NL8303532A

NL8303532A - Hoogfrequent verwarmingsinrichting.

Info

Publication number: NL8303532A
Application number: NL8303532A
Authority: NL
Original assignee: Tokyo Shibaura Electric Co
Priority date: 1982-10-18
Filing date: 1983-10-14
Publication date: 1984-05-16
Also published as: US4549054A; KR880000798B1; NL185813C; DE3337313C2; KR840006401A; NL185813B; GB2129121A; DE3337313A1; AU545200B2; AU2010683A; GB2129121B; CA1202374A; GB8327412D0

Description

. · ' -1- 23500/CV/tl

Korte Aanduiding: Hoogfrequent verwarraingsinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een hoogfrequent verwarraingsinrichting bestemd voor het koken van voedingswaren,die worden geplaatst in een 5 verwarmingskamer,waarbij de verwarmings en kookhandelingen worden uitgevoerd door een electrische verwarmer en/of hoogfrequent generator.

In het algemeen heeft een hoogfrequent verwarraingsinrichting,bijvoorbeeld een microgolfoven, een buitenmantel en een in de buitenmantel opgestelde binnenmantel,welke mantels althans in hoofdzaak doosvormig zijn.

10 Daarbij begrenst de binnenmantel een verwarmingskamer. Op het voorvlak van de buitenmantel is een deur voor een toegangsopening van de verwarmingskamer aangebracht en een bedieningsgedeelte,voorzien van een afbeel-dingspaneel en verschillende bedieningsknoppen is op het rechter zijpaneel aan de deur bevestigd. Verder zijn bovenste en onderste electrische 15 verwarmingsorganen in de verwarmingskamer opgesteld. Ieder verwarmingsor-gaan heeft een warmtefopwekkend gedeelte gelegen in de verwarmingskamer en een paar van aansluitingseindgedeelten bevestigd aan een achterplaat van de binnenmantel. Ieder aansluitend eindgedeelte steekt naar achteren uit van de binnenmantel door een bevestigingsgat aangebracht in de achterplaat.

20 Buiten de rechter zijplaat van de binnenmantel is een warmte afachermplaat opgesteld op een zodanige wijze,dat deze op een zekere afstand van de rechter zijplaat is gelegen.Een opneemkamer is begrensd tussen de warmte-schermplaat en een rechter zijwand van de buitenmantel. De warmtebescherm-plaat dient voor het voorkomen dat warmte aanwezig aan de zijkat van de 25 verwarmingskamer rechtstreeks in de opneemkamer wordt uitgestraald.

Binnen de opneemkamer zijn electrische hoogspanningsbestanddelen voor hoogfrequent generator opgesteld,zoals een hoogspanningsomzetter ,condensator, gelijkrichter, enz,, evenals een magnetron (hoogfrequent oscillator) voor het uitstralen van hoogfrequent energie in de verwarmingskamer. Verder 30 is in de opneemkamer ook een ventilator opgesteld voor het koelen van de electrische hoogspanningsonderdelen en electrische regéonderdelen,zoals een relais,een bedrukt bord voor het regelen van de werking van de electrische hoogspanningskomponenten,de ventilator,de verwarmingsmiddelen ,enz.

Een bekende microgolfoven met de boven omschreven constructie heeft 35 de volgende nadelen.

8303532 « * -2- 23500/CV/tl

Bij een dergelijke verwarmingsinrichting is de temperatuur van het warmteopwekkende gedeelte hoger dan die van de aansluitingseindgedeelten. Op grond hiervan worden naar alle waarschijnlijkheid bij het koken of bakken de linker en rechter zijplaten,welke met de zijplaten van de 5 binnenmantel het dichtst nabij het verwarmingsorgaan zijn,tot de hoogste mate verhit. In aanvulling is de warmte uitgestraald van de ver-warmingskamer het meest intens in de nabijheid van de rechter en linker zijplaten. Zodoende wordt de spleet begrensd tussen de rechter zijplaat en de afschermplaat verhoudingsgewijs groot gemaakt ten einde het effect 10 van het af schermen van de opneemkamer van de van de rechter zijplaat uitgestraalde warmte te bevorderen. In een dergelijk geval wordt echter de microgolfoven in zijn geheel verhoudingsgewijs groot.Als tegen maatregel met betrekking hiertoe is het overwogen een warmte isolerend materiaal aan te brengen tussen de rechter zijplaat en de warmteaf-15 schermplaat om daarbij het warmte isolerende effect te vergroten of typen van hoge warmteweerstand te gebruiken als electrische componenten in de opneemkamer. In beide gevallen zijn echter de hiermee samenhangende kosten bijzonder groot.

Met het oog op het vermijden van het antenne effect van het onderste 20 verwarmingsorgaan indien de magnetron werkt moet een microgolfenergie absorbeerorgaan,zoals bijvoorbeeld ferriet,worden aangebracht om het aansluiteindgedeelte dat naar achteren uitsteekt van de achterplaat van de binnenmantel. Dientengevolge moet een verhoudingsgewijs grote ruimte voor het opnemen van de verbindingseindgedeelten aan de achterzijde 25 van de binnenmantel zijn aangebracht. Dit resulteert in het nadeel, dat de inrichting in zijn geheel groot wordt en tegelijkertijd een grotere installatieruimte vereist.

