NL8302529A - Magneetschijfpatroon. - Google Patents

Description

4 it % i

Magneetschijfpatroon.

De uitvinding heeft betrekking op een magneetschijfpatroon en in het bijzonder een magneetschijfpatroon voor een magnetische regietra-tieschijf die een kleine diameter en een extreem kleine dikte heeft en 5 die met een hoge snelheid wordt geroteerd voor het registreren of weergeven.

Als registratiemedium voor een elektronische computer wordt een flexibele schijf uitgebreid toegepast, die uit polyesterhars is vervaardigd en aan beide zijden met magnetisch materiaal is bekleed, op 10 welke schijf digitale informatie wordt geregistreerd door middel van een magneetkop. Se flexibele schijf is goedkoop en kan gemakkelijk worden gehanteerd.

Onlangs is een fotografische staalcamera voorgesteld, waarin in plaats van een bekende fotografische film met zilverzout, die niet op-15 nieuw kan worden gebruikt, en een magnetische registratieschijf als registratiemedium wordt gebruikt, die kleiner is dan de flexibele schijf zowel qua dikte als diameter. Deze staalcamera wordt gewoonlijk ’’elektronische camera” genoemd. Deze elektronische camera is in het algemeen even groot als een bepaalde fotografische camera van 35 mm. In de elek-20 tronische camera wordt het beeld van een voorwerp magnetisch geregistreerd op de magnetische registratieschijf, terwijl deze met een hoge snelheid roteert. In het algemeen is de magnetische registratieschijf voor de elektronische camera ondergebracht in een stijf huis om een patroon te vormen en wordt tezamen met het huis in het earneralichaam ge-25 laden.

Hoewel bij de bekende flexibele schijf deze is voorzien van een grijpgat in het midden daarvan en aan beide zijden moet worden ondersteund, is de registratieschijf voor de elektronische camera in het midden daarvan voorzien van een naaf, welke naaf in ingrijping kan wor-30 den gebracht met een draaibare as die in de patroon kan worden gestoken vanaf één zijde daarvan.

Bij het registreren van beelden waarbij een magnetisch registratiemedium wordt toegepast, worden signalen met een hoge dichtheid op het magnetische registratiemedium geregistreerd, aangezien videosigna-35 len een grotere frequentieband hebben vergeleken met digitale signalen of geluidssignalen. Daarom treedt wanneer een kleine oneffenheid, krassen of afgeschilferde stukken in de magneetlaag van het magnetische registratiemedium voorkomen, zogenaamde uitval tijdens het weergeven op en kunnen de geregistreerde signalen niet betrouwbaar worden weergege- 8302529 2 . ΐ ven. Aangezien de magneetschijfpatroon voor de elektronische camera dikwijls buiten wordt gebruikt, wordt deze tijdens het dragen gewoonlijk onderworpen aan trillingen, terwijl het oppervlak van de magnetische laag op de registratieschijf in kontakt kan komen met het binnen-5 vlak van het stijve huis, waardoor krassen op de schijf ontstaan.

In verband met voorgaande overwegingen heeft de uitvinding ten doel te voorzien in een magneetschijfpatroon, waarbij wordt vermeden dat de vlakken van de registratieschijf in kontakt komen met het binnenvlak van het huis, aangezien anders krassen op de schijf zouden kun-10 nen ontstaan wanneer de patroon aan trillingen onderhevig is.

De magneetschijfpatroon volgens de uitvinding heeft het kenmerk, dat een vergrendelorgaan aanwezig is, dat bestaat uit een paar veerkrachtige armen die aan het huis zijn bevestigd en naar elkaar toe wor- 4 den gedwongen om tussen zich in de genoemde naaf te grijpen, teneinde 15 de registratieschijf ten opzichte van het huis zodanig te fixeren, dat de vlakken van de registratieschijf niet in kontakt komen met het binnenvlak van het huis, en dat een ontgrendelorgaan aanwezig is, dat van een inactieve stand, waarin dit van de veerkrachtige armen is verwijderd, naar een actieve stand kan worden gebracht, waarin dit de veer-20 krachtige armen van de naaf af drukt om de registratieschijf van het vergrendelorgaan los te maken.

