NL8202522A - Drukbestendige kunststoffles en werkwijze voor het vormen daarvan. - Google Patents

Description

* p & c ·

Ϊ ' W 5272-12 Ned.dB/LvD

Drukbestendige kunststoffles en werkwijze voor het vormen daarvan.

Biaxiaal georienteerd polyetheen-tereftalaat heeft een geringe doorlaatbaarheid voor gassen, zoals zuurstof, kooldioxide of dergelijk 5 gas en heeft een uitstekende warmtebestendigheid, stijfheid en doorschij-nendheid, zodat het polyetheen tereftalaat tegenwoordig zeer veel wordt gebruikt als materiaal voor kunststofflessen voor koolzuurhoudende dranken.

De drukbestendigheid en de schokbestendigheid van biaxiaal ge-10 orienteerde kunststofflessen (hierna slechts flessen genoemd) worden verkregen wanneer de moleculen gelijkmatig over de gehele fles worden gericht, en een goede warmtebestendigheid en schokbestendigheid kunnen niet worden verkregen met flessen waarin de richting van de moleculen niet gelijkmatig is.

15 Een fles met een bekende bodemconstructie, vervaardigd door rek-blaas-vormen, zoals deze tegenwoordig worden gebruikt, wordt gevuld met een koolzuurhoudende drank en afgedicht en wanneer men de fles dan op een temperatuur laat van 38° C wordt het boderavlak van de fles vervormd door de inwendige druk en buigt uit. Wanneer men nu de wanddikte vein de bodem-20 wand vergroot, teneinde een dergelijke vervorming te voorkomen, wordt de schoksterkte kleiner zodat wanneer de fles van een plank op grote hoogte valt, de bodem breekt. Dit komt doordat door de constructie van de flessen de biaxiale orientatie van de bodem onvoldoende is, zodat geen goed richten van de moleculen wordt verkregen.

25 Daarom wordt bij flessen voor koolzuurhoudende dranken, in het bijzonder flessen voor cola, de bodem bolvormig gemaakt, welke bolvorm gemakkelijk : bi-axiaal kan worden geprienteerd, en wordt daarop een voetkap gemonteerd, vervaardigd van ander kunststofmateriaal, zodat de fles vrij kan staan. Dit monteren van de voetkap wordt verkregen met een 30 geheel andere-inrichting dan de flessenvormmachine, waarbij gebruik wordt gemaakt van kleefstoffen. Daardoor vergroot deze werkwijze de fabricagekosten, vergeleken met het vormen van flessen die op zichzelf reeds de mogelijkheid tot vrijstaan hebben, en wanneer flessen van polyetheen tereftalaat opnieuw worden gebruikt, moeten telkens de voetkap-35 pen worden verwijderd. Bij flessen van kleine inhoud, 500 ml, is de verhouding waarin voetkapmateriaal wordt gebruikt groter dan bij grote flessen, met grotere inhoud dan 1000 ml, waardoor de kosten toenemen.

In verband met het voorgaande zijn vrijstaande flessen voor koolzuurhoudende dranken, die geen voetkap nodig hebben ontwikkeld, waarvan 40 een deel nu wordt gebruikt. Tegenwoordig in de handel verkrijgbare vrij- 8202522 i > l - 2 - staande flessen omvatten ook die, welke bloembladachtige pootdelen hebben, waarbij. delen van de halfbolvormige wand gedeeltelijk naar buiten steken (Amerikaans octrooischrift 3,598.270) en die welke een buitenomtrekswand-deel hebben, waarbij het bodemwanddeel naar binnen helt en een domvormig 5 centraal bodemwanddeel naar binnen gebogen verloopt van het ondereinde van het buitenomtrekswanddeel, welke buitenomtrekswanddeel een aantal naar buiten stekende pootdelen heeft (ter inzage gelegde Btitse octrooi-aanvrage 2.040.256 A).

Elk van deze bovengenoemde vrijstaande flessen hebben uitste-10 kende pootdelen, waardoor de mogelijkheid tot vrijstaan wordt verkregen, en wordt belet dat het bodemdeel wordt vervormd ten gevolge van inwendige druk door een rug, gevormd tussen de pootdelen en een rand aan de omtrek van de dom. Bij dergelijke flessen is de vorming van de pootdelen moei-lijk en zijn een vormingstechnilogie van hoge kwaliteit en speciale vorm-15 omstandigheden nodig om/alle poten van het vereiste aantal poten met de zelfde gedaante te kunnen vormen. Verder verschaft het vrijstaan van de fles door de pootdelen geen speciaal probleem bij stilstaande flessen, maar .wanneer de flessen bewegen, met het oog op het vullen, vallen vaak flessen door een geringe verschuiving bij de doorgang daarvan.

20 Er zijn flessen van nieuwe. constructie voorgesteld, waarmee de bovengenoemde bezwaren van de genoemde vrijstaande flessen zijn overwonnen, zie bijvoorbeeld Japanse, ter in zage gelegde aanvrage no. 163.137/1980. Deze fles heeft een bodemconstructie soortgelijk aan die van een champagnefles en het vrijstaan van de fles wordt verkregen door 25 ringvormige delen, in aanraking met het standvlak, gevormd over de onder-einden van een buitenomtrekswanddeel, waarbij het bodemwanddeel naar binnen helt en een binnenste omtrekswanddeel aanwezig is in de vorm van een afgeknotte kegel van het buitenste omtrekswanddeel. De drukbesten-digheid is verkregen doordat continu boven het binnenste omtrekswand-30 deel en een centraal deel van de bovenwand een convex gebogen vlak is gevormd.

Bij de bodemconstructie (hierna genoemd de champagnebodem) van deze nieuwe fles breekt de fles cirkelvormig langs de ringvormige, met het standvlak in aanraking zijnde delen, wanneer de fles, gevuld met 35 zijn inhoud, valt. Dit wordt veroorzaakt door de kleine kromtestraal van de ringvormige delen, die met het standvlak in aanraking zijn en door onvoldoende biaxiale orientatie zoals deze optreedt bij het vormen. Hiervoor kan het ringvormige deel, dat in aanraking is met de grond of het standvlak, verder naar buiten worden gebracht tot een halfcirkelvormige 40 gedaante in doorsnede, voor het verschaffen van een grotere kromtestraal, 8202522 *%. S y - 3 - \ \

N

V

maar er treedt een moeilijkheid op bij het naar buiten brengen van het ringyormige deel, in aanraking met het standvlak, overeenkomende met de verbinding tussen.' het buitenomtrekswanddeel tot een in doorsnede half-cirkelvormige gedaante over de gehele omtrek, soortgelijk aan die van 5 de reeds, genoemde gevormde pootdelen en wanneer de kromtestraal toe- neemt, neemt wel de valschoksterkte toe, maar de drukbestendigheid neemt af, waardoor het centrale bodemdeel wordt vervormd door de inwendige druk.

De uitvinder van deze aanvrage heeft verschillende vormen van champagnebodems gemaakt en bestudeerd met betrekking tot de druk-10 sterkte en de valschoksterkte ervan en als gevolg hiervan heeft hij gevonden dat het de voorkeur verdient om te voldoen aan de gestelde eisen voor flessen voor koolzuurhoudende dranken, d.w.z. eisen zoals druksterkte, valschoksterkte, vermindering van gewicht, lage vormingskosten e.d., de hellingshoek tussen het buitenomtrekswanddeel en het deelomtrekswanddeel 15 . zo scherp mogelijk te maken, de doorsnedevorm van het inrvormige deel dat in aanraking kom &et het standvlak, niet halfcirkelvormig te maken, maar de kromming aan de zijde van het buitenomtrekswanddeel en de kromming aan de zijde van het binnenomtrekswanddeel verschillend te maken en de wanddikte van het bodemwanddeel gelijkdelijk dikker te laten worden 20 van het buitenomtrekswanddeel naar het centrale bodemwanddeel, waarbij het bodemwanddeel wordt gevormd bij een lage temperatuur van het voor-vormstuk en bij een lage blaasdruk.

Ook is het gebleken dat het mofeilijk is bij de bekende rek-blaasvormwerkwijze, hetgeen een werkwijze is voor het axiaal rekken van een ^oorvormstuk, bevestigd in een blaasvorm en het geheel uitzetten daarvan in de vormholte, een champagnebodem te vormen, die aan de genoemde eisen voldoet. Deze moeilijkheid is een gevolg van het feit dat een voorvormstuk van lage temperatuur niet gerekt kan worden, bij lage blaasdruk, in een nauwe ruimte voor het vormen van een ringvormig deel, 30 bestemd voor aanraking met het standvlak, gevormd in de omtrek van een bodemvorm.

Er bestaat een vormwerkwijze waarmee kan worden voldaan aan de bovengenoemde eisen, welke werkwijze bestaat in het geven van een plaats-verandering aan een bodemvorm, die deel uitmaakt van een blaasvormholte, 35 het rekken en blazen van een voorvormstuk geheel tot het punt waar zich de bodemvorm bevindt voor het vormen van een bodemdeel, voorafgaand van het vormen van een buitenomtrekswanddeel, het verplaatsen van de bodemvorm voor het verkrijgen van een uit de vormholte puilend deel, het terug-drukken van de bodem tussen het ondereinde van de vormholte en de bodemvorm 40 naar het buitenomtrekswanddeel en het vormen van het binnenwanddeel en het 8202522 ........- 4 - centrale deel van de bodem wanneer zij worden teruggedrukt in de fles.

De bovenbeschreven werkwijze is bekend nit het Amerikaanse octrooischrift 4.035.455, maar belangrijk is bij de onderhavige uitvinding dat de bodemvorm wordt verplaatst terwijl de bodem van het voorvormstuk 5 nog op vervormingstemperatuur is.

Het is daarom een doel van de uitvinding de bezwaren op te heffen die hierboven zijn genoemd van de bekende champagnebodems.

Een verder doel van de uitvinding is het verschaffen van een kunststoffies die een uitstekende druksterkte en een valschoksterkte 10 heeft door het aanbrengen van bijzonder gevormde buiten- en binnenomtreks-wanddelen en een ringvormig deel in aanraking met de bodem, welke delen zijn gevormd in de flesbodem.

Een ander doel .van de uitvinding is het verschaffen van een werkwijze voor het zeer gemakkelijk vormen en biaxiaal orienteren van 15 polyetheen-tereftalaanflessen, voorzien van een bodemwanddeel bestaande ' uit een buitenomtrekswanddeel dat naar binnen helt, een binnenomtrekswand-deel dat naar binnen terugverloopt van het ondereinde van het buitenomtrekswanddeel, en een centraal bodemdeel in de vorm van een vonvex gebogen vlak dat continu overgaat in het bovendeel van het binnenomtreks-20 wanddeel.

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de hoek van. het buitenomtrekswanddeel met een vertikale lijn groter is dan de hoek met deze vertikale- lijn van het binnenomtrekswanddeel, terwijl een binnenhoek en een buitenhoek is gevormd van het ringvormige deel, dat 25 in aanraking komt met het standvlak, aan de ondereinden van het binnen-wanddeel en het buitenwanddeel, en een hoek op de overgang tussen het binnenomtrekswanddeel en het centrale bodemwanddeel, welke hoeken alle zijn gevormd tot een gebogen vlak, waarbij een verschil in kromming bestaat tussen de beide hoeken van het ringvormige deel, dat in aanraking 30 is met het standvlak, voor het vergroten van de druksterkte en de valschoksterkte .

Verder betreft de uitvinding een werkwijze gekenmerkt doordat een bodemdeel van een voorvormstuk, dat geheel axiaal is gerekt in een blaasvormholte, inwendig wordt teruggedrukt ten opzichte van een te voren gevormd buiten-35 omtrekswanddeel, door het bewegen van een bodemvorm, terwijl het bodemdeel . van het voorvormstuk nog op vervormingstemperatuur verkeert, voor het vormen van een binnenomtrekswanddeel en een centraal deel van de bodemwand en voor het vormen van een ringvormig deel, dat in aanraking komt met het standvlak, en wel tegelijkertijd. De uitvinding zal hieronder nader 40 worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld 8202522 - 5 - Λ \ van de kunststoffles volgens de uitvinding is weergegeven.

Pig. 1 toont gedeeltelijk in aanzicht en gedeeltelijk in langsdoorsnede de kunststoffles.

Pig. 2 is een langsdoorsnede op grotere schaal van het bodem-5 deel van de fles.

Fig. 3 is een schamtisch aanzicht van de bodem met daarin aan-gegeven de aan deze bodem gestelde eisen.

Pig. 4 is een langsdoorsnede op grotere schaal van het ringvormi-ge deel in aanraking met het standvlak.

10 - Fig. 5 tot 8 zijn schematische langsdoorsneden van vormholten, die de werkwijze tonen Vein het vormen van een kunststoffles volgens de uitvinding, in de vorlgorde van de stappen daarvan.

Met'1, is een fles van polyetheen-tereftalaat aangeduid. Deze fles 1 is gevormd door rek-blaasvormen van een door spuitgieten verkregen 15 voorvormstuk met een bodem in een blaasvormholte, waardoor uit een stuk worden gevormd een hals, een zijwand la en een bodemwand 2 van de fles...

De bodemwand 2 van de fles is biaxiaal georienteerd tezamen met de --zijwand la.

De bodem 2 is continu met de zijwand la en bestaat uit een naar 20 binnen. hellend buitenomtrekswanddeel 2a, een centraal bodemdeel 3, gevormd tot een convex gebogen vlak en een iets naar binnen hellend binnenwanddeel 5.

Het binnenomtrekswanddeel 5 wordt gevormd terwijl het terug wordt gedrukt naar binnen van het ondereinde van het buitenomtrekswand-25 deel 2a, en het centrale bodemdeel 3 wordti-.continu gevormd met het bovendeel van het binnenomtrekswanddeel 5.

Het ringvormige deel 4 voor aanraking met het standvlak is gevormd aan de ondereinden van het buitenomtrekswanddeel 2a en het binnenomtrekswanddeel 5, welk.ringvormige deel 4 een binnenhoek 4a en 30 een buitenhoek 4b heeft. Deze beide hoeken zijn gevormd tot een gebogen vlak tezamen met een hoek 5a op de overgang tussen het centrale bodemdeel 3 en het binnenomtrekswanddeel 5, waarbij de buitenhoek 4b en de hoek 5a op de overgang een grotere kromming hebben dan de binnenhoek 4a.

Bij.de op de hierboven beschreven wijze geconstrueerde fles 1 35 wordt inwendige druk uitgeoefend op het centrale bodemdeel 3 en gecon-centreerd op de hoek 5a op het overgangspunt, daar het butenomtrekswand-deel 5 de omtrek strunt van het centrale bodemdeel 3. De inwendige druk tracht het centrale bodemdeel 3 in de vorm van een gebogen convex vlak naar omlaag te drukken en daardoor wordt de omtrek van het centrale deel 3, 40 d.w.z. de hoek 5a op de overgang, naar buiten gedrukt. Anderzijds wordt, 8202522 \ - 6 - ♦ 1. l daar de inwendige druk aan de binnenzijde van het binnenomtrekswanddeel 5 heerst, de spanning van het centrale bodemdeel 3, die wordt overge-bracht op het binnenomtrekswanddeel, gedeeltelijk gecompenseerd door de inwendige druk, uitgeoefend op het binnenomtrekswanddeel 5, waardoor 5 spanningsconcentraties in het binnenomtrekswanddeel 5 worden verkleind, zodat zelfs wanneer een vervorming optreedt in het centrale bodemdeel 3 deze vervorming geen invloed uitoefent op het ringvormige deel 4, zodat de mogelijkheid van vrijstaan van de fles aanwezig blijft. Dit vrijstaan wordt beschreven aan de hand van fig. 3. Het verdient de voorkeur dat 10 bij de fles 1 met een verhouding d/D tussen de maximum diameter d van de zijwand van de fles en de diameter d van het ringvormige deel in aan-raking met het standvlak, in het gebied ligt tussen 0,55 en 0,80.

Daarbij verdient het de voorkeur dat het buitenomtrekswanddeel 2a een hoek B heeft in het gebied van 6 tot 30° met de vertikale. lijn, terwijl 15 eveneens de voorkeur verdient dat het binnenomtrekswanddeel 5 een hoek.

A heeft in het gebied tussen 5 en 7° met de vertikale lijn. Ook is het nodig te letten op de wanddikteverdeling van verschillende delen die de bodemwand 2. vormen, teneinde de druksterkte te vergroten.

Hoewel bij de uitvoeringsvrom volgens fig. 2 het centrale bodem-20 wanddeel 3 een grote wanddikte heeft, neemt de druksterkte nog toe wanneer de wanddikte wordt vergroot, uitgaande van het binnenomtrekswanddeel 5.

Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 4 is de wanddikte Tl van het ' buitenomtrekswanddeel 2a groter dan de wanddikte T2 van het binnenomtrekswanddeel 5, en is de wanddikte T3 van het centrale bodemdeel 3 25 groter dan de wanddikte T2 van het binnenomtrekswanddeel 5. Deze dikte-verdelingen hebben echter een quantitatieve begrenzing en wanneer het gewicht van de bodemwand binnen het ringvormige deel 4, in aanraking met het standvlak, groter wordt dan 16,0 % van het flesgewicht, neemt wel de druksterkte toe, maar de schoksterkte bij vallen neemt af. Dit komt 30 doordat wanneer de wanddikte toeneemt, de warmtehoeveelheid in de bodem van een voorvormstuk bij het rek-blaasvormen groot is en daardoor de bodem niet voldoende wordt onderworpen aan het biaxiale richten, vergele-ken met andere delen.

Wanneer het gewicht van de bodemwand kleiner is dan 14,5 % 35 treedt een vervorming op ten gevolge van inwendige druk. Dit is een gevolg van het feit, dat zelfs wanneer de biaxiale orientatie voldoende is voor het vergroten van de valschoksterkte, de stijfheid verloren gaat.

Bij voorkeur moet daarom het gewicht van de bodemwand liggen in het gebied van 14,5 tot 16% van het gewicht van de fles en bij voorkeur 40 moet de kromtestraal R van het centrale bodemdeel 3 liggen in het gebied 8202522 V .. £ - 7 - \

V

% ( van 30 tot 40 .

Hieronder wordt een tabel gegeven met de factoren van flessen, die de ultstekende druksterkte en valschoksterkte volgens de uitvinding hebben, van een aantal flessen van verschillende inhoud.

5 In de figuren is Hj de hoogte van het binnenomtrekswanddeel, H2 de hoogte van het centrale bodemdeel 3 en a de binnendiameter van het binnenomtreks-wanddeel 4a.

Inhoud in ml .. - 250 500 1,000 10 afmetxngen___'_ D mm__53__72___80_ D mm__42_ 44,5 56 a mm 38,5 41 49,5 15 R mm 30 37 - 40 40 r^ mm 3 3 3 i2 mm 1,25 - 2 1,25 - 3 3-3,5 mm 5 5 5 .. -20---:-------- hj mm 3,5 3,5 - 4 3,5 - 4 h2 mm .:.11 12 13-- 13,5 tj mm 1,0 - 1,1 1,0 - 1,1 1,0 - 1,25 25 t2 mm 1,1 - 1,3 1,1 - 1,3 1,2 - 1,4 t3 mm 1,8 1,8 - 2,0 2,0 - 2,3 deg. 5° - 7° 5° - 7° 5° - 7° 30 β deg. 6° 24° 22° totaal." gewiohUin \g. -,- 31 - 32 47 - 48 ·. bodemwandgew.in, g. -,- 4,5 - 4,6 6,8 - 78,0 vervorming door 3 geen geen geen warmte________________ 35 valbreuken geen geen geen breuk geen geen geen

Uitvoering van de vervormingsproef 4 vol. koolzuurhoudend water wordt in een fles gedaan en dan de fles 40 stevig afgestopt en in een oven bij 38° C gebracht. Na 34 uur wordt de 8202522 - 8 - Λ ί fles uitgenomen om de aanwezigheid te bekijken van de vervormingen aan de 2 flesbodem (inwendige druk in de fles bedraagt ongeveer 6,4 kg/cm . Uitvoering van de valschokproef.

Men laat de fles vertikaal vallen van eenhoogte van 1,8 m.

v 5 Het vormen van de fles 1 kan Worden uitgevoerd door gebruik te maken van de vormmachine volgens Amerikaans octrooischrift 4,105.391.

De stappen volgens fig. 5 tot 8 tonen schematisch blaasvorm-holten in de genoerade vormmachine voor verklaring van de werkwijze.

In de tekening geeft 11 een blaasvorm aan en 12 een bodemvorm, 10 die vrij verschuifbaar is in de bodem van de blaasvorm 11. Een vorm-holte 13 voor het vormen van een bodemdeel rond de geheven bodemvorm is smaller dan bij de bekende vormen en het onderste eindvlak 13a van de vormholte voor het vormen van de bodem van de fles heeft een geringe kromming.

15 Met 14 is een rekstang aangegeven die is geplaatst binnen· een voorvormstuk 16 met een in de blaasvorm gebrachte bodem tezamen o met een halsvorm 15. De temperatuur van het voorvormstuk is 80 tot 100 C.

Eerst wordt de bodem vorm 12 naar omlaag bewogen. Eager dan de vormstand, zoals weergegeven in fig. 5. Vervolgens wordt het voorvorm- 20 stuk.16 axiaal gerekt tot de plaats van de bodemvorm 12, zoals weergege- 2 ven in fig.6. Lucht onder druk van 13 tot 14 Kg/cm wordt in het voorvorm stuk geblazen voor het uitzetten daarvan in zijwaartse ri'chting zoals weergegeven in fig. 7. De bodemvorm 12 wordt naar de vormstand bewogen tijdens het blaasvormen voor het met kracht terugdrukken van de uitge-25 zette bodem van het voorvormstuk en daarbij wordt het bodemvlak van de fles 17 gevormd tot een champagnebodem volgens fig. 2, door het boven-vlak van de bodemvorm 12, zoals weergegeven in fig. 8.

Zoals hierboven is beschreven is in de toestand waarin zich de bodemvorm 12 lager dan de vormstand bevindt, de holte 13 voor het 30 vormen van het bodemdeel nergens nauw, zoals blijkt uit fig. 5 en 7 en wordt het door de luchtdruk uitgezette materiaal voldoen de gerekt tot het vormvlak van de holte 13 voor het vormen van het bodemdeel. Onder deze omstandigheden wordt, wanneer de bodemvorm 12 naar de vormstand omhoog wordt bewogen in een tijd van bijvoorbeeld 0,2 van 0,5 sec., 35 waarbij het voorvormstuk 16 nog steeds voldoende warmte bevat om op de vervormingstemperatuur te blijven, een gedeelte beneden het onderste eindvlak 13a van de vormholte volgens fig. 5 teruggedrukt naar omhoog door het bovenvlak van de bodemvorm 12 en is het materiaal, dat dun is gerekt boven het ondervlak 13a van de vormholte en in aanraking is met 40 het vormoppervlak, bezig te koelen en te stollen en daardoor wordt qlleen 8202522 \ - 9 - het materiaal beneden dan of binnen het onderste elndvlak 13a van de voxmholte teruggedrukt, waardoor een verhoogde bodem 18 wordt gevormd en tegelijk een fles wordt verschaft met een bepaald bodemdeel in de vorm-holte 13 voor het vormen van het bodemdeelf d.w.z. een fles met een 5 bodemconstructie volgens fig. 2.

8202522

Claims (3)

1. Drukbestendige kunststoffles met een hals, een zijwand en een bodemdeel, uit een stuk gevormd van polyetheen-tereftalaat en be-staande uit een bodemwanddee1 dat biaxiaal is georienteerd, tezamen met een zijwanddeel, een naar binnen hellend buitenomtreksdeel, een 5 binnenomtrekswanddeel, dat van het ondereinde van het buitenomtrekswand-deel terug verloopt naar de binnenzijde van de fles, en een centraal bodemdeel in de vorm van een convex gebogen vlak dat continu overgaat in het bovendeel van het binnenomtrekswanddeel, met het kenmerk, dat de hoek β van het buitenomtrekswanddeel met de vertikale lijn groter 10 is dan de hoek cC van het binnenomtrekswanddeel met deze vertikale lijn, terwijl binnen- en buitenhoeken aanwezig zijn van een ringvormig deel, bestemd voor aanraking met het standlvak, gevormd rond het ondereinde van het binnenomtrekswanddeel en het buitenomtrekswanddeel, en een hoek op de overgang tussen het binnenomtrekswanddeel en het centrale bodem-15 deel resp. zijn gevormd tot een gebogen vlak, waarbij de kronming er een van de buitenhoek van het ringvormige.'deel in aanraking met het * standvlak groter is dan de kromming van de binnenhoek daarvan, en de kronming r^ van de hoek op de overgang naar het centrale bodemdeel groter is dan de kromming r^ van de buitenhoek.

2. Pies volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het buiten omtrekswanddeel van de bodem een hoek heeft van 6 tot 30° met de ver-tikale..lijn, terwijl het binnenomtrekswanddeel een hoek <£ heeft van 5 tot 7° met de vertikale lijn, waarbij de verhouding d/D tussen de diameter d van het ringvormige deel, dat in aanraking komt met het grond-25 vlak en het maximum diameter D van de fleswand in het gebied ligt van 0,55 tot 0,80, de wanddikte van het binnenomtrekswanddeel groter is' dan de dikte t^ van het buitenomtrekswanddeel, de wanddikte t^ van het centrale bodemdeel groter is dan de dikte t^ van het binnenomtrekswanddeel en het gewicht van de bodemwand binnen het: ringvormige deel in het 30 gdaied ligt van 14,5 tot 16,0 % van het flesgewicht.

3. Werkwijze voor het vormen van een drukbestendige kunststoffles, waarbij een bodemvorm van een blaasvormholte heen en weer beweegbaar is, welke werkwijze is gekenmerkt door het rekken van een voorvormstuk van het bovenvlak naar het onderste deel van een bodemvorm 35 voor een fles, waarbij men de bodemvorm· laat bewegen in de tijd waarin de bodem van het voorvormstuk nog op de vervormingstemperatuur is tijdens 8202522 V «, V > ‘ -tide werkwijze van het blaasvormen van het gerekte voorvormstuk, waarbij de bodem van de fles wordt teruggedrukt en gevormd, zodanig dat het materiaal van de bodem van de fles wordt gevormd van een groot in langsrichting gerekt voorvormstuk, waardoor een fles wordt gevormd 5 met een bodem van goede kwaliteit met een vergroot rek-effekt. i 8202522