NL8303350A - Statische menger. - Google Patents

Description

- 1 -

Statische menger.

De uitvinding heeft betrekking op een in een buis inzetbare, statische menger, die via kanalen met elkaar te mengen, tot stroming in staat zijnde media - in stromingsrichting gezien - allereerst verdeeld in 5 kern- en randstromen, en vervolgens de kernstroom in een randzone en de randstromen in een kernzone leidt.

Een menger van deze soort is bekend uit het Duitse Offenlegungsschrift 1.901.281. Daarbij gaat het om een massief constructiedeel, dat doorzet is met 10 schuine boringen, die de kernzone aan de toestroomzijde met de randzone aan de afstroomzijde, en de randzone aan de toestroomzijde met de kernzone aan de afstroomzijde verbinden. De driedimensionale geometrie is evenwel met het oog op de vervaardiging ervan gecompli-15 ceerd en relatief kostbaar.

Aan de uitvinding ligt het doel ten grondslag een statische menger van de in de aanhef genoemde soort constructief zodanig uit te voeren, dat deze zeer eenvoudig kan worden gefabriceerd, terwijl tegelijk 20 een zo kleine mogelijke constructiehoogte wordt aangehouden. Bovendien moet de menger gemakkelijk te onderhouden, en in het bijzonder gemakkelijk te reinigen zijn.

Hiertoe voorziet de uitvinding in een statische menger, zoals in de aanhef omschreven, met het kenmerk, 25 a) dat de menger is samengesteld uit een aantal achter elkaar geschakelde schijven, waarvan de buitenomtrek is aangepast aan de binnenoratrek van de buis, en die gezekerd zijn tegen wederzijdse verdraaiing, b) dat achter een eerste schijf met een centrale 30 en een aantal omtreksopeningen voor het verdelen van de stroming in een kernstroom en een aantal randstromen een tweede schijf is achtergeschakeld met een centrale opening, van waaruit zcih radiale sleuven uitstrekken, welke tweede schijf verder voorzien is van omtreksopeningen 35 tussen de sleuven, welke in lijn liggen met de omtreksopeningen van de eerste schijf, c) dat achter de tweede schijf een derde schijf /1 - "7 " ' *

-'.·· : : \S

•Ί.

w 't - 2 - is geschakeld met een aantal perifere openingen, die met de perifere openingen en de randzones van de radiale sleuven van de tweede schijf in lijn liggen, en d) dat achter de derde schijf een afstandsring 5 en een vierde schijf met een centrale opening voor het centripetaal samenvoeren en verder leiden van alle randstromen is geschakeld.

Zoals hieruit blijkt, bestaat de menger slechts nog uit constructie-elementen van tweedimensionele 10 geometrie, die met standaardgereedschap zonder verdere speciaalinrichtingen kunnen worden gemaakt. Het vermijden van schuine boringen maakt ook stansen voor massa-produktie mogelijk. De constructiehoogte is slechts afhankelijk van de gekozen dikte van de afzonderlijke 15 schijven en kan daardoor zeer laag gehouden worden.

De schijven kunnen gemakkelijk, bijv. in een bad, worden gereinigd. Door de alzijdige centripetale samenvoering van de randstromen worden een bijzonder goede mengwerking verkregen. De kan verder nog worden versterkt doordat 20 op de onderzijde van de schijf en/of op de bovenzijde van de schijf geleidingsribben zijn aangebracht, die de op de opening toe komende stroming additioneel tot radiaalcomponent van een wervel dwingt.

Een uitvoeringsvorm van de uitvinding zal thans 25 in het volgende worden toegelicht aan de han3 van de tekening.

In de enkele figuur is in langsdoorsnede een buis 1 getoond, aan de bovenste eindzijde waarvan via een flensverbinding 2, 3 een centrale toevoerleiding 4 is 30 aangesloten; aan de onderste eindzijde is een bodem 5 met een centrale afvoerleiding 6 aangesloten.

In de buis 1 zijn een aantal, achter elkaar geschakelde, cirkelvormige schijven ingebracht, waarvan de buitendiameter is aangepast aan de binnendiameter 35 van de buis 1. Met het oog op een betere aanschouwelijk··* heid zijn de in bedrijfstoestand direkt op elkaar gelegen schijven, die twee achter elkaar geschakelde mengelementen vormen, uit elkaar genomen getekend.

