NL8302361A - Bandtransporteur voor het transport volgens een bocht. - Google Patents

Description

* * N/31.564-Jb/ak

Bandtransporteur voor het transport volgens een bocht.

De uitvinding heeft'betrekking op een bandtransporteur voor het transport volgens een bocht, met twee eindrollen, waarover een transportband is gevoerd.

In de bekende uitvoeringen van dergelijke 5 bandtransporteurs vindt de aandrijving van de transportband in het algemeen door middel van een eindrol plaats. Hierdoor is men evenwel beperkt in de langs- en dwarsafmetingen van de transportband, in het geval dat de bandtransporteur voor het transport in een plat vlak, in het algemeen een horizon-10'taal vlak, is uitgevoerd, terwijl, indien deze transportband een schroeflijnvormig verloop heeft, ook zijn hoogteafmeting aan beperkingen is onderworpen.

De onderhavige uitvinding beoogt een bandtransporteur te verschaffen, welke ten opzichte van de bekende 15 bandtransporteurs van de in het voorgaande beschreven soort belangrijke voordelen biedt.

Hiertoe wordt de bandtransporteur volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat tenminste één zijrand van de transportband met tenminste êën stationair opgesteld aan- .· 20 drijforgaan samenwerkt.

Doordat volgens de uitvinding het aantal stationair opgestelde aandrijforganen geheel naar keuze kan worden vastgesteld, wordt een zeer grote vrijheid in de dwars-, de langs- en de eventuele hoogteafmetingen van de transport-25 band verkregen.

Volgens een belangrijke uitvoering van de bandtransporteur volgens de uitvinding is de transportband aan tenminste één zijrand met meeneemorganen uitgevoerd, welke met het aandrijforgaan, respectievelijk de aandrijforganen, 30 samenwerken.

'Hierbij kunnen de meeneemorganen uit éën of meer bovenste en/of onderste uitsteeksels van de zijrand(en) van de transportband bestaan.

De meeneemorganen kunnen bijvoorbeeld pen- of 35 nokvormig zijn of tanden vormen.

Volgens een bijzondere uitvoering van de band- 8302361 * , ✓> - 2 - transporteur volgens de uitvinding is de transportband aan tenminste êên zijrand met perforaties uitgevoerd, die met het aandrijforgaan, respectievelijk de aandrijforganen samenwerken.

5 In vele gevallen zal het voldoende zijn, in dien de transportband uitsluitend aan de buitenrand* met mee-neemorganen is uitgevoerd.

Het aandrijforgaan, respectievelijk de aandrijf-organen kan (kunnen) langs het bovenste part en/of langs het 10 onderste part van de transportband zijn opgesteld.

Een zeer belangrijke uitvoering van de band-transporteur volgens de uitvinding, waarbij het buitenste gedeelte van de transportband tegenhoudorganen draagt, die een binnenwaarts gerichte verplaatsing van de transportband tegen-15 gaan, doordat zij zijn geleid in een vast opgestelde geleiding met een tweetal van de transportband afgekeerde, geleidings-vlakken waartussen een doorlaatsleuf is vrijgelaten, wordt daardoor gekenmerkt, dat de tegenhoudorganen tevens de meeneem-organen zijn.

20 In deze uitvoering vervullen de tegenhoudorga nen derhalve een dubbele functie.

Het (elk) aandrijforgaan kan direct of indirect door een motor zijn aangedreven.

Voorts kan het (elk) aandrijforgaan een eindlo-25 ze ketting, riem, snaar, band of dergelijke omvatten, welke van meenemers is voorzien, die met de meeneemorganen samenwerken .

Hierbij kan de (elke) eindloze ketting, riem, snaar, band of dergelijke zich althans gedeeltelijk in een 30 vast opgesteld leidorgaan uitstrekken en leidrollen of dergelijke dragen, die met dit leidorgaan samenwerken.

Als alternatief is het evenwel ook mogelijk, dat het (elk) aandrijforgaan tenminste één tandrad omvat, dat met de meeneemorganen in ingrijping komt.

35 Een bijzonder eenvoudige uitvoering van de bandtransporteur volgens de uitvinding wordt daardoor geken-i merkt, dat het aandrijforgaan, respectievelijk de aandrijfor-ganen, klemmend op de zijrand(en) van de transportband aan- 8302361 <* * - 3 - grijpt (aangrijpen).

Volgens een variant van deze laatste uitvoering kan het bovenste en/of het onderste uitsteeksel van de zijrand (en) van de transportband in de langsrichting van de band 5 eindloos zijn, terwijl het aandrijforgaan, respectievelijk de aandrijforganen klemmend op het (de) eindloze uitsteeksel(s) aangrijpt (aangrijpen).

De uitvinding heeft voorts betrekking op een bandtransporteur voor het transport volgens een bocht, met 10 twee eindrollen, waarover een transportband is gevoerd, waarbij het buitenste gedeelte van de transportband tegenhoudorga-nen draagt, die een binnenwaarts gerichte verplaatsing van de transportband tegengaan, doordat zij zijn geleid in een vast opgestelde geleiding met een tweetal van de transportband af-15 gekeerde, geleidingsvlakken waartussen een doorlaatsleuf is vrijgelaten.

Deze bandtransporteur wordt volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat de tegenhoudorganen tevens in een richting, loodrecht op de aangrenzende bandgedeelten een 20 opsluiting bewerkstelligen.

Hierdoor wordt een uitstekende geleiding van de buitenste zijrand van de transportband verkregen.

Volgens een eenvoudige uitvoering van deze bandtransporteur dragen de tegenhoudorganen zijdelingse uit-25 steeksels, die met de randen van de doorlaatsleuf in ingrij-ping zijn.

De tegenhoudorganen kunnen door de transportband gevoerde assen omvatten, die loodrecht op de aangrenzende bandgedeelten staan en waarop aan weerszijden van de band 30 met een flens uitgevoerde tegenhoudrollen verdraaibaar zijn, die met de geleidingsvlakken en met de randen van de doorlaatsleuf in ingrijping zijn.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, die enige uitvoeringsvoorbeelden van 35 de bandtransporteur volgens de uitvinding weergeeft.

Fig. 1 is een schematisch bovenaanzicht van een gedeelte van een bandtransporteur volgens de uitvinding.

Fig. 2 is een doorsnede volgens het vlak II-ÏI in fig. 1 op grotere schaal.

8302361 « ^ - 4 -

Fig. 3 is een doorsnede volgens het vlak III-III in fig. 1 op grotere schaal.

Fig. 4 geeft een gedeelte van het aandrijfor-gaan volgens fig. 1 meer in detail en op grotere schaal weer.

5 Fig. 5 is een schematisch bovenaanzicht van een meenemer van het aandrijforgaan volgens fig. 4, welke met een meeneemorgaan van de transportband in ingrijping is.

Fig. 6 is een doorsnede, gedeeltelijk in zijaanzicht van een gewijzigde uitvoering van de bandtransporteur volgens de uitvinding.

In de fig. 1-5 is een eerste uitvoering weergegeven van een bandtransporteur voor het transport volgens een cirkelvormige bocht.

Een dergelijke bandtransporteur kan voor het transport volgens een in êên vlak gelegen bocht dienen, doch in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is deze met een schroeflijnvormig verlopende transportband 1 uitgevoerd, waardoor de bandtransporteur ook een bovenwaartseof benedenwaartse verplaatsingscomponent bezit. Deze transportband 1 heeft 2q in de fig. 2 en 3 zowel in het bovenste part als in het onderste part in dwarsdoorsnede een hellend verloop, doch kan als alternatief in het bovenste part of in beide parten een horizontale dwarsdoorsnede bezitten.

