NL8301113A

NL8301113A - Luchtverwarmingsinrichting voor een gebouw of woning.

Info

Publication number: NL8301113A
Application number: NL8301113A
Authority: NL
Original assignee: Vliet Cors Van
Priority date: 1982-09-30
Filing date: 1983-03-30
Publication date: 1984-04-16
Also published as: NL178275B; IT8323074A0; GB2136107A; GB2136107B; DK429683A; DK156848B; DE3335008A1; FR2534003B3; DK156848C; GB8326226D0; FR2534003A1; IT1171095B; NL178275C; IT8323074A1; DK429683D0

Description

1 ^ » 83.3032/Hey/sme

Korte aanduiding: Luchtverwarmingsinrichting voor een gebouw of woning.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een luchtverwarmingsinrichting voor een gebouw of woning, omvattende een van branders voorziene luchtverhitter, die enerzijds is aangesloten op een verdeelkanaal met naar de verschillende 5 vertrekken van het gebouw lopende aftakkingen voor de ver-- warmde lucht en anderzijds op een luchttoevoerkanaal dat is aangesloten op de perszijde van een luchttoevoer-ventilator, waarvan de zuigzijde in verbinding staat met een aanvoerkanaal voor verse buitenlucht en een retourkanaal voor retour-10 lucht.

Bij een dergelijke bekende luchtverwarmingsinrichting doen zich veelal problemen voor met betrekking tot de regeling van de hoeveelheid en de temperatuur van de naar de verschillende vertrekken van het gebouw te voeren lucht. Hier-15 voor zijn dan vaak gecompliceerde en ingewikkelde uitstroom-units nodig.

Hiernaast is tevens het zogenaamde "dubbel-duct" systeem bekend, waarbij naar elk vertrek zowel verwarmde als niet-verwarmde lucht wordt toegevoerd. De temperatuur van de in 20 het vertrek te blazen lucht wordt hierbij geregeld door het variëren van de mengverhouding van deze twee stromen met behulp van een eveneens gecompliceerde menguitstroomunits. Alhoewel dergelijke bekende luchtverwarmingsinrichtingen bevredigend werken, zal het duidelijk zijn dat een luchtverwar-25 mingsinrichting met een dubbel kanalenstelsel en bijbehorende regelapparatuur vrij duur is.

In een gebouw of woning kunnen gebieden met verschillende warmtebehoeften worden onderscheiden, bijvoorbeeld het woongedeelte, het slaapgedeelte, de zonkant, de niet-zonkant of 30 combinaties hiervan. Voortbordurende op deze gedachte, beoogt de uitvinding een luchtverwarmingsinrichting te verschaffen, die goedkoop is te installeren en waarmee de binnentemperatuur energie-zuinig en gemakkelijk regelbaar is.

Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat 35 de luchtverhitter bestaat uit een aantal afzonderlijke sec- 8301113 i - 2 - ties, die elk een groep branders bevatten, en elke sectie is aangesloten op een eigen verdeelkanaal, dat lucht voert naar een gedeelte van het gebouw met een specifieke warmtebehoefte .

5 Op deze wijze wordt naar elk gebied van het gebouw lucht gevoerd, waarvan de temperatuur is aangepast aan de warmtebehoefte in dit betreffende gebied. Zodoende kan met een economisch gebruik van de brandstof door het gehele gebouw een behaaglijke temperatuur worden gehandhaafd, terwijl de in-10 richting zelf een eenvoudige opbouw behoudt. Alhoewel dit systeem een minder snelle en minder nauwkeurige temperatuurregeling heeft dan het zogenaamde dubbel-duct systeem, is het aanzienlijk goedkoper, hetgeen vooral voor de goedkopere woningbouw van belang is.

15 Bij voorkeur wordt de temperatuur van de lucht in elk verdeelkanaal geregeld door middel van een in het betreffende gedeelte van het gebouw aangebrachte kamerthermostaat, die de brandstoftoevoer naar de bij dit verdeelkanaal behorende sectie van de luchtverhitter regelt.

20 In het algemeen wordt bij de bekende luchtverwarmings- systemen door de luchttoevoer-ventilator een mengsel van verse buitenlucht en retourlucht aangezogen. Alhoewel de retourlucht alvorens opnieuw in het systeem te worden gevoerd, wordt gefilterd, kan niet geheel worden vermeden dat bepaalde 25 hinderlijke stoffen en/of luchtjes in de retourlucht achterblijven, die dan vervolgens over het gehele gebouw worden verspreid. Dit nadeel kan bij de inrichting volgens de uitvinding op doelmatige wijze worden vermeden, doordat tenminste één van de verdeelkanalen via de hierbij behorende 30 sectie van de luchtverhitter is aangesloten op een afzonderlijk luchttoevoerkanaal, dat via een ventilator uitsluitend is aangesloten op het aanvoerkanaal voor verse buitenlucht, en de resterende verdeelkanalen via een tweede ventilator uitsluitend in verbinding staan met het retourkanaal voor 35 retourlucht.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 schematisch een luchtverwarmingsinrichting vol- 8301113 * 1 - 3 - a gens de uitvinding toont; en fig. 2 eveneens schematisch een andere uitvoeringsvorm toont van de luchtverwarmingsinrichting van fig. 1.

In de beide figuren zijn dezelfde onderdelen zoveel 5 mogelijk aangegeven met dezelfde verwijzingscijfers. De figuren tonen met een linker blok schematisch een woning 1 met een slaapgedeelte 2, een woongedeelte 3 aan de zonzijde, een woongedeelte 4 aan de niet-zonzijde alsmede natte ruimten 5· Het rechter blok 6 toont schematisch de luchtverwar-10 mingseenheid, die bestaat uit een verbrandingsruimte 7 en een luchtaanzuigruimte 8. In de verbrandingsruimte is een van gasbranders voorziene luchtverhitter 9 alsmede een warmwater-bereider 10 aangebracht. De aanzuigruimte 8 bevat een lucht-toevoer-ventilator 11, een aanvoerkanaal 12 voor verse bui-15 tenlucht met een hierop aangesloten warmtewisselaar 13. De warmtewisselaar 13 is anderzijds aangesloten op een vanuit de verbrandingsruimte komende afvoerleiding 14 voor de verbrandingsgassen, welke verbrandingsgassen via deze warmtewisselaar 13 worden afgevoerd door middel van een afzuigventi-20 lator 15 en een leiding 16. In de aanzuigruimte mondt tevens een retourkanaal 17 uit met behulp waarvan retourlucht uit de woongedeelten en het slaapgedeelte van de woning kan worden gerecirculeerd.

De in de tekening weergegeven luchtverwarmingsinrichting 25 is van het zogenaamde gesloten systeem, dat bijzonder geschikt is voor goed geïsoleerde en kierdichte woningen, en waarbij geen open verbranding plaatsvindt. Als verbrandingslucht voor de luchtverhitter en de warmwaterbereider wordt de vuile lucht gebruikt, die vanuit de natte ruimten 5 via 30 een leiding 18 naar de verbrandingskamer 7 wordt gevoerd.

De totale luchtaanvoer en -afvoer van de woning wordt dus volledig gecontroleerd door de beide ventilatoren 11 en 15-Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 1 wordt het door de ventilator 11 aangezogen mengsel van verse buitenlucht en 35 retourlucht via een luchttoevoerkanaal 19 naar de luchtverhitter 9 gevoerd. Zoals duidelijk in de tekening is te zien, bestaat de luchtverhitter uit drie secties 9’, 9" en 9"die elk een groep branders bevatten. Het kanaal 19 vertakt zich 830 1 1 1 3 - 4 - voor elke sectie van de luchtverhitter in drie kanalen 20, 21 en 22, die elk samenwerken met een hierbij behorende sectie van de luchtverhitter. Zo wordt de lucht van het verdeel-kanaal 20 verhit door de sectie 9’ > de lucht van het verdeel-5 kanaal 21 door de sectie 9" en de lucht van het verdeelka-naai 22 door de sectie 9"’· Het verdeelkanaal 20 loopt naar het slaapgedeelte 2 van de woning, waarbij de temperatuur van de door deze leiding toegevoerde lucht wordt geregeld met behulp van een kamerthermostaat 23, die de gastoevoer 10 naar de betreffende sectie 9' bestuurt. Het verdeelkanaal 21 loopt naar het woongedeelte 3 aan de zonzijde en een kamerthermostaat 24 bestuurt de gastoevoer naar de sectie 9", terwijl het verdeelkanaal 22 naar het woongedeelte 4 aan de niet-, . zonzijde loopt, waarbij een kamerthermostaat 25 de gastoevoer 15 naar de sectie 9"’ bestuurt. Op deze wijze wordt naar elk gedeelte van de woning een afzonderlijke hoeveelheid lucht met de voor dit gedeelte vereiste temperatuur gevoerd, hetgeen vergeleken met de conventionele luchtverwarmingsinrich-ting een aanzienlijke energiebesparing oplevert.

20 De in fig. 2 weergegeven andere uitvoeringsvorm van de inrichting is in grote trekken gelijk aan de inrichting volgens fig. 1 met dien verstande, dat in plaats van een gemeenschappelijk naar de luchtverhitter 9 lopend luchttoevoerkanaal 19 dit kanaal is gescheiden in twee afzonderlijke kanalen 25 19' en 19". De luchttoevoer-ventilator 11 bestaat hierbij uit een dubbele ventilator 11' en 11”, die twee gescheiden luchtstromen aanzuigt. De ene luchtstroom bevat alleen verse buitenlucht, die via het luchtaanvoerkanaal 12, de warmtewisselaar 13 en het ventilatordeel 11' in het luchttoevoerkanaal 30 19' wordt gevoerd. De andere luchtstroom bevat uitsluitend retourlucht, die via het retourkanaal 17 en het ventilatordeel 11” in het luchttoevoerkanaal 19" wordt gevoerd. De door het toevoerkanaal 19’ toegevoerde verse buitenlucht wordt naar de sectie 9' van de luchtverhitter 9 gevoerd en vervol-35 gens via het verdeelkanaal 20 naar het slaapgedeelte 2 van de woning geleid. De door het toevoerkanaal 19" toegevoerde retourlucht wordt naar de secties 9" en 9"' van de luchtverhitter 9 gevoerd en via de resp. verdeelkanalen 21 en 22 naar 830 1 1 1 3 - 5 - de woongedeelten van de woning gevoerd. Op deze wijze ontstaat de situatie dat naar het slaapgedeelte 2 van de woning uitsluitend verse buitenlucht wordt gevoerd, terwijl de woongedeelten 3 en 4 uitsluitend worden gevoed met retourlucht.

5 Dit heeft het voordeel, dat geen onaangename stoffen bevattende retourlucht in het slaapgedeelte van de woning kan komen.

Een veel voorkomend gebruik van de bewoners is, dat overdag en ook wel 1 s nachts de ramen van de slaapkamer voor 10 een gedeelte openstaan, een gewoonte die niet past in de uitgangspunten van een ujistekend geïsoleerde en kierdichte woning. Tegemoetkomende aan deze traditie worden de slaapkamers bij de inrichting volgens de uitvinding nu mechanisch met verse buitenlucht geventileerd, zonder dat dit extra 15 warmteverlies geeft.

Als voorbeeld worden hierna voor een normale standaardwoning nog wat luchthoeveelheden gegeven, die door de verschillende leidingen worden aan- of afgevoerd. De drie ver- 3 deelkanalen voeren elk een hoeveelheid lucht van 150 m /h 20 naar het betreffende gedeelte van de woning. De afvoer van vuile lucht uit de natte ruimten, zoals keuken, badkamer, 3 toilet enz. bedraagt eveneens 150 m /h. De resterende via het retourkanaal 17 naar de luchtaanzuigruimte 8 teruggevoerde | 3 3 lucht bedraagt 300 m /h, zodat er per saldo 150 m /h aan j i 25 verse buitenlucht wordt toegevoerd en een even grote hoeveel- 3 heid van 150 m /h aan vuile lucht met verbrandingsgassen naar buiten wordt afgevoerd.

Het zal duidelijk zijn dat binnen het kader van de uitvinding vele varianten mogelijk zijn. Zo kunnen in plaats van 30 een dubbele ventilator, twee afzonderlijke ventilatoren zijn aangebracht, één voor de verse buitenlucht en één voor de retourlucht. De luchtverhitter kan bijvoorbeeld: uit meer dan drie secties bestaan, waarbij het gebouw of de woning dan is opgesplitst in een overeenkomstig aantal gedeelten. Ook kun-35 nen meerdere of andere gedeelten van de woning uitsluitend worden verwarmd met verse buitenlucht.

8301113

Claims

1. Luchtverwarmingsinrichting voor een gebouw of woning, omvattende een van branders voorziene luchtverhitter, die enerzijds is aangesloten op een verdeelkanaal' met naar de verschillende vertrekken van het gebouw lopende aftakkingen 5 voor de verwarmde lucht en anderzijds op een luchttoevoerka-naal dat is aangesloten op de perszijde van een luchttoevoer-ventilator, waarvan de zuigzijde in verbinding staat met een aanvoerkanaal voor verse buitenlucht en een retourkanaal voor retourlucht, met het kenmerk, dat de luchtver-10 hitter (9) bestaat uit een aantal afzonderlijke secties (9', 9», 9" ’)> die elk een groep branders bevatten en elke sectie is aangesloten op een eigen verdeelkanaal (20, 21, 22) dat lucht voert naar een gedeelte (2, 3, 4) van het gebouw met een specifieke warmtebehoefte.

2. Luchtverwarmingsinrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de temperatuur van de lucht in elk verdeelkanaal wordt geregeld door middel van een in het betreffende gedeelte van het gebouw aangebrachte kamerthermostaat (23, 24, 25), die de brandstoftoevoer naar de bij dit 20 verdeelkanaal behorende sectie van de luchtverhitter regelt.

3. Luchtverwarmingsinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat tenminste één (20) van de verdeelkanalen via de hierbij behorende sectie van de luchtverhitter is aangesloten op een afzonderlijk luchttoevoer-25 kanaal (19l), dat via een ventilator (11M uitsluitend is aangesloten op het aanvoerkanaal (12) voor verse buitenlucht en de resterende verdeelkanalen via een tweede ventilator (11”) uitsluitend in verbinding staan met het retourkanaal (17) voor retourlucht. 30

4, Luchtverwarmingsinrichting volgens één of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat er 8301113 - 7 - in het totaal drie verdeelkanalen aanwezig zijn, waarvan er één (20) naar een slaapgedeelte (2), één (21) naar een woongedeelte (3) aan de zonzijde en één (22) naar een woongedeelte (4) aan de niet-zonzijde loopt en het verdeelka-5 naai (20) dat uitsluitend verse buitenlucht toevoert, naar het slaapgedeelte van de woning of het gebouw loopt. 8301113 _ ___________ _ _