NL8303092A - Videovraag- en antwoordspel. - Google Patents

Videovraag- en antwoordspel. Download PDF

Info

Publication number
NL8303092A
NL8303092A NL8303092A NL8303092A NL8303092A NL 8303092 A NL8303092 A NL 8303092A NL 8303092 A NL8303092 A NL 8303092A NL 8303092 A NL8303092 A NL 8303092A NL 8303092 A NL8303092 A NL 8303092A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
response
information
question
answer
signal
Prior art date
Application number
NL8303092A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Bally Mfg Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bally Mfg Corp filed Critical Bally Mfg Corp
Publication of NL8303092A publication Critical patent/NL8303092A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G09EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
    • G09BEDUCATIONAL OR DEMONSTRATION APPLIANCES; APPLIANCES FOR TEACHING, OR COMMUNICATING WITH, THE BLIND, DEAF OR MUTE; MODELS; PLANETARIA; GLOBES; MAPS; DIAGRAMS
    • G09B5/00Electrically-operated educational appliances
    • G09B5/06Electrically-operated educational appliances with both visual and audible presentation of the material to be studied
    • G09B5/065Combinations of audio and video presentations, e.g. videotapes, videodiscs, television systems
    • GPHYSICS
    • G09EDUCATION; CRYPTOGRAPHY; DISPLAY; ADVERTISING; SEALS
    • G09BEDUCATIONAL OR DEMONSTRATION APPLIANCES; APPLIANCES FOR TEACHING, OR COMMUNICATING WITH, THE BLIND, DEAF OR MUTE; MODELS; PLANETARIA; GLOBES; MAPS; DIAGRAMS
    • G09B7/00Electrically-operated teaching apparatus or devices working with questions and answers
    • G09B7/06Electrically-operated teaching apparatus or devices working with questions and answers of the multiple-choice answer-type, i.e. where a given question is provided with a series of answers and a choice has to be made from the answers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Theoretical Computer Science (AREA)
  • Business, Economics & Management (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Educational Administration (AREA)
  • Educational Technology (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Electrically Operated Instructional Devices (AREA)
  • Light Receiving Elements (AREA)