De bandtransporteur omvat een cilindrische bin-22 nenplaat 2 en een concentrisch hiermede verlopende cilindrische buitenplaat 3, welke tezamen het frame van de bandtransporteur vormen en welke door middel van (niet weergegeven) verbindingslij sten met elkaar zijn verbonden. De cilindrische binnenplaat 2 en de cilindrische buitenplaat 3 dragen (niet 2Q weergegeven) legers voor het ondersteunen van (niet weergegeven) eindrollen, die bijvoorbeeld conisch of cilindrisch zijn uitgevoerd.

Het buitenste gedeelte van de transportband 1 draagt tegenhoudorganen 4, die een binnenwaarts gerichte ver-25 plaatsing van de transportband 1 tegengaan, doordat ze zijn geleid in door de cilindrische buitenplaat 3 gedragen, vast opgestelde geleidingen 5 en 6 voor het bovenste en het onderste part van de transportband 1.

8302361 V * - 5 - >

In het, in de fig. 1-5 weergegeven, uitvoerings-voorbeeld zijn deze geleidingen 5,6 uit profielen 7 opgebouwd, die met de cilindrische buitenplaat 3 door middel van bouten of dergelijke zijn verbonden en die strippen 8 dragen, waar-5 van de, van de transportband 1 afgekeerde, zijde geleidings-vlakken 9 vormen. De samenwerkende paren strippen 8 laten een doorlaatsleuf 10 vrij, waardoor de transportband 1 met zijn buitenste gedeelte binnen de geleidingen 5,6 is gevoerd.

De tegenhoudorganen 4 bestaan in het in fig.

10 1-5 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld uit loodrecht op het betreffende bandgedeelte staande assen 11, die tegenhoudrollen 12 dragen, welke langs de geleidingsvlakken 9 worden verplaatst. Op deze assen 11 zijn op en onder het buitenste gedeelte van de transportband 1 slijtringen 13 aangebracht, terwijl afstands-15 bussen 14 tussen de slijtringen 13 en de tegenhoudrollen 12 zijn opgesloten.

In de uitvoering volgens de fig. 1-5 zijn de tegenhoudorganen 4 tevens meeneemorganen, welke met tenminste één stationair opgesteld aandrijforgaan 15 voor het aandrijven 20 van de transportband 1 samenwerken.

In fig. 1-5 is het aandrijforgaan 15 met een eindloze aandrijfketting 16 uitgevoerd, welke van meenemers 17 is voorzien, die met de bussen 14 van de tegenhoudorganen 4 samenwerken. De eindloze aandrijfketting 16 omvat boven en 25 onder de meenemers 17 kettingrollen 18, welke met door een motor aangedreven kettingwielen 19 in ingrijping komen en welke paarsgewijs op een opstaande kettingas 20 zijn gelegerd.

Deze kettingassen 20 dragen elk aan weerszijden van iedere kettingrol 18 twee stripvormige verbindingsschakels 21, ter-30 wijl zij in het middengebied de betreffende meenemer 17 ondersteunen.

Boven de bovenste stripvormige schakels 21 en onder de onderste stripvormige schakels 21 is nog een gelei-dingsrol 22 op elke kettingas 20 aangebracht.

35 Elke meenemer 17 is, op de in fig. 5 weergege ven wijze, nog met een rol 23 uitgevoerd. De eindloze aandrijf-ketting 16 strekt zich althans gedeeltelijk in een vast opgesteld leidorgaan 24 uit, dat de meenemer 17 zodanig geleidt en ondersteunt, dat ze krachtig op de tegenhoudorganen 4 kunnen 8302361

V

« V

- 6 - aangrijpen en cfe aandrijving van de transportband 1 kunnen verzorgen..

Uiteraard zijn tal van andere uitvoeringen van de aandrijforganen 15 voor de transportband 1 mogelijk.

5 De aandrijforganen 15 kunnen, op afstanden van elkaar, langs het bovenste part en/of langs het onderste part van de transportband 1 zijn opgesteld. Hierdoor wordt een grote vrijheid in de dwars- en langsafmetingen van de transportband 1 verkregen, terwijl, indien de transportband 1, zo-10 als in het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 1-5 is weergegeven, een schroeflijnvormig verloop bezit, ook de hoogteafme-ting van de transportband 1 zeer groot kan zijn.

