NL8201738A - Werkwijze voor het vergemakkelijken van de behandeling en het transport van artikelen in winkelwagentjes, belegsels en wagentjes voor het ten uitvoer brengen van deze werkwijze. - Google Patents

Description

1 .

Werkwijze voor het vergemakkelijken van de behandeling en het transport van artikelen in winkelwagentjes, belegsels en wagentjes voor het ten uitvoer brengen van deze werkwijze.

De onderhavige uitvinding is bestemd voor het vergemakkelijken van dëthergroepering en de behandeling van door klanten in winkels gekochte artikelen.

Men gebruikt momenteel erg vaak rolwagentjes of "caddies” 5 voor het (in winkels met groot oppervlak, in luchthavens en op stations) transporteren van objecten of artikelen, die door elkaar in de korf van deze rolwagentjes gezet worden, nadat deze laatste tot in de buurt van de te laden objecten geduwd zijn.

Deze wagentjes bieden in feite het voordeel van in een korf of 10 op een platform een aanzienlijke massa ingevoegde objecten (zoals pakken, flessen, dozen, zakjes, ... ) te kunnen opnemen zonder dat het nodig is deze objecten met zorg in de korf te plaatsen. Aan de andere kant maken, wanneer deze wagentjes op een in hoofdzaak vlakke ondergrond gebruikt worden, zij het in het rond verplaatsen van de 15 koopwaar mogelijk, zonder belangrijke inspanning van de kant van de gebruikers en waarbij het voor deze laatste mogelijk gemaakt wordt de handen vrij te houden bij het telkens stilstaan (met name in de winkelafdelingen).

Evenzo worden vaak (met name in kleine winkels en .superettes) 20 voor het verzamelen van deze inkopen hetzij zakken, hetzij getraliede manden gebruikt die men aan de ingang van de winkel opeengestapeld vindt.

Niettemin is een van de problemen, die niet door het gebruik van deze wagentjes en manden in winkels opgelost is, dat van de op-25 eenvolgende behandelingen van de koopwaar, die betrekkelijk moeilijk blijven bij het lossen van de korven, met name bij de betalingsver-richtingen.

In feite blijft, ofschoon erg gemakkelijk door het feit dat het niet nodig is het op de plaats brengen van de objecten binnen hun kor-30 ven voor te schrijven, het belang van deze wagentjes beperkt (met name op grote oppervlakken) gezien de omstandigheid dat de klanten hun 8201738 « i - 2 - objecten een voor een moeten aanbieden aan de kassa’s waar de verkoop-rekening wordt vastgesteld.

Bovendien verzamelen de klanten, wanneer de verkoop eenmaal uitgevoerd is, in het algemeen hun inkopen in verschillende zakjes die hun 5 ter beschikking gesteld worden - hetzij voor inbrenging in hun eigen zak of provisienet, - hetzij voor terugplaatsing in de mand of de voorafgaand daarna teruggebrachte caddie wanneer deze inkopen vervolgens door elkaar in de kofferruimtenvan automobielen 10 gezet worden.

In dit laatste geval worden de wagentjes meestal in wanorde achtergelaten op de pakkeerplaatsen voor particuliere wagens, hetgeen tot een uiterste chaos in de omgeving van winkels met groot oppervlak leidt. _ . .

15 De onderhavige uitvinding is gebaseerd op de volgende waarneming: het komt er op aan, om te zorgen voor het vermijden van deze vervelende handelingen, dat de klanten in de korf van hun wagentje een hulpdoös brengen, die her en der gevonden wordt. Zij brengen deze hulpdoos op zijn plaats 20 - hetzij voor het uitvoeren van hun inkopen, in welk geval zij deze gebruiken voor het al naarmate neerzetten van bepaalde van de in de afdelingen gekozen objecten, - hetzij op het moment van het passeren van de kassa voor het laten uitvoeren van de betreffende verkoop.

25 Vervolgens kunnen zij zodoende de gekochte objecten lossen waarbij men zich beperkt tot het uit de korf nemen van de doos die gevuld is.

Niettemin hebben deze dozen vaak een vorm welke in het geheel niet correspondeert met die van de korf. Zij zijn door dit feit erg ongemakkelijk om te behandelen.

30 In feite zijn in bepaalde gevallen de twee afmetingen van de bodem van de doos groter dan de breedte van de korf. In dat geval wordt de klant er toe gebracht - de doos te verdraaien of te vervormen in de richting van een van deze afmetingen voor het inbrengen in de korf 35 (maar deze vervorming is moeilijk genoeg en leidt bij het 8201738 t 4 Λ - 3 - lossen tot aanzienlijke inspanningen voor het uittrekken van de doos en het overwinnen van de zijdelingse wrijv vingen tussen de vervormde doos en de korf); - of om de doos schuin te zetten binnen de korf (maar men 5 begrijpt·dat enerzijds deze vormgeving het nuttige volume van de doos aanzienlijk vermindert en anderzijds het neerzetten binnen deze doos van zware objecten zoals flessen onmogelijk maakt, door het feit dat de bodem daarvan niet door de korf ondersteund wordt).

10 In andere gevallen zijn de zijdelingse afmetingen van de doos veel kleiner dan die van de korf, waarbij de klanten dan de objecten enerzijds binnen de doos en anderzijds buiten de doos maar binnen de korf laten glijden.

Tenslotte is, wanneer deze dozen bestemd zijn voor het opnemen 15 (bij hun aanvankelijke toepassing) van objecten van kleine afmetingen, hun hoogte in het algemeen veel kleiner dan die van de korf. Aan de andere kant is het onmogelijk om twee van deze dozen naast elkaar te plaatsen binnen een korf want het vullen van de ene zou dan belemmerd worden door het optreden van de andere.

20 Zodoende begint meestal het vullen van een korf met die van een doos welke zich daarbinnen bevindt en eindigt in de grootste wanorde buiten de doos tot deze volledig bedekt is.

In elk geval is het fundamentele probleem van de behandeling van objecten niet opgelost door het gebruik van deze hulpdözen.

25 In alle gevallen vergt het zoeken en het op hun plaats brengen van de dozen een tijdverlies en aanzienlijke inspanningen van de kant van de klanten. Deze inspanningen worden niet altijd met succes bekroond. In feite komt het er enerzijds ergvaak op aan (met name aan het einde van de dag) dat na lang en moeiljk zoeken, de klant zich er rekenschap 30 van geeft dat er geen enke'le doos overblijft die er vatbaar voor is om binnen zijn korf ingebracht te worden. Anderzijds, zoals iedereen weet, worden een groot aantal artikelen die in de afdelingen gebracht worden (met name de flessen) niet in de winkel toegelaten in de vorm van dozen. Bovendien is het ingenomen volume door artikelen van een-35 zelfde soort, die binnen hun leveringsdozen aangebracht zijn, natuur- 8201738 r * % - 4 - lijk veel kleiner dan hetgeen hierdoor ingenomen wordt wanneer zij met andere artikelen vermengd zijn. Bijgevolg is het statistisch onmogelijk dat al de klanten van een winkel een doos kunnen vinden voor het verzamelen van het geheel van hun inkopen.

5 Aan de andere kant zijn de zodoende gebruikte hulpdozen meestal leveringsdozen aan winkels met groot oppervlak, die deze door elkaar aan hun klanten aanbieden en om dit te doen deze gewoonlijk laten "slepen" in de zone waar de wagentjes ter beschikking van de cliëntèle gesteld worden. Deze dozen zijn in het algemeen voorafgaand losgetrok-10 ken en opengesneden, zonder enige voorzorg van de kant van de uit-stallers wie zich weinig bekommeren om wat er van wordt gezien de omstandigheid dat zij alleen als een overblijfsel van hun aanvankelijke verpakkingsfunctie beschouwd worden en in het geheel niet als een onderproduct dat aanleiding geven kan tot een uiteindelijk gebruik van 15 de kant van de cliëntèle. Deze geestestoestand is overigens helemaal logisch en wordt door de Directie van de winkels aangemoedigd. In feite worden de aanvankelijk als verpakkingen beschouwde dozen geleverd in een zeer solide gesloten vorm met talrijke nieten, plakbanden en kunststof films waarvan het hoofdzakelijke doel niet is de opening ge-20 durende de reis te helpen maar daarentegen tegen te gaan. Natuurlijk valt hierdoor economisch een omzichtige opening van deze dozen onder het bewaren van hun structuur niet te overwegen. Door dit feit worden zij in zeer slechte staat aan de klanten geleverd.

Bovendien en zoals iedereen kan opmerken, zijn zij meestal erg 25 vochtig, of daarna erg vuil bij omverwerping van een product dat zij aanvankelijk bevatten.

Daarenboven brengt hun volkomen onregelmatige opeenstapeling (die onmogelijk te organiseren is door de verscheidenheid van hun afmetingen en van hun vormen) een aanzienlijk ruimtever lies met zich mee in de 30 winkels waarin zij zich aan de klanten ter beschikking gesteld bevinden.

Tenslotte zijn deze dozen in het algemeen bedekt met het "merk" van de producten die zich aanvankelijk daarin opgenomen bevonden bij de levering aan de winkel.

35 Maar enerzijds is het duidelijk dat het enthousiasme en de aandacht van de klanten, die deze gebruiken, nauwelijks aangewakkerd wordt door • 8201738 « » - 5 - het merk dat zich daarop gedrukt bevindt, onder het zo aan de ingang van de winkels laten slepen daarvan.

Anderzijds is dit merk gewoonlijk weinig zichtbaar. In feite vestigd de opeenstapeling "in een verwarde hoop", waarin deze dozen 5 zich aanvankelijk bevinden, weinig de aandacht van·de planten op het merk dat zij dragen. Evenzo bevindt dit merk zich meestal verborgen binnen de korven door een of ander object dat het zijdelings bedekt.

Aan de andere kant leert de ervaring dat een "merk" alleen goed zichtbaar en in elk geval waarneembaar is door een traliewerk op voor-10 waarde dat het zich aangebracht bevindt op een oppervlak zeer dicht bij dit traliewerk. Zo niet dan veroorzaakt het traliewerk een uitwerking van "optisch gordijn" dat op een vlak daarachter aangebrachte motieven wegmoffelt.

Tenslotte begrijpt men gemakkelijk dat het voor een maatschappij 15 niet te overwegen valt om het geheel van deze hulpdozen als refclame-dragers te gebruiken. In feite vergt reklame op dragers van geringe afmetingen, om doeltreffend te zijn, een groot aantal herhalingen van het motief daarvan teneinde een bron van aandachttrekking voor degenen waarvoor dit bestemd is tegenover de buitenomgeving te vormen-Hu ver-20 tegenwoordigen de ter beschikking van de clientèle gestelde dozen natuurlijk een staaltje van het geheel van de leveranciers van de winkels. In het algemeen draagt geen daarvan door dit feit hetzelfde merk en elk daarvan bevindt zich zodoende verdronken in de omgeving van de door de aangrenzende dozen gedragen merken.

25’ De onderhavige uitvinding heeft als oogmerk het geheel van de in het voorgaande vermelde bezwaren globaal op te lossen.

Een eerste doel van de uitvinding is het voorstellen van een rationalisatie van de in het voorgaande aangehaalde hulppractijk en meer in het bijzonder een werkwijze voor de behandeling en het trans-30 port van koopwaar, die het voor de klanten van de winkels mogelijk maakt om zonder moeite de verzameling van de artikelen die zij in de boezem van de winkels kiezen, hun aanbieding aan de kassa en hun transport naar buiten de winkels (met name naar de kofferruimte van hun auto en vervolgens naar hun woonplaats) uit te voeren.

35 Een tweede doel van de uitvinding is het verzekeren van een aan-

V

8201738 \ * - 6 - zienlijke vermindering van de ruimte op de grond die in de winkels gewijd wordt aan het aan de cliëntèle ter beschikking stellen van de gebruikte dozen (wat het voor de klanten mogelijk maakt om hun artikelen te groeperen voor het transporteren daarvan naar de kofferruimte 5 van hun automobielen) .

Een derde doel van de uitvinding is het ondervangen, in de boezem van de winkels, van het weinig verheffende gezicht voor de klant dat de volkomen ongecoördineerde op een stapeling van deze hulpdozen van allerlei afmetingen vormt en bovendien een vervangingsverpakking 10 voor te stellen die tegelijk rationeler en minder volumineus is voor de winkel en ogenblikkelijk en zonder moeite door de klanten aangevat en ingestalleerd kan worden in hun korven.

Een vierde doel van de uitvinding is het verschaffen van een vervangingsverpakking voor deze hulpdozen die het mogelijk maakt om 15 daar een reklamemotief (én met name een merk) op aan te brengen dat duidelijk leesbaar is en op elk van deze verpakkingen aangebracht kan worden om zodoende in feite een zeer intense xekla me trekking op te wekken en door dit feit een reklameruimte vormt die doeltreffend genoeg is om het voor de gebruikers (evengoed winkels als klanten) mogelijk 20 te maken om deze tegen sterk verminderde prijs te gebruiken.

Een vijfde doel van de uitvinding is het voorstellen van een wijze van uitvoering van deze vervangingsverpakkingen die daarvoor minder hoge aanschafkosten alsmede een stevigheid en opmerkelijke vormgeving verzekert, het daarvoor mogelijk maakt om in allerlei stelsels 25 zoals momenteel beschikbare caddies gebruikt te worden en aan de andere kant een aanzienlijke vereenvoudiging van deze stelsels mogelijk maakt.

Tenslotte is een laatste doel van de uitvinding het vergemakkelijken en rationaliseren van het aangrijpen, het in rekening brengen en de verkoop door de kassières van elk van de door de klant gekozen 30 artikelen en het beperken van de voor deze verkoop nodige handelingen.

Te dien einde wordt volgens de uitvinding in de eerste plaats voorgesteld een werkwijze voor de behandeling en het transport van door de klanten in de afdelingen van een winkel af genomen artikelen met behulp van stelsels voor de groepering en het transport van deze arti-35 kelen (zoals een "caddie'’ of een mand) 8201738 X «

V

' - 7 - - die beweegbaar en verplaatsbaar zijn door de klanten in de aangebrachte gangen voor de afdelingen - en voorzien zijn van een korf waarvan de opening naar boven gericht is voor het zodoende opnemen van de ver- 5 schillende door elkaar geplaatste artikelen.

Volgens deze werkwijze wordt door de klant - in de eerste plaats een naar boven open wegneembaar verliesbelegsel (in de vorm van een zak of secundaire korf) in de korf van een van de beweegbare groepeerstel- 10 seis gebracht, - dan het groepeerstelsel, dat zodoende van zijn belegsel voorzien is, in de gangen van de winkel verplaatst, - het belegsel gevuld met de verschillende artikelen die hij achtereenvolgens afneemt in de aan de gangen grenzen- 15 de afdelingen, - tenslotte het belegsel, dat het geheel van de artikelen bevat, uitgenomen om deze laatste vervolgens in gegroepeerde vorm te transporteren.

Een dergelijke werkwijze is opmerkelijk omdat te dien einde 20 geen gebruikte leveringsdoos van willekeurige afmetingen, die ter beschikking van de clientèle gesteld wordt na geopend te zijn door lostrekking en na uitpakking van de inhoud daarvan, gebruikt maar daarentegen een voor deze toepassing gereserveerd verliesbelegsel, dat zodanig aangepast is dat het strict samengaan . kan met de contour-25 vormen van de korf.

Op die manier kunnen de korven volmaakt gevuld worden, zonder dat het gevaar optreedt dat de artikelen tussen de wand van het belegsel en de flanken van de korf glijden.

Volgens een voordelige variant van een dergelijke werkwijze 30 conformeert men het belegsel voorafgaand aan de inbrenging daarvan in de korf van het groepeerstelsel.

De fabricage van dergelijke belegsels levert geen bijzondere problemen op. Niettemin verdient het volgens de uitvinding aanbeveling het belegsel te realiseren door vouwing van een voorgesneden blad dat 35 van een stevig materiaal zoals karton gevormd is. Het is zodoende 8201738 *' - 8 - mogelijk om in grote serie deze voorgesneden bladen in gespecialiseerde werkplaatsen te fabriceren en deze dan in gestapelde bundels in de winkels te transporteren.

Volgens een andere voordelige variant van een dergelijke werk-5 wijze verleent men aan de belegsels : een afgeknot pyramidevormige .

constructie. Aan de andere kant worden deze, voorafgaand aan hun gebruik, - geassembleerd (met name door het personeel van de winkel), - in stapels gegroepeerd (met name door ineenvoeging daarvan) - en aangeboden in de buurt van een rij van beweegbare groe- 10 peerstelsels (zoals "caddies" of manden) die de klanten ter beschikking gesteld worden, - om zodoende een voor een door de klanten in een van de korven van een van de stelsels van de rij gebracht te worden.

15 Op die manier veroorlooft deze wijze van opslag en van"tér beschikking stellen in een stapel van belegsels van dezelfde vorm: - voor de winkels om een aanzienlijke .ruimtebesparing en een rationalisatie van de opslag van deze belegsels te realiseren 20 - en voor de klanten om ogenblikkelijk en zonder inspanning voor het zoeken over een hulpbelegsel binnen de korf van hun beweegbare groepeerstelsels te beschikken.

Aan de andere kant worden deze belegsels die geometrisch aan de karakteristieken van de korf van de beweegbare stelsels aangepast 25 zijn - gemakkelijk op hun plaats te brengen en uit de korven te nemen (zonder wrijving of vastzitten) - en tot het maximum van het nuttige volume van elke korf te gebruiken.

30 Bovendien veroorlooft hun specifieke functie van verzameling van artikelen binnen de beweegbare stelsels en van het transport, in gegroepeerde vorm van deze zelfde artikelen, deze zodanig te ontwerpen dat zij volmaakt op deze functies berekend zijn voor wat betreft hun afmetingen, de gebruikte materialen en de uitrustingen, die zij bevatten 35 (zoals handvatten) voor het vergemakkelijken van hun behandeling.

8201738 ♦ - 9 -

Daarenboven.' is het volgens de uitvinding en door hun wijze van fabricage en van distributie die gegroepeerd kan worden, alsmede de specifieke functie die aan deze belegsels verbonden is, mogelijk om de zijwanden van een groot aantal daarvan te beleggen met eenzelfde 5 boodschap of motief dat visueel waarneembaar is (met name van een opgedrukt ‘'merk" of van een zelfklevende reklame) en dit geheel van belegsels ter beschikking van de clientèle te stellen om zodoende hierdoor gebruikt te worden op de wijze volgens de uitvinding.

In deze gevallen verdient het nog steeds volgens de uitvinding 10 aanbeveling om aan de andere kant de clientèle stelsels voor de groepering en voor het transport van de artikelen (zoals wagentjes of manden met getraliede korf) ter beschikking te stellen, die een korf omvatten, waarvan de zijflanken het zijdelingse oppervlak van de weg-neembare belegsels, die men daarin brengt, nagenoeg geheel laten uit-15 komen.

Men begrijpt dat volgens deze variant de uitwerking van "optisch gordijn", dat op de contourvormen optredende motieven wegmoffelt, ondervangen is. Zodoende zal de: door elk belegsel gedragen boodschap duidelijk te onderscheiden zijn en wordt dit op een zich herhalende 20 wijze in het zicht van andere klanten gebracht door elke klant die dit belegsel in de verschillende gangen van de winkel verplaatst op hetzelfde moment dat hij zijn inkopen uitvoert.

Dit is de reden waarom volgens de uitvinding wordt voorgesteld deze belegsels als reklameruimten te gebruiken om zodoende 25 - enerzijds voor vakmensen op reklamegebied' een uiterst doeltreffende drager van hun boodschappen te verschaffen door de toenemende ontvankelijkheid van de clientèle voor de reklame op de verkoopplaatsen en door het focusserings-effect op de clientèle dat teweeg gebracht wordt door het 30 zich herhalen van de boodschap die op een groot aantal voorbijtrekkende belegsels optreedt - en anderzijds het voor de gebruikers (evengoed klanten als winkels) mogelijk te maken om nagenoeg gratis over dit belegsel te beschikken (om reden van de participatie van 35 de reklamebureau?s aan zijn inkoop).

8201738 \ ' . * - 10 -

Natuurlijk vereist de verscheidenheid van gangbare stelsels voor de groepering en het transport die ter beschikking gesteld worden van de clientèle van de winkels (en in hoofdzaak de drie bestaande standaardtypes van "caddies") een aanpassing van de karakteristieken 5 van de volgens de uitvinding voorgestelde belegsels. In het bijzonder zullen in het volgende de grenzen van de uitvinding aangemerkt worden - hetzij wanneer elk beweegbaar stelsel uitgerust is met een verschillend belegsel van aangepaste afmetingen, - hetzij in het geval dat, om redenen van eenvoud en van 10 verlaging van de aanschafkosten, een enkel belegsel berekend wordt op beweegbare stelsels van verschillende afmetingen waarbij het daarin slechts gepaard gaat met de kleinste afmetingen.

Aan de andere kant zullen in het volgende de omstandigheden 15 aangemerkt worden waaronder de uitvinding geëxploiteerd kan worden door verschillende economische sectoren (fabricage van de verpakkingen, aanbieding aan de klanten van een eerste geheel van te beleggen wagentjes en van een tweede geheel van belegsels, enz. ...).

Evenzo zullen de omstandigheden geboden worden waarbij de 20 uitvinding uitgestrekt lan warden tot het geval dat de korf van de beweegbare stelsels niet meer nodig is voor het ten uitvoer brengen van de werkwijze volgens de uitvinding door het feit dat men belegsels gebruikt, die van een bijzonder stevig materiaal gemaakt zijn.

Daarenboven zal een type van bijzonder eenvoudige en weinig 25 kostbare wagentjes beschreven worden, die in samenhang met de belegsels volgens de uitvinding bruikbaar zijn.

Andere kenmerken en voordelen van de uitvinding zullen uit de hierna volgende beschrijving aan de hand van de bijgaande tekeningen blijken, welke beschrijving en tekeningen slechts bij wijze van voorbeeld 30 gegeven worden, waaraan geen beperkende betekenis gehecht moet worden.

Fig. 1 t/m 3 tonen een zijaanzicht van een beweegbaar wagentje van standaardtype, dat gebruikt wordt volgens de diverse formules welke voor het vullen van de korf daarvan bekend zijn.

Fig. 4 t/m 6 tonen ook het profiel, met gedeeltelijke door-35 snede, van de voornaamste stappen van het ten uitvoer brengen van de 8201738

V

- 11 - werkwijze volgens de uitvinding en met name het op zijn plaats brengen van het belegsel in een wagentje (fig. 4), de gebruiksomstandigheden van: het geheel van belegsel plus wagentje (fig, 5) en de stap van het lossen van het belegsel van het wagentje (fig. 6).

5 Fig. 7 toont in perspectief een belegsel volgens de uitvinding dat verwezenlijkt is door vouwing van een voorgesneden blad van karton dat in fig. 9 voorgesteld is.

Fig. 8 toont schematisch een gedeeltelijk aanzicht van rechts (in perspectief en in doorsnede volgens AA) van het belegsel van 10 fig. 7.

Fig. 9 toont een half onderaanzicht van een voorgesneden blad van karton voor aanpassing en vouwing om uit te komen op een belegsel volgens fig. 7.

Fig. 10 toont in perspectief hoe volgens de hier voorgestelde 15 werkwijze de belegsels ter beschikking van de clientèle gestel"d kunnen worden aan de ingang van grote winkels.

Fig. 11 toont in perspectief de karakteristieken van een bijzonder economisch wagentje, dat voorgesteld wordt om in samenwerking met de belegsels (fig. 7) volgens de uitvinding gebruikt te worden.

20 Fig. 12 toont schematisch een vouwbare variant van het wagentje van fig. 11, die het hiervoor mogelijk maakt om getransporteerd te worden door de klanten van de winkels in de kofferruimte van hun automobiel.

Fig. 13 toont schematisch in vooraanzicht een bijzonder voor-25 delig gebruik van de belegsels volgens de uitvinding die aan de kassa’s de behandelingen van door de klanten gekochte objecten voor het uitvoeren van hun verkoop beperkt.

Eig. 14 toont een aanzicht van rechts in doorsnede CC volgens fig. 13.

30 In elk van de figuren 1 t/m 3 herkent men een klassiek wagentje 1 voor de groepering en het transport van in een winkel gekochte artikelen.

Dit wordt in hoofdzaak gerealiseerd door gelaste assemblage - van een onderstel 3, dat aan de onderkant daarvan voorzien 35 is van vier vrije rolletjes 5 voor de verplaatsing over een 8201738 ‘ - 12 - vlakke ondergrond 6, - een geleidingshandvat 7, dat bestemd is om met de handen aangevat te worden door de klant voor het verzekeren van de multidirectionale verplaatsing zonder inspanning van 5 het wagentje 1 over de grond 6 - en tenslotte een getraliede korf 8 die bestemd is om de verschillende door de klant gekozen artikelen 9 op te nemen.

Fig. 1 toont de meest klassieke gebruikswijze van het wagentje 1 volgens welke de artikelen 9 (zoals groenten 10, conservenblikken 12, 10 doos 14 die een huishoudelijk apparaat bevat, waspak 15, flessen 16, ....) direct door elkaar in de korf gezet zijn.

Men begrijpt dat volgens deze werkwijze de artikelen 9 uiteindelijk een voor een uit het wagentje 1 genomen zullen moeten worden om aan de kassa aangeboden en verkocht te worden. Vervolgens zullen 15 deze opnieuw een voor een weer aangevat en geplaatst moeten worden in verschillende omslachtige provisienetten om door de klant naar zijn woning getransporteerd te worden.

Fig. 2 en 3 tonen schematisch een slimme behandeling die door bepaalde klanten ten uitvoer gebracht en soms door de winkels aange-20 moedigd wordt.

Volgens deze methode worden de gebruikte hulpdozen (20, 21), die voorafgaand voor de levering van artikelen aan de winkels gediend hebben, ter beschikking van de klanten gesteld en door deze laatste ingebracht in hun wagentje 1 voor het daarin verzamelen van hun 25 artikelen 9 en onder het uiteindelijk vergemakkelijken van het transport.

Maar deze dozen 20, 21 hebben natuurlijk sterk verschillende afmetingen want de leveranciers van de winkels passen hun karakteristieken aan de producten (zoals flessen 16, zakjes, .....) die zij 30 moeten bevatten gedurende hun aanvankelijke transportfunctie en niet aan de karakteristieken van de korven 8 van de wagentjes 1 aan. Door dit feit zijn deze dozen 20, 21 erg moeilijk voor het gebruik.

Zo is in bepaalde gevallen (fig. 2) een van hun afmetingen veel groter dan die van de korf 8, in welk geval zij schuin of vervormd 35 ingébracht moeten worden en in het algemeen eindigt het er mee dat zij 8201738 - 13 - het begeven onder het gewicht van de artikelen 9 zoals het feit zich voor zal doen met de bodem 25 van de doos 20.

In nog andere gevallen (fig. 3) is hun afmeting veel kleiner dan die van de korf 8 en moeten de klanten deze bedekken en omgeven met 5 artikelen 9 voor het tot het maximum benutten van het volume van de korf 8.

Bovendien wordt het gebruik van deze dozen 20, 21 in het algemeen erg moeilijk gemaakt door het feit - dat door hun vorige gebruik en met name door het uitpakken van 10 de artikelen, die zich daarin bevonden, zij sterk beschadigd zijn en hierin scheuren 26 ontstaan zijn of zij hierdoor erg smerig of erg vochtig gemaakt zijn zoals de vlek 27 laat zien, - en dat de fabrikanten van de producten, die zij geleverd hebben, deze vaak niet berekend hebben op het ondersteunen van 15 aanzienlijke ladingen van artikelen onder de omstandigheden' die deze nieuwe toepassing oplegt.

Dat is de reden waarom dit hulpgebruik erg vaak eindigt in een catastrofe op het moment dat de klanten de aldus beladen doos 20 uit de korf 8 proberen te nemen. Dit loopt in het algemeen uit op 20 - hetzij een door de bodem 25 van de doos 20 zakken van de artikelen 9, - hetzij het volledig uiteenvalleö . van de doos 20 door de zwakheden die hierin door de scheuren 26 ontstaan, - hetzij tenslotte een beschadiging van de bekleding daarvan 25 door contact met de plekken 27.

Bijgevolg, wordt deze theoretisch erg voordelige practijk in feite weinig gebruikt.

Aan de andere kant wordt de reklamestoot,, die het optreden van "merken" 28 op de flank van de dozen 20 op de clientèle zou kunnen 30 hebben, sterk verminderd - door enerzijds het feit dat het gebruik van deze dozen geen enkel effect van "leitmotiv" teweeg brengt (elke doos 20 bevat een verschillend merk 28) - en door anderzijds (zoals dit zich in fig. 2 voordoet) door het 35 feit dat de merken 28 zich in het algemeen door diverse artike- nr = 8201738 - 14 - len 9 bedekt bevinden en zodoende niet voor de andere klanten zichtbaar zijn.

Het is duidelijk dat de fabrikanten een merk niet op hun leve-ringsdozen aanbrengen met een réklawiedoeleinde maar eenvoudig om het 5 voor de winkels alsmede voor de leveranciers van deze dozen 20 mogelijk te maken om ingelicht te worden omtrent de aard en de herkomst van de koopwaar die zich daarin bevindt.

In fig. 4 t/m 6 herkent men de stappen van het ten uitvoer brengen van de werkwijze volgens de uitvinding met behulp van een ver-10 lies belegsel 30 dat aangepast is aan de geometrische karakteristieken van de korf 8.

Zo wordt in fig. 4 een belegsel 30 volgens de uitvinding aangevat en vervolgens neergezet door een klant volgens f binnen een wagentje 1 dat hij zich elders verschaft heeft. Meer in het bijzonder zal opge-15 merkt worden dat de afmetingen van het belegsel 30 en de geometrie daarvan het daarvoor mogelijk maken om inwendig samen te gaan met de getraliede zijden 32 van de korf 8.

Wanneer deze verrichting van het op zijn plaats brengen van het belegsel 30 uitgevoerd is, doet de klant zijn keuze (fig. 5) tussen de 20 afdelingen 34 die zich aangrenzend aan de gangen 35 van de winkel bevinden. Elk artikel 12 wordt door elkaar volgens g binnen het belegsel 30 gezet, dat door dit feit het geheel 9 van de artikelen verzamelt.

Tenslotte (fig. 6) vat, wanneer hij eenmaal zijn rondtocht door de winkel uitgevoerd heeft, de klant het belegsel 30 (met name met 25 behulp van de handvatten 61 die het heeft en die in het volgende beschreven zullen worden) aan om het volgens h uit de korf 30 te nemen met het geheel 9 van de artikelen die zich daarin gegroepeerd bevinden.

Een voorkeurswijze volgens de uitvinding voor het realiseren van de belegsels 30 zal nu aan de hand van fig. 7 t/m 9 beschreven 30 worden.

De fabricage van dit belegsel 30 bestaat in de eerste plaats uit het in de werkplaats vervaardigen van een voorgesneden blad 40 van een stevig materiaal zoals karton.

Zoals aan de hand van fig. 9 blijkt, wordt dit blad 40 in een 35 enkel stuk vervaardigd en hierdoor in de vorm van vooringeleide vouwen 8201738 - 15 - AA1, AA2, BB1, BB2, de vijf vlakken van het toekomstige belegsel 30 en met name de bodem 41 en de vier zijdelingse flanken (42, 43, 44, 45) afgebakend. Het is opmerkelijk door het feit dat elk van de twee aan twee genomen zijden 5 - toebehoren aan de vier paren (AA1, AA2), (BB1, BB2) ...

zijden die de zijdelingse flanken (42, 43, 44 en 45) afbakenen - en bestemd zijn om samen te hangen na vouwing, is verbonden aan zijn homoloog door een onderbreking 50, 51 (met name 10 een kwart blad (A1AA2) (B1BB2) toebehorend aan het blad 40 en een belangrijke lineaire ontwikkeling opleverend in de zin van het corresponderende kwart (Δ1ΑΑ2) (B1BB2).

Op die manier zal men bijgevolg zien dat dit homogene en continue enkele blad 40 het mogelijk maakt om door zeer 'eenvoudige 15 vouwing en zonder hulpmiddelen zoals nieten of plakband) een buitengewoon stevig en sterk belegsel 30 te realiseren.

Aan de andere kant is elk van de onderbrekingen (50), (51) voorzien van een vouw (AA') (BB') uitgaande van zijn top of hoekpunt A, B en zich ontwikkelend over de gehele uitgestrektheid van het 20 corresponderende kwadrant (A1AA2), (B1BB2).

Bij voorkeur is elk van de vouwen (AA'),, (BB') bisectrice van zijn onderbreking 50, 51.

Een andere erg voordelige karakteristiek van het blad 40 heeft als oogmerk 25 - het enerzijds voorzien van elk van de twee tegenover gestelde zijdelingse flanken 44 en 45 van een uitsnijding 55 die zich in de middenzone daarvan bevindt - en het anderzijds maken van een uitholling 75 in het bisectrieegedeelte. - van elk van de onderbrekingen 50, 51, 30 om zodoende op elk daarvan een lipje 56 te laten optreden, die er op berekend zijn om zich aangrenzend aan de uitsnijding 55 te bevinden na het omslaan van de klep 54 tegen de corresponderende uitgesneden zijdelingse flank 44.

Aan de andere kant verleent men aan de uitsnijding 55, die in 35 de flank 44 gemaakt wordt, een convexe vorm die naar buiten het blad 8201738 ’ - 16 - 40 gericht is en leidt men een vouwsegment 62 in tussen de twee uiteinden (55a en 55b) van de uitsnijding 55. Zodoende brengt men een vouwbaarorgaan 60 tot stand, gevormd door de twee gedeelten van de zijdelingse flank 44 die zich aan weerszijden van het segment 62 5 bevinden. Bij beschouwing van fig. 7 en 8 kan men zich er rekening-schap van geven dat het vouwbare orgaan 60 tegelijk bestemd is - om als grendel voor het gevormde samenstel te dienen . door de buitenrand 55' van de uitsnijding 55 . en door het lipje 56 wanneer de klep 54 omgeslagen is 10 tegen de uitgesneden zijdelingse flank 44 en het zich op de rand 55T bevindt, - en om het handvat 61 te versterken, dat op de flank 54 door de uitsnijding 55 gerealiseerd is.

Bovendien wordt het volgens de uitvinding aanbevolen (zie fig.

15 8 en 9) - op de vrije rand van de uitgesneden zijdelingse flanken 44 en 45 een verlengstuk 70 voorzien van een vouw 71, die een omslagrand 72 begrenst, aan te brengen - om zodoende 20 . het lipje 56 te bedekken met het gedeelte 70' van het verlengstuk 70 dat zich aangrenzend aan de flank 44 bevindt . en om de omslagrand 72 aan te brengen tegen het lipje 56 en de zijdelingse flank 44 wanneer deze laatste zich 25 in omgeslagen positie tegen de zijdelingse flank 44 be vindt .

Daarenboven verdient het aanbeveling - op de vrije randen 42', 43’ van de zijdelingse flanken 42 en 43 over de gehele lengte daarvan een strook 77 aan 30 te brengen - en deze laatste te voorzien van een bevestigingsknop 80 die een voortzetting daarvan vormt aan elk uiteinde en bestemd is om samen te werken met een uitsparing 81, die door het blad 40 aangebracht is, ter plaatse van de zijde 35 (BB1) van de flank 43 die de knop 80 omvat, en symmetrisch 8201738 2.

- 17 - ' met deze laatste ten opzichte van de vouw 79 van de strook 77.

De vorming van een belegsel 30, uitgaande van een voorgesneden blad 40, is erg eenvoudig en zal nu gedetailleerd beschreven worden aan 5 de hand van fig. 7 en 8.

Het bestaat in de eerste plaats uit het omslaan (volgens 12, 13, 14, 15) van elk van de zijdelingse flanken (42, 43, 44, 45) van het blad 40, en vervolgens het plaatsen van elk van de twee paar kleppen (54,540 tegen de twee zijdelingse flanken 44 en 45 die zich aangrenzend 10 daaraan bevinden. Men vormt zodoende verticale ribben (AA11) (BB") (CC") en (DD") van het belegsel 30.

De volgende stap bestaat uit het verstevigen van het belegsel.

Om dit te doen vouwt men (volgens k) het verlengstuk 70 op elk van de twee zich daaronder bevindende lipjes 56 en brengt men de omslagrand 15 72 tussen de lipjes en de corresponderende zijdelingse flank 45 aan. Vervolgens plooit men het vouwbare orgaan 60 (volgens 1) naar binnen uitgaande van elk van de twee convexe uitsnijdingen 55 om zodoende twee handvatten 61, 61’ tot stand te brengen in de flanken 44 en 45 voor het belegsel 30.

20 Tenslotte slaat men (volgens m) elk van de stroken 42’ en 43* om en brengt men de knoppen 80 daarvan in de corresponderende uitsparingen 81. Het belegsel 30 is dan klaar voor het gebruik in de toestand waarin het zich in fig. 7 voordoet.

Men begrijpt gemakkelijk dat dit heel opmerkelijke stijfheids-25 en sterktekarakteristieken vertoont.

In feite: - vormen enerzijds de stroken 77 alsmede de verlengstukken 70 die het bovenste gedeelte van het belegsel aan de binnenzijde omgeven, op zich een waarachtig raamwerk 30 waardoor het nagenoeg onvervormbaar gemaakt wordt - en gaat anderzijds het versterkingsstelsel van de handvatten 61 (zoals fig. 8 laat zien) elke scheuring daarbij tegen.

De ondervindingen hebben aangetoond, dat bij het zo vervaardi-35 gen daarvan uit een kartonplaat van een dikte van 2,5 mm, een dergelijk 8201738 - 18 - belegsel, bij zijn twee handvatten en zonder beschadiging, ladingen van bijna 300 kg zou kunnen dragen.

De voorgestelde uitsnijdingskarakteristieken maken het zodoende mogelijk om uit te komen op belegsels 30 van ongeveer 50 cm wijdte, 5 waarvan de afmetingen van elk van de zijden (AA1 en AA2) uitgaande van een van de hoekpunten van de bodem 41 in de orde van grootte zijn van de afmeting van de grootste zijde BC, welke de bodem 41 begrenst, en die bovendien stevigheidshoedanigheden bezitten, ongeëvenaard door al de bestaande transportdozen en natuurlijk door de hulpdozen 20, 21 10 die momenteel in de winkels beschikbaar zijn.

Volgens een bijzonder voordelige uitvoeringsvariant van de belegsels 30, die in fig. 9 is weergegeven, voert men de uitsnijding en de vouwing van het blad 40 op zodanige wijze uit dat elk van de onderbrekingen (50, 51, ...) ingeschreven wordt in een kwart vlak onder een 15 scherpe hoek, zodat wanneer eenmaal gevouwen, deze een afgeknot pyramidevormig belegsel 30 vormt, dat naar boven open is.

Men begrijpt dat - enerzijds deze belegsels 30 opeengestapeld kunnen worden door ineenvoeging, zoals fig. 10 laat zien (wat de nodige ruimte 20 voor de opslag daarvan in de winkels beperkt) - en zij anderzijds een veel grotere sterkte ten aanzien van zijdelingse vervorming bezitten dan wanneer zij parallellepipedumvormig · zouden zijn.

Aan de andere kant worden volgens de uitvinding de voorgesneden 25 bladen 40 in grote serie in de weideplaats gefabriceerd, vervolgens naar de winkels verzonden (met name door vrachtwagens) in de vorm van bundels 90, teneinde minder plaats in te nemen.

Alvorens aan het publiek ter beschikking te worden gesteld, worden de bladen 40 van een bundel 90: 30 - eerst geconformeerd door het personeel van de winkel, - vervolgens worden de resulterende belegsels 30a tot 30e op eengestapeld (o) door ineenvoeging, in de vorm van stapels 92 die worden aangeboden aan de ingang 94 van de winkel, in de buurt van de rijen 95 van wagentjes 1a, 1b, ...» 1e.

35 De klanten kunnen zodoende zonder moeite 8201738 < .-19- - zich voorzien (p) van een van de wagentjes 1c van de rij 95 - en binnen de korf 8e daarvan het bovenste belegsel 30e van de hun ter beschikking gestelde stapel 92 inbrengen (£).

Aan de andere kant wordt opgemerkt, dat elk van de voorgesneden 5 bladen 40 van de stapel 92 op de vier zijdelingse flanken daarvan bedekt is met een reklameboodschap·. 100. Deze zelfde boodschap treedt overigens op elk van de belegsels 30a tot 30d van de stapel 92 op.

Tenslotte moet men zich er rekenschap van geven dat als gevolg van de gelijkvormigheid van elk belegsel 30e aan de korf 8e van de 10 corresponderende caddie 1e, de door elk van de flanken 42e tot 45e daarvan gedragen reklameboodschap; 100 van buiten af duidelijk zichtbaar is. Deze zal dit overigens blijven tijdens de gehele periode gedurende welke de klant zijn artikel 9 in de afdelingen van de winkel kiezen zal. Daar talloze klanten elk op hun beurt een nieuw belegsel 15 30a tot 30d van de stapel 92 (dat dezelfde boodschap 100 bevat) binnen een nieuw wagentje van de rij 95 brengen, begrijpt men dat elke klant niet dan verleid kan worden door de zich herhalende uitwerking van de waarneming van hetzelfde merk 100 in de gangen van de winkel.

Fig. 11 toont een sterk vereenvoudigd wagentje 101, zoals volgens 20 de uitvinding voorgesteld, om in samenhang met een belegsel 30 gebruikt te worden.

In tegenstelling tot het klassieke wagentje 1 merkt men op dat dit geen getraliede korf 8 voor de verzameling van de artikelen heeft. In feite worden volgens deze versie belegsels 30 toegepast (van het 25 type zoals in fig. 7 weergegeven) die voldoende stevig zijn om als korven dienen.

Niettemin heeft, teneinde de bodem van het belegsel 30 daarvan te ondersteunen, het wagentje 101 een platform 105 dat van een kleine omgebogen rand 106 voorzien is. Men geeft zich er rekenschap van dat 30 aan de andere kant dit platform 105 scharnierend is om een as XX' die aan het onderstel 3 van het wagentje verbonden is. Bij afwezigheid van het belegsel 30 (zoals met getrokken lijnen in fig. 11 is weergegeven) wordt het platform 105 automatisch opgelicht volgens p1 onder de werking van een veerstelsel dat bij 110 wordt gezien.

35 Wanneer men een belegsel 30 op zijn plaats wenst te brengen op 8201738 - 20 - het wagentje 101 (gestippeld getekende zone, fig. 11), moet de klant eenvoudig het platform 105 volgens p2 neerslaan, het met behulp van de pal 112 blokkeren en daarop (volgens f) een belegsel 30 plaatsen.

5 Men begrijpt zólder moeite dat deze wagentjes 101 zeer aan merkelijke voordelen bieden tegenover de huidige ,,caddie"wagen - enerzijds, doordat zij geen korf 8 hebben, is hun prijs teruggebracht en zij zijn gemakkelijker ineen te voegen in de vorm van stapels 95, 10 - anderzijds de zijdelingse flanken 42 van de belegsels 30, die hierdoor gedragen worden, geheel vrij en er bijgevolg meer vatbaar voor zijn om _reklameboodschappen of -slogans 100 te dragen, die volmaakt zichtbaar zijn.

Fig. 12 toont een variant 101' van het in fig. 11 voorgestelde 15 wagentje 101. Het chassis 3' daarvan bezit eenvoudig de hoedanigheid om scharnierend te zijn in verscheidene punten 125 en 126. Aan de andere kant is elk van de rolletjes 5 van het wagentje 101' voorzien van een te vergrendelen en te ontgrendelen stelsel waardoor het hiervoor, mogelijk wordt om op de voet 124 teruggevouwen te worden.

20 Doordat het geen veel plaats innemende korf 8 heeft en dankzij het scharnierstelsel daarvan kan dit wagentje 101' geheel teruggevouwen worden om zodoende door de klanten bij zich gehouden te worden, in hun automobiel getransporteerd te worden om zich naar de winkel te begeven, en tenslotte ontvouwen en ter plaatse voorzien te worden 25 van een belegsel 30 om op de wijze volgens de uitvinding gebruikt te worden.

Fig. 13 en 14 tonen schematisch een werkwijze (mogelijk gemaakt door het systematische gebruik van belegsels 30) die . aan de kassa’s het in rekening brengen en de verkoop van de door de klanten 30 gekozen artikelen 9 aanzienlijk vergemakkelijkt.

Volgens deze werkwijze en na zijn artikelen gekozen te hebben neemt de klant eerst het belegsel 30 van het wagentje 101 en zet het ¢11) : stroomopwaarts op een baan 130 (met name een rolbaan) die aan de kassa 131 voorbij trekt. Hij wacht tot de kassière een eerder op 35 de baan 130 afgezet belegsel 30' van zijn artikelen bevrijd heeft 82 017 3 8 - 21 - *' en biedt haar op zijn beurt (q2) het belegsel 30 en zijn inhoud 9 aan.

De kassière neemt de artikelen 9 een voor een van het belegsel 30, brengt deze in rekening en zet deze vervolgens (u) in het zich stroomafwaarts bevindende belegsel 30' tot het belegsel 30 geheel 5 vrijgemaakt is. Zij berekent vervolgens het totaal van de inkopen en wacht op de betaling van de klant.

Tenslotte neemt de klant (q3) het belegsel 30' en zijn inhoud van artikelen 9 weg om de fase van de betaling van de volgende klant te laten plaats vinden.

10 Volgens een voorkeursvariant van de uitvinding gebruikt de klant een wagentje (met name van het type 101) dat een gemakkelijke frontale wegneming (q1) en op hun plaats brenging(q4) van de belegsels 30 mogelijk maakt.

Zodoende nadert hij met zijn wagentje het stroomopwaartse einde 15 van de baan 130, neemt zijn belegsel 30 frontaal weg en zet het (q1) aan het uiteinde van de baan, voert de betaling van zijn artikelen volgens de in het voorgaande beschreven werkwijze uit, en neemt vervolgens (q4) het nieuwe belegsel 30', waarin zijn artikelen zich bevinden, op en plaats het frontaal op zijn wagentje 101 dat hij aan 20 het stroomafwaartse uiteinde van de baan 130 gebracht heeft.

