NL8203670A - Werkwijze voor het uiteindelijk opslaan van verpompbare afvalstoffen. - Google Patents

Werkwijze voor het uiteindelijk opslaan van verpompbare afvalstoffen. Download PDF

Info

Publication number
NL8203670A
NL8203670A NL8203670A NL8203670A NL8203670A NL 8203670 A NL8203670 A NL 8203670A NL 8203670 A NL8203670 A NL 8203670A NL 8203670 A NL8203670 A NL 8203670A NL 8203670 A NL8203670 A NL 8203670A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
dome
salts
waste materials
liquid
solid
Prior art date
Application number
NL8203670A
Other languages
English (en)
Other versions
NL190279B (nl
Original Assignee
Wintershall Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wintershall Ag filed Critical Wintershall Ag
Publication of NL8203670A publication Critical patent/NL8203670A/nl
Publication of NL190279B publication Critical patent/NL190279B/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G21NUCLEAR PHYSICS; NUCLEAR ENGINEERING
    • G21FPROTECTION AGAINST X-RADIATION, GAMMA RADIATION, CORPUSCULAR RADIATION OR PARTICLE BOMBARDMENT; TREATING RADIOACTIVELY CONTAMINATED MATERIAL; DECONTAMINATION ARRANGEMENTS THEREFOR
    • G21F9/00Treating radioactively contaminated material; Decontamination arrangements therefor
    • G21F9/04Treating liquids
    • G21F9/20Disposal of liquid waste
    • G21F9/24Disposal of liquid waste by storage in the ground; by storage under water, e.g. in ocean
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B09DISPOSAL OF SOLID WASTE; RECLAMATION OF CONTAMINATED SOIL
    • B09BDISPOSAL OF SOLID WASTE NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B09B1/00Dumping solid waste
    • B09B1/008Subterranean disposal, e.g. in boreholes or subsurface fractures

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • General Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental & Geological Engineering (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Oceanography (AREA)
  • Sustainable Development (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • High Energy & Nuclear Physics (AREA)
  • Processing Of Solid Wastes (AREA)