Bij een bij voorkeur toe te passen uitvoeringsvorm van de uitvinding is het ontgrendelorgaan zodanig ingericht, dat deze automatisch naar de actieve stand wordt gebracht om de schijf van het vergrendelor-25 gaan los te maken, wanneer de patroon bijvoorbeeld in een elektronische camera wordt geladen.

De uitvinding zal hierna aan de hand van de tekening worden toegelicht. In de tekening toont: fig. 1 een perspektivisch aanzicht met uiteengenomen onderdelen 30 van een magneetschijfpatroon volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding, fig. 2 een aanzicht in perspektief van het uitwendige uiterlijk van de magneetschijfpatroon, en fig. 3 een schematisch aanzicht in perspektief, dat de werking van 35 het vergrendelorgaan en van het ontgrendelorgaan illustreert, die bij de in de fig. 1 en 2 getoonde uitvoeringsvorm worden toegepast.

Zoals in de fig. 1 en 2 is getoond, omvat een magneetschijfpatroon 21 volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding een hoofdzakelijk rechthoekig stijf huis 24 en een flexibele magnetische registratie-40 schijf 6 die daarin is opgenomen. Een cilindrische naaf 1 is aan het 8302529 m *· * ♦ 3 middendeel van de registratieschijf 6 bevestigd. De naaf 1 bevat een paar helften la en lb die tegenover elkaar liggen en waartussen zich het centrale deel van de registratieschijf 6 bevindt. Een vergrendelor-gaan 2 fixeert de naaf 1 en daarom de schijf 6 ten opzichte van het 5 huis 24 en een ontgrendelorgaan 9 geeft de naaf 1 vrij uit het vergren-delorgaan 2, zoals hierna in bijzonderheden zal worden beschreven. De naafhelften la en lb omvatten buitenste delen 10a respectievelijk 10b met een kleine diameter en binnenste delen 11a respectievelijk 11b met een grote diameter* In het vrije eindvlak van het deel 11a met een 10 kleine diameter van de naafhelft la zijn gaten 7a en 7b aangebracht, die in ingrijping kunnen worden gebracht met een aandrijfas (niet getoond en een uitsteeksel dat op de aandrijfas is gevormd, welke as in een elektronische camera, of een weergeefstelsel aanwezig is om de mag- t netische registratieschijf 6 met een hoge snelheid te roteren. Een aan-15 tal uitsteeksels 12 zijn op ringvormige echoudervlakken van de delen 11a en 11b met een grote diameter gevormd, welke uitsteeksels zijn ge- % rangschikt langs de buitenomtrek van de delen 10a en 10b met een kleine diameter. Het vergrendelorgaan 2 heeft hoofdzakelijk de vorm van een V en wordt gevormd door een paar armen 3a en 3b die door een bochtdeel 8 20 met elkaar zijn verbonden. Het bochtdeel 8 van het vergrendelorgaan 2 is aan het binnenvlak van het huis 24 bevestigd. Aan de vrije einddelen van de respectieve armen 3a en 3b zijn ringvormige delen 4a en 4b gevormd. De ringvormige delen 4a en 4b hebben een opening, waarvan de diameter enigszins groter is dan de diameter van de delen 10a en 10b 25 met een kleine diameter en kleiner is dan de diameter van de delen 11a en 11b met een grote diameter. De ringvormige delen 4a en 4b zijn voorzien van een aantal inkepingen 5a respectievelijk 5b aan de binnenomtrek daarvan. De ringvormige delen 4a en 4b worden in de normale toestand naar elkaar toe gedwongen door de veerkracht van de armen 3a en 30 3b en grijpen tussen zich in de naaf 1 om deze naaf 1 en dus de magnetische registratieschijf 6 ten opzichte van het huis 24 vast te zetten, waarbij in de inkepingen 5a en 5b de uitsteeksels 12 worden opgenomen.

Een rotatiebeweging en een schuifbeweging van de registratieschijf 6 worden verhinderd door het in elkaar grijpen van de uitsteeksels en de 35 inkepingen. Het vergrendelorgaan 2 is bijvoorbeeld uit metaal vervaardigd om de armen 3a en 3b een veerkracht te geven om de ringvormige delen 4a en 4b naar elkaar toe te drukken.

Het ontgrendelorgaan 9 heeft hoofdzakelijk de vorm van een L en omvat een eerste arm 12 en een tweede arm 13. Het vrije einddeel van de 40 eerste arm 12 loopt taps toe in de richting van het vrije einde, ten- 8302529

* V

* 4 » einde een paar schuine vlakken 12a en 12b te vormen. Zoals in fig. 2 is getoond, is het ontgrendelorgaan 9 zodanig in het huis 24 gemonteerd, dat deze in de richting van de pijl G voorwaarts en achterwaarts kan worden bewogen. De tweede arm 13 van het ontgrendelorgaan 9 strekt zich 5 uit in een opening 14 die in één zijwand van het huis 24 is gevormd, waardoor de tweede arm 13 toegankelijk is voor een (niet getoond) grijporgaan dat in een stelsel aanwezig is, waarin de patroon 21 wordt geladen. Wanneer de patroon 21 in het stelsel wordt geladen en in de richting van de pijl D wordt verplaatst, wordt de tweede arm 13 van het 10 ontgrendelorgaan 9 gegrepen door het grijporgaan in het stelsel, waardoor het ontgrendelorgaan 9 in de richting van de pijl C wordt geduwd. Wanneer het ontgrendelorgaan 9 in de richting van de pijl C wordt verschoven, worden de schuine vlakken 12a en 12b van de eerste arm 12 tussen de armen 3a en 3b van het vergrendelorgaan 2 gedrukt om de armen 3a 15 én 3b van elkaar af te bewegen, waardoor het ringvormige deel 4a van de arm 3a in de richting van de pijl A (fig. 3) naar boven wordt bewogen van de naafhelft la af en het ringvormige deel 4b van de arm 3b in de richting van de pijl B naar beneden wordt bewogen van de naafhelft lb af, zoals in fig. 3 met een onderbroken lijn is weergegeven. De regis-20 tratieschijf 6 wordt dus automatisch van het vergrendelorgaan 2 losgemaakt doordat louter de patroon 21 in het stelsel wordt gestoken, waarin deze wordt gebruikt.

Wanneer de patroon 21 wordt uitgenomen wordt het ontgrendelorgaan 9 in terugwaartse richting bewogen door de veerkracht van de armen 3a 25 en 3b die op de schuine vlakken 12a en 12b werken, waardoor de ringvormige delen 4a en 4b weer in ingrijping met de naafhelften la respectievelijk lb worden gebracht, teneinde de magnetische registratieschijf 6 ten opzichte van het huis 24 te fixeren, waardoor wordt voorkomen dat de vlakken van de schijf 6 in kontakt komen met het binnenvlak van het 30 huis 24. Wanneer de veerkracht van de armen 3a en 3b niet voldoende is om het ontgrendelorgaan 9 terug te duwen, kunnen voorspanmiddelen, zoals rubber of een veer worden aangebracht om het vergrendelorgaan 9 in de tegengestelde richting van de pijl C voor te spannen.

Bij de beschreven uitvoeringsvorm wordt de beweging van de regis-35 tratieschijf 6 beperkt, doordat de uitsteeksels 12 die op de schouder-vlakken van de delen 11a en 11b met een grote diameter van de naaf 1 zijn gevormd, grijpen in de inkepingen 5a en 5b die in de binnenomtrek van de ringvormige delen 4a en 4b zijn gevormd. Echter kan de beweging van de registratieschijf 6 ook worden beperkt door wrijving tussen de 40 binnenvlakken van de ringvormige delen 4a en 4b en de schoudervlakken 8302529 5 van de naafhelften la en lb* In dit geval zijn de binnenvlakken van de ringvormige delen 4a en 4b en de schoudervlakken van de naafhelften la en lb bij voorkeur voorzien van materiaal met een hoge wrijvingsco'éffi-ciënt. Bij een andere uitvoeringsvorm kan de beweging van de registra-5 tieschijf 6 worden beperkt, doordat een aantal radiale uitsteeksels die op de binnenvlakken van de ringvormige delen 4a en 4b zijn gevormd, grijpen in een aantal overeenkomstige uitsteeksels die op de schouder” vlakken van de naafhelften la en lb zijn gevormd.