Description

s** - % ♦·' VO 5075
Betr.: Videovraag- en antwoordspel.
De uitvinding heeft Betrekking op een videospel en meer in het bijzonder op een videospel met een zich daarin bevindend geheugen voor het opslaan en afleveren van vragen en bijbehorende "multiple choice antwoorden» en organen voor samenwerking met een gebruiker.
5 Bij de bekende vraag- en antwoordspelstelsels wordt gebruik gemaakt van elektromechanische stelsels, zoals stapschakelaars, film-projectors , enz. Bij andere leer-, educatie- en quizspelinrichtingen wordt gebruik gemaakt van met de hand ondersteunde elektronische elementen. Bij een van deze inrichtingen wordt een reeks beelden en woor-10 den op een kaart in een lichtkast geplaatst. Bij een andere inrichting wordt een reeks vragen en "multiple choice"-antwoorden met de hand aangeboden op een vel papier of een andere substraat, en wordt een vraag-code en gekozen antwoord voor scoren aan een microprocessor toegevoerd, zoals aangegeven in het Amerikaanse octrooischrift it.l6U.OT8. Bij een 15 andere inrichting wordt gebruik gemaakt van een afzonderlijk vraag- en antwoordvel met een overeenkomstige activatorstrook, welke kan worden ingebracht in een educatie-inrichting, die voorzien is van door een gebruiker te beïnvloeden toetsen en een weergeefinrichting. De weergeef inrichting verschaft een indicatie van ja of neen in responsie op 20 een ingedrukte antwoordtoets als reactie op de door de gebruiker geactiveerde toets en de activatorstrook (programmakiesorgaan) en een logische besturingsinrichting, zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift U.118.876. Bij weer een andere inrichting wordt gebruik gemaakt van een stel vraag- en antwoordkaarten, die aan de voorzijde visuele 25 informatie bevatten en aan de achterzijde magnetisch geregistreerde audio- en digitale informatie bevatten, welke de materie voorstelt, die moet worden geleerd. De vragen op de kaarten worden door een student waargenomen. De rekeninrichting geeft aan of het door de student gekozen antwoord juist of onjuist is. De rekeninrichting bepaalt dan het totale 30 aantal gedane handelingen en het aantal handelingen, dat op de juiste wijze is geschied. Een dergelijk stelsel vindt men in het Amerikaanse octrooischrift 3.981.087. In het Amerikaanse octrooischrift 3.609.878 is een andere benadering voor een lees/leerinrichting voor nog niet schoolgaande kinderen beschreven, welke is voorzien van een continu 35 vel, dat visuele informatie bevat, welke een aantal rasters bevat. Voor e ~ ‘ : v '* Λ - 2 - < fc > elk raster is een beeld en is een aantal omschrijvende voorden aanvezig, en het kind vordt daardoor de correlatie van gedrukte voorden en de visuele veergave van eerder bekende objecten geleerd. Het vel beveegt zich naar het volgende raster voort vanneer een juist antvoord is geko-5 zen.
Bij een bekend door munten te bedienen quizspel, Super IQ genoemd, vordt gebruik gemaakt van een vraag- en "multiple choice"-antwoord-type onder gebruik van een filmproject or met een continue filmstrook en andere elektromechanische schakelingen, zoals beschreven in het Amerikaan-10 se octrooischrift 3 - 7^5·105· Het Super IQ spel maakt het de gebruiker mogelijk een onderverpsgebied voor vraagstelling te kiezen, doch vereist, dat de gebruiker van het onderverpsgebied een gedetailleerde, eerdere kennis bezit om de vragen op een juiste vijze te beantvoorden.
Deze vroegere benaderingen vertonen talrijke tekortkomingen en zijn 15 om talrijke redenen slechts op beperkte schaal aanvaard. In de eerste plaats vereisen deze inrichtingen, behalve Super IQ, een menselijke tussenkomst met de hand en vereisen zij uitvendig toegevoerde informatievellen om op een juiste vijze te verken. Voorts zijn de inrichtingen bij al deze stelsels elektromagnetisch en onderhevig aan slijtage en falen.
20 Bovendien vereisen al deze stelsels een voorafgaande kennis van de materie, of geluk, om een veergegeven vraag op de juiste vijze te beantvoorden. Verder verschaft geen van deze stelsels of inrichtingen een animatie voor het amuseren en boeien van de gebruiker.
