NL8301725A

NL8301725A - Werkwijze en inrichting voor het automatisch corrigeren van het verschil in transportsnelheid ("offset") tussen twee eindloze transportbanden die een reeks identieke voorwerpen transporteren.

Info

Publication number: NL8301725A
Application number: NL8301725A
Authority: NL
Original assignee: Bravin Anna
Priority date: 1981-11-16
Filing date: 1983-05-13
Publication date: 1984-12-03
Also published as: NL191559C; DE3241397A1; FR2516488B1; IT1145734B; NL191559B; GB2111247B; CH651804A5; FR2516488A1; IT8168486A0; GB2111247A

Description

I w , * ♦ P HP/JS/Bravin-1

Werkwijze en inrichting voor het automatisch corrigeren van het verschil in transportsnelheid ("offset") tussen twee eindloze transportbanden die een reeks identieke voorwerpen transporteren.

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het automatisch corrigeren van de offset tussen twee eindloze transportbanden die een reeks van identieke voorwerpen of voorwerpen met ten minste dezelfde lengte transporteren, en op 5 een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.

De werkwijze kan gebruikt worden in verschillende industriële gebieden; eenvoudigheidshalve zal worden verwezen naar een verpakkingsmachine en de corresponderende toevoers-groep.

10 De groep bestaat uit een keten van transportbanden, die achter elkaar zijn opgesteld, en onderling contactmakende produktvoorwerpen ontvangen en het op geschikte afstand van elkaar toevoeren daarvan aan een band die voorzien is van op gelijke afstand van elkaar geplaatste, buitenwaarts gerichte 15 transversale tanden, die een continue reeks van uitsparingen vormen voor het ontvangen van een produktvoorwerp en het af-leveren daarvan bij de verpakkingsmachine. Deze band beweegt met een snelheid die wordt bepaald door de verpakkingsmachine, terwijl de toevoerbanden,in het bijzonder die waarop de'voor-20' werpen op onderlinge afstand worden geplaatst, door hun eigen motoren worden aangedreven.

Het is gemakkelijk voor te stellen, dat, terwijl duizenden cycli worden uitgevoerd, de snelheidsverhouding kan variëren en daarmee duidelijke nadelen zal opleveren. Bijvoorbeeld in 25 het geval van een voorsprong in de aankomst van een voorwerp, is de uitsparing nog bezet en kan het voorwerp dus niet worden opgenomen, waardoor het op de grond kan vallen en beschadigd kan worden. In geval van een achterstand in de aankomst is het voorwerp niet op tijd voor het bezetten van de uitsparing die 30 leeg zal blijven; daardoor maakt de verpakkingsmachine één of twee loze bewerkingen en verspeelt verpakkingsmateriaal.

8301725

ί X

-2-

Het is een doel van de uitvinding om deze nadelen te voorkomen door in te werken op het orgaan dat de afstandcreëren-de band aandrijft, door het versnellen of vertragen van zijn snelheid.

5 De werkwijze volgens de uitvinding bestaat uit het detecteren van de aankomst van het produktvoorwerp op de eerste band (bovenstroomse band), het genereren van een puls-trein die de positie van de tweede band (benedenstroomse band) weergeeft, het opslaan van de positie van de benedenstroomse 10 band indien de aankomst van het produkt op de bovenstroomse band wordt gedetecteerd, en het omzetten van de opgeslagen waarde in een foutsignaal dat wordt toegevoegd aan de organen die hun motor besturen die verbonden is met de bovenstroomse band voor het in beweging zetten of regelen daarvan, en het 15 genereren bij elke tussenkomst van de motor van terugkoppel-signalen teneinde het foutsignaal op te heffen, indien de offset tussen de twee banden gecorrigeerd is.

Het foutsignaal kan verkregen worden door het omzetten in analoge vorm en het vervolgens versterken van een signaal, 20 dat verkregen wordt als de algebraïsche som van de opgeslagen waarde en het uitgangssignaal van de optel-aftrektelinrichting, dat optelt de pulsen die de positie van de tweede band weergeven en aftrekt de terugkoppelsignalen. Als een alternatief kan het foutsignaal het signaal zijn dat gegenereerd wordt 25 door de discriminator op basis van de opgeslagen waarde.

Het foutsignaal kan direct werken op de besturingsorganen van de motor die de bovenstroomse band aandrijft, welke organen ook een signaal ontvangen dat de snelheid van de benedenstroomse band weergeeft. Overeenkomstig een uitvoeringsvorm, waarbij 30 de bovenstroomse band wordt aangedreven door de benedenstroomse band door middel van een differentiaaldrijfwerk, kan het foutsignaal een motor starten die verbonden is met de as van een klokvormig element dat de planeettandwielen van het differentiaaldri jfwerk draagt.

35 Het terugkoppelsignaal kan signalen zijn die de hoek- positie van de motor aangeven die de band aandrijft of het klokvormig element; indien het klokvormig element wordt aangedreven door een stappenmotor die als foutsignaal de signalen 8301725 ƒ » -3- ontvangt die gegenereerd worden door de discriminator, kan hetzelfde signaal de terugkoppelpulsen vormen.

De inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze omvat een detector voor het detecteren van de aankomst van het 5 produktvoorwerp op de bovenstroomse band; een eerste pulsgenerator die digitale signalen genereert, die de positie van de benedenstroomse band weergeven; een geheugeninrichting die de signalen opslaat die afgegeven worden door de eerste pulsgenerator, indien de aankomst van het produktvoorwerp op de 10 bovenstroomse band wordt gedetecteerd; middelen voor het verkrijgen uit de opgeslagen waarde van een foutsignaal dat wordt toegevoerd aan middelen voor het aandrijven van een motor die verbonden is met de bovenstroomse band voor het in beweging zetten of regelen daarvan; en middelen voor het 15 genereren, indien de bovenstroomse handbeweging wordt gevarieerd van terugkoppelsignalen die het foutsignaal opheffen, indien de offset tussen de twee banden is gecorrigeerd.

De uitvinding zal beter verduidelijkt worden door verwijzing naar de begeleidende tekeningen, waarin schematisch 20 drie mogelijke uitvoeringsvormen van de uitvinding worden getoond.

In fig.1 transporteert een eerste transportband 1 onderling contactmakende produktvoorwerpen 2, die de band ontvangt uit een vervaardigingsstation. De voorwerpen wordt op afstand 25 van elkaar geplaatst door één of meer transportbanden, bijvoorbeeld twee banden 3 en 4 die aangegeven worden door de motor 5, die in het uitvoeringsvoorbeeld van fig.1 een gelijk-stroommotor met een lage traagheid is. De band 4 wordt gevolgd door een andere band 6, die de produktvoorwerpen transporteert 30 naar de toevoerband 7 voor de verpakkingsmachine of een andere machine die de individuele voorwerpen verwerkt.

Het oppervlak van de band 7 heeft op gelijke afstand van elkaar geplaatste transversale tanden 8 die op het oppervlak daarvan uitsparingen vormen, die bestemd zijn om elk een produkt-35 voorwerp 2 te ontvangen. De band 7 is exact gesynchroniseerd met de verpakkingsmachine, waarvan slechts de motor 9 wordt getoond.

Teneinde het transport vanaf het bereidingsstation tot de verpakkingsinrichting te versnellen, zal de snelheid van de 8301725 ύ ν -4- band 4 groter zijn dan, bijvoorbeeld een veelvoud van die van de band 7; de twee snelheden zullen strak met elkaar verbonden zijn teneinde te voorkomen dat uitsparingen in de band 7 leeg blijven, met als consequentie de verspilling van verpakkings-5 materiaal, of voorkomen dat een voorwerp 2 aankomt bij een uitsparing die reeds bezet is, waardoor deze niet kan worden opgenomen door de band 7.

De uitvinding heeft ten doel de mogelijke offset tussen de twee banden 4 en 7 op te heffen.

10 Daartoe is een foto-electrische cel 10, of een andere inrichting, die geschikt is voor het detecteren van de aankomst van een voorwerp 2, aangebracht in correspondentie met de band 4. Het uitgangssignaal van de detector is een besturings-signaal voor een geheugen 11 dat een digitaal signaal opslaat, 15 dat gegenereerd is door de inrichting 12 van een bekend type, voor het detecteren van de hoekpositie van de as van de motor 9 van de verpakkingsmachine.

De inrichting 12 is verbonden met de motor die de band 7 aandrijft, op een zodanige wijze, dat iedere stap van de 20 transportband 7, die een uitsparing in een positie brengt die geschikt is voor het ontvangen van een voorwerp 2, overeenkomt met een omwenteling of een fractie van een omwenteling van de detector. De uitvoer van het geheugen 11 is verbonden met de eerste invoer van een optelinrichting 13, waarvan een tweede 25 invoer is verbonden met de uitvoer van een optel-aftrektelin-richting, die optelt de signalen die afgegeven worden door de detector 12 en aftrekt de signalen die afgegeven worden door een tweede positiebepalende detector 15 die is verbonden met de motor 5.

30 De uitvoer van de telinrichting 13 is verbonden met een digitaal-analoogomzetter 16 gevolgd door een versterker 17, die op zijn beurt verbonden is met de besturingsorganen 18 van de motor 5. In deze organen is de uitgangsspanning van de versterker 17, dat een foutsignaal is dat de offset weergeeft tussen 35 de motoren, algebraïsch opgeteld bij een spanning die de snelheid van de motor 9 weergeeft, welke spanning wordt opgenomen door een geschikte inrichting 19. Zodoende, indien de foutspan-ning niet nul is, zal de gewenste variatie van de snelheid van de band 4 bereikt worden. Door de pulsgenerator 15, de telin- 8301725

*- V

-5- richting 14 en de optelinrichting 13, wordt het foutsignaal op nul gebracht, indien de offset gecorrigeerd is.