Aangezien verder een aantal electrische onderdelen zijn opgenomen in de opneemkamer is de bedradingshandeling tussen de electrische hoog-30 spanningsonderdelen en de electrische regelonderdelen moeilijk uit te voeren indien de inrichting is samengebouwd,terwijl ook het onderhoud en de inspectie van de inrichting lastig wordt.

Aangezien de electrische hoogspanningsonderdelen,zoals de hoogspan-ningsomzetter ,welke de aanbrenging van een spanning van ongeveer .

35 2000 V ondergaat en warmte opwekt,welke verhoudingsgewijs groot in waarde is,en de electrische regelcomponenten,welke slechts^aanbrenging 8303532 -3- 23500/CV/tl van een spanning van ongeveer 100 V ondergaan en warmte opwekken,welke verhoudingsgewijs klein in grootte is, zijn opgesteld in dezelfde opneem-kamer,is het waarschijnlijk,dat warmteopwekking,lekkage van het magnetische veld enz. door de hoogspanningsomzetter ,magnetron, enz. resp. de electri-5 sche regelonderdelen zal beïnvloeden. Dientengevolge is het mogelijk,dat de electrische regelonderdelen foutieve werkingen zullen uitvoeren en tegelijkertijd een vermindering in de levensduur van de microgolfoven zullen veroorzaken.

Het is dan ook een oogmerk van de huidige uitvinding een hoogfrequent 10 verwarmingsinrichting te verkrijgen,welke klein in afmeting is. Het is een ander oogmerk van de uitvinding een hoogfrequent verwarmingsinrichting te verkrijgen,waarin bedradingshandeling van de electrische componenten gemakkelijk uit te voeren is op het tijdstip van de samenbouw van de inrichting. Het is nog een ander oogmerk van de uitvinding een hoogfrequent 15 verwarmingsinrichting te verkrijgen,welke gemakkelijk te onderhouden en te inspecteren is. Het is een verder oogmerk van de uitvinding een hoogfrequent verwarmingsinrichting te verkrijgen, welke is ontworpen om te voorkomen, dat de verschillende electrische onderdelen fouten maken en waarvan de levensduur is vergroot.

20 Volgens een aspect van de huidige uitvinding is voorzien in een hoog frequent verwarmingsinrichting voorzien van een buitenmantel,welke althans in hoofdzaak doosvormig is; een binnenmantel,welke althans in hoofdzaak doosvorraig is en is opgesteld in de buitenmantel zodanig dat deze op een bepaalde afstand van een binnenvlak van de buitenmantel is gelegen,waarbij 25 de binnenmantel een verwarmingskamer begrenst voor het opnemen van daarin te bakken of te koken voedingsmaterialen ,en een toegangsopening heeft via welke de voedingsmaterialen in de binnenmantel kunnen worden ingebracht en uitgenomen en een aantal zijplaten resp.opgesteld tegenover het binnenvlak van de buitenmantel; een warrateschermplaat opgesteld in het inwendige van 30 de buitenmantel en bij de buitenzijde van een zijplaat van de binnenmantel op zodanige wijze,dat de warrateschermplaat op een bepaalde afstand is gelegen van en tegenover de ene zijplaat,terwijl de warmteschermplaat is bevestigd aan het binnenvlak van de buitenmantel en de ruimte tussen de binnenmantel en de buitenmantel verdeelt in een eerste opneemkamer gelegen 35 aan de zijkant tegenover die waar de binnenmantel is opgesteld ten opzichte van de warmteschermplaat welke dienst doet als een begrenzing, en een 8303532 1* -4- 23500/CV/tl tweede opneemkaraer gelegen bij de zijkant van de binnenraantel; een dec-trisch verwarraingsorgaan opgesteld binnen de verwarmingskamer waarbij het verwarmingsorgaan een warmteopwekkend gedeelte bezit,dat binnen de verwarmingskamer is gelegen en verbindingseindgedeelten bevestigd aan de 5 ene zijplaat van de binnenmantel en gaande door deze ene zijplaat en de warmteschermplaat om uit te steken in de eerste opneemkaraer; een hoogfrequent oscillator opgesteld in de eerste opneemkamer voor het uitstralen van de hoogfrequentenergie in de verwarmingskamer; en een regelinrichting opgesteld in de tweede opneemkamer voor het regelen van de werking van 10 de hoogfrequent oscillator en verwarmingsorgaan.

Bij deze constructie is de ruimte tussen de buitenmantel en de binnenmantel verdeeld in eerste en tweede opneemkamers,waarbij in de eerste opneemkamer de hoogfrequent oscillator,zoals een magnetron, de hoogspanning-omzetter, enz. is opgesteld,terwijl in de tweede opneemkamer de regelin-15 richting,zoals een relais, een bedrukt bord enz. is opgesteld.Aangezien op deze wijze de hoogfrequent oscillator en de regelinrichting zijn opgesteld in de afzonderlijke opneemkamers is het mogelijk de bedradings-handeling uit te voeren op het tijdstip van samenbouw van de verwarmings-inrichting en zijn de onderhoud en inspectiehandelingen voor de verwar-20 mingsinrichting gemakkelijk uit te voeren. De regelinrichting wordt moeilijk beïnvloed door de warmteopwekking ,lekkage van magnetische veld enz. van de hoogfrequent oscillator. Als resultaat is het mogelijk te voorkomen ,dat de regelinrichting foutieve handelingen uitvoert en kan de levensduur van de verwarmingsinrichting worden vergroot.