De uitvinding voorziet in een videoquizspelstelsel, voorzien van 25 een gebruikeringangsinrichting, zoals een toetsenbord, voor het leveren van een ingangsinformatiesignaal in responsie op een door een gebruiker toegevoerde stimulus, besturingsorganen voor het selectief leveren van een besturingssignaal in responsie op het ingangsinformatiesignaal, een geheugen voor het opslaan en leveren van vraag- en bijbehorende antvoordinfor-30 matie in responsie op het stuursignaal, en organen voor het verschaffen van een weergeefpresentatie van een vraag en bijbehorende antvoorden in responsie op het uitgangssignaal van de geheugenorganen, waarbij de inrichting verder is gekenmerkt in het feit, dat het juiste van de bijbehorende antwoorden direkt kan worden afgeleid uit de weergeefpresentatie 35 van de vraag. Geheugenorganen kunnen een capaciteit hebben voor het opslaan van een enkel stel vragen en bijbehoren "multiple choice"-antwoorden of kunnen een capaciteit -hebben voor het opslaan van een aantal stellen Λ ·” a a .λ sy Λ · Λ - 3 - vragen en bijbehorende "multiple choice"-antwoorden. Er hunnen niet-vluchtige opzamelorganen, zoals een cassette of schijf, aanwezig zijn voor het opslaan van verdere vraaginformatie en bijbehorende "multiple ehoice"-antwoordinformatie, welke op een selectieve wijze kan worden 5 toegevoerd aan en opgeslagen in de geheugenorganen van het videospel-stelsel. Het videospel als beschreven kan een met munten werkend quiz-spel of een niet met munten werkend quizspel voor educatie- of arnuse-mentsdoeleinden zijn. Bij de geïllustreerde uitvoeringsvorm verkrijgt men een scoring in responsie op het aantal juiste antwoorden en deze 10 kan afhankelijk worden gemaakt van de tijd, welke verstrijkt voor het op een juiste wijze beantwoorden van de betreffende vraag en/of het aantal onjuiste keuzen voordat de weergegeven vraag op de juiste wijze wordt beantwoord. Bij de weergegeven uitvoeringsvorm zijn organen aanwezig om de weergeefpresentatie van de vraag en het antwoord te animeren.
15 De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont : fig. 1 een inrichting van een videoquizspel volgens de uitvinding; fig. 2 een elektrisch blokschema van een uitvoeringsvorm van de 20' elektronische schakeling voor het toepassen van de uitvinding; en fig. 3-5 verschillende vraag- en bijbehorende "multiple choice"-antwoordweergeefpresentaties, die volgens de uitvinding kunnen worden gebruikt.
In fig. 1 is een inrichting ter illustratie van een uitvoerings-25 vorm van de spel-"hardware" weergegeven. Een ingangspaneel dient voor het amzetten van door de gebruiker toegevoerde stimuli in ingangsinforma-tiesignalen, die door het videospelstelsel kunnen worden gebruikt. Zoals aangegeven in fig. 1, omvatten de ingangs organen een ingangsinrichting 10 van een speler 1, een ingangsinrichting 20 van een speler 2 en een 30 aantal spelerkiesknoppen 30 (voor een speler) en 32 (voor twee spelers).
Bovendien kunnen andere ingaagsinrichtingen aanwezig zijn om andere, van buitenaf toegevoerde gebruikerstimuli om te zetten in ingangs-informatiesignalen voor het videospelstelsel, zoals een muntopneemgoot in een met munten bedreven spel en/of andere ingangsinrichtingen. Zoals 35 weergegeven in fig. 1, hebben de speleringangsinrichtingen 10 en 20 dezelfde opbouw, waarbij elk, als afgebeeld, is voorzien van vier speler-ingangsknoppen a, b, c en d. Er kan een groter of kleiner aantal knoppen
• V
- k - aanwezig zijn, 'bijvoorbeeld voor het verschaffen van volledige alfanumerieke informatie-invoervermogens. De ingangsknoppen a - d kunnen bestaan uit elk willekeurig type schakelaar, waaronder capacitieve aanrakings-schakelaars, drukknoppen met een momenteel contact, enz. De knoppen 30 5 en 32 dienen voor het kiezen van een spel met een speler, respectievelijk twee spelers. Het videospelstelsel kiest in responsie op de door deze drukknoppen opgewekte ingangsinformatiesignalen het daaropvolgende verloop van het 'spel, als weergegeven op de videoweergeefinrichting 100.
De weer geef inrichting 100 omvat een vraag- en antwoordwaaraeemgebied 10 150, scoorindicatieweergeefgebieden 100 en 130 voor de respectieve spe lers 1 en 2, een vraagnummerweergeefgebied 125 s en. een inrichting 120 voor het weergeven van de punt'enwaarde voor de op dat moment weergegeven vraag. De weer geef inrichtingen 110, 120, 125 en 130 kunnen in het vraag-en antwoordweergeefgebied 150 zijn geïntegreerd of kunnen afzonderlijk 15 worden opgesteld. Bij een voorkeursuitvoeringsvorm kan het juiste antwoord van de "multiple choice"-antwoorden direkt worden afgeleid uit de informatie, die in de weergeefpresentatie van de vraag aanwezig is. Derhalve behoeft de gebruiker van het spel geen geschiedenis- of sport-of amusementseipert te zijn, aangezien geen voorafgaande kennis van het 20 vraagonderwerpsgebied nodig is om het juiste antwoord uit de weergegeven keuzen te kiezen. Zoals later meer gedetailleerd onder verwijzing naar de fig. 3-5 zal worden toegelicht, leidt een juist antwoord tot een visuele weergave met positieve versterking, terwijl elk onjuist antwoord leidt tot een videoweergave met een toenemende negatieve verster-25 king. Bij een voorkeursuitvoeringsvorm wordt een grafische kleuranimatie gebruikt voor zowel een deel van de vraag- en antwoordkeuzepresentatie alswel als een deel van de antwoordversterkingspresentatie.
