NL8503563A

NL8503563A - Schijfvormige informatiedrager met van een centraal gat voorzien inzetstuk.

Info

Publication number: NL8503563A
Application number: NL8503563A
Authority: NL
Original assignee: Nagron Precision Tooling
Priority date: 1985-12-24
Filing date: 1985-12-24
Publication date: 1987-07-16
Also published as: EP0230695A1; EP0230695B1; EP0230695B2; DE3682759D1; ATE70140T1

Description

, *V-.....' X Sch/gn/2, Nagron Precision -1-

Schijfvormige informatiedrager met van een centraal gat voorzien inzetstuk

De uitvinding heeft betrekking op een ronde schijfvormige informatiedrager, bijvoorbeeld een compactdisc (CD), videoplaat of dergelijke bestemd om tijdens opname en/of weergave te worden gedragen door van een centrale as 5 voorziene steunmiddelen, welke centrale as nauw past in een in het midden van de informatiedrager aanwezig gat.

Tijdens het vervaardigen door middel van spuitgiet-technieken van een dergelijke informatiedrager wordt, voorafgaand aan het lossen uit een spuitgietmatrijs van het 10 gerede en afgekoelde produkt door middel van een stansbewerking een centraal gat uitgeponst. Met een dergelijke bewerking kan niet altijd in voldoende mate worden voorkomen, dat het eindprodukt een gat vertoont, waarvan de kwaliteit en nauwkeurigheid te wensen over laat.

15 Door het uitstansen van het gat in het nog warme, dus makkelijk vervormbare thermoplastische materiaal wordt de rand van het gat een weinig naar één zijde weggedrukt, waardoor deze rand een ongewenste scherpte, of zelfs een wat ruwe structuur vertoont.

20 Om dit probleem het hoofd te bieden verschaft de uit vinding een informatiedrager van het beschreven type, die het kenmerk vertoont dat het gat aanwezig is in een in een in de informatiedrager aanwezig groter gat aangebracht inzetstuk.

25 De uitvinding opent ook de mogelijkheid tot spuitgie- ten met andere technieken, bijvoorbeeld met gebruikmaking van een krans van kleine inspuitopeningen rond een gat. Deze techniek staat bekend als “afvalloos spuiten". Dat deze - techniek voor de meeste informatiedragers niet wordt toege- 30 past vindt zijn oorzaak in het feit dat de aanspuitingen zich niet of slechts met veel moeite in een nabewerking 8503563 --------— - ^ -2- laten verwijderen. Volgens de uitvinding nu kan het inzet-stuk de inspuitingen afdekken, zodat met de afvalloze spuit-methode kan worden gewerkt. Duidelijk zal zijn, dat een dergelijke werkwijze het voordeel biedt van een geringer 5 materiaalgebruik.

In een praktisch uitvoeringsvoorbeeld is het inzetstuk door middel van tenminste één veerkrachtige snaprand bevestigd aan de rand van het in de informatiedrager aanwezige gat.

10 ’ Bijvoorbeeld voor informatiedragers, die aan beide kanten bruikbaar zijn, kan het inzetstuk een symmetrische opbouw bezitten. In dit geval kan worden gedacht aan een uitvoering, die de bijzonderheid vertoont dat het inzetstuk twee delen omvat, waarvan het ene vanaf de ene zijde en het 15 andere vanaf de andere zijde door het in de informatiedrager aanwezige gat is gestoken.

Met één spuitgietmatrijs voor het inzetstuk kan worden volstaan, als beide delen identiek zijn.

Verder betreft de uitvinding een inzetstuk met een 20 centraal gat, ingericht en kennelijk bestemd om te worden aangebracht in het centrale gat in een ronde, schijfvormige informatiedrager van het bovenbeschreven type.

De uitvinding zal nu worden verduidelijkt aan de hand van de tekening van twee willekeurige uitvoeringsvoorbeel-25 den, waartoe de uitvinding zich niet beperkt. In de tekening tonen:

Fig. 1 een informatiedrager met een inzetstuk en een kaapstander met steunmiddelen daarvoor;

Fig. 2 een informatiedrager met een uit twee identieke 30 delen bestaand inzetstuk; en

Fig. 3 een informatiedrager met een variant van een uit twee identieke delen bestaand inzetstuk.

Fig. 1 toont een informatiedrager 1, bijvoorbeeld een compactplaat, die kan worden gedragen en tijdens bedrijf ro-35 terend worden aangedreven door middel van een centrale aandrijfas 2 en een daarmee gekoppelde steunrand 3. De aandrijfas 2 vertoont een trapsgewijze opbouw met twee kegelvormig toelopende omtreksvlakken 4, 5, voor het zoeken en λ — Λ “7 ΐΓ ‘2 %

W

-3- centreren van de informatiedrager 1.

De informatiedrager 1 is voorzien van een centraal gat 6, waarin een inzetstuk 7 is geplaatst. Dit inzetstuk 7 vertoont een centraal gat 8/ waarvan de diameter nauwkeurig 5 overeenstemt met de diameter van het onderste deel 8 van de kaapstander 2.

Het inzetstuk 7 vertoont een krans van zes veerkrachtige snapranden 7, waardoor het inzetstuk 7 in het gat 6 van de informatiedrager 1 kan worden gedrukt onder naar binnen 10 drukken van de snapranden 7, die na het passeren van het gat naar buiten veren en, samen met een aan de andere zijde gelegen flensrand 10 een hechte koppeling tussen het inzetstuk 7 en de informatiedrager 1 vormen. De snapranden 9 zijn aan de naar buiten gerichte randzone van hun bovenvlak 15 voorzien van een conische zoekrand 20.

Aan de hand van bovenstaande beschrijving zal duidelijk zijn, dat het centrale gat 8 tot op heden de diameter was van het centrale gat van de informatiedrager 1. Met de uitvinding moet de informatiedrager 1 worden voorzien van 20 een gat met een grotere diameter in verband met de dikte aan beide zijden van het grosso modo cilindervormige vertikale wanddeel 11 van het inzetstuk 7.

Fig. 2 toont een informatiedrager 12 met een centraal gat 13 en een daarin te plaatsen, uit twee identieke delen 25 14, 14 bestaand inzetstuk. Deze delen bestaan elk uit een cilindermantelvormig deel 15, en een flensrand 16. Het cilindermantelvormige deel 15 vertoont een eindvlak 17 met drie equidistante uitsteeksels 18 en overeenkomstig gevormde holten 19. In dit geval zijn de hoekafstanden tussen aan-30 grenzende uitsteeksels resp. holten 60°. Op de in fig. 2 getoonde wijze kan hiermee worden bereikt, dat identieke delen 14 met elkaar kunnen worden gekoppeld door de pen-gat-verbinding gevormd door een uitsteeksel 18 op het ene deel 14 en een holte 19 in het andere deel 14. Met voordeel - 35 kunnen de uitsteeksel 18 een weinig naar buiten toe verbreden, en kunnen de holten 19 een overeenkomstige vorm hebben, waardoor een uitstekende fixatie van beide delen mogelijk 0 5 i; j 3 S -5 _i -4- is.

De onderste randen van de flenzen 16 rusten op de randzone van het gat 13 van de informatiedrager 12. Duidelijk za-1 dan ook zijn, dat de dimensionering van de delen 14 5 zodanig moet zijn, dat de eindrand, die is voorzien van de uitsteeksels 18 en de holte 19, op een (geringe) afstand moet liggen van de corresponderende rand van het andere deel 14.

Pig. 3 toont een uit twee identieke delen 21 bestaand 10 inzetstuk met dezelfde snapranden 9 als in fig. 1 getoond, waarbij echter elk deel 21 slechts drie equidistante snapranden 9 vertoont, met vrijlating van tussenzones 22, die een iets grotere hoek opspannen dan de snapranden 9, zodanig, dat een snaprand van het ene deel 21 past in de vrije 15 zone 22 van het andere element. Aldus kan eerst het ene deel 21 snappend worden gekoppeld met de informatiedrager 12 overeenkomstig fig. 2, en kan in een volgende stap het andere deel 21 worden gekoppeld met die informatiedrager 12. Anders dan in de uitvoering volgens fig. 2 zijn de delen 20 21 van het inzetstuk niet met elkaar, maar elk individueel uitsluitend met de informatiedrager 12 gekoppeld.

0 V 0 0 1 o

Claims

1. Ronde schijfvormige informatiedrager, bijvoorbeeld een compactdisc (CD), videoplaat of dergelijke, bestemd om tijdens opname en/of weergave te worden gedragen door van een centrale as voorziene steunmiddelen, welke centrale as 5 nauw past in een in het midden van de informatiedrager aanwezig gat, met het kenmerk, dat het gat aanwezig is in een in een in de informatiedrager aanwezig groter gat aangebracht inzetstuk.

2. Informatiedrager volgens conclusie 1, met het 10 kenmerk, dat het inzetstuk door middel van tenminste één veerkrachtige snaprand is bevestigd aan de rand van het in de informatiedrager aanwezige gat.

3. Informatiedrager volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het inzetstuk twee delen omvat, waarvan het ene 15 vanaf de ene zijde en het andere vanaf de andere zijde door het in de informatiedrager aanwezige gat is gestoken.

4. Informatiedrager volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat beide delen identiek zijn.

5. Inzetstuk met een centraal gat, ingericht en 20 kennelijk bestemd om te worden aangebracht in het centrale gat in een ronde, schijfvormige informatiedrager volgens één der voorgaande conclusies. o u o o o 3 ---- - - ___