NL8301802A

NL8301802A - Aandrijforgaan voor een sub-kaliberprojectiel.

Info

Publication number: NL8301802A
Application number: NL8301802A
Authority: NL
Original assignee: Bofors Ab
Priority date: 1982-05-28
Filing date: 1983-05-20
Publication date: 1983-12-16
Also published as: DE3318972A1; US4505204A; IN158860B; GB2121146B; CH661792A5; NO157194B; NO157194C; DK159517B; FR2527763A1; ES523081A0; GB8314664D0; DK227883A; SE444984B; NO831911L; BE896846A; IT1167429B; IT8348366A0; FR2527763B1; SE8203313L; GB2121146A

Description

* — -+ * SK» v ’· ·-- * . - · - ____^ " _ ··,-· fiandrijforgaan voor een sub-kaliberprojectiel

De onderhavige uitvinding betreft een aandrijforgaan \oor een rcnddraaieod sub-kaliberprojectiel, dat een metalen beslag omvat, dat het achterste gedeelte van het profiel cmgeeft, ai een gelei-dingsbus,die in hoofdzaak het metalen beslag alsook het lichaam van 5 het projectiel omgeeft.

Bij het afvuren van een sub-kaliberprojectiel uit een geweerloop is het voorheen békend gebruik te maken van ringvormige metalen beslagen om de ringvormige ruimte tussen het projectiel en de geweerloop te overbruggen. Een typisch metalen beslag is dan bedoeld om 10 het sub-kal iberpro jectiel· in de loop te centreren alsook te zorgen voor de noodzakelijke afsluiting tussen het buitenoppervlak van het projectiel en het binnencppervlak van de loep, zodat een effectief uitdrijven en renddraaien van het projectiel uit het vuurwapen zal worden verkregen.

15 Zodra het projectiel de loop heeft gelaten, heeft het metalen beslag het doel hiervan vervult en. moet gescheiden worden van het projectiel zender dat de vlucht van het projectiel nadelig wordt beïnvloed . Hst metalen beslag wordt daarom gewocnlijk zo gemaakt, dat het van het projectiel gescheiden wordt als gevolg van de 20 centrifugaalkzachten en/of als gevolg van de krachten van de luchtstroom, die inwerken op het metalen beslag bij het uitkamen van het projectiel uit de mend van de loep. Het metalen beslag kan bijvoorbeeld zijn genaakt uit een aantal afzonderlijke segmenten, die tezamen worden gehouden in de geweerloop, echter van elkaar geschei-25 den worden bij het naar buiten komen van het projectiel uit de mond van de loop. Door het Zweedse octrooi 7410607-1 is het eveneens eerder békend het metalen beslag te maken als één geheel voorzien van een aantal sleuven, die zich uitstrékken over het metalen beslag en in één lijn gelegen zijn evenwijdig aan de langsas, en voorzien 30 van een niet van sleuven voorzien gedeelte, dat weerstand biedt aan de uitdrijfkrachten, die inwerken op het projectiel in de loop tijdens het af vuren, echter dat mechanisch zo zwak is uitgevoerd, dat het 8301802 * r* 2 breekt als gevolg van de centrifugaalkrachten en/of als gevolg van de luchtstroarkradhten, die inwerken qp.de in langsrichting lopende segmenten van het metalen beslag wanneer het projectiel de mond van de loop verlaat.

5 Daar sub-kaliberprojeetielen in de laatste jaren meer en meer gebruikt worden, bijvoorbeeld tegen gepantserde beschermde doelen, is het eveneens belangrijker dat de metalen beslagen, niet alleen weerstand kunnen bieden aan de sterke uitdrljfkrachten in de loop van het geweer, maar eveneens om economische redenen eenvoudig gecon—-10 strueerd en vervaardigd kunnen-worden. Dit staat in relatie met scherpe alsook met oefenainnunitie. De metalen, beslagen moeten dus gemaakt zijn van een lichtgewicht, materiaal, zodat voor een zo groot mogelijk gedeelte de uitdrijfgassen gébruikt worden voor het uitdrijven van het sub-kaliberprojectiel en eveneens zodat het hanteren van 15 de airnunitie eenheden wordt vergemakkelijkt. Dergelijke eisen van een grote sterkte en lage fabricagekosten zijn moeilijk te ccrröineren. De sterkte-eisen kunnen niet verminderd worden, indien de sterkteersen van de aitirunitie-eenheden (projectiel met metalen beslag) zijn toegencmen als. gevolg van de toename van de snelheid ter plaatse van 20 de mcnd en de draaiingssnelheid alsook een snellere behandelings-procedure van de airmunitie.

Een verdere eis van de metalen beslagen is hierin gelegen dat deze zodanig ontworpen moeten worden, dat zij automatisch geladen kunnen worden in het vuurwapen.·: 25 Eerder bekende metalen beslagen zijn voorzien van een vol kaliberring aan het voorste en achterste eind hiervan, en een tussen-gelegen gedeelte van een verminderde diameter. Dergelijke metalen beslagen zijn echter niet geschikt voor het automatisch laden.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van 30 een aandrijforgaan waarbij de genoemde prcbleman: optimaal in aanmerking zijn genomen. Overeenkomstig de uitvinding is de genoemde gelei-dingsbus in hoofdzaak cilindrisch en is van een vol kaliber en is voorzien van een uitwendige aandrijfband direct aangebracht in het materiaal van de bus, en inwendige schroefdraad samenwerkend met dienovereen-35 kamstige uitwendige schroefdraad van het metalen beslag. Het voorste 8301802 3 * gedeelte van het metalen beslag is voorzien van een centrale axiale holte voor het achterste gedeelte van het projectiel, welke holte voorzien is van een aantal axiaal uitstekende vergrendelingspennen samenwerkend met dienovereenkomstige uitsparingen in het cilindrisch 5 buitenoppervlak van het projectiel cm het projectiel vast te zetten aan het metalen beslag.

Bij een voorkeursuitvceringsvorm van de uitvinding is het voorste gedeelte van de geleidingsbus voorzien van een aantal in langsriohting lopende sleuven gedeeltelijk aangebracht in het 10 materiaal van de bus, waarbij het voorste gedeelte van het van sleuven voorziene gedeelte tezamen wordt gehouden door middel van een geleidingsring. De geleidingsbus is gemaakt van een zeer sterk materiaal van een gering soortgelijk gewicht, bij voorkeur gemaakt door vormen.» De genoemde geleidingsring echter is bij voorkeur ge-15 maakt van staal of een ander geschikt materiaal.

Een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de beschrijving en bijgevoegde tekening.

De figuur tocnt een aandrijforgaan 1 voor een rmddraaiend 20 sub-kaliberprojectiel 2, dat in het algemeen een conisch neusgedeelte 3 en een cilindrisch hoofdlichaam 4 bevat. Aan het achterste platte eindviak 5 van het projectiel is het cilindrisch buitenoppervlak van het projectiel voorzien van een aantal symmetrisch verdeelde uitsparingen 6 voor het vastzetten van het projectiel aan het aandrijf-25 orgaan waardoor het projectiel de noodzakelijke ronddraaiende beweging krijgt. Het aantal uitsparingen is twee, drie, vier af meer.

De figuur tocnt twee diametraal tegenover elkaar gelegen uitsparingen 6. Het projectiel is hetzij een scherpprojectiel af een oefenprojectiel.

30 De aandrijfkooi 1 omvat een buitenste cilindrische volkaliber geleidingsbus 7 die het lichaam van het projectiel volledig omgeeft met uitzondering van het voorste gedeelte van het conisch gedeelte 3 hiervan en zodanig dat de langsas hiervan samenvalt met de as 8 van het projectiel. De geleidingsbus is zo uitgevoerd dat deze direct 35 samenwerkt met de geweerloop en is daarom voorzien van een uitwendige 8301802 * 4 aandrijfband 9 direct aangebracht in. het materiaal van. de bus. De geleidingsbus Is eveneens voorzien, van. een klein conisch gedeelte 10 cm het aanbrengen van een patrocnhnls (niet weergegeven) op het projectiel te vergemakkelijken.. De geleidingsbus 7 is in hoofdzaak 5 uitgevoerd als een hol cilindrisch lichaam met een recht cilindrisch gedeelte cm het automatisch laden in het vuurwapen te vergemakkelijken, en met een schotelvormig voorvlak 1-1 voorzien van een centraal dikker gedeelte 12 met een opening 13 in overeenstemming met het voorste gedeelte van het conisch gedeelte 3 van het projectiel. De geleidings-10 bus is eveneens voorzien van een aantal sleuven 14, die zich uitstrekken in de langsrichting van de bus, dat wil zeggen evenwijdig aan de hartlijn 8 van het projectiel. De sleuven zijn slechts gedeeltelijk aangebracht in het materiaal van de bus tot op een dusdanige diepte dat een uit één geheel bestaand gedeelte 15 van een nagenoeg gelijke 15 dikte gevormd wordt door het eindgedeelte van de bus en het voorste gedeelte van het cilindrisch oppervlak overblijft. Het achterste gedeelte van de cilindrische bus is niet voorzien van sleuven, terwijl de aandrijfband 9 en het conische gedeelte 10 zijn aangebracht cp dit achterste.niet van sleuven voorziene gedeelte van de bus. Het is duide-20 lijk dat het aantal sleuven kan verschillen, echter bij deze uitvoeringsvorm zijn er vier sleuven. De sleuven beogen het concentreren van de breeksterkte van het materiaal cm het uit een vallen van het aandrijf orgaan in een aantal kleinere delen aan. de uitgang van de loop te vergemakkelijken, vanneer het aandrijforgaan onder invloed 25 kamt van de centrifugaal en/of luchtstroarkrachten.

Om de geleidingsbus voldoende. sterk te maken tijdens het uitdrijven het projectiel in de geweerloop en cm eveneens het. centreren van de bus in de loop te vergemakkelijken cm elk hellen te voorkomen, is het voorste gedeelte van het van sleuven voorziene gedeelte van de gelei-30 dingsbus voorzien van een geleidingsring 16, bij voorkeur gemaakt van staal, ingebed in de cilindrische wand van de bus. De geleidingsring is voorzien van een rechthoekige flens 16' ingebed in het schotelvormig voorvlak 11.

Evenals de geleidingsbus is de geleidingsring 16 zelf eveneens 35 voorzien van insnijdingen voor het. breken, van de ring in de vorm van 8301802 ti. — -· 5 sleuven, bij voorkeur aangëbradit in de voorste flens 16' van de ring.

Ifet aandrij forgaan 1 is eveneens voorzien van een ringvormig metalen beslag 17 aangëbradit cp het achterste gedeelte van het 5 projectiel, zodat de syimetrie-as hiervan samenvalt met de hartlijn 8 van het projectiel. Het metalen beslag is voorzien van uitwendige schroefdraad 18 samaiwerkend met dienovereenkomstige inwendige schroefdraad cp het achterste gedeelte van de geleidingsfaus. De genoemde schroefdraad is bij voorkeur zodanig gekozen, dat wanneer 10 het projectiel ronddraait in de loep, de geleidingsfaus 7 vaster geschroefd wordt op het metalen beslag 17.

Zoals weergegeven in de figuur is het voorste eindvlak van het metalen beslag schotelvormig cm het loskcmen van het metalen beslag van het projectiel aan de uitgang van de mond van de geweerloop te 15 vergemakkelijken, terwijl het voorts voorzien is van een centrale axiale holte 20 voor het achterste gedeelte van het projectiel. Deze holte 20 is voorzien van een plat bodemgedeelte 21 samenwerkend met het platte achtereindvlak 5 van het projectiel. De holte 20 is eveneens voorzien van een aantal vergrendelingspennen 22 die zich 20 uitstrekken in axiale richting en die samenwerken met de uitsparingen 6 van het achterste gedeelte van het projectiel cm het projectiel vast te zetten aan het metalen beslag, zodat bij het afvuren de noodzakelijk draaiing aan het projectiel wordt gegeven. Daar de vergrendelingspennen verdeeld zijn over de emtrek van het projectiel 25 wordt een zeer sterke verbinding verkregen tussen het projectiel en het metalen beslag, waardoor het gevaar van slippen zelfs bij zeer grote draaisnelheden, tot een minimum wordt teruggebracht. Bij de onderhavige uitvoering zijn vier vergrendelingspennen symmetrisch verdeeld over de ontrek, echter het is duidelijk dat eveneens een 30 ander aantal vergrendelingspennen, bijvoorbeeld 3 of 6, gebruikt kan worden. Dankzij het platte eindvlak: 5 van de projectielen wordt een goed contact verkregen tussen het projectiel en het metalen beslag, waardoor het uitdrijven van het projectiel uit de geweerloop wordt vergemakkelijkt.

35 Voorts heeft het vlakke eindvlak een gunstige invloed cp het 8301802 * e loskanen -van. het aandrij forgaan 'van het suhHcaliberprojectiel aan de uitgang van de loop. ESat metalen beslag wordt gescheiden van het projectiel zodra het projectiel de mend van de loop heeft verlaten, daar de luchtstrocmiaachten, die inwerken qp het metalen beslag, veel 5 groter zijn dan de luchtstrocnkrachten, die inwerken cp het projectiel zelf. Als gevolg van het platte contactvlak tussen het metalen beslag en het projectiel wordt een ogenblikkelijke en ongestoorde scheiding verkregen.

Het metalen beslag 17 is eveneens voorzien van een centrale 10 doorgaande holte 23 on de uitdrijf gassen te laten inwerken op het achtereindvlak 5 van het projectiel. Het naar achter zich uitstrekkend oppervlak 24 van het metalen beslag is in hoofdzaak vlak of iets ccnisch..

Om de noodzakelijke afsluiting te verkrijgen tussen het buiten-15 oppervlak van het projectiel en het binnenoppervlak van de geweerloop, zodat een effectief uitdrijven van het projectiel uit het vuurwapen wordt verkregen, is het achterste gedeelte van het metalen beslag voorzien van een afdichtring 25 gemaakt van rubber met een klein inwendig gedeelte 26 vastgezet in een ringvormige uitsparing in het 20 achterste gedeelte van het metalen beslag en een uitwendig conisch gedeelte 27 zich naar achter uitstrekkend en in hoofdzaak in één lijn met het cilindrisch buitenoppervlak van de. geleidingsbus.