Men realiseert zich gemakkelijk dat deze werkwijze voor de overbrenging van de belegsels het mogelijk maakt om elke behandeling van artikelen door de klanten te vermijden zonder dat in enigerlei opzicht de belasting en daardoor de vermoeidheid van de kassières 25 toeneemt.

Natuurlijk begrijpt men dat het ten uitvoer brengen van deze werkwijze vergemakkelijkt zal worden - indien, zoals in fig. 13 wordt gezien, de baan 130 gevormd wordt door een inrichting, zoals een rolbaan 135 onder 30 regeling van de kassière, hetgeen een samengaande verplaat sing bij de translatie van de belegsels stroomopwaarts 30 en stroomafwaarts 30' voorbij de kassa 131 mogelijk maakt, - en indien het niveau 105 waarop de belegsels op het wagentje 101 opgehouden worden nagenoeg gelijk is aan dat van 35 de baan 130.

8201738 ' . ' - 22 -

Aan de andere kant begrijpt men dat de taak van de kassière vergemakkelijkt zal worden indien men de baan 130 op een hoogte lager dan die van de bestaande rolbanen aanbrengt, ppdat deze hoogte er op berekend zal zijn om de belegsels 30 op zodanige wijze te plaatsen dat het 5 gemiddelde niveau H van de artikelen 9 binnen de belegsels 30, 301 die op de baan worden geplaatst (en met name hun halve hoogte) zich op de gebruikelijke grijphoogte van de kassière bevindt.

Tenslotte moet men zich er, zoals bij beschouwing van fig. 13 *. wordt gezien, rekenschap van geven dat het mogelijk is (door de normali-10 satie van de belegsels 30 binnen de winkel) om met de kassa's een baan 130 te laten samenhangen met een breedte L die bijna gelijk is aan die van de genormaliseerde bodem van de belegsels 30.

De belegsels 30 trekken zodoende aan de'kassa 131 voorbij in een volmaakt uitgerichte rij.

15 De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de hier beschreven en weergegeven wijze van uitvoering. Deze omvat daarentegen al de varianten daarvan, en in het bijzonder wordt een verpakking die een belegsel van karton vormt genoemd.·

Dit belegsel zou heel goed vervaardigd kunnen worden van een buig-20 zaam kunststof blad, enigzins in het genre van hetgeen voor het inwendig bekleden van vuilnisbakken gebruikt wordt. In feite kan er in dat geval mee worden volstaan de boord van een zak van passende afmeting over de bovenranden van de korf terug te slaan. Het is natuurlijk nodig dat de dikte van het blad, dat de zak omsluit, voldoende is om het totale 25 gewicht van de objecten te kunnen dragen.

Evenzo, ofschoon het de voorkeur verdient om volgens de uitvinding een verpakking van karton te gebruiken, is het wel duidelijk dat deze vervangen zou kunnen worden door verpakkingen, die van zeer uiteenlopende materialen vervaardigd zijn zolang zij goed met de vorm van de te be-30 leggen korf samengaan.

Aan de andere kant zijn verpakkingen van regelmatige vorm zich voortdoend als die van een afgeknotte pyramide weergegeven. Het is duidelijk dat men evengoed verpakkingen die een schuine bovenrand hebben zou zonder kunnen vervaardigen, waardoor deze volmaakt'kunnen samengaan met de m 35 het algemeen naar voren schuine rand van de korven. Hieruit zou wel- 8201738

«I

- 23 - zeker een zekere complicatie bij de fabricage en bij de opslag voortvloeien maar de essentiële uitvindingsgedachte zou in dit geval op de verpakkingen gebruikt kunnen worden, onder het daardoor uiteindelijk nog beter in practijk brengen.

5 Men zal ook begrijpen, wanneer men fig. 7 beschouwd, dat het zonder buiten het kader van· de uitvinding te treden mogelijk is om het inwendige van de belegsels 30 van motieven te voorzien (en met name van voorgesneden puzzels 140) opdat deze zodoende als dragers van spelletjes voor kinderen kunnen dienen na het.gebruik voor het 10 transport van de artikelen 9 in de winkels.

Tenslotte zal men opmerken dat al naarmate men een enkele verpakking voor diverse genormaliseerde wagentjes van verschillende afmetingen gebruikt, een verpakking, die op geschikte wijze met de vormen van een van de korven (de kleinste) samengaat, niet exact 15 aangepast is aan de korven van de twee andere types.

Onder deze omstandigheden kan men zich afvragen wat dan het verschil is tussen een verpakking volgens de uitvinding, die in een grotere korf geplaatst is, en de stelsels (wagentje plus doos) die in fig. 2 en 3 weergegeven zijn.

20 Het feit is dat een van deze verpakkingen beter met de vorm van de korf samengaat dan de andere maar dit op een kwantitatieve en niet kwalitatieve schaal.

De aanvrager is er zich derhalve van bewust dat de bijdrage die hij levert door het onthullen van zijn idee geldt voor het geval 25 dat een verpakking op geschikte wijze samengaat (eventueel zeker met een spel van enkele centimeters) met de vorm van een korf, maar dat de bescherming daarvan zich evengoed uitstrekt tot de verpakking zelf, ongeacht het uiteindelijke gebruik daarvan, als tot het samenstel van deze verpakking en van dit wagentje.

30 Al naarmate deze verpakking, die met de vorm van een wagentje samengaat, niet in zijn homologe wagentje geplaatst is, voelt de aanvrager zich toch gerechtigd daarvoor bescherming te vragen. Niettemin, ongeacht hoe een dergelijke verpakking er vatbaar voor is om "gepaard" te worden met een bepaald wagentje, wenst de aanvrager zich 35 de betreffende bescherming voor te behouden in de volle mate "onge- 8201738 ' 1 ' -- Ik - acht hoe” de verpakking in kwestie bestemd is om met een bepaalde wagentje gebruikt te worden.

Nu de uitvinding uiteengezet is, en het belang daarvan, aan de hand van verschillende voorbeelden, behoudtde aanvrager zich uit-5 sluitende rechten voor, gedurende de gehele duur van het octrooi, zonder beperking anders dan uit de hierna volgende conclusies zou volgen.

Kort samengevat bestaat de uitvinding uit het in de fabriek vervaardigen van voorgesneden bladen 40, het in bundels 90 transpor-10 teren daarvan naar de winkels, het conformeren daarvan in de vorm van belegsels 30a tot 30e en het opeenstapelen van deze belegsels aan de ingang van de winkels in de vorm van stapels 92 in de buurt van de rijen wagentjes 95.

Zodoende kunnen de klanten een wagentje Ie aanvatten en binnen 15 de korf 8e daarvan een belegsel 30e, dat zich bovenop de stapel 92 b evindt, aanb rengen.

De uitvinding is opmerkelijk door het feit dat de belegsels 30a tot 30e op zodanige wijze vervaardigd zijn dat deze nauw samengaan met de contourvorm van de korf 8e. Elk belegsel 30e kan voor-20 zien zijn van eenzelfde reklamemotief 100 en dit zodoende op zich herhalende wijze in het zicht van de klanten van de winkel brengen.

De uitvinding maakt het mogelijk om het transport van artikelen, met name naar de kassa's, te vergemakkelijken.

Met name fig. 10 geeft een goed overzicht van de nieuwe werk-25 wijze volgens de uitvinding.

8201738

Claims (44)

1. Werkwijze voor het vergemakkelijken van de behandeling en het transport van de artikelen (9) die achtereenvolgens afgenomen worden in de gebieden (34) van winkels en door elkaar neergezet worden al naarmate hun afneming in stelsels voor de groepering en het 5 transport (1) van de artikelen (9), die voorzien zijn van een korf (8) waarvan de opening naar boven gericht is en die door de klanten van de winkel verplaatst kunnen worden in de voor de afdelingen (34) aangebrachte gangen, welke werkwijze bestaat uit het aanbrengen (f) in de korf (8) van het stelsel (1) voor de groepering en het transit) port van een wegneembaar verliesbelegsel (30) (in de vorm van een zak of secundaire korf), die naar boven open is, het verplaatsen in de gangen van de winkel van het stelsel (1) voor de groepering en het transport van de artikelen, met het belegsel (30) op zijn plaats in de korf daarvan, het vullen (g) van dit belegsel (30) met ”de 15 artikelen (9) die achtereenvolgens opgenomen zijn in de afdelingen (34) welke zich aan weerszijden van de gangen bevinden, het uitnemen (h) van het belegsel (30) dat de artikelen (9) bevat en het vervolgens transporteren van deze laatste in gegroepeerde vorm in dit belegsel, welke werkwijze gekenmerkt is doordat men het belegsel (30) op zodanige 20 wijze conformeert .dat..- het nauw samengaat met de contourvormen (32) van de korf (8).

2. Werkwijze volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat men het conformeren van het belegsel (30) voorafgaand aan de inbrenging van dit laatste in de korf (8) van het stelsel (1) voor de groepering 25 en het transport van de artikelen (9) uitvoert.

3. Werkwijze volgens een der conclusies 1 en 2, gekenmerkt doordat men het conformeren van het belegsel (30) uitvoert door vouwing en montage van een voorgesneden blad (40), dat van een stevig materiaal zoals karton vervaardigd is.

4. Werkwijze volgens een der conclusies 1 t/m 3, gekenmerkt doordat men een stelsel (1) voor de groepering en het transport van de artikelen (9) gebruikt waarvan de zijdelingse flanken (32) van de genoemde korf (8) een groot gedeelte van het zijdelingse oppervlak van het wegneembare belegsel (30), dat men daarin aanbrengt, laten 8201738 V ' -26 - ♦ uitkomen.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, gekenmerkt doordat men een stelsel voor de groepering en het transport van de artikelen, met name een wagentje (1) of een mand, gebruikt, waarvan de genoemde korf (3) 5 getralied is.

6. Werkwijze volgens conclusie 4, gekenmerkt doordat men een stelsel (101) voor het transport van de artikelen en met name een wagentje met plateau (105) gebruikt waarvan de korf gevormd wordt door een plateau met kleine zijdelingse randen (106), om zodoende 10 nagenoeg het geheel van de zijdelingse wanden (42 t/m 45) van het wegneembare belegsel (30), dat men daarin aanbrengt om opgehouden en verplaatst te worden, vrij te laten.

7. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat men aan de genoemde belegsels (30) een afgeknot'pyramide-deze , - · 15 vorm verleent om/zodoende enerzijde ineen, te kunnen voegen (92) gedurende de opslagperiode voorafgaand aan het gebruik door de clientèle en zodoende de voor deze opslag vereiste plaats op de grond te beperken en anderzijds hun op de plaats brenging (f) en hun uitneming (h) van de korven (8) te vergemakkelijken.

8. Werkwijze volgens een der conclusies 4 t/m 6 voor de over brenging van eenzelfde boodschap (100) aan de gehele clientèle van een winkel, welke werkwijze gekenmerkt is doordat men deze boodschap (100) in een visueel waarneembare vorm aanbrengt op het vrije gedeelte van de zijdelingse flanken (42 t/m 45) van een door een groot aantal 25 belegsels (30a t/m 30e) gevormd stelsel (92) en men dit stelsel (92) van belegsels (30) ter beschikking stelt van de clientèle, opdat talrijke klanten een van de belegsels (30e) van het genoemde stelsel (92) aanbrengen in de korf (8e) van het stelsel (1e) voor de groepering en het transport van artikelen dat zij gebruiken en dit 30 belegsel (8e) in de verschillende gangen van de winkel verplaatsen op hetzelfde moment dat zij hun inkopen uitvoeren, en het zodoende op een zich herhalende wijze in het zicht van de andere klanten brengen van de boodschap (100) die door een belegsel (30e) wordt gedragen.

9. Werkwijze volgens de voorgaande conclusie, gekenmerkt doordat 35 de belegsels (30e) aan de buitenzijde voorzien zijn van een reklame- 8201738 - 27. ~Λ boodschap (100) en aangeboden worden aan de genoemde gebruikers, opdat deze laatste de verplaatsing van de belegsels (30e) binnen de winkel uitvoeren en zodoende de reklameboodschap (100) in het zicht van al de klanten van de winkel brengen.

10. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat, voorafgaand aan hun gebruik, de genoemde stelsels voor het transport (1a t/m 1e) van de artikelen zich in een rij (95) aan de ingang van de winkel bevinden, en de belegsels (30a t/m 30e) in stapels (92) gegroepeerd zijn, met name door .ineenvoeging volgens 10 de werkwijze van conclusie 7, teneinde in de buurt van de genoemde rij aangeboden te worden en een voor een door de klanten in een korf (8e) van een van de stelsels (1e) van de rij (95) aangebracht te worden.

11. Belegsel (30) voor het ten uitvoer brengen van de werkwijze 15 volgens een der conclusies 1 t/m 10, en gekenmerkt doordat déze nauw samen kan gaan met de vorm van de korf (8) van tenminste één stelsel (1) voor de groepering en het transport van de artikelen (9) in een winkel, van een standaardtype (met name een wagentje 1, waarmee deze bestemd is samen te hangen).

12. Belegsel (30) volgens conclusie 11, gekenmerkt doordat deze vervaardigd is van een betrekkelijk stevig materiaal, zoals karton.

13. Belegsel (30) volgens een der conclusies 10 en 11, bestemd om samen te hangen met een inrichting (1) voor de groepering en het transport van artikelen, voorzien van een korf (8) (met name laag of 25 getralied), die een groot gedeelte van het zijdelingse oppervlak van dit belegsel, dat men in samenwerking daarmee toepast, laat uitkomen voor het ten uitvoer brengen van een van de werkwijzen volgens een der conclusies 4 t/m 6, welk belegsel (30) gekenmerkt is doordat zijn flanken (42 t/m 45), die met name nagenoeg verticaal zijn en bestemd 30 zijn om aangebracht te worden tegen de flanken van de korf, in het bijzonder opgedrukte of zelfklevende reklame (100) kunnen opnemen.

14. Belegsel (30) volgens een der conclusies 9 t/m 11, gekenmerkt doordat het handvatten (61) heeft om een verticale man ulatie (h) mogelijk te maken.

15. Belegsel (30) volgens een der conclusies 1 t/m 11, gekenmerkt 8201738 - 28 _ < doordat het een afgeknot pyramidevormige · constructie heeft om zodoende gebruikt te worden volgens de werkwijze van conclusie 7.

16. Belegsel (30) volgens een der conclusies 11 t/m 15, gekenmerkt doordat het voorzien is van motieven (140) (met name puzzels), 5 die bestemd zijn om als drager van spelletjes voor kinderen te dienen na gebruik voor het transport van artikelen (9) binnen een winkel.

17. Opeenstapeling' (92) van belegsels (30) volgens een der conclusies 11 t/m 16, gekenmerkt doordat de genoemde belegsels (30) ineengevoegd . worden gereed om op hun plaats gebracht te worden in de 10 korven (8e) van een inrichting (1e) voor de groepering en het transport van artikelen (zoals wagentjes of manden). >

18. Circuleerwagentje (1e) met getraliede korf (8e), bestemd om voor de afdelingen van een winkel verplaatst te worden, gekenmerkt doordat een belegsel (30e) volgens een der conclusies 11 t/m 16 zich in 15 de korf daarvan (8e) bevindt.

19. Mand met korf bestemd om voor de afdelingen van een winkel getransporteerd te worden, gekenmerkt doordat een belegsel (30) volgens een der conclusies 11 t/m 16 zich in de korf daarvan (8) bevindt.

20. Circuleerwagentje (101) bestemd om een korf op te nemen, dat zich met name voordoet als een belegsel (30) volgens een der conclusies 11 t/m 16 en gekenmerkt doordat het genoemde wagentje een platform (105) heeft bestemd voor het opnemen en om samen te werken met de bodem (41) van het genoemde belegsel (30) met het oog op het 25 stabiel op zijn plaats kunnen brengen daarvan op een zodanige hoogte dat de genoemde korf de functie van wegneembare verlieskorf vervult.

21. Wagentje (101*) volgens conclusie 20, gekenmerkt doordat het vouwbaar is, om zodoende door de klanten van de winkels bij zich gehouden te kunnen worden, gevouwen in hun automobiel getransporteerd 30 te kunnen worden, om zich naar het magazijn te begeven,, en tenslotte ontvouwen en ter plaatse van een belegsel (30) volgens een der conclusies 12 t7m 16 voorzien te worden om binnen de winkel gebruikt te worden volgens de werkwijze van een der conclusies 1 t/m 10.

22. Voorgesneden blad (40), van een stevig materiaal zoals 35 karton, bestemd om na vouwing een belegsel (30) volgens een der conclusies 8201738 *» -29 _ 11 t/m 16 te vormen, welk blad (40) uit een enkel continu stuk bestaat waarvan de vijf vlakken-(41, 42, 43, 44, 45, ...) tot stand gebracht worden door vouwen en bestemd zijn om na conformeren en vouwing achtereenvolgens de bodem (41) van het belegsel (30) en de 5 vier zijdelingse flanken daarvan (42, 43, 44, ...) te vormen, welk blad gekenmerkt is doordat elk van de zijden twee aan twee genomen, die toebehoren aan de vier paar (AA1, AA2) (BB1, BB2) zijden van de zijdelingse flanken (42, 43, 44, ...)· die bestemd zijn om tegen elkaar aan te sluiten na vouwing en uitgaan van eenzelfde hoekpunt (A, B, ...) 10 van de bodem (41), verbonden is aan zijn homoloog door een onderbreking (50, 51, ...), die toebehoort aan het blad (40), met lineaire ontwikkeling in het kwart (A1AA2), (B1BB1) begrensd door de twee corresponderende zijden.

23. Voorgesneden blad (40) volgens conclusie 22, gekenmerkt 15 doordat tenminste een van de genoemde onderbrekingen (50, 51, -.„·.) · tussen paren (AA1, AA2), (BB1, BB2) van homologe zijden is voorzien van een vouw (AA*, BB’) uitgaande van het corresponderende hoekpunt A, B en zich ontwikkelend over de gehele uitgestrektheid van de genoemde onderbreking en in de richting van het corresponderende 20 kwadrant (Al AA2), (B1 BB2).

24. Voorgesneden blad (40) volgens conclusie 23, gekenmerkt doordat tenminste één van de genoemde vouwen daarvan (AA’) bisectrice van de genoemde onderbreking (50) is om zodoende een klep (54) te kunnen vormen die omgeslagen kan worden tegen een van de twee corres- 25 ponderende zijdelingse flanken (42, 44).

25. Voorgesneden blad (40) volgens conclusie 24, voorzien van een uitsnijding (55) door tenminste éen van de zijdelingse flanken (44) die zich aangrenzend aan de genoemde onderbreking (50) bevindt, gekenmerkt doordat enerzijds de genoemde onderbreking (50) voorzien 30 is van tenminste een lipje (56) dat er op berekend is om zich aangrenzend aan de genoemde uitsnijding (55) te bevinden na het omslaan van de corresponderende klep (54) tegen de uitgesneden zijdelingse flank (44) en anderzijds het genoemde blad voorzien is van een vouw-baar orgaan (60) dat bestemd is om een grendel te vormen voor de 35 samenstelling en er vatbaar voor is om in aangrijping gebracht te worden aan weerszijden van de op een stapeling gevormd door een van de 8201738 _30 _ randen (55') van de uitsnijding (55) en het lipje (56) wanneer de klep (54) omgeslagen is tegen de uitgesneden zijdelingse flank (44) en uiteindelijk als handvat (61) dient.

26. Voorgesneden blad (40) volgens conclusie (25), gekenmerkt 5 doordat enerzijds de in de zijdelingse flank (44) gemaakte uitsnijding (55) convex is, en anderzijds het genoemde blad (40) voorzien is van een vouwsegment (62), aangrenzend aan de twee uiteinden (55a, 55b) van de uitsnijding (55), zodat het genoemde vouwbare orgaan (60) gevormd wordt door de twee gedeelte (55’ en 55") van de zijdelingse 10 flank (44) die zich aan weerszijden van het genoemde vouwsegment (62) bevinden.

27. Voorgesneden blad (40) volgens een der conclusies (25 en 26, gekenmerkt doordat de genoemde uitgesneden zijdelingse flank (44) op zijn vrije rand voorzien is van een verlengstuk (70) dat voorzien 15 is van een vouw (71) die een omslagrand (72) begrenst, waarbij het gedeelte (70') van het verlengstuk (70) aangrenzend aan de flank (44) er op berekend is om het lipje (56) te bedekken, wanneer de omslagrand (72) gebracht is tussen het lipje (56) en de zijdelingse flank (44) wanneer deze laatste zich in omgeslagen positie tegen de zijde-20 lingse flank (44) bevindt.

28. Voorgesneden blad (40) volgens: een der conclusies 25 t/m 27, gekenmerkt doordat het genoemde lipje het resultaat is van een gemaakte uitholling (75) in bij voorkeur het .hisectricegedeelte van de onderbreking (50).

29. Voorgesneden blad (40) volgens een der conclusies 22 t/m 28, gekenmerkt doordat de afmeting van elk van de zijden (AA1, AA2) die uitgaan van éen van de hoekpunten A van de bodem (41) en de zijdelingse flanken (42, 43, 44, ...) en de corresponderende onderbrekingen (50, 51) begrenzen, in de orde van grootte is van de af- 30 metingen van de grootste zijde (BY) die de bodem (41) begrenst.

30. Voorgesneden blad (40) volgens een der conclusies 22 t/m 29, gekenmerkt doordat de vrije rand van tenminste een van de zijdelingse flanken (42, 43) over de gehele lengte daarvan verlengd is door een strook (77) die van de corresponderende flank (42, 43) ge- 35 scheiden is door een vouw (79) en voorzien is van tenminste een be- 8201738 - „31 _ ’ vestigingsmiddel (80) dat na vouwing het tegen de corresponderende flank (42, 43) houden daarvan mogelijk maakt.

31. Voorgesneden blad (40) volgens conclusie 30, gekenmerkt doordat het genoemde bevestigingsmiddel (80) gevormd wordt door twee 5 knoppen (80) die een zijdelingse voortzetting vormen van de strook (77) en bestemd zijn om samen te werken met een uitsparing (81) die door het blad (40) gemaakt is ter plaatse van de zijde (BB1) van de flank (43) die de knop (80) bevat en nagenoeg symmetrisch ten opzichte van de vouw (79) van de zijdelingse rand van de strook (77).

32. Voorgesneden blad (40) volgens een der conclusies 22 t/m 31, gekenmerkt doordat elke genoemde onderbreking (50, 51) ingeschreven is in een kwart onder een scherpe hoek, opdat eenmaal gevouwen de voorgesneden bladen (40) "afgeknot pyramidevarmige" belegsels (30) die naar boven open zijn vormen en een ineenvoeging van deze laatste 15 volgens de werkwijze van conclusie 7 mogelijk maken.

33. Voorgesneden blad volgens een der conclusies 22 t/m 32, gekenmerkt doordat tenminste een van de flanken (41, 42, 43, ...) en bij voorkeur de vijf zijn bedekt met een visueel waarneembare boodschap, en met name met een reklameboodschap;.

34. Werkwijze volgens een der conclusies 1 t/m 10, bestemd om het in rekening brengen en het vast stellen van de verkoop van de artikelen (9) die door de klant in de winkel gekozen zijn te vergemakkelijken, welke werkwijze in de eerste plaats bestaat uit het door de klant afnemen van het belegsel (30) dat de artikelen (9) bevat van 25 het beweegbare stelsel (1) voor de groepering en het transport van de artikelen, het neerzetten van het belegsel (30) aan het stroomopwaartse uiteinde van een baan (130) die aan de kassa (131) voorbijtrekken kan, het wachten tot de kassière de artikelen daarvan (9) vrijgemaakt heeft van een belegsel (30') dat voorafgaand op de baan (130) neergezet is 30 en zich stroomafwaarts van deze laatste bevindt, en het aanbieden, met name door translatie volgens (q2) op de baan (130) van het belegsel (30) en de inhoud daarvan (9) aan de kassière, en vervolgens voor de kassière uit het een voor een opheffen van de artikelen (9) in het belegsel (30), het in rekening brengen daarvan, het neerzetten daarvan 35 in het stroomafwaartse belegsel (30*), en het herhalen van deze opeen- 8201738 * _ 32 _ volging tot de volledige vrijmaking van het belegsel, en het bepalen van de prijs van het geheel van de artikelen (9) voor betaling door de klant, en tenslotte, opnieuw voor de klant, het afnemen van het genoemde belegsel stroomafwaarts (30') en zijn inhoud van artikelen 5 (9) van de baan (130) om een nieuwe opeenvolging van betaling voor de volgende klant te laten plaats vinden.

35. Werkwijze volgens conclusie 34, gekenmerkt doordat na afneming van het genoemde belegsel stroomafwaarts (30') en van zijn inhoud (9) de klant het op zijn genoemde beweegbare stelsel (101) voor 10 de groepering en het transport plaatst (q4).

36. Werkwijze volgens een der conclusies 34 en 35, gekenmerkt doordat men de baan (130) tot stand brengt met behulp van middelen (135) die het in samenhang verplaatsen door translatie van de genoemde belegsels stroomopwaarts (30) en stroomafwaarts (30') mogelijk maken.

37. Werkwijze volgens een der conclusies 34 t/m 36, gekenmerkt doordat men de baan (130) op een hoogte plaatst die er op berekend is om de belegsels (30, 30’) op zodanige wijze te plaatsen dat het gemiddelde niveau (H) van de artikelen (9) die daarin opgenomen zijn (en met name de halve hoogte van deze belegsels 30, 30') zich op de 20 gebruikelijke grijphoogte van de artikelen (9) door de kassière bevindt .

38. Werkwijze volgens een der conclusies 34 t/m 37, gekenmerkt doordat de klanten een genoemd stelsel voor de groepering en het transport (101) gebruiken die een frontale afneming van het belegsel 25 (30) dat daardoor gedragen wordt veroorlooft op de genoemde baan (130).

39. Rij van belegsels (30, 30’) volgens een der conclusies 11 t/m 16 resulterend in het ten uitvoer brengen van een van de werkwijzen volgens een der conclusies 34 t/m 38 en neergezet in een winkel op een baan (130) die met een kassa (131) samenhangt.

40. Baan (130) samenhangend met een kassa (131) van een winkel waarin een werkwijze volgens een der conclusies 34 t/m 38 ten uitvoer gebracht wordt en gekenmerkt doordat de breedte daarvan (L) aangepast is aan die welke de maatstaf vormt voor de bodem van de belegsels volgens een der conclusies 11 t/m 16, die voor het ten uitvoer brengen 35 van deze werkwijze gebruikt wordt. 8201738 Λ * -33 -

41. Stelsel voor de groepering en het transport (101) van de artikelen (9) binnen een winkel in de boezem waarvan de werkwijze volgens de conclusie 38 ten uitvoer gebracht wordt, welk stelsel (101) gekenmerkt is doordat het zijdelings gereduceerde middelen 5 (106) voor het ophouden van de belegsels (30) volgens een der conclusies 11 t/m 16 heeft, opdat zodoende enerzijds deze belegsels (30) zelf als korven (8) gebruikt kunnen worden en anderzijds dit stelsel (101) een gemakkelijke frontale vrijmaking (q1) van de belegsels (30) mogelijk maakt voor het neerzetten daarvan op de baan 10 (130).

42. Stelsel voor de groepering en het transport (101) volgens conclusie 41, dat gebruikt wordt binnen een winkel die een baan (130) volgens conclusie 40 heeft, welke samenhangt met een kassa (131), voor het ten uitvoer brengen van de werkwijze volgens conclusie 38 15 en gekenmerkt doordat het niveau (105) waarop de belegsels (30, 30?) volgens een der conclusies 11 t/m 16 opgehouden worden in hoofdzaak gelijk is aan dat van de genoemde baan (130).

43. Werkwijze, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen.

44. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrij ving en/of tekeningen. 8201738