In de uitvoeringsvorm, zoals getoond in fig.2, wordt de band 4 aangedreven door een motor 9 via een differentiaal 5 drijfwerk 20, waarvan de planeetdrijfwielen worden gedragen door een klokvormig element 21, dat geroteerd kan worden door een gelijkspanningsmotor 22 met een lage traagheid; de controle-schakelingen van deze motor worden aangedreven door het foutsignaal dat verschaft wordt door de versterker 17. De detector 10 15 is verbonden met de as van de motor 22.

Bij deze uitvoeringsvorm zal de motor 22 en zodoende het kopvormige element 21 stationair blijven totdat een offset tussen de snelheden van de twee banden optreedt? daarna wordt de motor 22 geroteerd in de één of andere richting, totdat het 15 aantal pulsen,dat gegenereerd wordt door de detector 15 het uitgangssignaal van de optelinrichting opheft.

In de uitvoeringsvorm van figuur 3 wordt de transportband 4 nog steeds aangedreven door de motor van de verpakkingsmachine via een differentiaal drijfwerk 20 dat identiek is aan 20 dat uit fig.2. In dit geval is het klokvormige element 21 aangebracht op de as van een stappenmotor. Besturingsorganen 25 van deze motor zijn verbonden met een discriminator 26 die twee uitgangen heeft, waarvan de één of de andere uitvoer wordt bekrachtigd, afhankelijk van het feit of de motor voorwaarts 25 of achterwaarts bewogen moet worden. De discriminator 26 werkt op grond van de hoekpositie van de band 7, welke opgeslagen wordt in het geheugen 11. Dat geheugen is ook verbonden met een tel-inrichting, met een positieve en een negatieve ingang, die verbonden zijn met de corresponderende discriminatoruitgangen, 30 teneinde het geheugen terug te stellen na de correctie.

Indien gewenst kan het geheugen teruggesteld worden door een pulsgenerator welke gelijk is aan de generator 5 van fig.2 en die verbonden is met de stappenmotor 24, in plaats van teruggesteld te worden door de uitgangssignalen van de discriminator 35 26. Deïe generator is echter slechts nodig indien de response-tijd van de stappenmotor 24 kritisch is voor de uitvoering.

Indien de reactietijd een voldoend grote veiligheidsmarge geeft, kunnen de terugstelpulsen voor het geheugen de pulsen zijn die verzonden worden naar de stappenmotor, indien de verplaatsing 8301725 -6- van de motor bij elke stap bekend is.

Het zal duidelijk zijn, dat de hierboven gegeven beschrijving slechts gegeven is bij wijze van een niet-limitatief voorbeeld, en dat wijzigingen en veranderingen mogelijk 5 zijn zonder het kader van de uitvinding te verlaten.

8301725

Claims

1. Werkwijze voor het automatisch corrigeren van het verschil in transportsnelheid,"offset",tussen twee eindloze transportbanden die een reeks van identieke produktvoorwerpen transporteren, en meer in het bijzonder tussen twee banden 5 die behoren tot de toevoergroep van een verpakkingsmachine, met het kenmerk, dat hij bestaat uit: het door een detector detecteren van de aankomst van een produktvoorwerp op de eerste • band (bovenstroomse band), het genereren van een pulstrein die de hoekpositie van de tweede band (benedenstroomse band) weer-10 geeft, welke wordt aangedreven door de motor van de verpakkingsmachine, het opslaan van de positie van de benedenstroomse band bij het aankomen van het produktvoorwerp op de bovenstroomse band, het omzetten van de opgeslagen waarde in een foutsignaal, het zenden van dit foutsignaal naar besturingsorganen van een 15 motor die verbonden is met de bovenstroomse band en het in beweging zetten of regelen daarvan, en het genereren bij elke correctie van de beweging van de bovenstroomse band van terug-koppelsignalen teneinde het foutsignaal op te heffen, indien de offset gecorrigeerd is.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het foutsignaal wordt gegenereerd door het in analoge vorm omzetten en versterken van een signaal dat verkregen wordt als de algebraïsche som van de opgeslagen waarde en het uitgangssignaal van een teller, dat de pulsen optelt, die de positie 25 van de tweede band aangeven, en de terugkoppelsignalen aftrekt.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het foutsignaal wordt gezonden naar de besturingsorganen van een motor die de bovenstroomse band aandrijven, en algebraïsch wordt toegevoegd aan het signaal dat de snelheid van de bene- 30 denstroomse band weergeeft.

4. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het foutsignaal wordt gezonden naar een motor die de snelheid van de bovenstroomse band regelt en inwerkt op organen die de beweging van de benedenstroomse band overbrengen op de boven- 35 stroomse band. 8301725 -8-

5. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het foutsignaal het uitgangssignaal is van een discriminator, die, op grond van de opgeslagen waarde, pulsen genereert voor het voorwaarts of achterwaarts bewegen van een stappenmotor 5 voor het regelen van de snelheid van de bovenstroomse band en het inwerken op organen die de beweging van de benedenstroomse band overbrengen op de bovenstroomse band.

6. Werkwijze volgens ëên van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de terugkoppelsignalen pulsen zijn die de positie 10 van de motor aangeven, die de bovenstroomse band aandrijft of de snelheid daarvan regelt.

7. Werkwijze volgens één van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de terugkoppelpulsen uitgangssignalen zijn van de discriminator.

8. Inrichting voor het automatisch corrigeren van het verschil in transportsnelheid ("offset”) tussen twee eindloze transportbanden die een reeks van identieke produktvoorwerpen transporteren, en meer in het bijzonder tussen twee banden die behoren tot de toevoergroep van een verpakkingsmachine, met het 20 kenmerk, dat hij. omvat: - een detector voor het detecteren van de aankomst van een produktvoorwerp op de bovenstroomse band; - een eerste pulsgenerator die digitale signalen afgeeft, die de positie van benedenstroomse band weergeven; 25. een geheugeneenheid die het signaal opslaat dat door de eerste pulsgenerator wordt afgegeven naar aanleiding van een signaal dat wordt afgegeven door de detector en de aankomst van het produktvoorwerp op de bovenstroomse band aangeeft; - middelen voor het verkrijgen uit de opgeslagen waarde 30 van een foutsignaal, en voor het zenden van het foutsignaal naar organen voor het in beweging zetten of regelen van de beweging van de bovenstroomse band; - middelen voor het bij elke correctie van de beweging van de eerste band genereren van terugkoppelsignalen die bestemd 35 zijn voor het opheffen van het foutsignaal, indien de offset tussen de twee banden gecorrigeerd, is.

9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat hij een optel-aftrektelinrichting omvat, waarvan de ingang voor het optellen is verbonden met de eerste pulsgenerator, de ingang 8301725 -9- » voor het aftrekken is verbonden met de middelen voor het genereren van terugkoppelsignalen en de uitgang is verbonden met de eerste ingang van een optelinrichting die via een tweede ingang het opgeslagen signaal ontvangt, en het berekenen van 5 het verschil tussen de ingancpsignalen , welke telinrichting is verbonden met een digitaal-analoogomzetter, gevolgd door een versterker waarvan de uitgangsspanning het foutsignaal is.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de uitvoer van de versterker is verbonden met de besturings-10 organen van de motor die de bovenstroomse band aandrijven, en dat middelen aanwezig zijn voor het genereren en verzenden naar de besturingsorganen van een signaal dat de snelheid van de benedenstroomse band weergeeft.

11. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat 15 de uitvoer van de versterker is verbonden met de besturingsorganen van de motor die verbonden is met de as van een klok-vormig element dat de planeetwielen van een differentiaal-drijfwerk draagt, dat de beweging van de bovenstroomse band op de benedenstroomse band overdraagt, waarbij de motor in één 20 van beide richtingen wordt bewogen door een mogelijk foutsignaal.

12. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat hij een discriminator omvat met een met de geheugenuitvoer verbonden ingang en twee uitgangen die verbonden zijn met de 25 besturingsorganen van een stappenmotor die verbonden is met de as van een klokvormig element dat de planeetwielen van een differentiaaldrijfwerk draagt, dat de beweging van de benedenstroomse band overdraagt op de bovenstroomse band, welke motor voorwaarts of achterwaarts bewogen kan worden afhankelijk vna 30 welke uitgang van de discriminator bekrachtigd wordt.

13. Inrichting volgens één van de conclusies 8-12, met het kenmerk, dat de middelen voor het genereren van de terugkoppel-pulsen een tweede pulsgenerator omvatten, die signalen genereert welke de posities van de motoren weergeven die respectievelijk 35 de band of het klokvormig element aandrijven, waarbij de uitgang van de generator is verbonden met de ingang van de telinrichting, relatief ten opzichte van het aftrekken.

14. Inrichting volgens één van de conclusies 8-12, met 8301725 '«· w -10- het kenmerk/ dat de middelen voor het genereren van de terug-koppelpulsen bestaan uit de discriminator zelf, waarvan de uitgangen zijn verbonden met de besturingsinvoeren van een optel-aftrektelrichting, die verbonden is met het geheugen. 8301725