NL7900392A - Kettingtransporteur. - Google Patents

Description

* -1- - 20397/CV/tl '

Aanvrager: Cehave N.V. Veghel te Veghel.

Korte Aanduiding: Kettingtransporteur.

5

De uitvinding heeft betrekking op een kettingtransporteur voorzien van een huis en een in het huis verplaatsbare,van meenemers voomene ketting,welke over een afvoeropening beweegbaar is.

Dergelijke kettingstransporteurs worden r.eeds vele jaren gebruikt 10 voor het transporteren van korrel- en/of poedervormig materiaal.

Bij verwerking van bepaalde zekere klevende eigenschappen bezitten**® materialen treedtvaak het probleem op,dat het materiaal ter hoogte van de afvoeropening in onvoldoende mate los komt van de ketting en zodoende niet op de gewenste wijze via de afvoeropening wordt afgevoerd.

15 Met de uitvinding wordt beoogd een kettingtransporteur van bovenge noemde soort te verkrijgen,waarbij dit nadeel kan worden opgeheven.

Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat nabij de afvoeropening middelen aanwezig zijn,welke de ketting over een deel van zijn baan omhoog bewegen.

20 Door de ketting nabij de afvoeropening over een deel van zijn baan t omhoog te bewegen zal de ketting na het passeren van deze middelen weer terug vallen en in de praktijk is gebleken,dat hierdoor op effectieve wijze eventueel aan de ketting hangend materiaal wordt losgeschud en zodoende door de afvoeropening wordt afgevoerd. Door toepassing van de constructie 25 volgens de uitvinding kan dan ook op eenvoudige wijze de bij de tot nu toe bekende kettingtransporteurs in vele gevallen optredende nadelen van een onvoldoende afvoer van het^aateriaal worden vermeden.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoeringsvoorbeeld 30 van de constructie volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont schematisch een uitvoeringsvoorbeeld van een kettingtransporteur.

Fig. 2 toont schematisch een bovenaanzicht op enige schalmen en meenemers van een^en kettingtransporteur gebruikte ketting.

35 Fig. 3 toont een aanzicht op fig.2 gezien volgens de pijl III in fig.2.

79 0 0 3 9 2.

τ * -2- * 20397/CV/tl

Fig. 4 toont op grotere schaal schematisch een deel van een ketting-transporteur ter hoogte van een afvoeropening.

Fig. 5 toont op grotere schaal een doorsnede over fig.4,gezien volgens de lijn V - V in fig.4.

5 Fig. 6 toont een zijaanzicht op fig.5,gezien volgens de pijl VI in fig.5.

De in fig.l afgeheelde kettingtransporteur omvat een huis 1 nabij de uiteinden waarvan om horizontale draaiingsassen draaibare geleidings-wielen of trommels 2 en 3 zijn -opgesteld. Om deze trommels of geleidings-10 wielen 2 en 3 is een eindloze ketting 4 geleid. De ketting 4 kan bijvoorbeeld zijn opgebouwd uit scharnierend met elkaar gekoppelde schalmen 5 (fig.2) waarbij aan weerszijden van de schalmen min of meer L-vormige mee-nemers 6 zijn bevestigd. Bij voorkeur zijn deze meenemers uit een geschikte kunststof vervaardigd,terwijl de hoogte van de meenemers daarbij bij 15 voorkeur groter is dan de hoogte van de schalmen 5,zoals blijkt uit fig.3, zodat de zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende kettingparten,die bijvoorbeeld worden ondersteund door onder deze kettingparten gelegen en in het huis opgenomen platen / en 8 slechts met de uit kunststof vervaardigde delen over deze platen schuiven tijdens bedrijf. Het is gebleken,dat hier-20 door aanzienlijk minder lawaai optreed dan bij de gebruikelijke geheel uit metaal vervaardigde kettingen en meenemers,terwijl tevens minder vermogen voor het aandrijven van de kettingen nodig is. Een verder voordeel is,dat bij eventuele breuk van de raeenemer; 6 deze met het te transporteren materiaal afgevoerde meenemers veelal geen schade zullen veroorzaken aan dit 25 materiaal verder verwerkende machines,in tegenstelling met metalen meenemers .

Zoals verder nog in fig.l is weergegeven kan het huis 1 zijn voorzien van een of meerdere toevoeropeningen 9 voor het toevoeren van materiaal aan de transporteur en verder van een of meerdere afvoeropeningen 30 10 voor het afvoeren van het verplaatste materiaal.