25 Verder is het warmteschermplaat aangebracht aan de buitenzijde van de zijplaat van de binnenmantel waaraan de verbindingseindgedeelten van het verwarmingsorgaan zijn bevestigd,dat wil zeggen bij de buitenzijde van de zijplaat,welke verhoudingsgewijs moeilijk te verhitten is door het verwarmingsorgaan. Dientengevolge kan ,zelfs indien de tussenruimte tussen de 30 warmteschermplaat en de zijplaat klein wordt gemaakt, de warmteschermplaat effectief dienen om de hitte afgegeven van de verwarmingskamer af te schermen. Dienovereenkomstig is het mogelijk de verwarmingsinrichting in zijn geheel te verkleinen. De verbindingseindgedeelten van het verwarmingsorgaan zijn opgenomen in de eerste opneemkamer.Dientengevolge is er geen 35 behoefte een speciale opneemruimfce aan te brengen voor het opnemen van de verbindingseindgedeelten,met als resultaat,dat het mogelijk wordt de verwar- 8303532 -5- 23500/CV/tl mingsinrichting kleiner in afmetingen uit te voeren.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van enige in bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvormen van de constructie volgens de uitvinding.

5 Fig. 1 tot 6 tonen een hoogfrequent verwarmingsinrichting volgens een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding,waarin fig.1 een perspectivisch aanzicht is van het uiterlijk van de inrichting.

Fig. 2 een doorsnede is genomen volgens de lijn II- II van fig.1.

Fig. 3 een doorsnede is over de lijn III- III van fig.2.

10 Fig. 4 een doorsnede is genomen volgens de lijn IV- IV in fig.2.

Fig. 5 een perspectivisch schematisch aanzicht is van de toestand waarin een warmteschermplaat wordt aangebracht.

Fig. 6 schematisch in perspectief een belangrijk deel van de inrichting toont.

15 Fig. 7 gedeeltelijk in aanzicht en gedeeltelijk in doorsnede een hoogfrequent verwarmingsinrichting volgens een verder uitvoeringsvoor-beeld van de uitvinding toont.

Fig. 1 toont een hoogfrequent verwarmingsinrichting,bijvoorbeeld een microgolfoven 10. Deze oven 10 heeft een buitenmantel 12,welke althans 20 in hoofdzaak doosvormig is en een deur 16 voorzien van een handgreep 14, waarbij de deur verzwenkbaar is aangebracht aan een voorvlak van de buitenmantel 12. Onder de deur 16 is een bedieningsgedeelte 18 voorzien van een weergeefpaneel .verschillende bedieningsknoppen enz. aangebracht.

Zoals het beste weergegeven in de fig.2 - 6 heeft de buitenmantel 25 een paar tegenover elkaar opgestelde zijwanden 20 en 21,een bovenwand 22 en een onderwand 24,waarbij ieder van de wanden rechthoekig is. Verder heeft de buitenmantel 12 een achterwand 26,die daaraan verwijderhaar is bevestigd en is voorzien van een doorgedrukt naar achteren uitstekend gedeelte 28. Voorste eindgedeelten (dat wil zeggen de onderste eindgedeelten 30 in fig.2) van de zijwanden 20 en 21,de bovenwand 22 en de onderwand 24 zijn ieder naar binnen gebogen voor het vormen van een flens,waarbij de deur 16 aan de flens is bevestigd. Binnen de buitenmantel 12 is een binnenmantel 30 opgesteld,welke althans in hoofdzaak doosvormig is en een'verwarmings-kamer 29 begrenst,welke bestemd is voor het daarin te bakken of te koken · 35 voedingsmateriaal. De binnenmantel 30 heeft een paar zijplaten 32 en 33, een bovenplaat 34,een bodemplaat 36 en een achterplaat 38,waarbij ieder 8303532 -6- 23500/CV/tl .

r* van deze platen rechthoekig in vorm is. De desbetreffende voorste eindge-deelten (dat wil zeggen de onderste eindgedeelten in fig.2 ) van deze platen 32 tot 36 zijn ieder naar buiten gebogen en bevestigd aan de flens van de buitenmantel 12. Een toegangsopening 40 via welke voedingsmateria-5 len in en uit de verwarmingskamer 29 kunnen worden gebracht wordt begrensd door de voorste eindrand van iedere plaat en deze opening 40 wordt geopend en gesloten door de deur 16. De platen 32 tot 36 van de binnenmantel zijn gelegen tegenover de wanden 20 tot resp.26 van de buitenmantel 12 op zodanige wijze,dat de platen van de binnenmantel op 10 een zekere afstand van de platen van de buitenmantel zijn gelegen.

Op een plaat binnen de buitenmantel 12 en achter de achterplaat 38 van de binnenmantel 30 is een warrateschermplaat 42 zodanig opgesteld, dat deze op een bepaalde afstand van de achterplaat 38 is gelegen en zich althans nagenoeg evenwijdig aan deze plaat 38 uitstrekt. De warrateaf-15 schermplaat heeft althans in hoofdzaak de vorm van een rechthoek en zijn onderrand en zijranden liggen aan tegen de bodemwand 24 resp. de zijwanden 20 en 21. De warmteschermplaat 42 is met behulp van schroeven bevestigd aan afgebogen stukken 40,die zijn gevormd door het insnijden en omhoog buigen van delen van de onderwand 24,zoals is weergegeven in de fig.4 en 6.

20 De warmteschermplaat 42 heeft een aantal omgebogen stukken 46,die zijn gebogen naar de binnenmantel 30 en een achterste gedeelte van de binnenmantel 30 is met behulp van schroeven .aan deze afgebogen stukken 46 bevestigd,zodat het achterste gedeelte van de binnenmantel 30 wordt ondersteund door de warmteschermplaat 42. Een ruimte tussen het binnenvlak van de 25 buitenmantel 12 en het buitenvlak van de binnenmantel 30 is door middel van de warmteschermplaat 42 als een begrenzing verdeeld in een eerste op-neemkamer 48 gelegen aan de zijde van de achterwand 26 en een tweede op-neemkamer 50 gelegen aan de zijde van de binnenmantel 30.Opgemerkt wordt, dat de warmteschermplaat 42 dient om te voorkomen,dat de warmte binnen de 30 verwarmingskamer 29 wordt uitgestraald naar de zijde van de eerste opneem-kamer 48.

Op een nagenoeg centraal gedeelte van de eerste opneerakamer 48 is een scheidingsplaat 52 opgesteld welke het inwendige van de eerste opneemkamer 48 verdeelt in een derde opneerakamer 54 en een vierde opneemkamer 56.Deze 35 scheidingsplaat 52 is althans nagenoeg loodrecht op de warrateschermplaat 42 opgesteld en is met een van zijn zijkanten aan deze plaat bevestigd. De 8303532 o.

-7- 23500/CV/tl andere zijkant en het ondereinde van de scheidingsplaat 42 is roet schroeven bevestigd aan de achterwand 26 resp. de onderwand 24 van de buitenmantel 12.De scheidingsplaat 52 verdeejt niet slechts de eerste opneem-kamer 48 maar dient ook als een versterkingsorgaan voor de buitenmantel 5 12. Zoals in het bijzonder duidelijk zal zijn uit fig.4 en 6 is een linker en onderste eindgedeelte van de warrateschermplaat 42 afgebogen naar de binnenmantel daarbij ?een waterlekkage voorkomend gedeelte 58 vormend waarvan de dwarsdoorsnede is gevormd als een "L". Onder dit waterlekkage voorkomende gedeelte 58 is een verbindingsopening 60 gevormd,welke ver-1Ö binding geeft tussen de tweede opneemkamer 50 en de vierde opneemkamer 46.

In de eerste opneemkamer 48 is een hoogfrequent oscillator 62 opgesteld voor het uitstralen van hoogfrequent energie in de verwarmingskamer 29. Deze hoogfrequent oscillator 62 omvat een magnetron 64 (hoogfrequent 15 oscillator) opgesteld in de derde opneemkamer 54,een caiiensator 66,een gelijkrichter 68,en een hoogspanningsomzetter 70 opgesteld in de vierde opneemkamer 56.De magnetron 64 is bevestigd aan een basiseindgedeelte van een golfgeleider 72 aangebracht op de bovenplaat 34. De hoogfrequent energie toegevoerd van de magnetron 64 wordt geleid door de golfgeleider 20 72 en wordt ingebracht in de verwarmingskamer 29 door een stralingsopening 74,die is gevormd in de bovenplaat 34.De condensator 66 en gelijkrichter 68 zijn aangebracht op de scheidingsplaat 52. De hoogspanningsomzetter 70 is opgesteld op de onderwand 24 van de buitenmantel 12. Meer in het bijzonder is deze omzetter of transformator 70 opgesteld bij een hoek begrensd door 25 de zijwand 20 en de achterwand 26 op zodanige wijze dat deze tegenover de verbindingsopening 60 is gelegen. Een koelventilatorraotorsamenstel 76 is opgestéd in de vierde opneemkamer 56 en aangebracht op de scheidingsplaat 52.Een ventilator 79 van het samenstel 76 is draaibaar aangebracht in een doorgaande boring 78,welke is gevormd in de scheidingsplaat 52.

30 Deze boring maakt verbinding mogelijk tussen de derde opneemkamer 54 en de vierde opneemkamer 56 en is tegelijkertijd zodanig opgesteld,dat deze tegenover de magnetron 64 is gelegen.

Binnen de verwarmingskamer 29 zijn een bovenste electrische verwar-mingsorgaan 80 en onderste electrisch verwarmingsorgaan 82 opgesteld.