8302529

Claims (6)

1. Magneetschijfpatroon, omvattende een flexibele registratie" schijf die voorzien is van een cilindrische naaf die op het middendeel daarvan is bevestigd, en een huis waarin de registratieschijf is onder-5 gebracht, met het kenmerk, dat een vergrendelorgaan aanwezig is, dat bestaat uit een paar veerkrachtige armen die aan het huis zijn bevestigd en naar elkaar toe worden gedwongen om tussen zich in de naaf te grijpen, teneinde de registratieschijf ten opzichte van het huis te fixeren, zodanig dat de vlakken van de registratieschijf niet in kon-10 takt komen met het binnenvlak van het huis, en dat een ontgrendelorgaan aanwezig is, dat van een inactieve stand waarin dit van de veerkrachtige armen is verwijderd, naar een actieve stand kan worden gebracht, waarin dit de veerkrachtige armen van de naaf af drukt om de registra- # tieschijf van het vergrendelorgaan los te maken.

2. Magneetschijfpatroon volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de veerkrachtige amen door een bochtdeel met elkaar zijn verbonden aan de op afstand van de naaf liggende uiteinden daarvan en dat de armen door eigen veerkracht naar elkaar toe worden gedrukt.

3. Magneetschijf patroon volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat 20 het ontgrendelorgaan is voorzien van een taps toelopend vrij einddeel, waarbij een paar schuine vlakken wordt gevormd, en dat het taps toelopende vrije einddeel tussen de veerkrachtige amen nabij het bochtdeel wordt gedrukt, wanneer het ontgrendelorgaan naar de actieve stand wordt gebracht, zodat de schuine vlakken respectievelijke samenwerken met de 25 binnenzijden van de veerkrachtige amen om de amen naar buiten te drukken.

4. Magneetschijfpatroon volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het ontgrendelorgaan zodanig is ingericht, dat dit naar de actieve stand kan worden bewogen door een druk afkomstig van een grijpmiddel 30 dat in een stelsel is aangebracht, waarin de magneetschijfpatroon wordt gebruikt, wanneer de patroon in het stelsel worden geladen.

5. Magneetschijfpatroon volgens conclusie 1, 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de naaf bestaat uit een deel met een grote diameter in het tussengelegen gedeelte en een paar delen met kleine diameter aan tegen- 35 over elkaar liggende uiteinden van het deel met een grote diameter, waarbij schoudervlakken tussen de delen met een kleine diameter en het deel met een grote diameter worden gevormd, en dat elke veerkrachtige am is voorzien van een ringvormig deel aan het vrije uiteinde daarvan, welk ringvormige deel een opening heeft waarvan de diameter groter is 40 dan de diameter van het deel met een kleine diameter, maar kleiner is 8302529 % - dan de diameter van het deel met de grote diameter, waarbij de ringvormige delen van de respectieve veerkrachtige armen zodanig met de schou-dervlakken aan tegenover elkaar liggende einden van het deel met een grote diameter van de naaf kunnen samenwerken, dat de naaf wordt gegre-5 pen.

6. Magneetschijfpatroon volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de schoudervlakken van het deel met een grote diameter zijn voorzien van een aantal uitsteeksels dat kan worden opgenomen in een aantal inkepingen dat in de binnenomtrek van de ringdelen zijn gevormd, wanneer 10 de naaf tussen de veerkrachtige armen wordt gegrepen. ******** « 8302529