In fig. 2 is een elektronisch stelsel ten gebruike bij de in fig. 1 afgebeelde inrichting weergegeven, dat een illustratie is van een 30 uitvoeringsvorm van een elektronisch stelsel, dat met de uitvinding compatibel is. Ingangsorganen 200 zijn verbonden met besturingsorganen 210. De ingangs organen kunnen van een type zijn, zoals de ingangsinrichting 10, 20, 30 en 32 van fig. 1 en/of kunnen ingangsorganen omvatten om een van buitenaf toegevoerde, door de gebruiker geleverde stimulus om te 35 zetten in een ingangsinformatiesignaal voor toevoer aan de besturingsorganen 210. Zoals aangegeven in fig, 2, omvatten de besturingsorganen 210 een microprocessor 215 en een geheugen 216. Verdere logische onder- 8305032 « -i - 5 - steunings-besturings- en bufferketens kunnen ook aanwezig zijn. Men kan ook gebruik maken van andere logische besturingsorganen, welke zijn gerealiseerd met behulp van discrete, geïntegreerde ketens. De besturings-organen 210 leveren een uitgangsbesturingssignaal 212 in responsie op 5 het ingangsinformatiesignaal. Het uitgangsbesturingssignaal 212 uit de besturings organen 210 wordt toegevoerd aan een geheugen 220. Het geheugen 220 kan gescheiden zijn van of deel uitmaken van de besturingsorganen 210. Het geheugen 220 is een uitlees-registratiegeheugen voor het opslaan en afleveren van informatiej welke een vraag en bijbehorende 10 "multiple chloice"-antwoorden voorstelt, of een aantal vragen en een aantal bijbehorende "multiple choice"-antwoorden voorstelt. De informatie wordt uit het geheugen 220 in responsie op het besturingssignaal 212 als uitgangssignaal van de besturingsorganen 210 geleverd. De uitgangs-informatie 225 van het geheugen 220 wordt toegevoerd aan organen 30 voor 15 het verschaffen van een weergeefpresentatie van een vraag en bijbehorende "multiple choice"-antwoorden in responsie op het uitgangssignaal 225 van het geheugen 220. De weergeefpresentatiebesturingsorganen 230 zijn gekoppeld met een weergeefinrichting 250. Bij een andere uitvoeringsvorm kunnen de weergeefpresentatie-órganen 230 aanwezig zijn in de besturings-20* organen 210 en kan het uitgangssignaal 225 van het geheugen 220 worden toegevoerd aan het weergeefpresentatiebesturingsgedeelte van de besturings-organen 210. De resulterende weergeefpresentatie kan 5f van een statisch weergeef type zijn of kan van een geanimeerd presentatietype zijn. De weergeefpresentatie kan veranderen in responsie op de door de gebruiker 25 gekozen antwoorden op de gestelde vragen en wel zodanig, dat de weergeefpresentatie na de presentatie van de vraag en bijbehorende "multiple choice"-antwoordkeuzen, afhankelijk van het responsiepatroon van het kiezen van antwoorden door de gebruiker, varieert.
Bij een bepaalde uitvoeringsvorm zijn organen aanwezig om het 30 juiste antwoord van de bijbehorende antwoorden te vergelijken met het ingangsinformatiesignaal, overeenkomende met een antwoordkeuze van de gebruiker. Voorts zijn organen aanwezig voor het leveren van een score-uitgangssignaal voor elke vraag met een puntenwaarde, in responsie op de organen voor het vergelijken, terwijl organen aanwezig zijn voor het 35 accumuleren van de totale score in responsie op het score-uitgangssignaal.
De geaccumuleerde score kan dan worden weergegeven Sf onder gebruik van aczonderlijke score-aanwijsweergeefinrichtingen of onder gebruik van de -V "" Λ — λ ·Λ o _ » : i 3! /
K W
- 6 - de weergeefinrichting 250. Zoals weergegeven in fig. 2, zijn de organen voor het vergelijken, de organen voor het verschaffen van een score, en de organen voor het accumuleren van een score, in de besturingsorganen 210 opgenomen. Bovendien kunnen organen aanwezig zijn om de puntenwaar-5 de van de uitgangsscore in responsie op het aantal onjuiste antwoorden, dat door de gebruiker wordt gekozen, en/of de tijd, welke is verstreken tussen de weergeefpresentatie van de vraag en het invoeren van het juiste antwoord van de antwoorden, te verkleinen. De organen voor het verkleinen van de puntenwaarde zijn ondergebracht in de besturingsor-10 ganen 210, als aangegeven in fig. 2, of kunnen ook uit een afzonderlijke besturingsschakeling bestaan.
