nl)
LU (1) LU85068A1 (nl)
NL (1) NL8303737A (nl)
NO (1) NO833936L (nl)
SE (1) SE8305905L (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3447643C1 (de) * 1984-12-28 1986-08-07 Karl Mayer Textil-Maschinen-Fabrik Gmbh, 6053 Obertshausen Kettenwirkmaschine mit Magazinschussvorrichtung und auf dieser hergestellte Kettenwirkware

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2590915B2 (fr) * 1984-10-31 1989-06-02 Nord Sa Union Textile Geotextile
DE3539179A1 (de) * 1985-11-05 1987-05-14 Liba Maschf Kettenwirkmaschine mit einem schussfadenmagazin und einer zufuehrungsvorrichtung fuer eine warenbahn
DE3631217C1 (de) * 1986-09-13 1988-01-14 Liba Maschf Vorrichtung zum Legen von Schussfaeden zwischen zwei auf eine Nadelfontur einer Kettenwirkmaschine zulaufende Laengsfoerderer
FR2616813B1 (fr) * 1987-06-22 1991-12-27 Crst Complexe textile pour materiaux composites et son procede de fabrication
EP0370580A1 (en) * 1988-11-25 1990-05-30 Akzo N.V. Process and apparatus for the manufacture of a tubular reinforcing material, more particularly for the reinforcement of a matrix, and the tubular reinforcing material and uses thereof
DE4402510C2 (de) * 1994-01-28 1998-04-23 Malimo Maschinenbau Kettenwirkmaschine mit einem Schußfadenmagazin
WO2000014317A1 (de) * 1998-09-02 2000-03-16 Saertex Wagener Gmbh & Co. Kg Verfahren zur herstellung eines multiaxialgeleges aus multifilamentfäden
DE102018105591A1 (de) * 2018-03-12 2019-09-12 V. Fraas Gmbh Anlage zur Herstellung eines technischen Netzes, Verfahren zur Herstellung eines technischen Netzes und technisches Netz

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB417330A (en) * 1933-04-01 1934-10-01 James Morton Improved apparatus for supplying fibrous material for incorporation in fabrics
GB1042134A (en) * 1962-06-07 1966-09-14 Courtaulds Ltd Non-woven textile fabrics
US3761345A (en) * 1969-04-03 1973-09-25 R Smith Nonwoven structure for reinforcing resinous material
FR2058440A5 (en) * 1969-09-04 1971-05-28 Lescroart Louis Non-woven fabric winding pattern with sometransverse yarns - lateral strength
GB1299638A (en) * 1970-04-01 1972-12-13 Wirkmaschinenbau Karl Marx Veb Improvements in or relating to flat warp knitting machines, particularly stitch-bonding machines
CA1151887A (en) * 1979-10-05 1983-08-16 Daniel Duhl Multiple stitch-through fabrics
GB2085496B (en) * 1980-10-16 1984-08-22 Bates W & A Ltd Reinforced structures

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3447643C1 (de) * 1984-12-28 1986-08-07 Karl Mayer Textil-Maschinen-Fabrik Gmbh, 6053 Obertshausen Kettenwirkmaschine mit Magazinschussvorrichtung und auf dieser hergestellte Kettenwirkware

Also Published As

Publication number Publication date
DK494683D0 (da) 1983-10-28
BR8306005A (pt) 1984-06-05
SE8305905L (sv) 1984-04-30
FR2535352A1 (fr) 1984-05-04
AU2082083A (en) 1984-05-03
IT1170555B (it) 1987-06-03
GB2131839B (en) 1986-11-12
DK494683A (da) 1984-04-30
GB2131839A (en) 1984-06-27
GB8329007D0 (en) 1983-11-30
NO833936L (no) 1984-04-30
LU85068A1 (nl) 1984-03-22
ES526875A0 (es) 1984-12-16
IT8349253A0 (it) 1983-10-31
ES8502181A1 (es) 1984-12-16
CA1262403A (en) 1989-10-24
IL70073A0 (en) 1984-01-31
SE8305905D0 (sv) 1983-10-27
DE3339205A1 (de) 1985-04-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US2890579A (en) Textile material and manufacture
US4556440A (en) Method and apparatus for production of bias fabrics
NL8303737A (nl) Textielproduct van het doorgestikte type, alsmede werkwijze en inrichting voor het vervaardigen daarvan.
US4377889A (en) Apparatus for controlling edge uniformity in nonwoven fabrics
US3769815A (en) Method of producing textiles on knitting machines
DE2012114A1 (de) Vorrichtung zum Auslegen von parallel zueinander verlaufenden Fäden, z. B. von Schußfäden für eine Kettenwirkmaschine
JPS6339702B2 (nl)
US4893482A (en) Warp-knitting fabric with oblique and diagonal filling threads
US4172748A (en) Method of forming non-woven net structures
US3030786A (en) Textile material and manufacture
US4703631A (en) Warp knitting machine
NL8105712A (nl) Geweven ritssluiting draagband en inrichting voor het vervaardigen daarvan.
KR100252152B1 (ko) 바느질장치
US4877470A (en) Method for the production of bias fabrics
US5047109A (en) Apparatus for production of bias fabrics
DE677443C (de) Mehrnadelnaehmaschine mit Bandtransport
DE3823475A1 (de) Maschinenverknuepfte maschenwaren
NL8005415A (nl) Meervoudige inslagdoorsteekstoffen en werk- wijze en inrichting voor het vervaardigen daarvan.
DE3219385C2 (nl)
US3905857A (en) Bonded carpet machine
US2283802A (en) Fabric making machine
USRE25749E (en) Textile material and manufacture
DE69907124T2 (de) Verfahren zum Säumen von Textilwaren oder dergleichen und Vorrichtungen zum Herstellung
JPS59130341A (ja) バイヤスされたよこ糸を有する布帛
GB2077785A (en) Mechanical consolidation of fibrous webs

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed