NL8303349A - Stuur- en regelapparaat voor verwarmingsinstallaties. - Google Patents

Description

i -S»

Stuur- en regelapparaat voor verwarmingsinstallaties.

De uitvinding heeft betrekking op een stuur- en regelapparaat voor verwarmingsinstallaties, bestaand uit een huis, dat de stuur- en regelbouwstenen opneemt, waarbij de stuur-en regelbouwstenen aan de onder- en aansluitzijde in het 5 huis zijn voorzien van steekaansluitingen voor corresponderende aansluitkabels van installatieb ouwdelen en zijn be-kabeld.

Stuur- en regelapparaten van de genoemde soort zijn bij voorbeeld volgenshet Duitse Gebruiksmodel 1 940 677 bekend.

10 Het huis, dat de stuur- en regelbouwstenen - daarbij gaat het om inbouweenheden, die uiterlijk dezelfde afmetingen hebben, met verschillende taken, bij voorbeeld voor op-slagregeling, keteltemperatuurregeling, tijdsturing enz. -opneemt, wordt in de regel boven op de verwarmingsketelhuizen 15 geplaatst en al de naar omlaag naar buiten hangende kabelaansluitingen, die zijn voorzien van contactdozen, worden inhet ketelhuis geleid om daar met corresponderende steekaansluitingen van corresponderende apparaatkabels te worden ineen-gestoken, wat algemene praktijk is. De daarmede verbonden 20 kosten zijn echter aanzienlijk, want elk apparaat wordt geleverd voorzien van een ten minste met het bouwstenenaantal corresponderende aantal van contactdoosvormige aansluitingen voorziene kabelstukken, die onder uit het huis naar buiten hangen, ongeveer een halve meter Tang zijn en die de aansluit-25 bekabeling nodig hebben zowel in het huis alsook met betrekking tot hun contactdoosvormige aansluitingen. Daarbij komt neg, dat de kabelstukken ook reeds zijn aangebracht voor nog niet in het huis aanwezige maar later indien nodig aanvullende regel- en stuurbouwstenen, wat tenslotte betekent dat de 30 koper kabelaansluitingen mede moet betalen, die hij misschien voor zijn verwarmingsinstallatie nooit nodig heeft.

Dit geldt ook voor het apparaat volgens het in de aanhef genoemde Duitse Gebruiksmodel, waarbij de stuur- en regelbouwstenen door middel van steekaansluitingen rechtstreeks op een 35 grondplaat zijn gestoken, die op zijn beurt zodanig is uitgevoerd, dat zij kunnen worden gestoken op steektappen aan de huisbodem voor extra bouwgroepen in het huis. Voor de eigenlijke kabelaansluitingen is de grondplaat slechts voorzien van *· ^ ♦ - - 2 - « lusterklemvormige openingen voor de isolatievrije kabeleinden, die dan zoals bovenbeschreven zijn aangebracht en uitgevoerd.

2an de uitvinding ligt dus het probleem ten grondslag een stuur- en regelapparaat. van de in de aanhef genoemde 5 soort zodanig te verbeteren, dat enerzijds de tot nu toe gebruikte kabelstukken met de contactdozen aan het einde achterwege kunnen blijven en daardoor ook de daarmede verbonden mon-tagekosten vervallen en dat anderzijds de verbinding van het apparaat met de corresponderende delen van de gehele, verwar-10 mingsinstallatie toch zo eenvoudig blijft als tot nu toe en dat tenslotte de uitrusting van het apparaat met eventueel nooit gebruikte kabelstukken overbodig wordt.

Dit probleem wordt opgelost met een apparaat van de in de aanhef genoemde soort volgens de uitvinding, doordat de 15 kabelsteekaansluitingen in de vorm van contactdozen in het huis in het gebied van een van een deksel voorziene toegangs-opening zijn aangebracht en onder de contactdozen in de huis-wand ten minste êén tegen de rand van de toegangsopening open doordringingsopening voor afzonderlijke kabels is aangebracht. 20 Daarbij zijn verschillende gunstige verdere ontwikkelin gen respektievelijk voorkeursuitvoeringsvormen mogelijk.

Bij deze oplossing wordt dus op gunstige wijze het gehele apparaat zonder naar buiten hangende kabelstukken met zich op een afstand van het apparaat bevindende contactdoosaan-25 sluitingen gebouwd en geleverd en al de daarmede verbonden materiaal- en montagekosten zijn overbodig, omdat geen kabelstukken nodig zijn, die tot nu toe tot het apparaat behoorden, dat wil zeggen de tot nu toe gebruikelijke contactdozen/ contactstoppen-aansluitingen zijn direct in het apparaat ge-30 legd.

De gehele aansluithandeling van de corresponderende in-stallatieelementen met het stuur- en regelapparaat onderscheidt zich dus aanzienlijk van de aansluithandeling tot nu toe, waarbij de vast met het apparaat verbonden kabelstukken 35 eerst moesten worden geleid in de verwarmingsketelbekleding om daar door steekaansluiting met de corresponderende regelen stuurbouwsteenkabels te worden verbonden. In tegenstelling daartoe worden onder het wegvallen van de kabelstukken met contactdozen de elementen aansluitkabels met hun contact-40 stoppen uit de verwarmingsketelbekleding naar buiten geleid - 3 - - en in de in het apparaat aangebrachte contactdozen gestoken, wat nog nader wordt toegelicht.

Kabelaansluitwerk aan het apparaat zelf wordt dus geheel overbodig en slechts een corresponderend aantal contactdozen 5 moet worden aangebracht, wat bij voorkeur plaats vindt aan een apparaatplatine, die reeds corresponderend gedrukte lei-dingsverbindingen bevat.

Een insteken van de kabels door afzonderlijke gaten vervalt eveneens, omdat in de betreffende wand van het huis zij-10 delings open kabelspleten zijn aangebrachfc.

Het geheel is dus met inbegrip van de kabeltrekontlas-tingshouders een consequent steeksysteem en wel onder vermijding van de tot nu toe vast in het apparaat bedrade kabβίε tukken, waarbij ten opzichte van materiaal- en montagekosten 15 met betrekking tot het apparaat aanzienlijke kostenbesparingen ontstaan en de afnemer van het apparaat slechts door kopen verwerft wat hij inderdaad nodig heeft, omdat de noodzakelijke verbindingskabels zich over het geheel uitsluitend aan desbetreffende installatieelementen bevinden.

20 Het stuur- en regelapparaat volgens de uitvinding, gunsti ge verdere ontwikkelingen en uitvoeringsvóorbeelden werden hieronder aan de hand van de tekening nader toegelicht. Daarin tonen schematisch: fig. 1 een dwarsdoorsnede door het apparaat; 25 fig. 2 gedeeltelijk in doorsnede en gedeeltelijk in aan zicht het apparaat volgens fig. 1 en fig. 3 verder gedeeltelijk in aanzicht en gedeeltelijk in doorsnede het apparaat.

Zoals uit fig. 1 blijkt, is de uitwendige vorm van het 30 huis 3 niet dwingend noodzakelijk en kan ook anders zijn uitgevoerd.

In het huis 3 is een dragerplatine 11 aangebracht, waarop in het huisbovendeel 3’ de stuur- en regelbouwstenen 2 kunnen worden gestoken. De dragerplatine 11 bevat aide elek-35 triseiie leidingen voor de eveneens daarop aangebrachte contactdozen 1, die in het onderste huisdeel 3" zijn aangebracht, zoals fig. 2 toont.

De ±i de fig. 1,2 zichtbare kabels 13 met contacts toppen 14 zijn delen, die in principe niet meer tot het apparaat be-40 horen, maar tot de aansluitende elementen.

-- - 4 - t Het gehele gebied, waarin de contactdozen 2 zijn aange bracht, is toegankelijk door een in het huis aangebrachte toe-gangsopening 4, die is gesloten door een deksel 4‘.

In de onderste huiswand 5 zijn, zoals uit fig. 2 goed 5 zichtbaar is, tegen de rand van de toegangsopening 4 open doordringingsopeningen 6 voor afzonderlijke kabels aangebracht, die dus bij afgenomen deksel 4' open zijn, zodat de van onder respektievelijk door een voetstukopening 15 toegevoerde afzonderlijke kabel 13 gemakkelijk en zonder insteek-10 werk in deze doordringingsopeningen 6 kunnen worden geleid, waarbij tevoren evenzo eenvoudig aan de einden 13' van de kabels 13 kabeltrekontlastingshouders 7 (fig. 3) worden aangebracht en deze met hun vergrendelende ingrijpelementen 9 in ingrijpelementen 10 aan het huis worden vergrendeld.

15 Daarna worden de contactstoppen 14 van de afzonderlijke kabel 13 in de contactdozen 1 gestoken.

Bij voorkeur is de rand 12 van de huiswand 5, die de toegangsopening 4 onder begrensd, ten opzichte van de bovenrand 12' iets teruggeplaatst, waardoor het invoeren van de 20 kabeleind 13' wordt vergemakkelijkt met de kabeltrekontlas-tingshouder 7, die is vastgezet door de klemschroef 16.

Voor de kabeltoevoer zou de huiswand 5 natuurlijk over de gehele lengte van het apparaat ook kunnen zijn voorzien van êên enkele kabeldoordringingsopening, maar de voorkeur wordt ge-25 geven aan de aanbrenging van een aantal doordringingsopeningen 6, dat correspondeert met het mogelijke aantal toe te voeren kabels, in de vorm van naar voren open spleten, zoals fig. 2 toont, en om deze reden worden aan het apparaat, zoals uit fig. 3 blijkt, ook voor ieder toe te voeren kabel 30 13 telkens een kabeltrekontlastingshouder 7 aangebracht, die bestaat uit een ongeveer ringvormig oog met klemschroef 16 en die is voorzien van een zijdelingse kabelinschuifopening 8 en verder van veerkrachtige tongvormige vergrendelende ingrijpingselementen 9.

-Conclusies-

Claims (6)

1. Stuur- en regelapparat voor verwarmingsinstallaties, bestaand uit een huis, dat de stuur- en regelbouwstenen op-neemt, waarbij de stuur- en regelbouwstenen aan de onder- en aansluitzijde in hethuis zijn voorzien van steekaansluitingen 5 voor corresponderende aansluitkabels van installatiebouwde-len en zijn bekabeld, met het kenmerk, dat de kabelsteekaansluitingen in de vorm van contactdozen (1) in het huis (3) in het gebied van een van een deksel voorziene toegangsopening (4 ) zijn aangebracht en onder de contact-10 dozen (1) in de huiswand (5) ten minste een tegen de rand van de toegangsopening (4) open doordringingsopening (6) voor afzonderlijke kabels is aangebracht.

2. Apparaat volgens conclusie l,met het kenmerk, dat tussen doordringsopening (6) voor afzonderlijke 15 kabels en contactdozen (1) telkens een kabeltrekontlastings-houder (7) is aangebracht.

3. Apparaat volgens conclusie 2,met het kenmerk, dat de kabeltrekontlastingshouder (7) is voorzien van een zijdelingse inschuifopening (8) voor afzonderlijke 20 kabels.

4. Apparaat volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de kabel trekont las tingshoudeis (7) zijn voorzien van vergrendelende ingrijpelementen (9) en het huis (3) van tegeningrijpelementen (10).

5. Apparaat volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de contactdozen (1) en de stuur-en regelbouwstenen (2) in het huis (3) zijn aangebracht op een gemeenschappelijke bekabelings- en dragerplatine (11).

6. Apparaat volgens een van de voorgaande conclusies, m e t 30 het kenmerk, dat de door de huiswand (5) gevormde onderrand (12) van de toegangsopening (4) ten opzichte van de bovenrand (12') daarvan teruggeplaatst is aange^bracht. " * Q O