De stroming (pijl A) met de te mengen media 40 bereikt allereerst een toestroomschijf 7 met een centrale . « λ - -7 Λ V· ^ ^ w - 3 - boring 7a. Op de toestroomschijf 7 volgt een afstandsring 8 en een verdeelschijf 9 met een centrale boring 9a en vier periferale boringen 9b, waardoor de stroming wordt verdeeld in een kernstroom (pijl B) en vier randstromen 5 (pijl C) .Opdeverdeelschijf 9 volgt een sleuvengatschijf 10 met een centrale opening 10a, van waaruit vier sleuven 10b zich radiaal uitstrekken naar de schijfrand. Tussen de radiale sleuven 10b zijn vier omtreksboringen 10c aangebracht, die in lijn liggen met de omtreksboringen 9b, 10 terwijl de sleuven 10b van de schijf 9 zijn afgedekt.

Op de schijf 10 volgt een gatenschijf 11 met acht omtreks-openingen 11a, 11b, die in lijn liggen met de boringen 10c en de randzones van de sleuven 10b. Daardoor wordt de kernstroom B radiaal naar buiten geleid en verdeeld in 15 vier randstromen B', die na het verlaten van de schijf 11 elk tussen de randstromen C liggen. Op de schijf 11 volgt een afstandsring 12 en een verzamelschijf 13 met een centrale boring 13a, die de acht randstromen B', C centripetaal tot elkaar brengt en verder geleid.

. 20 De schijf 13 correspondeert met de schijf 7 en vormt dus tegelijk de toestroomschijf voor de volgende menger, die uit dezelfde elementen is samengesteld als de in het voorgaande beschrevene. Dienovereenkomstig zijn de schijven van de volgende menger met dezelfde funktie 25 aangeduid met dezelfde verwijzingscijfers. De laatste schijf is evenwel vervangen door de bodem 5 met de centrale afvoerleiding 6. De dikte van de schijf 10 correspondeert met die van de afstandsringen 8, 12, terwijl de overige schijven dunner zijn uitgevoerd.

30 Een O-ring 14 waarborgt een goed tegen elkaar liggen van alle schijven en ringen. Om de schijven in hun ligging ten opzichte van elkaar te fixeren, is elke schijf voorzien van een justeringsboring 15a tot 15e, waar doorheen een gemeenschappelijke justeringsstang (niet 35 wéergegeven} is gevoerd.

Vanzelfsprekend kunnen niet slechts twee, maar ook willekeurig veel mengelementen volgens de in het voorgaande beschreven wijze achter elkaar worden geschakeld. Verder kunnen een aantal mengelementen in 40 een gemeenschappelijke buis parallel worden geschakeld.

- · , »-·** *

J; "J 'J V* w U

'J

* - 4 -

In plaats van afzonderlijke juster-ingselenienten kan ook een buis met niet cirkelvormige dwarsdoorsnede worden gebruikt, waardoor de schijven tegen verdraaiing worden gezekerd. Er kan van afzonderlijke afstandsringen 5 worden afgezién, wanneer de schijven bijvoorbeeld voorzien worden van een omgezette rand of afstandsnokken.

- conclusies - w , . « .·« ·· · .· »1 £5 * : - 0 V .,· -- -v *

Claims (2)

1. In een buis inzetbare, statische menger, die yia kanalen met elkaar te mengen, tot stroming in staat zijnde media - in stromingsrichting gezien - allereerst verdeeld in kern- en randstromen, en vervolgens de 5 kernstroom in een randzone en de randstromen in een kern-zone leidt, met het kenmerk, a) dat de menger is samengesteld uit een aantal achter elkaar geschakelde schijven, waarvan de buitenomtrek is aangepast aan de binnenomtrek van de buis (1), en die 10 gezekerd zijn tegen wederzijdse verdraaiing, b) dat achter een eerste schijf (9) met een centrale (9a] en een aantal omtreks-(9)-openingen voor het verdelen van de stroming in een kernstroom (B] en een aantal randstromen (CJ een tweede schijf (10) is achter- 15 geschakeld met een centrale opening (10a), van waaruit zich radiale sleuven (lOb) uitstrekken, welke tweede schijf (10) verder voorzien is van omtreksopeningen (10c) tussen de sleuven (10b), welke in lijn liggen met de omtreksopeningen (9b) van de eerste schijf (9), 20 c) dat achter de tweede schijf (10) een derde schijf (11) is geschakeld met een aantal perifere openingen (11a,11b), die met de perifere openingen (10c) en de randzones van de radiale sleuven (10b) van de tweede schijf (10) in lijn liggen, en 25 d] dat achter de derde schijf (11) een afstands- ring (12) en een vierde schijf (13) met een centrale opening (13a) voor het centripetaal samenvoeren en verder leiden van alle randstromen (B',C) is geschakeld.

2, Menger volgens conclusie l,met het ken- 30 merk, dat op de onderzijde van de schijf (11) en/of op de bovenzijde van de schijf (13) geleidingsribben zijn aangebracht, die de op de opening (13) toekomende stroming additioneel tot radiaalcomponent van een wervel dwingt. \ " '· ▼ ;·* -*% . ^ , v v o v