Bij een andere uitvoeringsvorm, zijn niet-vluchtige opslagorga-nen 2k0 aanwezig voor het opzamelen van vraaginformatie en bijbehorende antwoordinformatie, en voor het selectief afleveren van de vraag- en bij-15 behorende antwoordinformatie voor opslag in het geheugen 220. Dit kan geschieden of via een direkte koppeling met het geheugen 220 uit de niet-vluchtige opslagorganen 2k0 of door een overdracht van de informatie via de besturingsorganen 210 naar het geheugen 220. De niet-vluchtige opslagorganen 2k0 kunnen bestaan uit een halfgeleidergeheugen, een magnetisch 20 opslagmedium, een optisch opslagmedium, enz. De niet-vluchtige opslagorganen 2^0 kunnen in responsie op de besturingsorganen 210 of een andere logische besturingsketen kiezen wanneer informatie uit de niet-vluchtige opzamelorganen 2^0 moet worden afgeleverd voor opslag in het geheugen 220. Derhalve kan een groot aantal stellen vragen en bijbehorende "multi-25 pie choice"-antwoorden in de niet-vluchtige opslagorganen 2^+0 worden opgeslagen en kunnen gekozen onderstellen van het aantal stellen op een selectieve wijze in het geheugen 220 worden opgeslagen in responsie op de logische besturingsketen 210. Zo kan de gebruiker bijvoorbeeld via de ingangsinrichting 200 bepaalde catagorieën van vragen en antwoorden 30 kiezen. Het is ook mogelijk, dat de logische besturingsketen 210 opeenvolgende stellen vragen en bijbehorende antwoorden kiest afhankelijk van het verleden van de eerder gebruikte vraag- en antwoordstellen. Zoals boven is toegelicht, is bij de voorkeursuitvoeringsvorm de weergeefpre-sentatie van het videoquizspelstelsel zodanig, dat het juiste antwoord 35 van de bijbehorende "multiple choice "-antwoorden door de gebruiker di-rekt kan worden afgeleid uit het waarnemen van de weergeefpresentatie van de vraag. Door dit kenmerk wordt het aantal personen, dat het stelsel λ _ ... „ · - -) , · . j f J 0 - 7 - kan gebruiken, vergroot. Door grafische animatie en kleurregeling kan een extra eenvoud van de onderlinge gebruikersamenwerking en een verbeterde oplettendheid van de gebruiker worden verkregen, waardoor een meer onderhoudende quizomgeving wordt verschaft.
5 In de fig. 3-5 zijn illustraties van weergeefpresentaties van verschillende vraag- en bijbehorende antwoordstellen aangegeven (zonder werkelijke kleuren en animatie-effecten). De vraag en bijbehorende antwoorden, weergegeven in de fig. 3 - 5S illustreren de voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding, waarbij het juiste antwoord direkt kan 10 worden afgeleid uit de vraag en de antwoordkeuzepresentatie zonder dat een voorafgaande kennis van het onderwerp nodig is.
Bij het in fig. 3 afgeheelde voorbeeld wordt de gebruiker verzocht het voorwerp te kiezen, dat niet bij de groep behoort. Er zijn vier voorwerpen weergegeven, waarbij gebruik wordt gemaakt van vuur en 15 een voorwerp, waarbij gebruik wordt gemaakt van elektriciteit (de lamp), keuze d. Indien de gebruiker het juiste antwoord,!, kiest, kan de weergeef inrichting bijvoorbeeld in groen licht flitsen, waarbij de antwoord-lamp d ontsteekt en de andere antwoorden in de achtergrond verdwijnen.
Voor een eerste onjuist antwoord kan ook een gedeelte van de weergeef-20 inrichting in rood flitsen en kan de intensiteit van het op een onjuiste wijze gekozen antwoord worden gereduceerd. Indien de gebruiker dan een tweede onjuist antwoord kiest, kan de weergeefpresentatie in rood flitsen en kunnen de onderwerpen met onjuist antwoord in vlammen uitbarsten en verdwijnen. Deze toelichting geldt slechts ter illustratie en het is 25 duidelijk, dat andere weergeefpresentatiemethoden kunnen worden toegepast.
In fig. h vindt men een ander voorbeeld van een vraag- en bijbehorende "multiple choice”-antwoordpresentatie. De vraagpresentatie vraagt "hoeveel figuren hebben geen haar . Men verkrijgt een illustra-30 tie van een aantal mensenhoofden, sommige met en sommige zonder haar. Er worden vier antwoordkeuzen gegeven. Een voorbeeld van kleuranimatiege-bruik voor juiste en onjuiste antwoorden kan weer worden verschaft, zoals het geval was bij fig. 3. Indien de gebruiker het juiste antwoord invoert, verandert de weergeefpresentatie, waarbij de gezichten zonder haar 35 met een groene kleur flitsen en de gelaatstuidrukkingen in een glimlach overgaan. Anderzijds kan een eerste, onjuiste antwoordkeuze leiden tot een weergeefpresentatie van een rode flits, waarbij de intensiteit van de λ J-? -8- weergeefpresentatie van liet gekozen antwoord wordt gereduceerd en het onderste gezicht fronst. Een tweede onjuist antwoord kan dezelfde weer-geefpresentatieresultaten als het eerste onjuiste antwoord hebben met als toegevoegd raffinement, dat de afmeting van het onderste gezicht, 5 dat fronst, wordt verdubbeld. Op deze wijze reageert de weergeefpresen-tatie op en werkt deze samen met de gebruiker. Derhalve verkrijgt de gebruiker in responsie op de door hem of haar gekozen antwoorden naast de door de scoring verkregen versterking een tij dsgetrouwe terugkoppeling. Zoals boven onder verwijzing naar fig. 2 is toegelicht, verschaft 10 de scoring een afzonderlijk middel voor positieve en negatieve versterking, waarbij de score afneemt met de tijd, welke verstrijkt vanaf de vraagpresentatie en/of de score afneemt voor elk onjuiét antwoord voordat een juist antwoord wordt gekozen. Men kan een constant aantal onjuiste antwoorden toelaten voordat de gestelde vraag wordt geëlimineerd 15 en naar de volgende vraag wordt overgegaan. Zo kunnen bijvoorbeeld twee onjuiste antwoorden veroorzaken, dat nul punten worden toegewezen, het juiste antwoord wordt aangegeven, en de volgende vraag en bijbehorende antwoordstellen worden weergegeven.