In fig. 6 is een enigszins gewijzigde uitvoering weergegeven van de bandtransporteur volgens de uitvinding 15 voor het transport volgens een bocht.

Deze bandtransporteur is op de, in het voorgaande beschreven, wijze met twee eindrollen (niet weergegeven) uitgevoerd, waarover de transportband 1' is gevoerd. Het buitenste gedeelte van de transportband 1' draagt weer tegenhoudor-20 ganen 4', die een binnenwaarts gerichte verplaatsing van de transportband 1* tegengaan, doordat ze zijn geleid in vast opgestelde geleidingen 5’, 6*. Deze geleidingen 5', 6' bezitten weer twee van de transportband 1' afgekeerde geleidingsvlakken 9', waartussen een doorlaatsleuf 10' is vrijgelaten.

25 Volgens deze gewijzigde uitvoering bewerkstel ligen de tegenhoudorganen 4' tevens een opsluiting in een richting, loodrecht op de aangrenzende bandgedeelten. Hierdoor wordt een uitstekende geleiding van de transportband 11 verkregen.

30 In het uitvoeringsvoorbeeld volgens fig. 6 om vatten de tegenhoudorganen 4' door de transportband 1' gevoerde assen 11', die loodrecht op de aangrenzende bandgedeelten staan en waarop aan weerszijden van de transportband 1’ met flenzen 25' uitgevoerde tegenhoudrollen 12* verdraaibaar zijn, 35 die met de geleidingsvlakken 9' en met de randen van de doorlaatsleuf 10' in ingrijping zijn.

Voorts is op de assen 11’ aan weerszijden van de transportband l'een afstandsplaatje 26' aangebracht, dat de betreffende tegenhoudrol 12' axiaal fixeert, waarbij tus- 8302361 ' T ft « - 7 - sen. elk a.fstandsplaatje 2 6' en.de samenwerkende tegenhoudrol 12f een leger. 27', bijvoorbeeld een kogelleger of een glij-leger, is opgesloten.

Uiteraard is het niet beslist noodzakelijk een 5 dergelijk leger te benutten, daar de tegenhoudrollen 12' ook uit een zodanig materiaal, zoals bijvoorbeeld nylon, kunnen zijn vervaardigd, dat deze rechtstreeks op de samenwerkende assen 11’ kunnen zijn gelegerd.

Ook in de uitvoering volgens fig. 6 kunnen de 10 tegenhoudorganen 4' desgewenst gelijktijdig als meeneemorganen functioneren en met een aandrijforgaan samenwerken.

De uitvinding is niet beperkt tot de in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeelden, die op verschillende manieren binnen het kader der uitvinding kunnen worden ge-15 varieerd.

8302361

Claims (19)

1. Bandtransporteur voor het transport volgens een bocht, met twee eindrollen, waarover een transportband is gevoerd, met het· kenmerk, dat tenminste êên zijrand van de transportband met tenminste één stationair opge- 5 steld aandrijforgaan samenwerkt.

2. Bandtransporteur volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de transportband aan tenminste êên zijrand met meeneemorganen is uitgevoerd, welke met het aandrijf orgaan, respectievelijk de aandrijforganen, samenwerken.

3. Bandtransporteur volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de meeneemorganen uit één of meer bovenste en/of onderste uitsteeksels van de zijrand(en) van de transportband bestaan.

4. Bandtransporteur volgens conclusie 2 of 3, 15 met het kenmerk, dat de meeneemorganen pen- of nokvormig zijn.

5. Bandtransporteur volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de meeneemorganen tanden vormen.

6. Bandtransporteur volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de transportband aan tenminste êên. zijrand met perforaties is uitgevoerd, die met het aandrijforgaan, respectievelijk de aandrijforganen samenwerken.

7. Bandtransporteur volgens êên der conclusies 2-6, met het kenmerk, dat de transportband uitsluitend aan de buitenrand met meeneemorganen is uitgevoerd.

8. Bandtransporteur volgens êên der conclusies 2-5, met het kenmerk, dat het aandrijforgaan, 30 respectievelijk de aandrijforganen, langs het bovenste part en/of langs het onderste part van de transportband is (zijn) opgesteld.

9. Bandtransporteur volgens êên der conclusies 2-8, waarbij het buitenste gedeelte van de transportband 35 tegenhoudorganen draagt, die een binnenwaarts gerichte verplaatsing van de transportband tegengaan, doordat zij zijn 8302361 * * ? * - 9 - geleid in een vast opgestelde geleiding met een tweetal van de transportband afgekeerde, geleidingsvlakken waartussen een doorlaatsleuf is vrijgelaten, met het kenmerk, dat de tegenhoudorganen tevens de meeneemorganen zijn.

10. Bandtransporteur volgens êên der voorgaan de conclusies, met he'.t kenmerk, dat het (elk) aandrijforgaan direct of indirect door een motor is aangedreven.

11. Bandtransporteur volgens éên der voorgaan- 10 de conclusies, met het kenmerk, dat het (elk) aandrijf orgaan een eindloze ketting, riem, snaar, band of derge-lijke omvat, welke van meenemers is voorzien, die met de meeneemorganen samenwerken.

12. Bandtransporteur volgens conclusie 11, 15 met het kenmerk, dat de (elke) eindloze ketting, riem, snaar, band of dergelijke zich althans gedeeltelijk in een vast opgesteld leidorgaan uitstrekt en leidrollen of dergelijke draagt, die met dit leidorgaan samenwerken.

13. Bandtransporteur volgens één der conclusies 20 1 - 10, met het kenmerk, dat het (elk) aandrijf- orgaan tenminste êên tandrad omvat, dat met de meeneemorganen in ingrijping komt.

14. Bandtransporteur volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het aandrijforgaan, respec- 25 tievelijk de aandrijforganen, klemmend op de zijrand(en) van de transportband aangrijpt (aangrijpen).

15. Bandtransporteur volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het bovenste en/of onderste uitsteeksel van de zijrand(en) van de transportband in de 30 langsrichting van de band eindloos is (zijn), terwijl het aan-drijforgaan, respectievelijk de aandrijforganen klemmend op het (de) eindloze uitsteeksel(s) aangrijpt (aangrijpen).

16. Bandtransporteur voor het transport volgens een bocht, met twee eindrollen, waarover een transportband is 35 gevoerd, waarbij het buitenste gedeelte van de transportband tegenhoudorganen draagt, die een binnenwaarts gerichte verplaatsing van de transportband tegengaan, doordat zij zijn geleid in een vast opgestelde geleiding met een tweetal van de transportband afgekeerde, geleidingsvlakken waartussen een 8302361 - 10 - doorlaatsleuf is vrijgelaten, met het kenmerk, dat de tegenhoudorganen tevens in een richting, loodrecht op de aangrenzende bandgedeelten een opsluiting bewerkstelligen.

17. Bandtransporteur volgens conclusie 16, 5met het kenmerk, dat de tegenhoudorganen zijdelingse uitsteeksels dragen, die met de randen van· de doorlaatsleuf in ingrijping zijn.

18. Bandtransporteur volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de tegenhoudorganen door de 10 transportband gevoerde assen omvatten, die loodrecht op de aangrenzende bandgedeelten staan en waarop aan weerszijden van de* band met een flens uitgevoerde tegenhoudrollen verdraaibaar zijn, die met de geleidingsvlakken en met de randen van de doorlaatsleuf in ingrijping zijn.

19. Bandtransporteur volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat op de assen aan weerszijden van de transportband een afstandsplaatje is aangebracht, terwijl tussen elk afstandsplaatje en de samenwerkende tegenhoud-rol een leger is opgesloten. 8302361