Description

4- -1-
Werkwijze voor het uiteindelijk opsiaan van verpompbare afvaistoffen.
Het is bekend, vXoeistoffen in door uitiogen van zoutopslagplaatsen ontstane koepeis op te sXaan. Gedurende dit opsiaan wordt de koepei in voigens bovengronds open systeem of - kort gezegd - voigens het "open systeem" ge-5 exploiteerd, waarbij de koepei nog niet van een duurzame gas- en vloeistofdichte afsluiting is voorzien. Zoais bekend is treedt bij dergelijke zoutkoepeis tengevoige van de convergentie van de de koepei omgevende zoutafzettingen een volumeverkleining op. De convergentie van een koepel-10 volumen (K in %) in een zoutafzetting in afhankelijkheid van de tijd (t in raaanden) bespreekt Dreyer in "Kali und Steinsalz" 5 (1971) biz. 473-478 aan de hand van een wis-kundige vergelijking. Als voorbeeld berekent de schrijver 3 voor een zoutkoepel met een verpakkingsvolume van 15.000 m 15 bij een gemiddelde diepte van 725 m, een koepelhoogte van 100 m, een koepeldiameter van 20 m, een koepeltemperatuur van 37°C, een gemiddelde dieptedruk van 170 kp/cin en een 2 vloeistofbinnendruk van 83 kp/em een convergentie van K — 0/0555.t.0,94 in %. De convergentiesnelheid bedraagt 3 3 20 na.: 1 maand 0,26 m /dag en na 7 maanden nog 0,23 m /dag.
Bij een dikte van de zoutpijler boven het koepeldak van 150 m dient de.vertikale verschuiving van de bovenkant van de zoutpijler 1 mm/maand te bedragen. Wanneer het af- dekkingsgebergte uit steenzout zou bestaan, zou aan het aard- 25 oppervlak na een maand een vertikale verschuiving van 0,125 mm zijn verkregen.
Bij een bol als ideaal volume zou bij het inbrengen daarvan in een groot vloeistofvolumen zoais zeewater, de hydrostatische uitwendige druk op het oppervlak van de bol 30 in afhankelijkheid van het naar de dippte wegzakken toenemen.
Deze druk is van alle kanten op het oppervlak gericht. Deze uitwendige druk kan door de materiaalvastheid, zoais door een stalen bol van overeenkomstige wanddikte, worden opgenomen. Daardoor blijft de inwendige druk konstant.
35 Bij een koepelvolumen in zoutopslagplaatsen wordt de wand van de bolvormige holle ruimte door het omgevende zout-gesteente gevormd.
8203670 4 Η -2-
Dit geldt evenzo voor peer- of cilindervormige koepelvolumen. Hier kan echter de uitwendige druk op het koepelvolumen niet worden opgevangen. Er vindt een conver-gentie, dus een.volumecontractie van de met lucht of water 5 respektievelijk waterige zoutoplossing gevulde koepel in het bovengronds open systeem plaats. Deze convergentie is, zoals Dreyer heeft berekend, in het taai-plastische steen-zout van de zoutafzetting gering.
Voor een depot in zoutkoepels over langere tijd-10 ruimten of voor een uiteindelijke opslag is het echter ter vermijding van een openscheuren van het gebergte noodzake-lijk, de convergentie te verkleinen, totdat deze door druk-vereffening tot stilstand komt.
In dit verband maakt het Duitse Offenlegungsschrift 15 2.225.664 een werkwijze voor het in de diepte opslaan van vloeibare of stroombare radio-actieve, giftige afvaXstoffen bekend, volgens welke deze afvaXstoffen bovengronds voor de deponering met cement of bitumen tot een brij worden ver-mengd en in de koepel worden gepompt. In de koepel zaX de 20 brij verharden en een vast geworden stort vormen, die de convergentie vermindert. Na deze werkwijze worden kXeinere hoeveeXheden afvaXstoffen met grote hoeveeXheden indiffe-rente omhuXXingsstoffen onder overeenkomende grote onkosten aan energie en technische inrichting vermengd. De koepel-25 vuXXing bestaat in hoofdhoeveeiheid uit de omhuXXingsstoffen, die op zich niet behoeven te worden gedeponeerd.
Het Duitse octrooischrift 25 49 313 beschrijft een werkwijze voor het uiteindeiijk opsiaan van vioeistoffen in zoutkoepeis, volgens welke de gedeponeerde vioeistoffen 30 met een bijna gas- en waterdichte afdekkingslaag worden bekleed. Een dergelijk medium zal uit een mengseX van sty-reen met cyclohexanolperoxyde en kobaXtversneXXer bestaan, dat in de koepel tot uitharding komt. Een dergeXijke bekle-dende afdekkingslaag kan echter tot de vermindering van de 35 gevolgen van de convergentie praktisch niets bijdragen.
Inuhet Duitse octrooischrift .......... (octrooi- aanvrage .........) wordt een werkwijze voor het opsiaan van geheel of ten dele weer toepasbare vloeibare afvaXstoffen in ondergrondse, met zout omsXoten hoXIe ruimte respektie-40 velijk zoutkoepels voorgesteld, volgens welke deze hoXIe 8203670 Ξ- 4* -3- ruimten respektievelijk zoutkoepels slechts een beperkte rijd als tussenopslagplaats gebruikt en in het open systeem worden geexploiteerd. Daama worden de zure bestanddeXen van de vXoeibare afvaXstoffen vodr, tijdens of na het inXeiden 5 geneutraliseerd en de ingeXeide vXoeibare afvaXstoffen voor een ter scheiding van de zwaardere van de specifiek Xichtere bestanddeXen voXdoende tijd aan zichzeXf overgeXaten, waar-op de specifiek Xichtere fase tot aan het opperviak van de specifiek zwaardere fase voor een verdere verwerking wordt 10 afgepompt. De in de overbidjvende specifiek zwaardere fase eventueel opgeloste zware metaien worden dan door bijmenging van aikaiisch reagerende verbindingen neergesiagen, en na afzetten van het ontstane sediment wordt de er boven staande zoutoplossing tot aan de bovengrens van het sediment afge-15 pompt. Bij deze werkwijze die in een volgens het open systeem geexploiteerde koepel wordt verwezenlijkt, doet zich de vraag naar de convergentie-vereffening niet voor, omdat het kan worden vermeden, het opslagvolumen voiledig te benutten. Zeifs bij voile benutting van de opslagcapaciteit kan de 20 convergentie daardoor worden vereffend, dat een met de volumenvermindering overeenkomende hoeveelheid van de opge-slagen oplossing wordt afgepompt en hetzij afgevoerd/ hetzij in een andere koepel opnieuw wordt opgeslagen.
Deze werkwijze is echter niet voor een uiteindelijke 25 opslag van niet-opnieuw toepasbare afvaXstoffen geschikt, omdat het in het bijzonder tijdens het vullen van de koepel ongewenst is, gedeeltelijke hoeveelheden van het opgeslagen materiaal ter vereffening van de convergentie weer te ont-trekken. Na een volledige vulling van de opslagcapaciteit 30 van de koepel en definitieve afsluiting daarvan wordt de in-wendige druk van het opgeslagen materiaal door de convergentie zo ver verhoogd, dat hij aan de druk, die de holte omge-vende zoutafzetting op het opgeslagen materiaal uitoefent, ongeveer gelijk wordt gemaakt en daarmee een drukevenwicht 35 wordt tot stand gebracht. Hierbij kan het echter door geo-logische of tektonische invloeden tot scheurvormingen in de de koepel omgevende zoutafzetting komen, waarbij de vloei-bare koepelinhoud in deze scheuren kan binnendringen en de stevigheid van de de koepel omgevende zoutafzetting in onge-40 wenste omvang kan verminderen.
8203670 -4-
Wanneer in dergelijke koepels ter uiteindelijk opslaan van afvalstoffen zoals bijvoorbeeld verontreinigd anorganisch sl.i£>, kristaXhoudende zoutoplossingen, kalk- of gipsslib, suspensies van vXiegas en vXiegstof, sXib van de lakberei-5 ding, bereiding van gevuXcaniseerd rubber, celluloseproduk-tie, bitumenemulsies, zure harsen of -teren, siib uit de opwerking van mineraie oXie en dergeXijke, worden opgesXagen, kan het tot ongewenste en voor aXXes ongecontroXeerde ver-ontreinigingen van de onaergrond komen.
10 Hieruit komt het probXeenv voort de vXoeibare fase in een zoutkoepei, waarin de verpompbare afvaXstoffen aXs vuXXing zijn aangebracht, onder verhoging van de specifieke dichtheid van deze vXoeibare fase zo verregaand mogeiijk te verstevigen, en weX onder verregaand afzien van het gebruik 15 van stoffen, die op zich niet moeten worden gedeponeerd.
Gevonden werd een werkwijze voor uiteindelijke opslag van verpompbare afvalstoffen door het in koepels in zout-afzettingen inbrengen daarvan en verregaande versteviging. Volgens deze worden aan de in de holte gebrachte waterhou-20 dende, vXoeibare en verpompbare afvalstoffen, die ook vaste stoffen gesuspendeerd kunnen bevatten, oplosbare of opgeloste zouten, die bij de afzettingtemperatuur of daaronder onder binding van kristalwater kristalliseren, of organische stoffen die in de vloeibare fase van de koepelinhoud bij afzet-25 tingtemperatuur zich verstevigen of de dichtheid van de koepelinhoud verhogen, of vaste stoffen bijgemengd.
Voorbeelden voor waterhoudende, vloeibare en verpompbare afvalstoffen, die in zoutkoepels als opslagplaats kunnen worden gedeponeerd en volgens de werkwijze van de uit-30 vinding kunnen worden behandeld, zijn gecontamineerd anorganisch slib, zoutopXossingen, kalk- en gipsslib, vliegas, vliegstof, hoog visceus slib van lak en gevulcaniseerde rubber, brij van cellulosefabricage, alkylcellulose-afval, bitumen-emulsies, zuurharsen en -teren, slib van raffinage 35 van mineraie olie, en voorts onverwerkbare residuen uit de produktie van organische verbindingen, in het bijzonder organische halogeenverbindingen, en dergelijke.
De maatregelen van de uitvinding dienen het doel, de specifieke dichtheid van de vloeibare fase van de koepel-40 inhoud te verhogen. Hierbij wordt er onder andere mee reke- 8203670 -5- ning gehouden, dat bij gegeven koepel in zoutafzettingen met konstante boven- en onderdiepte van de koepel de gradient van de inwendige druk van het koepeldak bij een specifieke dichtheid van het zoutgesteente van 2,3-2,4 maal kleiner 5 is, naarmate de specifieke dichtheid van de opgeslagen vloeibare fase groter is. Bestaat de koepelinhoud bijvoorbeeld in de hoofdhoeveelheid uit oplossingen van anorga-nische zouten, dan zullen deze oplossingen met natriumchlo-ride worden verzadigd, dat uit vanuit de koepelwanden wordt .10 opgelost. Hier is juist gebleken, om als oplosbare of opge-loste zouten in de zin van de uitvinding magnesiumsulfaat en/of -chloride toe te voegen, die eveneens als afvalstof-fen beschikbaar zijn. In de opgeslagen waterige fase vormt zich bij toevoer van overeenkomstige hoeveelheden van de 15 genoemde zouten het systeem NaCl - MgSQ4 - H20 vanuit bij afzettingtemperatuur de vaste zouten (3156 g Na2S04 + 3124 g MgSO^ + 1000 g H20) of (1972 g Na2S04 + 1673 g MgS04 + 1000 g H20) kristalliseren. Dienovereenkomstig vormt zich na toevoer .:.
20 van overeenkomstige hoeveelheden magnesiumchloride in de koepelinhoud uit het systeem NaCl - MgCl2 - H20 het vaste zout (1880 g MgCl2 - l000gH2O). Door de hierdoor bereikte verhoging van de concentratie kan het in de koepelinhoud gelijktijdig tot afscheiding van vast natriumchloride komen. 25 Bij de opslag van zure, verpompbare afvalstoffen is het voordelig, deze voor, bij of na de toevoer aan de koepel door vaste of opgeloste alkalisch werkende stoffen te neutra-liseren. Als alkalisch werkende stoffen dienen hiertoe bij voorkeur alkalisch reagerende stoffen, zoals 30 bijvoorbeeld kalkslib, worden toegevoegd. Ook bestaan de mogelijkheid, de alkalisch werkende stoffen in overeenkomstige hoeveelheden in de koepel te transporteren, voordat de zure afvalstoffen in de koepel worden ingeleid.
Als vloeibare afvalstoffen kunnen ook zodanige in de 35 koepel worden ingeleid, die specifiek lichfcer respektievelijk zwaarder zijn dan de waterige fase en zich boven respektievelijk onder deze afscheiden.
Ter verhoging van de specifieke dichtheid van de koepelinhoud kunnen hierin ook vaste, verkieinde afvalstof-40 fen, zoals bijvoorbeeld gemalen sintels of onverwerkbare 8203670 -6- residuen, die bij het oplossen van natuurstoffen voorkomen, gescheiden worden ingebracht. In het bijzonde-r zijn hiervoor ook vaste afvalstoffen geschikt, die technisch niet verwerk-baar zijn en waarvan de deponering bovengronds wegens hun 5 oplosbaarheid technisch kostbaar is. Verder kunnen hiertoe verontreinigde kunststofafval of verbruikte adsorptiestof-fen worden gebruikt.
Deze afvalstoffen kunnen echter ook al bovengronds met de vloeibare afvalstoffen tot een in een vrije vorm 10 voorkomend maar nog niet verpompbaar mengsel worden verwerkt. Verder bestaat de voordelige mogelijkheid, de vloeibare afvalstoffen buiten of binnen de koepel met afval uit de produktie van adsorptiemiddelen, zoals bijvoorbeeld uit een laag bestaand zeefrooster, geexpandeerd vermiculiet of per-15 liet, toe te voegen. Dit afval heeft het voordeel van een hoge adsorptiecapaciteit bij slechts geringe toeneming van het volume.
Als toeslagen, die de specifieke dichtheid van de volgens de uitvinding in de koepel op te slane of opgeslagen 20 vloeibare afvalstoffen verhogen, kunnen in beginsel alle vaste of pastavormige residuen worden gebruikt. Als zout-residuen of oplossingen van dergelijke zoutresiduen zijn diegene geschikt, die bij de afzettingtemperatuur van bijvoorbeeld 50-70°C kristalwaterhoudende zouten of dubbel-25 zouten vormen. De vorming van dergelijke zouten berust erop, dat in de koepel in zoutafzettingen door de verzadiging van onverzadigde waterige fasen met natriumchloride het systeem NaCl-^O aanwezig is.
Magnesiumsulfaat, dat in de natuur als het monohy-30 draat kieseriet voorkomt, is bij 35,6°C als heptahydraat en bij 48,2°C als hexahydraat en bij 67,5° als monohydraat bestendig. Het kan in een koepel waarvan de afzettingtempera-tuur rondom 50°C ligt, als verdikkingsmiddel worden gebruikt.
In het systeem MgSO^ - Na2Cl2 - zijn hydraat- 35 waterhoudende dubbelzouten bestendige bodemlichamen, zoals astrakaniet, Na2S0^.MgS0^.4 of leuweit, Na2S0^.7/6 MgSO^.2,5 H2O. Astrakaniet is tot 59°C en loeweit van 49° tot 110°C in dit systeem bestendig. Deze dubbelzouten kunnen ook bij afzettingtemperatuur door inleiding van MgSO^, 40 bij voorkeur als verontreinigde kieseriet, onder binding van 8203670 -7- water na omzetting met natriumchloride tot afscheiding komen en daarmee de waterige fase in de specifieke dicht-heid of deze verstevigen. Daarbij kan ook NaCl wegens oververzadiging tot afscheiding komen.
5 In het systeem MgCl2-Na2Cl2"H20 is tot 116,7°C
bisulfiet, MgCl2.6 Η20, als bodemlichaam bestendig. Bij 55°C zijn 20 mol NaCl naast 45 mol MgCl2 opgelost. De vender toegevoerde hoeveelheid magnesiumchloride leidt tot afscheiding van vast MgCl2·6 HjO.' 10 Na de verzadiging met NaCl bevat de verzadigde NaCl oplossing bij 50°C 36,7 en bij 70°C 38,5 g NaCl/100 g H^O.
De temperatuurcoefficient is daarom gering.
Ook de dichtheid (g/1) van 1,20 bij kamertemperatuur, van 1,19 bij 50°C en van 1,187 bij 70°C neemt slechts in 15 geringe mate af met de installing van de afzettingtempera-tuur.
Daarentegen bedraagt de oplosbaarheid van MgSO^ in water bij kamertemperatuur 35,6; bij 40°c 45,4; bij 60°C
54,4 en bij 83°C 54,2 g MgS04/100 g H20.
20 De overeenkomstige specifieke dichtheden bedragen bij kamertempejratuur 1,30; bij 50°C 1,38; bij 70°C 1,40 (g/1). Door de inleiding van MgSO^ in de NaCl-houdende waterige oplossing wordt ook de specifieke dichtheid van de oplossing verhoogd.
25 De werkwij ze volgens de uitvinding gebruikt ook niet hydraten-vormende zouten ter afscheiding in de waterige fase. Dergelijke zouten worden bij een hogere temperatuur dan de afzettingtemperatuur aan de koepel toegevoerd. Bij de in-stelling van de afzettingtemperatuur scheiden zich dergelijke 30 zouten zoals Na2S04, door de afneming van de oplosbaarheid bij dalende temperatuur af. Voor :zover zware metalen zoals ijzer, cadmium of lood, in de waterige fase van de afval-stoffen aanwezig zijn, kunnen deze op grond van hun gering oplosbaarheidsprodukt of als hydroxiden of carbonaten met 35 alkalische stoffen worden afgescheiden.
Het is ook mogelijk, magnesium en calcium als hydroxiden of carbonaten neer te slaan, om de dichtheid van. de waterige fase te verhogen.
Ook kunnen oplossingen van zouten in de koepel wor-40 den gebracht, waarvan de oplosbaarheid na verzadiging van de 8203670 Λ -8- oplossing met natriumchloride wordt verlaagd, zodat deze zouten "uitgezouten" worden en als vaste lichamen de dicht-heid van de vloeibare fase van de koepelinhoud verhogen.
De werkwijze volgens de uitvinding wordt bij voorkeur 5 in peer- respektievelijk cilindervormige koepels uitgevoerd, waarvan de vertikale uitzetting groter is dan de maximale diameter van de koepel. De plugging van de koepel wordt/ in het bijzonder tot onder de buisschoen, uitgevoerd, waar-bij de schouder-druk (frac-druck) aan de buisschoen niet 10 mag worden overschreden. Het afsluiten van de koepel vindt plaats na de instelling van de evenwichtstemperatuur in de afzetting (Lagerstatte). Deze wordt vanwege de goede warmte-geleidbaarheid van het minerale zout in korte tijd bereikt.
De werkwijze volgens de uitvinding verhoogt ter oplos-15 sing van de gestelde opgave de specifieke dichtheid van de vloeibare respektievelijk de vast-vloeibare fase van de af-valstoffen. Daartoe zullen aan de vloeibare afvalstoffen vaste zouten of vaste, verkleinde stoffen ter vorming van een suspensie worden toegevoegd. Echter worden ook derge-20 lijke vast-vloeibare fasen, en in het bijzonder door het afscheiden van kristalliserende zouten uit oplossingen of door afscheiden van kristalwater-bindende zouten, gevormd. Door de daaruit ontstane verhoging van het specifieke gehalte aan vaste stof wordt de brij-vormige toestand van de suspen-25 sie of de versteviging van de vloeibare fase respektievelijk fasen door waterbinding als kristalwater verkregen.
Deze maatregelen in overeenstemming met de werkwijze volgens de uitvinding leiden eveneens tot versteviging respektievelijk verdikking van de vloeibare fasen zoals ook 30 reacties van de gedeponeerde stoffen onderling, waaraan ook organische stoffen kunnen deel hebben, die door verharsing of versteviging tot de verdikking van de vloeibare fase van de koepelinhoud kunnen bijdragen.
Met de werkwijze volgens de uitvinding wordt gebruik 35 gemaakt van het technisch effect, tegenover de "buitendruk" op de zoutkoepel een zo groot mogelijke "binnendruk" te stellen. Zodra de buitendruk en de binnendruk door een ver-minderde convergentie gelijk zijn, komt door dit evenwicht de convergentie tot stilstand. Opdat de binnendruk van de 40 onder deze omstandigheden als niet samendrukbaar te achten 8203670 * -*1 -9- vloeibare fasen in de koepel zich als tegendruk kan opbou- wen, wordt de koepel na vulling daarvan en na instelling van de temperatuur van de afzetting afgesloten. Opdat de binnendruk uit de convergentie niet grenswaarden kan over- 5 schrijden, wordt volgens de werkwijze van de uitvinding in de vloeibare fase(h) in de koepel een zo gering mogelijk 3 versch.il van de specifieke dichtheden (kg/m ) ingesteld.
De binnendruk aan het koepeldak is des te geringer, naarmate de specifieke dichtheid van de gedeponeerde, vloeibare 10 respektievelijk vast-vloeibare afvalstoffen in hun fasen groter is ten opzichte van de dichtheid van de afzetting is.
De convergentie wordt door vernauwing van het ver-schil van de specifieke dichtheden tussen die van het 15 minerals zout van rondom d=2,4 tot de vloeibare fase van ongeveer d-1,2 tot 1,3 op hogere waarden in de suspensie of de verstevigde massa van de afvalstoffen verminderd.
Ter verkrijging van dit technisch effect biedt de werkwijze van de uitvinding het voordeel, dat niet opnieuw 20 bruikbare afvalstoffen ofwel in grotere hoeveelheden be-schikbare zoutmineralen of zouten kunnen worden gebruikt.
De werkwijze van de uitvinding biedt het verdere technische voordeel, dat door afscheiding van bij afzetting-temperatuur gehydrateerde dubbelzouten water als vast hy-25 draatwater wordt gebonden . Daardoor wordt de verhouding vaste tot vloeibare fase in de suspensie ten gunste van een groter vaste-sto'fpercentage en daardoor de specifieke dichtheid verhoogd.
De werkwijze van de uitvinding biedt het verdere voor-30 deel van geleidelijker vermindering van de convergentie tot aan stilstand. Daardoor wordt de veiligheid van de met de gedeponeerde afvalstoffen voor hun uiteindelijke opslag gevulde koepel verhoogd, doordat de binnendruk aan het koepeldak lager wordt gehouden.
35 De werkwijze van de uitvinding maakt ten opzichte van de deponering bovengronds of de bovengronds te bewerken ver-steviging voor de deponering ondergronds op technologisch eenvoudiger manier het inpompen van afvalstoffen in de lege of met water respektievelijk zoutoplossing gevulde koepel 40 mogelijk. De nadelen volgens de stand van de techniek worden 8203670 -10- vermeden en een probleentloze uiteindelijke opslag van afval-stoffen in zoutkoepels wordt bereikt, die het milieu op geen enkele manier belast of in gevaar brengt.
De werkwijze van de uitvinding voorziet daarmee ook 5 daneen economisch belangrijke behoefte.
-conclusies- 8203670

Claims (12)

1. Werkwijze voor het uiteindelijk opslaan van verpompbare afvalstoffen door inleiding daarvan in koepels in zout-afzettingen en verregaande versteviging, met het k e n m e r k, dat aan de in de koepel ingeleide, waterhou-5 dende, vloeibare en verpompbare afvalstoffen, die ook vaste stoffen gesuspendeerd kunnen bevatten, oplosbare of opgeloste zouten, die bij de afzettingtemperatuur of daar-onder onder binding van kristalwater kristalliseren, of organische stoffen, die zich in de vloeibare fase van de 10 koepelinhoud bij afzettingtemperatuur verstevigen of de dichtheid van de koepelinhoud verhogen, of vaste stoffen worden bijgemengd.
2. Werkwijze volgens conclusie l,met het ken- 15. e r k, dat als oplosbare of opgeloste zouten die bij afzettingtemperatuur onder binding van kristalwater kristalliseren, de waterige fase van de koepelinhoud MgCl2 en/of MgS04 in hoeveelheden worden ingeleid,enodat in het uit deze toevoeging en de waterige fase van de koepelinhoud zich 20 vormend systeem NaCl - MgSO^ - H20 de vaste zouten (31,56 g Na2S04 + 3124 g MgSC>4 + 1000 g H20) of (1972 g Na2S04 + 1673 g MgS04 + 1000 g H20) en in het systeem NaCl - MgCl2 -H20 het vaste zout (1880 g MgCl2 + 1000 g H20) eventueel onder afscheiding van vast NaCl, kristalliseren. 25
3. Werkwijze volgens conclusie len2,met het k e n m e r k, dat de waterige afvalstoffen voor of bij de inleiding of in de koepel door, eventueel vooraf aangebrach-te, alkalisch werkende afvalstoffen of door vaste respek-30 tievelijk opgeloste alkalische stoffen worden geneutrali-seerd.
4. Werkwijze volgens conclusie 1 tot en met 4, m e t het k e n m e r k, dat als vloeibare afvalstoffen zpdanige in 35 8 2 0 3 6 70 - -12- de koepel worden ingeleid, die specifiek lichter dan de waterige fase zijn en zich hierboven afscheiden.
5. Werkwijze volgens conclusie 1 tot en met 4, m e t 5 het kenmerk, dat als vloeibare afvalstoffen zodanige in de koepel worden ingeleid, die specifiek zwaar-der dan de waterige fase zijn en zich hieronder afscheiden.
6. Werkwijze volgens conclusie 1 tot en met 5, m e t 10 het kenmerk, dat in de vloeibare fasen van de koepelinhoud vaste, verkleinde afvalstoffen gescheiden worden ingebracht.
7. Werkwijze volgens conclusie 1 tot en met 6, m e t 15 het kenmerk, dat de koepel pas na de instelling van de afzettingtemperatuur in de ingebrachte afvalstoffen wordt afgesloten.
8. Werkwijze volgens conclusie 1 tot en met 7, m e t 20 het kenmerk, dat de koepel (kaverne) pas na de vorming van een brijvormige verdikking of versteviging van de opgeslagen vloeibare fase of fasen wordt afgesloten.
9. Werkwijze volgens conclusie : 1 tot en met 8, m e t 25 het kenmerk, dat oplossingen van zouten, die bij een temperatuur boven de afzettingtemperatuur zijn ver-zadigd, onder handhaving van deze temperatuur in de koepel worden ingeleid. 30 lO.Werkwijze volgens conclusie 1 tot en met 8, m e t het kenmerk, dat de oplossingen van zouten in de koepel worden gebracht, waarvan de oplosbaarheid na verza-diging van de oplossing met het natriumchloride van de zout-afzetting wordt verlaagd en deze zouten "uitgezouten" wor-35 den. ll.Werkwijze volgens conclusie 1 tot en met 10, me t het kenmerk, dat voor de deponering van verpomp-bare, vloeibare afvalstoffen peer- respektievelijk cilinder-40 vormige koepels worden gebruikt, waarvan de vertikale 8203670 f *» ------- - ^........::rs. -13- ug,:|zetting groter is dan de maximale diameter van de koepel.
12. Werkwijze volgens conclusie 1 tot en met 11, m e t hetkenmerk, dat de vloeibare fase respektievelijk fasen door neerslaan van de in waterige oplossing aanwezige, 5 aIs hydroxide of als carbonaat precipiteerbare zouten, wordt verdikt, respektievelijk verstevigd . (verfestigt),
13. Werkwijze volgens conclusie 12, met het ken- m e r k, dat in de waterige oplossing aanwezige zware meta-10 len met vaste of opgeloste alkalische stoffen worden neer-geslagen.
14. Werkwijze volgens conclusie 1 tot en met 13, m et het k e n m e r k, dat de zich in de koepel bevindende 15 vloeibare fase respektievelijk fasen door toevoer van vaste, stroombare adsorptiemiddelen, zoals geexpandeerd vermiculiet of perliet of hydroglimmer, of door hoog poreuse stoffen, zoals kieselgur, worden verdikt, respektievelijk verstevigd. 20 15.Werkwijze volgens conclusie 1 tot en met 14, met he t k e n m e r k, dat de vulling van de koepel in de met water of waterige NaCl oplossing gevulde koepel plaats-vindt, het verdrongen volumen wordt afgepompt en afgevoerd, waarbij het bovenste niveau van de vullingshoogte van de 25 koepel praktisch op ongeveer gelijke hoogte wordt gehouden. 8203670
NLAANVRAGE8203670,A 1981-10-22 1982-09-22 Werkwijze voor het definitief opslaan van verpompbare afvalstoffen in een koepel in een zoutafzetting. NL190279B (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3141884A DE3141884C2 (de) 1981-10-22 1981-10-22 Verfahren zur Endlagerung von pumpfähigen Abfallstoffen
DE3141884 1981-10-22

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL8203670A true NL8203670A (nl) 1983-05-16
NL190279B NL190279B (nl) 1993-08-02

Family

ID=6144618

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8203670,A NL190279B (nl) 1981-10-22 1982-09-22 Werkwijze voor het definitief opslaan van verpompbare afvalstoffen in een koepel in een zoutafzetting.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US4576513A (nl)
CA (1) CA1210940A (nl)
DE (1) DE3141884C2 (nl)
FR (1) FR2515149B1 (nl)
NL (1) NL190279B (nl)

Families Citing this family (25)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA1238792A (en) * 1984-03-31 1988-07-05 Walter Lindorfer Process for dumping of particulate solid or pumpable solid and liquid waste materials in underground salt enclosed cavities, in particular salt caverns
DE3411998A1 (de) * 1984-03-31 1985-10-03 Wintershall Ag, 3100 Celle Verfahren zum ein- oder endlagern von festen, kleinteiligen abfallstoffen in salzkavernen
DE3716851A1 (de) * 1987-05-20 1988-12-08 Nukem Gmbh Verfahren zur einbringung von umweltgefaehrdenden abfaellen in unterirdische hohlraeume
FR2624410B1 (fr) * 1987-12-11 1992-12-04 Geostock Procede de confinement souterrain de dechets dans une cavite creusee par lessivage dans le sel
US4906135A (en) * 1988-02-04 1990-03-06 Brassow Carl L Method and apparatus for salt dome storage of hazardous waste
FR2632283B1 (fr) * 1988-06-02 1993-04-09 Geostock Sarl Procede d'abandon rapide de grandes cavites lessivees en sel gemme
DE3833676A1 (de) * 1988-10-04 1990-04-05 Petri Juergen Dipl Ing Dr Verfahren zur endlagerung von eingebundenen abfallstoffen
FR2638108B1 (fr) * 1988-10-26 1991-02-08 Solvay Procede pour eliminer un residu comprenant du sulfate de sodium
GB9206591D0 (en) * 1992-03-25 1992-05-06 Collier Philip J Disposal of waste
US5340235A (en) * 1992-07-31 1994-08-23 Akzo Nobel, Inc. Process for making cementitious mine backfill in a salt environment using solid waste materials
US5310282A (en) * 1993-02-16 1994-05-10 Voskamp Thomas A Hydrocarbon recovery from drilling mud stored in salt cavity
CA2094445A1 (en) * 1993-04-20 1994-10-21 Arvid Alseth Method for refuse disposal in solution-mines salt cavities
JPH0720286A (ja) * 1993-07-01 1995-01-24 Masaya Kuno 新しい核廃棄物の処理方法
US5498825A (en) * 1994-01-21 1996-03-12 Stahl; Joel S. Plutonium and nuclear toxic waste storage depot and method
US5463172A (en) * 1994-03-23 1995-10-31 Cigar Lake Mining Corporation Waste disposal process
DE19502846C1 (de) * 1995-01-30 1996-04-11 Hoelter Heinz Verfahren zur Verfüllung von Kavernen mit Versatzmaterial
DE19518749C1 (de) * 1995-05-22 1996-06-13 Linde Ag Verfahren zur Entsorgung von Perlite
US6137028A (en) * 1998-12-22 2000-10-24 Snow; Daniel Wayne Method for the disposal of oil field wastes contaminated with naturally occurring radioactive materials (NORM)
EP1184092B1 (de) * 2000-08-30 2004-12-01 GESELLSCHAFT FÜR ANLAGEN- UND REAKTORSICHERHEIT ( GRS) mbH Verfahren zum Verhindern des Eindringens einer Salzlösung in einen Hohlraum einer Salzlagerstätte
US7097386B2 (en) * 2003-11-13 2006-08-29 Freeport-Mcmoran Energy Llc Simultaneous development of underground caverns and deposition of materials
DE102004052854B4 (de) * 2004-10-27 2010-03-04 Gts Grube Teutschenthal Sicherungs Gmbh & Co. Kg Verfahren zur Langzeitverwahrung von Kavernen und Kavernensystemen
DE102007023595B4 (de) * 2007-05-21 2014-08-28 K-Utec Ag Salt Technologies Verfahren zur langzeitsicheren Verwahrung von lösungserfüllten Kavernen durch Unterschichten mit industriellen Abfällen und einer weiteren Nutzung des verdrängten Lösungsinventars in industriellen Prozessen
AU2015211293B2 (en) 2014-01-28 2017-12-21 Red Leaf Resources, Inc. Long term storage of waste using adsorption by high surface area materials
US10960444B2 (en) 2018-04-06 2021-03-30 Karl William Yost Closure methods for mines
NO347383B1 (en) * 2022-01-20 2023-10-09 Jarala As Method for storage of organic material in bogs to reduce CO2 in the atmosphere

Family Cites Families (25)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL271326A (nl) * 1958-12-31
US3236053A (en) * 1959-10-09 1966-02-22 Gaines H Billue Underground storage and disposal of radioactive products
US3169619A (en) * 1961-06-26 1965-02-16 Int Basic Economy Corp Mechanical positioning device
GB1054740A (nl) * 1964-12-29
FR1438454A (fr) * 1965-03-30 1966-05-13 Commissariat Energie Atomique Perfectionnements aux procédés pour injecter des déchets radio-actifs dans le sol
US3720609A (en) * 1970-04-17 1973-03-13 G & W Corson Inc Process for treating aqueous chemical waste sludges and composition produced thereby
DE2225664A1 (de) * 1972-05-26 1973-12-06 Kernforschung Gmbh Ges Fuer Verfahren zur tieflagerung von fluessigen oder rieselfaehigen radioaktiven oder giftigen abfaellen
US3859799A (en) * 1973-01-23 1975-01-14 Dravo Corp Landfill disposal of power plant wastes
US3949560A (en) * 1973-02-07 1976-04-13 American Colloid Company Method and composition for preventing water contaminated with industrial waste from seeping through soil containing said water
US3920795A (en) * 1973-03-08 1975-11-18 Dravo Corp Stabilization of sludge slurries
FR2232494B1 (nl) * 1973-06-06 1975-08-22 Solvay
US3959172A (en) * 1973-09-26 1976-05-25 The United States Of America As Represented By The United States Energy Research And Development Administration Process for encapsulating radionuclides
CA1003777A (en) * 1974-01-10 1977-01-18 David Krofchak Solidification of tailings from oil sands
US3887462A (en) * 1974-06-07 1975-06-03 Dow Chemical Co Disposal of waste streams containing asbestos
US3980558A (en) * 1975-07-07 1976-09-14 Browning-Ferris Industries, Inc. Method of disposing sludges containing soluble toxic materials
US4081283A (en) * 1976-02-23 1978-03-28 Pmcma Research Group Plaster molding composition
DE2842475A1 (de) * 1978-09-29 1980-04-03 Kernforschungsanlage Juelich Verfahren zur beseitigung tritiumhaltiger abwaesser durch bindung an feststoffe
DE2941695A1 (de) * 1978-10-17 1980-04-24 Univ Mikolaja Kopernika Verfahren zum abdichten von salzgrubenraeumen
DD140493A1 (de) * 1978-11-17 1980-03-05 Christian Schilder Deponie von mgcl2-loesungen in bergmaennischen hohlraeumen foerdernder grubenbetriebe
DE2930602A1 (de) * 1979-07-27 1981-02-19 Muenster L Graf Zu Handel Verfahren zum binden von abwasser und schlamm
DD146029A1 (de) * 1979-09-14 1981-01-21 Christian Schilder Deponie von salzloesungen in bergmaennische hohlraeume,insbesondere der kaliindustrie
DD149975A1 (de) * 1980-03-07 1981-08-05 Uwe Wittmann Verfahren zur beseitigung radioaktiver oder toxischer fluessiger abfaelle
US4342732A (en) * 1980-07-17 1982-08-03 Smith Robert H Sludge fixation and stabilization
US4353749A (en) * 1980-10-23 1982-10-12 Ray Louis F Process of producing a useful soil cement product from industrial chemical waste
DD209157A1 (de) * 1982-09-03 1984-04-25 Andrae Hans Juergen Verstellbarer bogenfoermiger uebergang eines gurtbandfoerderers

Also Published As

Publication number Publication date
FR2515149A1 (fr) 1983-04-29
FR2515149B1 (fr) 1985-06-21
NL190279B (nl) 1993-08-02
DE3141884C2 (de) 1986-06-19
DE3141884A1 (de) 1983-05-05
US4576513A (en) 1986-03-18
CA1210940A (en) 1986-09-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8203670A (nl) Werkwijze voor het uiteindelijk opslaan van verpompbare afvalstoffen.
US6280693B1 (en) Composition for the recovery of lithium values from brine and process of making/using said composition
US4913585A (en) Method of treating solids containing waste fluid
US7744693B2 (en) Lightweight composite materials and methods
US3947284A (en) Method for solidifying sludge
US4692061A (en) Process for dumping of particulate solid waste materials in underground salt enclosed cavitives
US5439317A (en) Method of handling solid particles
ES2331934T3 (es) Procedimiento para la custodia segura a largo plazo de cavernas llenas de disoluciones mediante subestratificacion con residuos industriales y una utilizacion adicional del inventario de disoluciones desplazadas en procesos industriales.
CN107366552A (zh) 硫酸钠型岩盐溶腔固结式填充方法
US3887462A (en) Disposal of waste streams containing asbestos
US4622175A (en) Process for solidifying radioactive waste
CA1108319A (en) Disposal of thixotropic muds
CN206278237U (zh) 一种搭建在海洋浮式平台上的集装箱房屋
CS254336B2 (en) Method of watertight pit production for dumping ground
US9399224B2 (en) Underwater mineral sorting methods and systems
GB2179080A (en) Suspension of powders in liquid for soil injection and the like
DE102012015760A1 (de) Selbsterhärtendes Versatzmaterial für lufterfüllte Carnallitit-Abbaue
US3774402A (en) Hydraulic seal for salt water ponds
US3211581A (en) Construction block of compressed salts encapsulated with epoxy resin
GB2032165A (en) Disposal of Tritium-containing Effluents by Solidifciation
US9290395B2 (en) Methods for treating bodies of water
JP2021067021A (ja) 埋設パイプの廃棄処理方法
US7846244B2 (en) Sealing agent for waterproof barriers
RU2410543C1 (ru) Способ послойной закладки глинисто-солевых шламов и солеотходов в одну камеру
SU1087097A1 (ru) Способ защиты солеотвалов калийного производства от водной эрозии

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
A85 Still pending on 85-01-01
R1B Notice of opposition during period of laying open
BI The patent application has been withdrawn
R2I Withdrawn after publication