Het gehele aandri j f orgaan is genaakt van een zeer sterk materiaal van een gering soortelijkgewicht. De geleidingsbus is bij voorkeur 25 gemaakt van een gevormd polyamide versterkt met glasvezel, terwijl het metalen beslag bij voorkeur gemaakt is van aluminium. Dit betekent dat het gewicht van het aandrijf orgaan gering is en eveneens dat het naar verhouding eenvoudig te fabriceren is.

8301802

Claims

1. Aandrijfargaan voor eea ronddraalend subrkaliberprojectiel anvattende een. metalen beslag, dat het achterste gedeelte van het projectiel cmgeeft, en een geleidingsbus, die in hoofdzaak het metalen beslag alsook het projectiellichaam cmgeeft, met het kenmerk, 5 dat de geleidingvans (7) in hoofdzaak cilindrisch, is en van een vol kaliber en voorzien is van een uitwendige aandrijfband (9) direct aangebracht in bet materiaal van de bus en inwendige schroefdraad samenwerkend met dienovereenkomstige uitwendige schroefdraad (8) van het metalen beslag (17), dat bet voorste gedeelte van het 10 metalen beslag voorzien is van een centrale axiale holte (2Q) voor het achterste gedeelte van het projectiel, welke holte voorzien is van een aantal axiaal uitstekende vergrendelingspennen (22), die samenwerken met dienovereenkomstige uitsparingen (6) in het cilindrisch buitenoppervlak van het projectiel cm het projectiel vast 15 te zetten aan het metalen beslag.

2. Aandrijf orgaan volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de geleidingvans (7) is uitgevoerd als een hol cilindrisch lichaam met een recht cilindrisch gedeelte en een naar voren zich uitstrekkend, eindgedeelte (11), waarbij het achterste gedeelte van het genoemd 20 recht cilindrisch gedeelte is voorzien van inwendige schroefdraad, terwijl het eindgedeelte (11) is voorzien van een opening (13), die overeenstemt met het neusgedeelte van het projectiel.

3. Aandrijforgaan volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat het voorste gedeelte van de geleidingVaus (7) is voorzien van een aan- % 25 tal in langsrichting lopende sleuven (14) gedeeltelijk aangebracht in het materiaal van de bus tot op een dusdanige diepte dat een uit éën geheel bestaand gedeelte (15) van nagenoeg gelijke dikte overblijft aan het voorste eindgedeelte (11) van de geleidingsbus en het vooiste gedeelte van het recht cilindrisch gedeelte van de 30 geleidingsbus (7).

4. Aandrijf orgaan volgens conclusie 3 met bet kenmerk, dat het van sleuven voorzien voorste gedeelte van de geleidingsbus (7) tezamen wordt gehouden door middel van een geleidingsring (16) aangebracht cp het voorste eind van het recht cilindrisch gedeelte van de 8301802 % Vk * geleidingsbus (7).

5. Aandrijforgaan volgens ccticlusie 4 met het kenmerk, dat de geleidingsring (16) is ingebed in de cilindrische wand van de geleidingsbus (7) en voorzien is van een korte rechthoekige flens (16') 5 ingebed in het voorste eindgedeelte (11) van de geleidingsbus en voorzien van insnijdingen ii de vorm van sleuven cm het breken van de ring te vergemakkelijken,

6. Aandrijforgaan volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de holte (20) van het metalen beslag voor het achterste gedeelte van 10 het projectiel een vlak bodemoppervlak (21) bezit, dat samenwerkt met het vlakke achtereindvlak (5) van het projectiel.

7. Aandrijf orgaan volgens conclusie. 6 met het kenmerk, dat de uitsparingen (6) in het cilindrische oppervlak van het projectiel dicht bij het achtereindvlak (5) van het projectiel zijn aange- 15 bracht.

8. Aandrijforgaan volgens conclusie. 1 met het kenmerk, dat een afsluitring (25), bij voorkeur gemaakt van rubber, is bevestigd aan het achterste gedeelte van het metalen beslag (17) en voorzien is van een zich naar achter uitstrékkend conisch gedeelte (27), in 20 hoofdzaak in één lijn met het cilindrische buitenoppervlak van de geleidingsbus (7).

9. Aandrij f orgaan volgens ccnclusie 1 met het kenmerk, dat de geleidingsbus (7) gemaakt is van een zeer sterk materiaal van een, gering soortelijkgewicht, bij voorkeur van een gevormd mat glasvezel 25 versterkt polyamide. 8301802