35 De bovenste en de onderste verwarraingsorganen 80,82 hebben een warmteopwek-kend gedeelte 86,dat binnen de verwarmingskamer 29 is gelegen,en een paar 8303532 -8- 23500/CV/tl verbindingseindgedeelten 87.Deze verbindingseindgedeelten 87 strekken zich uit in de eerste opneemkamer 48 door de achterplaat 38 van de binnen-mantel 30 en de warmteschermplaat 42 en zijn verwijderbaar vastgehouden in fittingen 90,die aan de warmteschermplaat 42 zijn bevestigd. Rondom 5 iedere fitting 90 is een microgolfenergie absorbeerorgaan 94,zoals ferriet aangebracht.

Anderzijds is in de tweede opneemkamer 50 een regelinrichting 96 opgesteld voor het regelen van de werkingen van de hoogfrequent oscillator 72, koelventilator 76 en verwramingsorganen 80,82. De regelinrichting 96 is 10 opgesteld op een plaats,welke binnen de bedieningssectie 28 is en op de onderwand 24.De regelinrichting 96 heeft electrische regelcomponenten 98,zoals een relais,en een gedrukt circuitbord 100. De onderdelen 98 en bord 100 zijn aangebracht op de onderwand 24 .Desbetreffende stroomdraden van de electrische onderdelen 98 en het gedrukte circuitbord 100 zijn ge-15 leid in de eerste opneemkamer 48 door een boring 102,die is gevormd bij het onderste gedeelte van de warmteschermplaat 42 en verbonden met andere electrische componenten,die zijn opgesteld in de eerste opneemkamer 48. Verder zijn een aantal ventilatieopeningen 104 gevormd in de onderwand 24 van de buitenmantel 12,welke een verbinding mogelijk maken tussen het uit-20 wendige van deze mantel en de tweede opneemkamer 50. Zij zijn gelegen in de nabijheid van de verbindingsopening 60.Zoals weergegeven in fig.6 is de achterwand 26 van de buitenmantel 12 uitgevoerd met een aantal afvoerope-ningen 106 welke een verbinding vormen tussen het uitwendige vari de buitenmantel 12 en de derde opneemkamer 54.Indien de koelventilator 76 wordt 25 aangedreven wordt koellucht (dat wil zeggen de buitenlucht) aangezogen in de tweede opneemkamer 50 door de ventilatieopeningen 104 en in de vierde opneemkamer 56 ingebracht door de verbindingsopening 60. Daarna wordt de koellucht toegestaan de hoogspanningstransformator 70 te koelen en wordt dan ingebracht in de derde opneemkamer 54 door de boring 78 en wordt dan 30 op de magnetron 64 geblazen Deel van de op de magnetron 64 geblazen koellucht wordt ingebracht in de verwarmingskamer 29 via een leiding 108 (fig.4),terwijl het overblij/ende gedeelte van de lucht wordt afgevoerd naar buiten de buitenmantel 12 door de afvoeropeningen 106.

Zoals boven vermeld is achterwand 26 verwijderbaar aangebracht en deel 35 van de electrische onderdelen in de eerste opneemkamer 48 zijn opgenomen in het doorgedrukte gedeelte 28 van de achterwand 26.Dientengevolge zijn, 8303532 -9- 23500/CV/tl indien de achterwand 26 van de buitenraantel 12 is afgenomen,een deel van de electrische onderdelen in de eerste opneemkamer 48 aan de buitenzijde van de buitenmantel blootgesteld.

De microgolfoven 10,die de bovenstaande constructie heeft,heeft de 5 volgende voordelen.

(1) De verbindingseindgedeelten 87 van de verwarmingsorganen 80, 82 zijn aangebracht op de achterplaat 38 van het binnenhuis 30.Van alle platen van het binnenhuis heeft de achterplaat de laagste verwarmings-temperatuur indien. koken of bakken met behulp van de verwarmingsorganen 10 80, 82 wordt bewerkstelligd. Dientengevolge is de hoeveelheid warmte naar buiten uitgestraald vanuit de binnenraantel welke de verwarmingskamer 29 begrenst het kleinste bij de achterplaat 38. De warmtescherraplaat 42 is achter de achterplaat 38 aangebracht hetgeen een straling daarop van de kleinste hoeveelheid warmte mogelijk maakt. Dientengevolge kan,zelfs in-15 dien de tussenruimte tussen de achterplaat 38 en de warmteafschermplaat 42 klein wordt gemaakt in vergelijking met de bekende constructies ,de warmteafschermplaat 42 de overbrenging van de warmte uitgestraald uit de binnenmantel 30 voldoende afschermen. Dientengevolge is het mogelijk de inrichting als geheel klein te houden.Aangezien de warmtestraling ef-20 fectief kan worden afgeschermd door de warmtescherraplaat 42 is er geen behoefte een warmteisolerend orgaan aan te brengen tussen de aciterplaat 38 en de warmtescherraplaat 42 of dure electrische onderdelen van hoge warmteweerstand als electrische bestanddelen in de eerste opneemkamer 48 toe te passen. Dienovereenkomstig kan een vermindering in de vervaardi-25 gingskosten worden verkregen. In aanvulling is het mogelijk om op betrouwbare wijze thermische beschadiging aan de in de eerste opneemkamer 48 opgestelde electrische onderdelen te voorkomen waardoor een aanmerkelijke verbetering van de levensduur van de verschillende electrische componenten in vergelijking met de bekende microgolfovens te verkrijgen is.