In fig. 5 vindt men weer een andere illustratie van een weergeef-20- presentatie. De weergeefpresentatie vraagt de gebruiker een van vijf geometrische segmenten te kiezen voor het voltooien van een rechthoek, waarvan een segment ontbreekt. De antwoordkeuze van de gebruiker en de antwoord-· keuze-achtergrond voor deze vraag, bepalen het daarop volgende weergeef-verloop. Indien bijvoorbeeld het juiste antwoord wordt gekozen, in dit ge-25 val c, kan de weergeefpresentatie in groen flitsen en kan het juiste symbool zodanig worden bewogen, dat dit met het blok een rechthoek vormt, terwijl de resterende antwoorden uit de weergeefpresentatie verdwijnen.
Het is ook mogelijk, dat wanneer het eerste onjuiste antwoord wordt gekozen, de weergeefpresentatie in rood flitst en de intensiteit van het 30 op een onjuiste wijze gekozen antwoord wordt gereduceerd. Indien daarna een tweede onjuist antwoord wordt gekozen, kan de weergeefpresentatie in rood flitsen, kan het juiste antwoord in grootte worden verdubbele en zodanig worden bewogen, dat dit in het blok past.
Verder kunnen andere, specifieke stel kenmerken aan het spel 35 worden toegevoegd. Zo kan bijvoorbeeld voor een met munten bedreven spel een attractiemodus worden verkregen, doordat op het scherm verschillende aspecten van het spel worden aangegeven. Bij het inwerpen van een munt, ? Γ ' i: 3 9 * 0 » - 9 - treedt op het scherm een "get ready" animatiereeks op, gevolgd door een "GO" eerste-vraagindicatie, gevolgd door een presentatie van de eerste vraag en bijbehorende antwoorden op het scherm.
Zoals hoven is toegelicht, kan de scoring voor elke vraag met 5 de tijd en de onjuiste antwoordkeuzen af nemen.
Zo kan bijvoorbeeld de hoofdscore voor elke vraag uitgaan van 900 punten en bij juiste omstandigheden tot 0 decrementeren. Zo kan bijvoorbeeld de score voor een juist antwoord gedurende de eerste twee seconden 900 punten blijven, na de volgende halve seconde met 100 punten 10 afnemen, na de volgende drie-kwart seconde weer met 100 punten af nemen, per seconde na elk van de volgende drie seconden met 100 punten afnemen, na de volgende kwart seconde met weer 100 punten afnemen, na de volgende halve seconde met weer 100 punten afnemen en tenslotte na nog eens twee seconden tot 0 punten afnemen. Bovendien kan elk onjuist antwoord ertoe 15 leiden, dat de puntenscore voor een antwoord met 1*00 punten afneemt.
Deze puntenwaarden en perioden zijn ter illustratie gegeven en men kan volgens de uitvinding ook andere seoremethoden toepassen.
Voortgaande met de bij wijze van voorbeeld gekozen omschrijving van het spel, verschaft de weergeefpresentatie de vraag- en "multiple 20 choice"-antwoordkeuzen aan de gebruiker en geeft de maximale score voor die vraag (bijvoorbeeld p00 punten) weer. De speler (gebruiker) drukt de juiste antwoordknop van de ingangsinrichting in en het elektronische stelsel van het spel reageert daarop. Een juiste antwoordkeuze leidt ertoe, dat een gekozen antwoordkeuze in groen flitst, de score van de 25 speler voor die vraag flitst en het decrementeren van de score wordt beëindigd. Er kan een bijbehorend, juist geanimeerd weergeef- en geluid-verloop worden verschaft wanneer de score dan wordt overgedragen naar de respectieve score van de speler in incrementen van 100 punten. Dit voorziet in een positieve versterking. Een onjuiste antwoordkeuze leidt 30 tot het onmiddellijk flitsen van de gekozen letter in rood, een onjuist seoregeluid en het decrementeren van de vraagseoreteller tot 500. Een tweede onjuist antwoord leidt opnieuw tot een onmidde-Hijk flitsen van het gekozen antwoord in rood, decrementeren van de scoreteller voor die vraag tot 0 en een geluid- en animatiereeks, welke indicatief is voor 35 een onjuiste antwoordkeuze. Deze omschrijving van de werking is slechts ter illustratie gegeven en dient niet in een beperkende of vereisende zin te worden opgevat.
Een verder spelkenmerk van een bonus vraag kan aanwezig zijn om t - 10 - een voorafbepaald aantal juiste antwoordkeuzen en/of voor een nieuwe, hoge spelscore te belonen. De bonusvraag kan vergezeld gaan van een geanimeerde veergeefreeks. Wanneer derhalve slechts zes vragen per spel normaliter aanwezig zijn, kunnen extra bonusvragen worden verkregen.
I» t Λ 'T -v -v o ·:: :. ; · -j

Claims (14)

1. Videospel gekenmerkt door ingangs organen om een van buitenaf toegevoerde gebruikerstimulus om te zetten in een ingangsinformatiesignaal, besturingsorganen voor het selectief verschaffen van een bestu-ringssignaal in responsie op het ingangsinformatiesignaal, geheugenorganen 5 voor het opslaan en af lever en van vraaginformatie en bijbehorende "multiple choice"-antvoordinformatie in responsie op het stuursignaal, en organen voor het verschaffen van een weergeefpresentatie van de vraag-en bijbehorende antwoordinformatie in responsie op het uitgangssignaal van de geheugenorganen, waarbij het juiste antwoord van de bijbehorende 10 antwoorden direkt uit de weergeefpresentatie kan worden afgeleid.
2. Spel volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat een aantal stellen vragen en bijbehorende antwoorden aanwezig is. 3* Spel volgens conclusie 2 gekenmerkt door organen voor het kiezen van een van het aantal stellen in responsie op het ingangsinformatie- T5 signaal. i*. Spel volgens conclusie 1 of 2 of 3 gekenmerkt door niet-vluchtige opslagorganen voor het opslaan van de vraaginformatie en bijbehorende antvoordinformatie, en organen voor het selectief leveren van de vraaginformatie en bijbehorende antvoordinformatie uit de niet-vluchtige opslag-20 organen en het opslaan van de uitgangsvraaginformatie en bijbehorende antvoordinformatie in de geheugenorganen.
5- Spel volgens conclusie 3 gekenmerkt door organen voor het verge lijken van het juiste antwoord van de bijbehorende antwoorden met het ingangsinformatiesignaal, overeenkomende met een gebruikerantwoordkeuze, 25 en organen voor het verschaffen van een score,-uitgangssignaal met een puntenwaarde, in responsie op de organen voor het vergelijken, en organen voor het accumuleren van een score in responsie op het score-uitgangs-signaal,
6. Spel volgens conclusie 5 gekenmerkt door organen voor het verlagen 30 van de puntenwaarde van het score-uitgangssignaal in responsie op een onjuist signaal van de bijbehorende antwoordingangsinformatiesignalen f
7- Spel volgens conclusie 5 of 6 gekenmerkt door organen voor het verlagen van de puntenwaarde van het score-uitgangssignaal in responsie op de tijd, welke is verstreken tussen de weergeefpresentatie van de 35 vraag en het invoeren van het juiste signaal van de bijbehorende antwoord- A, -T =--? Λ ^ Λ ί. * «·. · 7λι - 12 - P t ingangsinformatiesignalen.
8. Spel volgens conclusie 5 of 6 of 7 gekenmerkt door organen voor het weergeven van de geaccumuleerde score in responsie op de accumulatie-organen. 5 9· Spel volgens conclusie 1 of 2 of 3 of 5 met het kenmerk, dat de weergeefpresentatie van de vraag geanimeerd is.
10. Spel volgens conclusie 9 met het kenmerk, dat de weergeef inrichting uit een kathodestraalbuis "bestaat.
11. Videospel gekenmerkt door ingangsorganen om een van "buitenaf 10 toegevoerde gebruikerstimulus om te zetten in een ingangsinformatiesig- naal, besturingsorganen voor het selectief verschaffen van een bestu-ringssignaal in responsie op het ingangsinformatiesignaal, geheugenor-ganen voor het opslaan en afleveren van vraaginformatie en bijbehorende "multiple choice"-antwoordinformatie in responsie op het besturings-15 signaal, en organen voor het verschaffen van een weergeefpresentatie van de vraag en bijbehorende antwoorden in responsie op de geheugenorganen, waarbij de weergeefpresentatie van de vraag is geanimeerd.
12. Spel volgens conclusie 11 met het kenmerk, dat er een aantal stellen vragen en bijbehorende antwoorden aanwezig is. 20- 13· Spel volgens conclusie 12 gekenmerkt door organen voor het kiezen van één van het aantal stellen in responsie op het ingangsinformatie-signaal. 1U. Spel volgens conclusie 11 of 12 of 13 gekenmerkt door niet- vluchtige opzamelorganen voor het opslaan van de vraaginformatie en bij-25 behorende antwoordinformatie en organen voor het selectief afleveren van de vraaginformatie en bijbehorende antwoordinformatie uit de niet-vluch-tige opzamelorganen en het opzamelen van de uitgangsvraaginformatie en bijbehorende antwoordinformatie in de geheugenorganen.
15. Spel volgens conclusie 11 gekenmerkt door organen voor het ver-30 gelijken van het juiste antwoord van de bijbehorende antwoorden met het ingangs informatiesignaal, dat overeenkomt met een gebruikerantwoord-keuze, organen voor het verschaffen van een score-uitgangssignaal met een puntenwaarde in responsie op de organen voor het vergelijken, en organen voor het accumuleren van een score in responsie op het score-uitgangs-35 signaal.
16. Spel volgens conclusie 15 gekenmerkt door organen voor het verlagen van de puntenwaarde van het score-uitgangssignaal in responsie op ^ f: 7 0 0 0 Γ - ,7 η - 13 - elk onjuist signaal van de bijbehorende antwoordingangsinformatiesig-nalen.
17. Spel volgens conclusie 15 of l6 gekenmerkt door organen voor het verlagen van de puntenwaarde van het score-uitgangssignaal in res- 5 ponsie op de tijd, welke is verstreken tussen de weergeefpresentatie van de vraag en het invoeren van het juiste signaal van de bijbehorende antwoordingangsinformatiesignalen.
18. Spel volgens conclusie 15 of 16 of 17 gekenmerkt door organen voor het weergeven van de geaccumuleerde score in responsie op de aecu- 10 mulatie-organen.
19· Spel volgens conclusie 11 met het kenmerk, dat het juiste antwoord van de weergegeven antwoorden direkt uit de weergeefpresentatie van de vraag kan worden afgeleid. ^ :τ *3 o
NL8303092A 1982-09-13 1983-09-06 Videovraag- en antwoordspel. NL8303092A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US41689882A 1982-09-13 1982-09-13
US41689882 1982-09-13