Zoals nader in de fig.4- 6 is weergegeven is ter hoogte van een afvoeropening 10 een opening 11 aangebracht in de plaat 8 waarover de ketting verschuifbaar is voor het verplaatsen van het materiaal. Deze opening is af te sluiten met een dwars op de lengterichting van het huis 35 1 verschuifbare plaat 12. Voor het verschuiven van de plaat 12 is een verstelcilinder 13 aangebracht,die onder de plaat 12 is gelegen en met 7900392 fr -3- , 20397/CV/tl een uiteinde is verbonden met een met het huis 1 verbonden steunconstruc-tie 14. De zuigerstang 15 van de verstelcilinder is scharnierend gekoppeld met aan de onderzijde van de plaat 12 bevestigde oren 16. Verder zijn aan de onderzijde van de plaat zich loodrecht op de plaat uitstrekkende strip-5 pen 17 bevestigd die samenwerken met aan de steunconstructie 14 bevestigde nekken 18 voor het geleiden van de schuif.

De bewegingsrichting van het over de plaat 8 bewegende part van de transportketting is in de richting volgens pijl A. Gerekend in deze ver-plaatsingsrichting is aan de bovenstroomse begrenzingsrand van de opening r 10 11 een lager dan de plaat en horizartraal opgestelde scharnieras 19 aange bracht waaraan de uiteinden van een tweetal op enige afstand van elkaar gelegen platen 20 en 21 zijn bevestigd. Aan ieder van deze platen 20 en 21 is nabij het van de scharnieras 19 afgekeerde einde een tweetal oren 22 bevestigd waarin een zich evenwijdig aan de scharnieras 19 uitstrek- 15 kende as 23 is gelegen. De as 23 is tevens gevoerd door gaten aangebiacht in de uiteinden van armen 24 waarvan de van de as 23 afgekeerde uiteinden zijn bevestigd aan een zich evenwijdig aan de scharnieras 19 uitstrekkende stang 25. De uiteinden van de stang 25 zijn verschuifbaar gelegen in aan het huis 1 bevestigde U-profielen 26,zodanig dat de stang evenwijdig 20 aan zichzelf in de U-profielen verschuifbaar is.

In bovenaanzicht gezien midden tussen de beide platen 20 en 21 is met de stang 25 het uiteinde van een zuigerstang 27 scharnierend gekoppeld. De zuigerstang 27 maakt deel uit van een aan het huis 1 bevestigde verstelcilinder 28.

25 Door heen en weer verschuiven van de zuigerstang 27 kunnen de platen 20 en 21 vanuit de in fig.5 met getrokken lijnen weergegeven stand,waarin de platen gedeeltelijk boven de plaat 8 uitsteken,worden gebracht in een stand waarin deze platen onder de plaat 8 zijn gelegen.In laatst genoemde stand van de platen 20 en 21 kan de schuif 12 vanuit de in fig.4 30 weergegeven stand met behulp van de verstelcilinder 13 naar rechts worden geschoven voor het afsluiten van de opening 11,waarbij dus ook de platen 20 en 21 zijn afgedekt door de schuif 12.

Indien door de opening 11 materiaal moet worden afgevoerd zal de schuif met behulp van de verstelcilinder 13 weer in de in fig.4 weergege-35 ven stand worden gebracht en vervolgens kunnen de platen 20 en 21 met 'behulp van de verstelcilinder 28 omhoog worden gezwenkt naar de in fig.5 7900392 -4- * 20397/CV/tl * en 6 met getrokken lijnen weergegeven stand.

Het zal duidelijk zijn,dat dan tijdens bedrijf de meenemers 6 door de platen 20 en 21 zullen worden opgelicht, terwijl daarbij de schalmen 5 in bovenaanzicht gezien tussen de platen 20 en 21 zijn gelegen. Na het verla-5 ten van de platen 20 en 21 zullen de meenemers en de daarmee verbonden schalmen naar beneden vallen,zodat ter hoogte van de afvoeropening 11 een schokkende op en neergaande beweging in de transportketting wordt veroorzaakt. In de praktijk is gebleken,dat dit bijzonder effectief is om materiaal, dat de neiging vertoont aan de transportketting te blijven hangen,van 10 de transportketting los te maken,zodat dit op effectieve wijze door de afvoeropening 11 wordt afgevoerd. Zodoende is met behulp van eenvoudige middelen een oplossing voor een reeds vele jaren bestaand probleem verkregen.

Bij voorkeur zal de lengte van de schalm 5 zodanig zijn uitgevoerd, dat de . meenemers 6 na het passeren van de opening 11, nadat dé meenemers een baan 15 omhaag hebben afgelegd, pas weer met de bodemplaat 8 in aanraking kunnen komen nadat de opening 11 reeds is gepasserd. Hierdoor voorkomt men beschadiging van de openingsrand, alsmede extra slijtage van de meenemers 6.

In een voorkeursuitvoering van de meenemers 6 in combinatie met de kettingschalmen 5 zal de hoogte h'1 van de meenemer groter zijn dan de hoogte 20 van de kettingschalm 5, een en ander zoals weergegeven in fig. 3> waardoor de meenemers 6, welke bij voorkeur uit kunststof zal zijn vervaardigd over de bodemplaat 8, respectievelijk de plaat 7 zullen bewegen en er derhalve veel minder slijtage zal ontstaan dan wanneer een metalen meenemer 6 over de platen 7 en 8 worden voortgetrokken door de ketting.

25 Door de kettingschalm 5 zodanig te plaatsen, dat de onderzijde niet in aanraking komt met de platen 7 en 8 zal slijtage van de ketting geheel worden voorkomen en zelfs indien de meenemers 6 zodanig zijn afgesleten dat de ketting- . schalm 5 in aanraking zou kunnen komen met de platen 7 en 8 kan men de gehele ketting omdraaien en de andere zijde van de meenemers zich laten voortbewegen 30 over de platen 7 respectievelijk 8.

De platen 7 en 8 kunnen ook zijn uitgevoerd geheel of ten dele in rollen waarover de meenemers respectievelijk schalmen worden voortbewogen.

Uiteraard zijn er binnen de geest en ”beschermingsomvang van de uitvinding variaties op de beschreven uitvoeringsvorm van de uitvinding moge-35 lijk. Zo kunnen andere middelen worden gebruikt voor het m hoogterichtmg ? -¾ 0 .Ί I β i «·· ·ν * V 'J £ -5- 20397/CV/fcs instellen van de geleidingsplaten 20 en 21,terwijl men eventueel ook vast opgestelde geleidingsplaten zou kunnen toepassen. Daar een kettingtranspor-teur echter veelal meerdere afvoeropeningen heeft is deze laatste oplossing minder gunstig,daar veelal slechts een afvoeropening tegelijk voor het afvoeren van materiaal wordt benut en dan bij toepassen van vaste pla ten de ketting op onnodige wijze bij iedere afvoeropening op en neer wordt bewogen.

7 “ C ^ ~ ^

'-V

Claims (10)

1. Kettingtransporteur?van een huis en een in het huis verplaatsbare van meenemers voorziene ketting,welke over een afvoeropening beweegbaar is , met het kenmerk,dat nabij de afvoeropening middelen aanwezig zijn welke de ketting over een deel van zijn baan omhoog bewegen.

2. Kettingtransporteur volgens conclusie l,met het kenmerk,dat de middelen in hoogterichting instelbaar zijn.

3. Kettingtransporteur volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat de middelen verzwenkbaar zijn.

4. Kettingtransporteur volgens conclusie 3,met het kenmerk,dat de mid-10 delen verzwenkbaar zijn om een scharnieras, die ten opzichte van de ver- plaatsingsrichting van de ketting nabij een bovenstroomse begrenzings-rand van de afvoeropening 1S' gelegen.

5. Kettingtransporteur volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de middelen voor het omhoog bewegen van de ketting in een 15 stand te brengen zijn,waarin zij onder een schuif zijn gelegen waarmede de afvoeropening afsluitbaar is.

6. Kettingtransporteur volgens ®n der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de middelen voor het omhoog bewegen van de ketting worden gevormd door een tweetal naast elkaar gelegen platen,die op zodanige af- 20 stand van elkaar zijn opgesteld,dat de meenemers van de ketting op de platen komen te rusten,terwijl de schalmen tussen de platen zijn gelegen.

7. Kettingtransporteur volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat de meenemers uit kunststof zijn vervaardigd en onder deyfechal-men van de ketting uitsteken.

8. Kettingtransporteur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de lengte van de schalmen van de ketting zodanig is uitgevoerd ten opzichte van de lengte van de afvoeropening, dat na de omhooggaande beweging van de meenemers deze pas na het passeren van de afvoeropening weer in aanraking met de bodemplaat kunnen komen.

9· Kettingtransporteur volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de ketting bestaande uit kettingschalmen en -meenemers zodanig is uitgevoerd, dat na slijtage van de ene zijde de ketting in zijn geheel kan worden omgelegd.

10. Kettingtransporteur althans nagenoeg zoals hierboven is omschreven en/of is afgeheeld in bijgaande figuren. rjr ^ ^ ft λ / υ -j - s ά