30 (2) De verbindingseindgedeelten 87 van de verwarmingsorganen 80,82 en de verwarraingsfittingen 90 zijn opgesteld in de eerste opneemkamer 48. Dientengevolge is er niet langer enige behoefte voor het verkrijgen van een speciale opneemkamer voor het opnemen van de verbindingseindgedeelten 87 en de fittingen 90 van de verwarmingsorganen ,zodat het niet slechts 35 mogelijk is de gehele microgolfoven verder te verkleinen,maar ook de afmeting van de ruimte voor het installeren van de inrichting kan worden 8303532 ♦ -10- 23500/CV/tl verkleind.

(3) De ruimte tussen de buitenmantel 12 en de binnenmantel 30 is door de warmteafschermplaat 42 verdeeld in de eerste opneemkamer 48 en de tweede opneemkamer 50. De hoogfrequent oscillator 62,welke een grote 5 hoeveelheid warmte opwekt is opgesteld in de eerste opneemkamer 48,terwijl de regelinrichting 96 welke slechts een kleine hoeveelheid warmte ontwikkelt,is opgesteld in de tweede opneemkamer 50. Dientengevolge is het mogelijk om de bedradingshandeling tussen de hoogfrequent oscillator 62 en de regelinrichting 96 gemakkelijker uit te voeren dan bij de gebrui-10 kelijke microgolfoven terwijl tegelijkertijd de handelingen voor onderhouden inspectie van de inrichting worden vergemakkelijkt.

(4) De achterwand 26 van de buitenmantel 12 is daarop verwijderbaar aangebracht waarbij de opstelling zodanig is uitgevoerd,dat bij verwijderen van de achterwand althans een deel van de efe:trische onderdelen in de eer-15 ste opneemkamer 48 vrij toegankelijk zijn. Dientengevolge is het gemakkelijker mogelijk om onderhouds en inspectiewerkzaamheden op de electrische onderdelen in de eerste opneemkamer 48 uit te voeren. Aangezien de hoogfrequent oscillator 62 en de regelinrichting 96 zijn opgesteld in de afzonderlijke opneemkamers gescheiden door de warmteschermplaat 42 wordt de 20 regelinrichting 96 althans nagenoeg niet beinvloed door de warmte opgewekt door en het magnetisch veld lekkend van de hoogfrequent oscillator 62.Dienovereenkomstig is het mogelijk te voorkomen,dat de regelinrichting 96 fouten maakt terwijl ook zal worden voorkomen,dat de regelinrichting een afname in levensduur ondervindt.

25 (5) De scheidingsplaat 52 is opgesteld in de eerste opneemkamer 48 en verdeelt deze opneemkamer 48 in derde en vierde opneemkamers 54,56.

De scheidingsplaat 52 vormt een althans in hoofdzaak H-vormig gestel,te-samen met de achterwand 26 van de buitenmantel 12 en de warmteafscherra-plaat 42,waardoor de mechanische sterkte van de microgolfoven 10 wordt 30 vergroot. Het achterste gedeelte van de binnenmantel 30 wordt ondersteund door de warmteafschermplaat 42.Dientengevolge kan,zelfs indien de binnenmantel 30 een botsing van de voor en achterzijde ondervindt op het tijdstip van openen en sluiten van de deur, noch de binnenmantel 30 of de buitenmantel 12 worden vervormd. Bovendien is verder de mogelijkheid vermin-35 derd,dat op het tijdstip van openen en sluiten van de deur een niet nader weergegeven grendelschakelaar welke met deze onderdelen is vergrendeld, een foutieve werking uitvoert. Aangezien de scheidingsplaat 52 nagenoeg bij het middengedeelte van de eerste opneemkamer 48 is opgesteld wordt de 8303532 -11- 23500/CV/tl kracht werkende op de binnenmantel 30 van de voor en achterzijde daarvan daarop aangebracht op zodanige wijze,dat deze althans nagenoeg gelijkmatig wordt gemaakt bij de rechter en linker zijde daarvan. Dienovereenkomstig is het ,zelfs indien de voorwaartse en achterwaartse krachten worden aan-5 gebracht op de binnenmantel 30 ,of zelfs indien de binnenmantel thermisch uitzet,ónmogelijk dat de binnenmantel naar rechts of naar links wordt vervormd in een niet gelijkmatige stand,waardoor het mogelijk is te voorkomen dat de binnenmantel 30 wordt beschadigd terwijl tegelijkertijd wordt voorkomen,dat de hoogfrequent energie in verwarmingskamer 29 naar 10 buiten lekt. Een dergelijke opstelling geeft een verbeterde mechanische sterkte van het achterste gedeelte van de binnenmantel 30,met als resultaat, dat het mogelijk is de mate van vervorming van de onderwand 24 van de buitenmantel 12 tegen de trillingen gemaakt tijdens het transport van de inrichting 10 evenals tegen de stoot aangebracht indien de inrichting 10 15 naar beneden valt, te verminderen. De hoogspanningstransformator 70 kan zo worden beschermd tgen breuk of beschadiging.

(6) Aangezien het inwendige van de eerste opneemkamer (48) door de scheidingsplaat 52 is verdeeld in derde en vierde opneerakamers 54,56 kan de koellucht,die door de koelventüator 76 in de derde opneemkamer 54 wordt 20 ingebracht via de boring 78, betrouwbaar worden verhinderd tegen stroming in omgekeerde richting van de derde opneemkamer 54 in de vierde opneemkamer 56.Dientengevolge wordt de koellucht gelijkmatig ingebracht in de vierde opneemkamer 56,waardoor een aanmerkelijke toename in het nuttig effect waarmede de hoogspanningstransformator 70 wordt gekoeld, wordt ver-25 kregen. De koellucht uitgezonden door de boring 78 wordt voor het grootste gedeelte geblazen op de magnetron 64,zodat de magnetron 64 effectief wordt gekoeld.De zijwand van de buitenmantel 12 is niet voorzien van ventilatie-gaten zoals die zijn aangebracht bij de gebruikelijke microgolfoven. De microgolfoven 10 kan dus worden geïnstalleerd in een stand waarin de zij-30 wand van de buitenmantel 12 aansluit op bijvoorbeeld een muur. Dientengevolge is het mogelijk de afmeting van de ruimte voor het installeren van de inrichting 10 te verminderen ten opzichte van de ruimte vereist voor een gebruikelijke microgolfoven.

De huidige uitvinding is niet beperkt tot boven beschreven en afge-35 beelde uitvoeringsvoorbeeld aangezien verschillende wijzigingen en/of aanvullingen daarop kunnen worden aangebraht binnen de geest en beschermings- 8303532 ·* ' -12- 23500/CV/tl omvang van de uitvinding. Het ovengebied kan bijvoorbeeld zodanig zijn opgesteld,dat het bedieningsgedeelte 18 boven de deur 16 is aangebracht, terwijl de regelinrichting 96 op de binnenmantel 30 is opgesteld via een isolerend orgaan. Verder kan de inrichting 10 zo zijn opgesteld,dat, 5 zoals weergegeven in fig.2,de warmteschermplaat 42 buiten de rechter zijplaa^van de binnenmantel 30 is aangebracht daarbij de eerste opneem-kamer 49 begrenzend tussen de warmteschermplaat 42 en de rechter zijwand 20 van de buitenmantel 12,terwijl de verbindingseindgedeelten 87 van de verwarmingsorganen 80,82 zijn aangebracht op de rechter zijplaat.In een 10 dergelijk geval is het mogelijk om de tussenruimte tussen de rechter zijplaat 32 en de warmteafschermplaat 42 kleiner te maken dan in het voorgaande uitvoeringsvoorbeeld,terwijl het tegelijkertijd mogelijk is om de verbindingseindgedeelten 87 van de fittingen 90 van de verwarmingsorganen op te nemen in de eerste opneerakamer 48 .Dientengevolge kan de inrichting 15 compacter worden gemaakt.

8303532

Claims

1. Hoogfrequent verwarmiigsinrichting voorzien van een buitenmantel, welke een althans nagenoeg doosvormige vorm heeft,een binnenmantel, welke althans nagenoeg doosvormig is en is opgesteld in de buitenmantel zodanig dat er tussen de binnenmantel en de buitenmantel een bepaalde tussenruimte 5 aanwezig is,terwijl de binnenmantel een verwarraingskamer begrenst voor het daarin opnemen van te koken of te bakken voedingsmaterialen en is voorzien van een toegangsopening via welke voedingsmaterialen in en uit de verwar-mingskamer kunen worden gebracht en waarbij de binnenmantel tevens is voorzien van een aantal zijplaten die tegenover het binnenvlak van de buiten* 10 mantel zijn gelegen en een warmteschermplaat is opgesteld op een plaats binnen de buitenmantel en buiten een zijplaat van de binnenmantel zodanig dat de warmteschermplaat op een bepaalde afstand is gelegen van en tegenover die ene zijplaat en is bevestigd aan de buitenmantel,terwijl in de verwarraingskamer electrische verwarmingsorganen zijn opgesteld en de 15 inrichting verder is voorzien van een hoogfrequent oscijjLator Voor het uitstralen van hoogfrequent energie in de verwarraingskamer en regelmiddelen voor het regelen van de hoogfrequent oscillator en de electrische ver-. warmingsorganen,raet het kenmerk,dat de warmteschermplaat (42) de ruimte tussen de buitenmantel (12) en de binnenmantel (30) verdeelt in een eer-20 ste opneemkamer (48) gelegen aan de zijde tegenover die bij welke de binnenmantel is gelegen en een tweede opneemkamer (50) gelegen bij de zijkant van de fcinnenmantel,waarbij de warmtebeschermingsplaat een begrenzing vormt,terwijl de verwarmingsorganen (84) zijn voorzien van een warmteop-wekken gedeelte (86),gelegen binnen de verwarmingskamer (29) en van verbin-25 dingseindgedeelten (87),die aan de ene zijplaat van de binnenmantel (30) zijn bevestigd en zich door de ene zijplaat en de warmteschermplaat verlopen om zich uit te strekken in de eerste opneemkamer .terwijl de hoogfrequent oscillator (62) in de eerste opneemkamer is opgesteld en de regelmiddelen (96) in de tweede opneemkamer (50) zijn aangebracht.

2. Inrichting volgens conclusie 1,met het kenmerk,dat de buitenmantel (12) een paar tegenover elkaar opgestëde zijwanden (20,21) ,een onderwand (24) ,een bovenwand (22),een achterwand (26) en een scharnierbaar tegenover de achterwand opgestelde deur (16) heeft,terwijl de binnenmantel (30) een paar tegenover elkaar gelegen zijplaten (32, 33),een onderplaat (36), 35 een bovenplaat (34) en een achterplaat (38) heeft,waarbij de zijplaten,de bovenplaat en de onderplaat met hun voorste eindgedeelten zijn bevestigd 3303532 -14- 23500/CV/tl aan de buitenmantel en de toegangsopening (40) wordt begrensd door de desbetreffende voorste eindranden van de zijplaten ,de bovenplaat en de bodemplaat en te openen en te sluiten is door de deur,terwijl de warmte-schermplaat (42) buiten de achterplaat en althans nagenoeg evenwijdig 5 daaraan is opgesteld.

3. Inrichting volgens conclusie 2,met het kenmerk,dat de inrichting verder is voorzien van een scheidingsplaat (52),die in de eerste opneem-kamer (48) is opgesteld om deze eerste opneerakamer te verdelen in derde en vierde opneemkamers (54,56) en tevens dienstele doen als versterking 10 van de buitenmantel (12),waarbij de scheidingsplaat loodrecht op de warra-teschermplaat (42) is opgestëd en met een zijrand aan de warmteschermplaat is bevestigd,terwijl de andere zijrand is bevestigd aan de achterwand en een onderste zijrand is bevestigd aan de bodemwand,en waarbij een eindgedeelte van de binnenmantel (30) gelegen bij de zijde van de achterplaat (38) wordt 15 ondersteund door de warmteschermplaat.

4. Inrichting volgens conclusie 3,met het kenmerk,dat de hoogfrequent oscillator (62) een magnetron (64) omvat,die in de derde opneemkamer (54) is opgesteld,en een hoogspanningstransformator (70),die op de onderwand (24) en in de vierde opneemkamer (56) is aangebracht.

5. Inrichting volgens conclusie 4,met het kenmerk,dat de inrichting is voorzien van koelmiddelen voor het koelen van de hoogfrequent oscillator (62) en de regelmiddelen (96),waarbij de koelmiddelen zijn voorzien van een verbindingsopening (60),die is gevormd in de warmteschermplaat (42) om een verbinding tussen de tweede opneemkamer (50) en de vierde opneemka-25 mer (56) te vormen,waarbij de verbindingsopening tegenover de hoogspanningstransformator (70) is opgesteld, terwijl een groot aantal ventilatieopeningen (104) in de onderwand (24) is aangebracht ten einde een verbinding tot stand te brengen tussen het uitwendige van de buitenmantel (12) en de tweede opneemkamer in de nabijheid van de verbindingsopening,en een door-30 gaande boring (78) in de scheidingsplaat (52) is gevormd om verbinding mogelijk te maken tussen de derde opneemkamer (54) en de vierde opneemkamer en een groot aantal afvoeropeningen (106) is gevormd in de achterwand (26) voor het vormen van een verbinding tussen het uitwendige van de buitenmantel en de derde opneemkamer ,en waarbij een koelventilator (76) is be-35 vestigd aan de scheidingsplaat en is opgesteld in de vierde opneerakamer tegenover de doorgaande boring om de buitenlucht in de derde opneemkamer in te brengen door de ventilatieopeningen,de tweede opneemkamer,de ver- 8303532 Λ -15- 23500/CV/tl bindingsopening, de vierde opneemkaraer en de doorgaande boring en de koellucht dan af te voeren via de afvoeropeningen.

6. Inrichting volgens conclusie 5,met het kenmerk,dat de doorgaande boring (78) tegenover de magnetron (64) is gevormd.

7. Inrichting volgens conclusie 4,met het kenmerk,dat de achterwand (26) van de buitenmantel (12) verwijderbaar is aangebracht en is voorzien van een uitgespaard gedeelte (28),dat van de buitenmantel naar buiten uitsteekt,waarbij het uitgespaarde gedeelte daarin een deel van de hoogfrequent oscillator (62) heeft opgenoraen.

8. Inrichting volgens conclusie 3,met het kenmerk,dat de scheidings-plaat (52) althans nagenoeg bij het middengedeelte van de eerste opneem-kamer (58) is aangebracht.

9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk, dat de regëkniddelen (96) zijn opgesteld op de onderwand -(24) van de bui-15 tenmantel (12). 8. o 3 F, 7 ?