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8303092A true NL8303092A (nl) 1984-04-02

Family

ID=23651765

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8303092A NL8303092A (nl) 1982-09-13 1983-09-06 Videovraag- en antwoordspel.

Country Status (15)

Country Link
JP (1) JPS59131385A (nl)
AU (1) AU1906483A (nl)
BE (1) BE897742A (nl)
BR (1) BR8304928A (nl)
DE (1) DE3332869A1 (nl)
DK (1) DK415883A (nl)
ES (1) ES8405631A1 (nl)
FR (1) FR2532857A1 (nl)
GB (1) GB2127201A (nl)
IT (1) IT1170489B (nl)
LU (1) LU84996A1 (nl)
NL (1) NL8303092A (nl)
NO (1) NO833249L (nl)
PT (1) PT77276B (nl)
SE (1) SE8304878L (nl)

Families Citing this family (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4958837A (en) * 1989-06-23 1990-09-25 Russell Faye Y Travel game with a game board display screen and electronic card reader
GB9004885D0 (en) * 1990-03-05 1990-05-02 Gallagher William P Assessment facility
US5842871A (en) * 1995-12-20 1998-12-01 Educational Insights, Inc. Electronic testing system for use by multiple students
EP1273327A2 (en) * 1997-04-24 2003-01-08 Sega Enterprises, Ltd. Game apparatus, game processing method, and recording medium
DE19803874C2 (de) * 1998-01-31 2000-08-31 Burkhard Grosse Audiovisuelles Lern-, Prüfungs-, und Quizgerät
DE19819922C2 (de) * 1998-05-05 2000-08-31 Burkhard Grosse Elektronisches Frage- und Antwortgerät
US6685476B1 (en) * 2000-05-23 2004-02-03 Robert L. Safran, Sr. Computer-based educational learning
JP4510841B2 (ja) * 2007-03-23 2010-07-28 株式会社コナミデジタルエンタテインメント ゲーム装置、ゲーム制御方法、ならびに、プログラム
CN107004372A (zh) * 2014-11-27 2017-08-01 索尼公司 信息处理装置、信息处理方法和计算机程序
JP6121606B1 (ja) * 2016-08-25 2017-04-26 フロンティアマーケット株式会社 聴覚トレーニング装置、聴覚トレーニング装置の作動方法、およびプログラム

Family Cites Families (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2928189A (en) * 1956-08-16 1960-03-15 Molner Stanley Psychological testing apparatus
GB1223642A (en) * 1968-06-10 1971-03-03 Univ Illinois Improvements in or relating to teaching machine systems
IL34672A (en) * 1969-07-28 1972-11-28 Sanders Associates Inc Display tube touch-wire system
GB1287304A (en) * 1969-11-24 1972-08-31 Eugenia M Koos Educational television systems
JPS505886B1 (nl) * 1970-03-24 1975-03-08
GB1284836A (en) * 1970-11-17 1972-08-09 Data Plex Systems Educational device
US3765105A (en) * 1970-11-19 1973-10-16 Nutting D Multiple play or instructional device
GB1419600A (en) * 1972-04-07 1975-12-31 Westinghouse Learning Corp Computer-assisted instruction via video-telephone
JPS5628269B2 (nl) * 1973-09-14 1981-06-30
AU503614B2 (en) * 1975-04-08 1979-09-13 Sony Corporation Audiovisual teaching system
NL173449C (nl) * 1975-08-08 1984-01-16 Hermans Antonius Inrichting voor visuele communicatie.
JPS5278534A (en) * 1975-12-25 1977-07-01 Sony Corp Game or study adapter
JPS53120931A (en) * 1977-01-28 1978-10-21 Creativity & Electronics Electronic teaching device
JPS55120072A (en) * 1979-03-09 1980-09-16 Sharp Kk Image signal processor
JPS563077A (en) * 1979-06-20 1981-01-13 Hiroo Takemi Electronic *go* game device
US4422105A (en) * 1979-10-11 1983-12-20 Video Education, Inc. Interactive system and method for the control of video playback devices
JPS5734880A (en) * 1980-08-12 1982-02-25 Nintendo Co Ltd Figure display game device
FR2491237A1 (fr) * 1980-09-29 1982-04-02 Perret Henri Appareil didactometrique

Also Published As

Publication number Publication date
AU1906483A (en) 1984-03-22
JPS59131385A (ja) 1984-07-28
GB8324392D0 (en) 1983-10-12
IT8348966A0 (it) 1983-09-12
DE3332869A1 (de) 1984-03-15
IT1170489B (it) 1987-06-03
ES525533A0 (es) 1984-06-16
DK415883D0 (da) 1983-09-13
LU84996A1 (fr) 1984-03-16
GB2127201A (en) 1984-04-04
SE8304878D0 (sv) 1983-09-12
FR2532857A1 (fr) 1984-03-16
DK415883A (da) 1984-03-14
PT77276B (en) 1986-03-11
ES8405631A1 (es) 1984-06-16
SE8304878L (sv) 1984-03-14
NO833249L (no) 1984-03-14
PT77276A (en) 1983-10-01
BR8304928A (pt) 1984-04-24
BE897742A (fr) 1984-01-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US3408749A (en) Branching-instruction teaching device
Miller Minds online: Teaching effectively with technology
US3546791A (en) Educational television system
US5616033A (en) Speed learning system computer based training
US3095653A (en) Method of testing the learning of persons
NL8303092A (nl) Videovraag- en antwoordspel.
US6238217B1 (en) Video coloring book
Hubner Attention shifting between global and local target levels: The persistence of level-repetition effects
US3984923A (en) System and process for preschool screening of children
Clarke The principles of screen design for computer-based learning materials.
US3775864A (en) Response-evoking apparatus
Gordon et al. Videocassette technology in American education
Morton et al. Factors discouraging participation of girls in ICT education
KR102651040B1 (ko) 웨어러블 디바이스를 이용한 운동 교육 운용 시스템
Collins et al. Recent progress in the study of the effects of television viewing on social development
Boehm Exploring children's thinking
Honey The repertory grid in action: How to use it as a pre/post test to validate courses
JP2003337526A (ja) 教育システム
Vaughter A Developmental Investigation of Oddity Concept Formation in Children.
BE857456A (nl) Elektronisch didactisch toestel
Whitley The effects of perceptual type and presentation mode in a visual location task
Daniels Altering Attributions: the Effects of Situational Variables on the Directionality of Attributions.
Norden Screenwriting for requirements engineers
Waite Behavioral contrast in children
Reckase Position Paper on the Potential Use of Computerized Testing Procedures for the National Assessment of Educational Progress.

Legal Events

Date Code Title Description
A1A A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed