NL8204019A - Laadwagen. - Google Patents

Laadwagen. Download PDF

Info

Publication number
NL8204019A
NL8204019A NL8204019A NL8204019A NL8204019A NL 8204019 A NL8204019 A NL 8204019A NL 8204019 A NL8204019 A NL 8204019A NL 8204019 A NL8204019 A NL 8204019A NL 8204019 A NL8204019 A NL 8204019A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
transport
teeth
loading
wagon according
loading wagon
Prior art date
Application number
NL8204019A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Mengele & Soehne Masch Karl
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Mengele & Soehne Masch Karl filed Critical Mengele & Soehne Masch Karl
Publication of NL8204019A publication Critical patent/NL8204019A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D90/00Vehicles for carrying harvested crops with means for selfloading or unloading
    • A01D90/02Loading means
    • A01D90/04Loading means with additional cutting means

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Chain Conveyers (AREA)
  • Harvesting Machines For Root Crops (AREA)

Description

•%» 1 4 VO 3771
Laadwagen.
De uitvinding heeft betrekking op een laadwagen met een achter zijn opneeminrichting opgestelde transportinrichting, die het door de opneeminrichting van de bodem opgenomen oogstmateriaal door een bij voorkeur op ongeveer een kwart tot de halve hoogte van zijn laad-5 ruimte boven de laadbodem uitmondend transportkanaal in de laadruimte transporteert door in het transportkanaal ingrijpende tanden van tenmin-ste twee wagenbrede transporttrommels in de wagenlaadruimte transporteert en waarbij de tram sport tromme1s met betrekking tot hun stand en hun tanden zodanig zijn opgesteld dat zij het door de stroomopwaarts opge-10 stelde transporttrommels getransporteerde materiaal ovememen.
Een dergelijke laadwagen is bekend uit het Duitse Gebrauchsouster 1977.232.
Het in de laadruimte getransporteerde materiaal wordt afhankelijk vam de hoogte vam de tramsportkamaalmonding meer of minder 15 stapsgewijs op de laadbodem getramsporteerd en via de transportkanaalmon-ding en tegen het daar reeds opgestuwde laadmateriaal daarin geperst.
Het is doelmatig gebleken om de laadruimte op ongeveer een kwart tot de halve hoogte boven de laadbodem in de laadruimte te laten uitmonden.
Gevoelige materialen, zoals gras en gemakkelijk tot moes te maken laad-20 materiaal, zoals bladeren van bieten, die naar verhouding zwaar zijn en waarmee normale laadwagens zonder meer slechts gedeeltelijk kunnen wor-den beladen, worden stapsgewijze opgeladen; met lichter en minder ge-voelig materiaal, zoals hooi en stro daarentegen wordt de laadruimte ook boven de transportkanaalmonding door persen gevuld. In het eerste 25 geval wordt het te laden materiaal los, laagsgewijze aangebracht op de het laadvlak vormende krabbodem tot de materiaalhoop ongeveer de hoogte van de transportkanaalmonding bereikt. Vervolgens wordt de matariaal-hoop door de krabbodem zover naar achteren geschoven, dat een nieuwe materiaalhoop een plaats heeft. Deze wijze van beladen kan men ook in 30 continu samenspel van de krabbodem met de transportinrichting bereiken.
Bij laadmateriaal zoals hooi en stro wordt de krabbodem minder bediend of langzamer achterwaarts bewogen ,zodat het te laden materiaal boven de transportkanaalmonding tegen de weerstand van het zich in de laadruimte bevindende materiaal in ,daarin wordt geperst. Als transportinrichting 35 gebruikt men hierbij harkkettingtransporteurs of schuifstangtranspor- 8204019 I ' 2 teurs ,waarvan de tandtransportbaan een naar verhouding grote afstand van de opneeminrichting tot de transportkanaalmonding overbrugt.
De eerstgenoemde transportinrichting bestaat uit aan kettingwielen eindloos rondlopende transportkettingen , waarvan een 5 aantal met tanden uitgeruste transportharken dragen , die via de opneem-inrichting in een ovemamestand gestuurd en het te laden materiaal in de door een afstroopwand en een bodemplaat begrensd transportkanaal naar boven brengen en daar in een afwerpstand worden gestuurd. Hierbij moet de bovenste kettingwielas tezamen met de legers de gehele last en de 10 gehele aandrijfkracht opnemen, hetgeen een zware constructie vereist.
Bij reparaties moet men dikwijls de gehele transportinrichting demonteren.
Bij de schuifstangtransporteur daarentegen grijpen tanden in de sleuven van de afstroopwand , die zijn bevestigd aan voor de sleuven in een krukslede rondlopend gestuurde schuifstangen. De schuif stangen 15 zijn daarbij in bovenste en onderste krukken zodanig geleid , dat zich telkens de tanden van een op afstand staande helft daarvan in het trans-portkanaal bevinden en het te laden materiaal am een tandenrij naar boven toe is verschoven, waar het door de beladen tandenrij van de andere helft van de schuifkrukken wordt beetgepakt en eveneens een verdere tandenrij 20 naar boven toe wordt verschoven. Hierbij ontstaan naar verhouding grote belastingpieken en met grotere omzet stijgt het vereiste vermogen zeer sterk. Bovendien vereist een dergelijke transportinrichting ten gevolge van de rondlopende schuifkrukken een naar verhouding omvangrijk huis.
Beide hiervoor beschreven transportinrichtingen zijn 25 niet in de laatste plaats met het oog op hun stuuzmechanismen ingewikkeld en duur en vereisen met het oog op de wisselende belastingen en de daardoor optredende slijtage een tijdrovend onderhoud. Ondanks dure geluidsdempingsmaatregelen veroorzaken dergelijke transportinrichtingen ook zeer veel lawaai. Reparaties vereisen dikwijls de demontage van het 30 gehele aggregaat en zijn daardoor ook tijdrovend ,hetgeen in het hoog-seizoen veel schade kan veroorzaken.
De uitvinding beoogt bijgevolg een lichtere en daardoor ook minder kostbare , robuustere transportinrichting voor laadwagens van de in de aanhef genoemde soort, die bij een zo groot mogelijke eenvoud 35 en reparatiemogelijkheid een geluidsarmere en betere rotatie en grotere duurzaamheid bezit.
Hiertoe vertoont de laadwagen het kenmerk, dat de 8204019 ' i 3 transporttrommels van de transportinrichting zijn voorzien van starre tanden en aan de andere zijde van het transportkanaal zodanig zijn op-gesteld en waarbij hun tanden zodanig zijn uitgevoerd , dat de tanden van de telkens in de transportrichting volgende transporttreommels in 5 het transportkanaal zo in de tanden van de voorafgaande transporttrommel grijpen , dat zi j het materiaal daarvan afstropend ovememen.
Verrassenderwijze wordt hierbij in het bijzonder ten opzichte van tanden en schuifstangentransporteurs een gelijkmatiger en krachtbesparend transport bereikt. Ook kan een aanzienlijk hogere 10 persing worden bereikt, omdat de trommels met hun lagers de last af-zonderlijk opnemen. De afzonderlijke lagering vergemakkelijkt verder reparaties of een verwisselen van beschadigde, afzonderlijke onderdelen.
Door de eenvoud van de constructie is ook de slijtage uiterst gering.
Bij een laadwagen met in hoogte van de krabbodem in 15 zijn laadruimte uitmondende transportkanaal heeft men reeds een trans-porttrommel met stijve lange tanden aangebracht. De bereikte cirkel van de tanden kon daarbij echter niet het door de goot van opnemerinrich-ting tot aan de monding ongeveer een boog van 90® beschreven transportkanaal geheel afdekken, zodat het oogstmateriaal gemakkelijk beschadigd 20 kon worden. Daardoor ging men ook hier tot de zeer dure tandenbesturing over. Echter zelfs bij dergelijke laadwagens kunnen bij een opstelling volgens de uitvinding van slechts twee transporttrommels deze in diameter kleiner zijn dan een bij dergelijke uitvoeringen gebruikelijke en in om-vang van de tandcirkel grotere transporttrommels worden gehouden en de 25 tanden van de bovenste transporttrommel kon daarbij het te laden mate-riaal minder beschadigend in de laadruimte transporteren.
Ter verduidelijking van de uitvinding zal thans, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van de laadwagen worden beschreven. In de tekening toont: 30 fig. 1 een zijaanzicht van het voorste gedeelte van een laadwagen en fig. 2 een schematisch vooraanzicht van de inrichting volgens de uitvinding.
Volgens de tekening is een laadwagen voorzien van een 35 laadbodem 1, bestaande uit een krabbodem en een voorste kopwand 2. Een transportinrichting 3 die het door een pick-up-trommel 4 van de bodem 8204019
Ik ' 4 opgenomen materiaal in een goot of trog 5 voor een transportkanaal 6 af-legt.
De transportinrichting 3 volgens de uitvinding is voor-zien van drie boven elkaar opgestelde transporttrommels 9 ,waarvan de met 5 een streeppuntlijn weergegeven tandcirkels A elkaar overlappen en waarvan de tanden door een afstroopwand 8 heen in het transports anaal 6 reiken .,die aan de andere zijde is begrensd door het op de goot of trog 5 van de pick-up-trommel aansluitende bodemplaat 7. In de bodemplaat 7 is in het bereik van de onderste en middelste transporttrommel 9 - zoals 10 uit fig. 2 blijkt - telkens een rij messen 11 opgesteld, die op af- stand van elkaar staan, zodat het oogstmateriaal door de onderste messen op een met de afstand vim de messen ten opzichte van elkaar corresponde-rende lengte wordt gesneden, die vervolgens door de volgende messenrij wordt gehalveerd.
15 De transporttrommels zijn overeenkomstig fig. 2 met hun tappen 16 middels legers 15 bevestigd aan huiszijwanden 3a (zie fig.
1). Aan de zijdelings uitstekende aseinden 16a zijn op gebruikelijke wij-ze kettingwielen voor de kettingaandrijving van de transportwalsen aange-bracht, die alle in tegenwijzerzin draaien.
20 De tanden zijn in uitvoering volgens de uitvinding aan de voorranden lOd naar achteren teruggebogen, zodat zij in ingrijping met de aangrenzende tanden van de andere trommel en ook bij de terugtrekking uit de afstroopwand 8 steeds een hoek S vim ongeveer 90" en groter in-sluiten, zodat het oogstmateriaal noch tussen de tanden noch aan de 25 afstroopwand kan worden beschadigd.
In het algemeen dienen de messen telkens na de snede als vasthoudelement voor het gesneden materiaal. Is de vasthoudwerking van de messen onvoldoende ., dan kunnen overeenkomstig de uitvinding aan de bodemplaat 7 vasthoudorganen 17 zijn aangebracht waaraan aan de bene-30 denzijde een naar de bodemplaat 7 toe verlopende geleidingsplaat 17a aan-sluit. Bij het transporteren vim materiaal in het transportkanaal wordt dit door de tanden 10b van de middelste transporttrommel 9b door de tanden 10a van de onderste transporttrommel 9a getransporteerde materiaal daarvan afgestroopt en overgenomen. Het tegen de tanden 10b aanliggende 35 transportmateriaal wordt vervolgens door de tanden 10c van de opvolgende transporttrommel 9c overgenomen en via de bovenrand 7a van de bodem- 3204019 5 W----- ' Λ plaat 7 op de krabbodem 1 geschud of tegen de weerstand van het hoger gestapelde materiaal in in de laadruimte geperst.
3204019

Claims (10)

1. Laadwagen met een achter zijn opneeminrichting opge-stelde transportinrichting, die het door de opneeminrichting van de bodem opgenomen oggstmateriaal£ in het bijzonder door een ongeveer 1/4 tot 1/2 hoge boge boven de laadbodem uitmondende transportkanaal in zijn 5 laadruimte transporteert door in het transportkanaal ingrijpende tanden van tenminste twee wagenbrede transporttrommels in de wagenlaadruimte transporteert en waarbij de transporttrommels met betrekking tot hun stand en hun tanden zodanig zijn opgesteld dat zij het door de stroamop-waarts opgestelde transporttrommels getransporteerde materiaal ovemement 10 met het kenmerk, dat de op zich bekende ongeveer wagenbrede transporttrommels (9) van de transportinrichting (3) zijn voorzien van starre tanden (10) aan de zijde van het transportkanaal. (6) zodanig zijn opgesteld en de tanden (10) zodanig zijn uitgevoerd dat de telkens in de transportrichting volgende transporttrommel (9b en 9c) in de tanden (10) 15 van de telkens voorgaande transporttrommel (9a en 9b) reiken en het oogstmateriaal daarvan afstropend ovememen.
2. Laadwagen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de op het snijpunt met elkaar samenwerkende transporttanden (10) in de bewegingsrichting voorgelegen randen een hoek β insluiten, die op elke 20 plaats ongeveer gelijk is aan of groter is dan 90°.
3. Laadwagen volgens conclusie 1 j met het kenmerkdat de tanden (10) zijn uitgevoerd als dubbel-tanden en elke transporttrommel (9) met zijn tanden (10) ingrijpt tussen de tanden (10) van de aangren-zende transporttrommel (9).
4. Laadwagen volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de dubbele tanden (10) van de telkens opvolgende transporttrommel (9) ingrijpen in die van de voorgaande transporttrommel (9).
5. Laadwagen volgens een of meer van de voorgaande conclu-sies, met het kenmerk, dat tenminste twee transporttromme1s (9a en 9b) 30 telkens zijn voorzien van een messenrij (11a en lib) met op afstand van elkaar staande messen (11).
6. Laadwagen volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de messen (11) telkens behoren bij elke tweede tand (10) van een tanden- " 8204019 pWiJJBSL- ....-...... ...........~· -....... J
7. Laadwagen volgens conclusie 1 , met het kenmerk, dat de tanden (10) in rechte rijen zijn bevestigd aan de transporttrommeis (9) . S. Laadwagen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 5 tanden (10) spiraalvormig zijn gewonden om de transporttrommeis (9). 9. : Laadwagen volgens een of meer van de voorgaande conclu- sies ,met he- kenmerk, dat de op het snijpunt van de transporttanden (10) met de afstroopwand (8) aan de in de bewegingsrichting voorliggende randen (10b) van de tanden (10) alsmede aan de afstroopwand (8) of een 10 plaat aanwezige tangenten een hoek insluiten, die op elke plaats onge-veer gelijk is aan of groter dan 90®,
10. Laadwagen volgens een of meer van de voorgaande conclu-sies .,met het kenmerk, dat de afstroopwand (8) elke tandtrommel (9) ge-deeltelijk omslingert.
11. Laadwagen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de bodemplaat (7) in het omloopgedeelte, waarin de tanden (10) uit het transportkanaal (6) wordt teruggetrokken, is voorzien van terughoud-of vasthoudelementen (17a), die tegen de transportrichting in kunnen zijn voorzien van leiplaten (17a).
12. Laadwagen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vasthoudelementen (17) en de leiplaten (17a) sleuven bevatten voor het daardoorheen grijpen van de tanden (10) en de eventueel in dit bereik aangebrachte messen (11). 3204019
NL8204019A 1981-10-27 1982-10-18 Laadwagen. NL8204019A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19813142491 DE3142491C2 (de) 1981-10-27 1981-10-27 Ladewagen
DE3142491 1981-10-27

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8204019A true NL8204019A (nl) 1983-05-16

Family

ID=6144889

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8204019A NL8204019A (nl) 1981-10-27 1982-10-18 Laadwagen.

Country Status (4)

Country Link
AT (1) AT389975B (nl)
CH (1) CH658568A5 (nl)
DE (1) DE3142491C2 (nl)
NL (1) NL8204019A (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3308911C2 (de) * 1983-03-12 1986-10-16 Karl Mengele & Söhne Maschinenfabrik und Eisengießerei GmbH & Co, 8870 Günzburg Ladewagen
DE3535155A1 (de) * 1985-10-02 1987-04-09 Claas Saulgau Gmbh Foerder- und schneidaggregat fuer ladewagen

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1283590B (de) * 1963-08-12 1968-11-21 Hagedorn & Co Maschinenfabrik Foerdereinrichtung, insbesondere fuer Ladewagen
NL6510429A (nl) * 1965-08-11 1967-02-13
DE1977232U (de) * 1967-05-16 1968-01-18 Bergmann Fa L Foerder- und pressvorrichtung fuer ladewagen.
DE1582416A1 (de) * 1967-11-29 1970-05-14 Schaeffler Helmut G Aufnehmer- und Transporttrommel fuer Selbstladewagen u.ae.
DE2433559A1 (de) * 1974-05-24 1976-01-29 Krone Bernhard Gmbh Maschf Landwirtschaftlicher ladewagen
FR2427779A1 (fr) * 1978-06-08 1980-01-04 Heywang Sa Ets Perfectionnements aux remorques autochargeuses

Also Published As

Publication number Publication date
DE3142491A1 (de) 1983-05-11
CH658568A5 (de) 1986-11-28
ATA390782A (de) 1989-08-15
DE3142491C2 (de) 1983-11-03
AT389975B (de) 1990-02-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0803184B1 (de) Aufnehmer
US4101081A (en) Hay loading, transporting and feeding system
DE2000605C3 (de) Mähdrescher in Axialflußbauart
DE1160229C2 (de) Verfahren zum aufladen, pressen und horizontalen verteilen von landwirtschaftlichem halm- und blattgut auf einen transportwagen und landwirtschaftliches transportfahrzeug zur durchfuehrung dieses verfahrens
NL8006654A (nl) Maaidorser.
EP0532131A2 (en) Agricultural baler
NL8204019A (nl) Laadwagen.
US4043461A (en) Stack loader for bales
DE202011105225U1 (de) Fördervorrichtung
US11242203B2 (en) Paddle conveyor system
DE102014106446A1 (de) Ladevorrichtung eines Ladewagens für aus Halm- oder Blattgut bestehendes Erntegut
US2469580A (en) Rotary baler
US3622024A (en) Bale wagon having single-bale-unloading means
EP3320767A2 (en) Loader wagon and method for loading a loader wagon
US4037391A (en) Leaf guide means for tobacco harvester
DE102008050562B4 (de) Ladewagen
EP2898764A1 (en) Roll baler
US3543914A (en) Feed rolls
US4372722A (en) Hay bale trailer
AT521547A2 (de) Verfahren und Vorrichtung zum Aufspalten von Baumstammbündeln
DE1198111C2 (de) Erntewagen
FR2628080A1 (fr) Convoyeur elevateur du type a ameneurs
DE102007002670B4 (de) Maschine zum Mähen von stängelartigem Erntegut
RU88503U1 (ru) Барабанный подборщик
AT10819U1 (de) Steinauslesemaschine

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed