NL8202083A - Werkwijze en inrichting voor het continu opnemen van stortgoed. - Google Patents

Description

, t·----3 T/tj/lh/351

Werkwijze en inrichting voor het continu opnemen van stortgoed . *

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze en een inrichting voor het continu opnemen van stortgoed.

Continue scheepsontladingssystemen voor stort-5 goed omvatten een voor de steile transporteur aangebracht opneemtoestel zoals bijvoorbeeld een schoepenrand, een transportschroef, een schraaptransporteur, een emmertran-sporteur of dergelijke. Bij de bekende constructies levert echter de overdracht van het stortgoed op de eigenlijke.

10 afvoerinrichting, in het bijzonder de steile transporteur moeilijkheden, omdat de bewegingsrichting van het de opneem-. inrichting verlatende stortgoed omgekeerd moet worden, voordat dit stortgoed bij de afvoerinrichting terechtkomt. De bewegïngsomkering brengt op nadelige wijze vertragingen en 15 versnellingen van het transportmateriaal met zich mee.

Verder is het bekend om het transportgoed verdelende resp. verstrooiende slingerbandtransporteurs als eindverdelers toe te passen teneinde de reikwijdte van andere continue transporteurs, bijvoorbeeld voor het trimmen 20 van moeilijk toegankelijk scheepsruimen of dergelijke, te vergroten.

Het doel van de uitvinding een werkwijze en een inrichting voor het continu opnemen van stortgoed te verschaffen die een direkte toevoer van het stortgoed zonder 25 extra bewegingsrichtingomkering van het stortgoed naar de afvoerinrichting in een gebundelde stroom mogelijk maakt.

Volgens de werkwij2econclusie wordt dit doel bereikt, doordat het stortgoed onafhankelijk van de afvoer-inrichting wordt versneld en na de bewegingsomkering binnen 30 de voor het versnellen dienende inrichting in de afvoer-inrichting wordt geslingerd.

\De inrichtingen volgens de uitvinding worden in hoofdzaak door twee rollen of twee slingermanteltranspor- 8202083 -2- *

1 I

teurs of één rol of één slingermanteltransporteur, en telkens een voor de bewegingsomkering en het richten van het stortgoed dienende leiplaatopstelling gekenmerkt.

Volgens de uitvinding treedt nu een bewegings-5 omkering van het stortgoed op binnen de opneeminrichting van het materiaal/ terwijl bij de overgang naar de afvoer-inrichting daarentegen geen bewegingsomkering van het stortgoed optreedt. Dit leidt tot een stofarm transport, daar het vrijkomende stof direkt mee wordt afgevoerd.

10 Volgens een ander voorstel van de uitvinding zijn alle of is een deel van de stortmeenemers aan de omtrek van de slingerrol of dergelijk resp. op de mantel van de slingertransporteur elastisch buigbaar. De materiaalopname kan daardoor worden verbeterd.

15 In een verdere ontwikkeling van de uitvinding zijn bij toepassing van twee slingermanteltransporteurs de beide slingermanteltransporteurs onafhankelijk van elkaar om de hartlijn van de binnenste trommel als zwenkas, motorisch zwenkbaar. Daardoor wordt een vergroting van het 20 toepassingsgebied bereikt.

Een verdere ontwikkeling van de uitvinding bestaat verder daaruit, dat aan het dragerstel voor de slingerrol resp. -rollen of dergelijke aan het dragerstel voor de slingermanteltransporteur resp. -transporteurs na-25 bij de bewegingsomkering van het stortgoed dekplaten die het stortgoedkanaal zijdelings afdekken zijn aangebracht.

Door deze maatregelen wordt een stofarm transport van het stortgoed bereikt, daar het "stortgoed door de dekplaten en de tegenoverliggende vlakken van de slingerrollen resp.

30 de slingermanteltransporteur resp. de tegenover elkaar liggende vlakken van de slingerrollen van de slingermanteltransporteur en de bijbehorende leiplaat wordt afgedekt.

Volgens een ander kenmerk van de uitvinding zijn behalve de eerst stortmeenemers verdere stortgoed-35 meenemers in de vorm van borstellijsten met - ten opzichte \van de eerste meenmers - grotere radiale lengte aanwezig.

Door deze borstellijsten wordt de restafvoer van het stortgoed van de onderste laag vergemakkelijkt.

8202083 i. i *· i -3-

In de tekening zijn verscheidene uitvoerings-voorbeelden van de uitvinding schematisch weergegeven.

Figuur 1 toont een twee slingerrollen omvattende stortgoedopneerainrichting in zijaanzicht waarbij het 5 draaggestel is weggelaten.

Figuur 2 toont de stortgoedopneeminrichting van figuur 1 in een ten opzichte van figuur 1 over 90° gedraaid aanzicht met draaggestel.

Figuur 3 toont een een slingerrol en leiplaat 10 omvattende stortgoedopneeminrichting in zijaanzicht, zonder draaggestel.

Figuur 4a toont een twee slingerbandtransporteur omvattende stortgoedopneeminrichting in zijaanzicht, zonder draaggestel.

15 Figuur 4b toont een een slingerbandtransporteur en lelplaten omvattende stortgoedopneeminrichting in zijaanzicht.

Figuur 5 toont verschillende toepassingsmogelijkheden van twee slingerbandtransporteurs omvattende 20 de stortopneeminrichtingen.

Figuur 6 toont een detail op grotere schaal.

Bij het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 1 en 2 bestaat de (omhoog en omlaag beweegbare) stortopneem-inrichting uit twee in een draaggestel 8 gelagerde, moto-25 risch draaibare, tegenover elkaar liggende rollen 1, trommels of dergelijke, die aan hun omtrekradiaal naar buiten stekende noppen 3a, lijsten 3b of borstellijsten 3c, dat wil zeggen borstelvormig uitgevoerde meenemers met een radiale steel en een borsteldeel aan het vrije steeleinde 30 of dergelijke stortmeenemers omvatten.

In figuur 1 zijn zowel noppen, lijsten als ook borstellijsten getekend; de beide rollen kunnen echter ook alleen met noppen of alleen met lijsten, in het bijzonder kamlijsten zijn uitgevoerd.

35 De beide rollen 1, waarvan de omtrekssnelheid ΓΛ ongeveer even groot is, worden motorisch tegengesteld aangedreven, waarbij de draaisnelheid zo hoog wordt gekozen, \ dat het stortgoed naar boven wordt geslingerd. De afvoer 8202083 i κ ( -4- van het naar boven geslingerde stortgoed geschiedt onmid- 1 delijk door een steile transporteur, in het bijzonder een vertikale dekbandtransporteur van bekende constructie.

De vertikale transporteur omvat een draaggestel 9 en de 5 transportbandinrichting 1Ö.

De langsassen van de slingerrollen 1 verlopen horizontaal, evenwijdig en op dezelfde hoogte. De slingerrollen 1 zijn op een geschikte afstand van elkaar aangebracht, zodat een door de rolöppervlakken begrensd kanaal 10 voor het transport van het'stortgoed aanwezig is.

De beide assen van de slingerrollen 1 zouden ook in hoogte ten opzichte van elkaar verschoven kunnen zijn, hetgeen noodzakelijk is wanneer een schuin gerichte transportmateriaalstroom moet worden bereikt, bijvoorbeeld 15 om emmers van emmertransporteurs te laden.

Het materiaal van de slingerrollen 1 is bij voorkeur staal, waarbij door een dergelijk hard oppervlak eventueel voor de steile transporteur wat betreft hun grootte ongeschikte stortgoedbrokken vooraf worden ver-20 kleind.

Het stortgoed waardoor de betreffende vlakken van de slingerrollen 1 en 2 niet verder getekende dekplaten, die in vertikale vlakken dwars op de langsas van de slingerrollen 1 liggen en aan het draaggestel 8 zijn bevestigd, 25 afgedekt, hetgeen voor een stofarm transport zorgt.

De slingerrollen 1 zouden v/at betreft hun stand ten opzichte van elkaar verstelbaar kunnen zijn, om de snijkrachten op de meenemers beter in zich op te kunnen’ nemen.

30 Bij het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 3 is één van de slingerrollen 1 bevangen door een voor de bewe-gingsomkering naar boven dienende, aan het draaggestel bevestigde leiplaatinrichting 4. De leiplaatinrichting omvat een relatief lange leiplaat 4a voor de slingerrol 1 35 en een relatief korte leiplaat 4b boven de rol, om het vertikaal afvoeren van de stortgoedstroom mogelijk te maken. Indien noodzakelijk kan de relatieve stand tussen de slin- ^ gerrol en de leiplaatinrichting door middel van geschikte % \ 8202083 » * 'ir * -5- inrichtingen worden gewijzigd, hetgeen niet verder is getekend. De dekplaten en de leiplaat 4 kunnen één onderdeel zijn. Overigens is de constructie en de funktie analoog aan het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 1.

5 Bij. het uitvoeringsvoorbeeld van de figuren 4a en 4b heeft de stortgoedopneeminrichting 1 of 2 (omhoog en omlaag beweegbare) slingerbandtransporteurs 2 van bekende constructie, hetgeen - in vergelijking met slingerrollen -een verderreikende (langerej materiaalopneemafstand mogelijk 10 maakt. In plaats van de. slingerbandtransporteur 2 kunnen ook slingertransporteurs met kettingen of andere mantel-vlakken worden gebruikt.

De resp. elke slingerbandtransporteur 2 bestaat in hoofdzaak uit een motorisch aandrijfbare trommel 5, een 15 spantrommel 6, een korte, eindloze transportband 7 met dwars op de transportband verlopende meenemers 3 zoals noppen, • lijsten of dergelijke, en een draaggestel. Ter verkrijging van een stofarm transport zijn - zoals niet verder is getekend - twee in vertikale vlakken voor en achter de 20 spantrommels liggende dekplaten nabij het tussen de trommels resp. de trommel en leiplaten begrensde stortgoedkanaal aangebracht. De dekplaten zijn aan het draaggestel bevestigd.

De slingerwerking wordt op op zichzelf bekende wijze bereikt, doordat de transportband of een ander mantel-25 oppervlak met een hoge snelheid rondloopt. Bij het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 4a met twee slingerbandtranspor-teurs 2 zijn de slingerbandtransporteurs zo aangebracht, dat de assen van de trommels 5,6 telkens horizontaal verlopen. De binnenste spantrommels 6 zijn op dezelfde hoogte 30 en op onderling geschikte afstand voor het vormen van een goed stortgoedkanaal aangebracht.

Bij het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 4a zijn de beide slingerbandtransporteurs 2 onafhankelijk van elkaar om de binnenste, horizontale as van de spantrommel 6 35 zwenkbaar, hetgeen een veelzijdige toepassing mogelijk J maakt. In figuur 5 zijn verschillende toepassingsmogelijk- \ heden weergegeven, waarbij de in getrokken lijnen telkens een niet-gezwenkte stand met op dezelfde hoogte liggende 8202083 t t -6- slingerbandtransporteurs is getekend, terwijl met stippellijnen de gezwenkte stand is aangegeven ( bij het bovenste voorbeeld is de rechter slingerbandtransporteur in de gestippelde stand over circa 45° naar boven gezwenkt. Bij 5 het middelste voorbeeld is de linker slingerbandtransporteur in de gestippelde stand over circa 135° naar beneden gezwenkt. Bij het onderste voorbeeld zijn de beide slinger-bandtransporteurs in de gestippelde stand elk over 90° naar beneden gezwenkt), 10 - Bij het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 4b bestaat de stortgoedopneeminrichting in hoofdzaak uit een slingerbandtransporteur 2 en een voor de bewegingsomkering van het stortgoed dienende, aan het draaggestel bevestigde leiplaat-inrichting 4‘. De relatieve stand tussen de slingerband-15 transporteur en de leiplaatinrichting kan ook door middel van geschikte inrichtingen worden gewijzigd, hetgeeri niet verder is getekend.

De in de getekende uitvoeringsvoorbeelden in toevoeging op de .noppen 3a of.lijsten 3b aanwezige, een grotere 20 radiale lengte hebbende borstellijsten 3c hebben het doel de verwijdering van het resterende stortgoed van de onderlaag, bijvoorbeeld de scheepsbodem mogelijk te maken.

De stortgoedmeenemers 3 kunnen elastisch (verend) buigbaar zijn. In figuur 6 is de mogelijkheid van het elas-25 tisch vervormen van een borstellijst 3c door toepassing van een buigveer 11 weergegeven.

Een deel van de stortgoedmeenemers kan ook vervangen worden door scheurpennen of dergelijkè, het losmaken van samengekoekt stortmateriaal dienende middelen. De stort-30 goedmeenemers kunnen ook zo zijn uitgevoerd, dat deze ook kunnen snijden of breken.

Een voorkeurstoepassingsgebied van de opneeminrich- ting volgens de uitvinding is de toepassing bij scheepslos- inrichtingen, waarbij de stortgoedopneeminrichting voor de 35 steile transporteur, in het bijzonder de vertikale transport's ./ φ teur zijn aangebracht. Het draaggestel van de materiaal- "4 opneeminrichting is daarbij op op zichzelf bekende wijze S\ aan het vrije einde van een omhoog en omlaag beweegbare I 8202083 -7- «r a> * > giek aangebracht, waarvan het andere einde scharnierend aan het gestel van een verrijdbare inrichting op het land is bevestigd.

Bij gecombineerde los- en beladingsinrichtingen 5 kan de constructie volgens de uitvinding tijdens het beladen gebruikt worden voor het verdelen en sturen van de transportmateriaalstroom, in het geval de aandrijving voor de rollen resp. de slingerbandtransporteurs omkeerbaar is.

Wanneer de stortgoedopneeminrichting of de 10 hoogtetransporteur scharnierend· aan zijn draagconstructie is opgehangen, worden de snijkrachten op de meenemers 3 automatisch begrensd, daar bij een eenzijdig hoge snij-weerstand van de slingerrol resp. de slingermanteltranspor-teur de andere slingerrol resp. de andere slingermantel-15 transporteur automatisch uitwijkt. De optredende krachten worden dus binnen het systeem gecompenseerd.

Ook kan materiaal losgebroken en getransporteerd worden. Daartoe behoeven de stortgoedmeenemers slechts op geschikte wijze worden üitgevoerd» Met noppen 3a van staal 20 kan bijvoorbeeld materiaal worden geknakt resp. worden gebroken. Meenemers in de vorm van messen,‘scheurpennen of dergelijke maken het snijden of losbreken mogelijk.

o 8202083

Claims (7)

1. Werkwijze voor het opnemen, of voor het vrijmaken, breken of losmaken en opnemen, en voor het daarna aan een daarmee verbonden afvoerinrichting, in het bijzonder een steile transporteur toevoeren van stortgoed, met het 5 kenmerk, dat het stortgoed onafhankelijk van de afvoerinrichting wordt versneld en, na wijziging van de bewegingsrichting binnen de voor de versnelling dienénde inrichting, in de afvoerinrichting wordt geslingerd.

2. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze 10 volgens conclusie 1, waarbij een continu werkende stortgoed- opneeminrichting gekoppeld is aan een afvoerinrichting, in het bijzonder een steile transporteur, gekenmerkt door een motorisch aandrijfbare slingerrol (1), slingertrommel of dergelijke of door slingerbandtransporteur (2), slinger-15 kettingtransporteur of een dergelijke slingermanteltransporteur, waarbij aan de omtrek van de slingerrol, slingertrommel of dergelijke en aan de mantel van de slinger-transporteur zich radiaal naar buiten uitstrekkende stort-goedmeenemers (3) zijn aangëbracht en telkens één, op een 20 afstand· voor de slingerrol, slingertrommel resp. slingerman teltransporteur aangebrachte, voor het wijzigen van de bewegingsrichting en het richten van het stortgoed dienende leiplaatinrichting (4;4').

3. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze 25 volgens conclusie 1, waarbij een continu werkende stortgoed- opneeminrichting gekoppeld is met een afvoerinrichting, in het bijzonder een steile transporteur, gekenmerkt door twee motorisch tegengesteld aandrijfbare, op een afstand van elkaar tegenover elkaar aangebrachte slingerwalsen (1), 30 slingertrommels of dergelijke of door twee slingerband- transporteurs (2), slingerkettingtransporteurs of dergelijke slingermante1transporteurs, waarbij aan de omtrek van de slingerwals, slingertrommel of dergelijke of aan de mantel van de slingertransporteur zich radiaal naar buiten uit-35 strekkende stortgoedmeenemers (3) zijn aangebracht.

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het \ kenmerk, dat alle of een deel van de stortgoedmeenemers \ 8202083 -9- elastisch buigbaar zijn.

5. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij echter uitsluitend slingermanteltransporteurs zijn toegepast, met het kenmerk, dat de slingerbandtransporteurs (2) onaf-5 hankelijk van elkaar om de hartli-jn van de binnenste trommel (spantrommel 6) als zwenkas zwenkbaar zijn.

6. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat aan het draaggestel voor de slingerrol resp. de slingerrollen of dergelijke resp. aan het draaggestel 10 voor de slingerbandtransjporteur-transporteurs nabij de bewegingsrichting wijziging van het stortgoed het stort-goedkanaal zijdelings afdekkende dekplaten zijn aangebracht.

7. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat behalve de eerste stortgoedmeenemers (3a) resp. 15 (3b) andere stortgoedmeenemers in de vorm van herstel lijsten (3c) met ten opzichte van de eerste meenemers een grote radiale lengte aanwezig zijn. \ V 8202083