NL8201612A - Drukker met geluid dempende papiertransportrol. - Google Patents

Description

w ' * > FHN 10.333 1 N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

Drukker net geluid dempende papiertransportrol.

De uitvinding heeft betrekking op een drukker met een papier-transportinrichting voor het transport van stroken papier vanaf een in-voeropening in een de drukker cmgevend huis naar de drukplaats en vandaar naar een uitvoeropening van het huis, waarbij tussen de invoer-5 opening en de uitvoeropening een geluiddemper is opgesteld.

Bij een bekende drukker van de in de aanbef genoemde soort (uit "IBM Technical Disclosure Bulletin", vol. 23, no. 8, januari 1981, p. 3524-3525) bevat de geluiddemper een houder die is gevuld met een 1 geluid absorberende schuimstof. De wanden van de houder die naar het 10 inwendige van de drukker zijn toe gekeerd zijn voorzien van qpeningen die het geluid dat in de drukker wordt opgewekt toelaat in de geluid absorberende kunststof.

Een bezwaar van de bekende drukker is dat zowel de invoeropening als de uitvoeropening een uittreedopening vormt voor het geluid. De 15 tussen het inkomende en uitgaande papier tussen de naar elkaar toe gekeerde zijden daarvan opgestelde geluiddemper absorbeert slechts een deel van het in de drukker opgewekte geluid. Een aanzienlijk deel van het geluid bereikt via de invoer- en uitvoeropening van het papier de omgeving van de drukker.

20 Het doel van de uitvinding is een drukker van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen waarin de hoeveelheid geluid die via de invoer- en uitvoeropening de omgeving van de drukker bereikt in belangrijke mate is verminderd.

Een drukker volgens de uitvinding heeft daartoe tot kenmerk, 25 dat de geluiddemper ten minste een draaibaar opgestelde wrijvingsrol bevat die zowel ter plaatse van de invoeropening als ter plaatse van de uitvoeropening door de voor het transport benodigde, van binnenuit het huis uitgeoefende, trekkracht in het papier aan de buitenzijde van het huis tegen wanddelen daarvan aangedrukt is, waarbij ter plaatse van de 30 invoeropening en de uitvoeropening het inkomende respectievelijk het uitgaande papier aan de van elkaar af gekeerde zijden een afremmende wrijvingskracht ondervindt van de genoemde wanddelen en aan de naar elkaar toe. gekeerde zijden een aandrijvende wrijvingskracht van de wnrijvingsrol.

8201612 * t > PHN 10.333 2

Doordat de wrijvingsrol de invoeropening en de uitvoeropening ter plaatse van het papiertransport volledig afsluit is de hoeveelheid geluid die via de invoer- en uitvoeropening de omgeving van de drukker bereikt relatief klein. Ook het geluid dat door longitudinale en/of 5 transversale trillingen in het papier zelf naar buiten wordt geleid is sterk gedempt door de aandrukking van de wrijvingsrol tegen de wanddelen aan de buitenzijde van het huis.

Cpgemerkt wordt dat in de West-Duitse octrooiaanvrage 2.706.209 een geluiddemper voor een drukker wordt beschreven waarbij de 10 spleet ter plaatse van de papieruitvoer wordt af gedekt net een onder veerkracht aanliggende klep die electromagnetisch wordt geopend als papiertransport moet plaatsvinden. Het is echter gebleken dat een belangrijk deel van het in een drukker voortgebrachte geluid juist afkomstig is van het papiertransport. In de bekende drukker kan het door het papier-15 transport opgewekte geluid dus ongehinderd naar buiten. Bovendien is een electromagnetisch bediende klep relatief duur. De bekende geluiddemper kan verder niet worden toegepast in drukkers waarin continu papiertransport plaatsvindt.

Een bijzondere uitvoeringsvorm van de drukker volgens de uit-20 vinding heeft tot kenmerk, dat ten minste een laag van de wrijvingsrol uit verend materiaal bestaat.

In een dergelijke drukker heeft men aan de wrijvingsrol naast de geluiddemper functie nog een tweede functie toegekend, namelijk die van papier trekker. Als wordt zeker gesteld dat de invering van let verende 25 materiaal ter plaatse van de invoeropening groter is dan de invering ter plaatse van de uitvoeropening heeft dit tot gevolg dat bij de uitvoeropening een relatief grote trekkracht wordt uitgeoefend op het uitgaande papier. Daarmee wordt het papier dat. zich tussen de drukplaats en de uitvoeropening bevindt onder trekspanning gehouden. Dit is vooral van belang 30 indien papier (zgn. kettingformulieren) met scherpe vouwen wordt gebruikt. Deze vouwen worden dan gestrekt zodat de kans op staringen in het papiertransport is verkleind.

Een verdere uitvoeringsvorm van de drukker die geschikt is voor papieraanvoer en papierafvoer aan de achterzijde van de drukker heeft 35 tot kenmerk, dat de genoemde wanddelen nagenoeg samenvallen en evenwijdig zijn aan een eerste horizontale raakvlak aan de wrijvingsrol en een tweede verticale raakvlak aan de wrijvingsrol dat loodrecht staat op het eerste raakvlak.

8201612 V ♦ H3N 10.333 3

Een nog verdere uitvoeringsvorm van de drukker is gekenmerkt, doordat de wrijvingsrol net speling is gelagerd in lageropeningen in de huiswand. De speling in de lagering van de wrijvingsrol maakt deze zelf-instellend en vóórkant dat bij de fabricage nauwe toleranties moeten 5 worden aangehouden voor de lager ing van de wrijvingsrol.

Een verdere uitvoeringsvorm van de drukker die voor verschillende papierbreedten geschikt is heeft tot kenmerk, dat de geluiddemper een aantal deelrollen bevat die draaibaar zijn gelagerd op een voor alle deelrollen gezamenlijke as.

10 Εθη weer verdere uitvoeringsvorm van de drukker heeft tot ken merk, dat de wrijvingsrol een poreuze, verende laag bevat waarop een de wrijvingscoëfficient verhogend materiaal is aangebracht. Door de wrijvings-coëfficient van de wrijvingsrol met het papier relatief hoog te kiezen wordt het risico van slip tussen papier en wrijvingsrol aan de invoerope-15 ning van het papier verkleind. De poreuze laag zorgt voor een goede hechting met het genoemde materiaal.

De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de tekening waarin : figuur 1 een voorkeursuitvoeringsvorm van een drukker volgens 20 de uitvinding in perspectief toont, figuur 2 schematisch een deel van de drukker volgens figuuur 1 toont, figuur 3 in gedeeltelijke doorsnede de wrijvingsrol toont die is toegepast in de drukker volgens de figuren 1 en 2, 25 figuur 4 een dwarsdoorsnede (¾) vergrote schaal toont van de wrijvingsrol volgens figuur 3.

De met figuur 1 geïllustreerde drukker 1 bevat een langs een drukregel heen en weer verplaatsbare matrix drukkcp 3 met electromagretisch activeerbare drukstiften die onder tussenkomst van een gedeeltelijk in 30 een inktlintcassette 5 opgeborgen inktlint tegen een draaibaar opgesteld cylindrisch aanbeeld 7 slaan waaromheen een zgn. kettingformulier 9 (papierstrook met randperforaties 11) is geleid. De drukkop 3 is van een op zichzelf bekende soort waarmee tekens worden samengesteld uit een matrix van puntvormige afdrukken. De drukker bezit een kap 13 die nog nader 35 te bespreken wezenlijke delen van een papiertransportmechanisme bevat.

Als onderstel voor de drukker 1 dient een voet 15 waarop de kap 13 geluiddicht aansluit. Samen vormen de kap 13 en de voet 15 let huis van de drukker 1. De kap 13 kan geheel of gedeeltelijk transparant zijn, zoals 8201612 EHN 10.333 4 * I w bijvoorbeeld ter hoogte van de drukplaats 17. Aan de binnenzijde kan de kap 13 zijn bekleed met geluiddempend materiaal.

Zoals blijkt uit de figuren 1 en 2 wordt de papierstrook 9 ter plaatse van een invoeropening 19 in de drukker 1 gevoerd tussen een 5 cylindrische wrijvingsrol (geluiddemper) 21 en een horizontaal wanddeel 23 van het huis (13, 15). De papierstrook 9 kan worden aangevoerd vanaf een niet aangegeven stapel waarin het harmonicavormig ligt opgevouwen.

Vanaf de invoeropening 19 wordt de papierstrook 9 aan de linkerzijde respectievelijk rechterzijde door tractoren 25 en 27 gevoerd waarvan de 10 tanden 29 aan de in figuur 1 niet zichtbare onderzijde in ingrijping zijn met de randperforaties 11. De tractoren 25 en 27 zijn van een op zichzelf bekende soort. Na de tractoren 25 en 27 wordt de papierstrook 9 met behulp van papiergeleiders 29 (figuur 2) en 31 (figuur 1) om de wrijvingsrol 7 naar het niveau van de drukplaats 17 gevoerd. Vervolgens 15 leiden papiergeleiders 33 (figuur 1) de papierstrook naar de bovenzijde van de tractoren 25 en 27 waar de tanden 29 eveneens in ingrijping zijn met de randperforaties 11. De papierstrook 9 wordt vervolgens geleid naar een uitvoeropening 35 tussen de wrijvingsrol 21 en een verticaal wanddeel 37 van de kap 13 van het huis (13, 15). Ter plaatse van de uitvoeropening 20 35 wordt de papierstrook 9 over de wrijvingsrol 21 afgevoerd naar een externe papiergeleider 39 (figuur 2).

Via een vertande aandrijfas 41 van een electromotor 43 wordt een tandriem 45 aangedreven die is gelegd cm een vertande poelie 47. De poelie 47 is gemonteerd op een draaibaar gelagerde as 49 waarop het cylindriscte 25 aambeeld 7 is bevestigd.. Met de poelie 47 is een tandwiel 51 gecombineerd dat in ingrijping is met een tandwiel 53. Het tandwiel 53 is in ingrijping met een tandwiel 55 dat eveneens is gecombineerd met een vertande poelie 57 waaromheen een tandriem 59 is gelegd. De tandriem 59 drijft een in figuur 1 niet zichtbare verdere vertande poelie aan die is 30 bevestigd op een kantige aandrijfas 61 voor de beide tractoren 25 en 27.

De tractoren 25 en 27 zijn (afhankelijk van de papier breedte) verschuifbaar over de aandrijfas 61 en een geleidingsas 63. De reciproke beweging van de drukkop 3 wordt verkregen met behulp van een in draairichting omkeerbare electromotor 65 waarvan de uitgaande as is voorzien van een 35 vertande poelie 67 die een tandriem 69 aandrijft. De tandriem 69 is bevestigd aan een wagen 71 waarop de drukkop 3 is gemonteerd.

In de beschreven uitvoeringsvorm van de drukker 1 is de wrijvingsrol 21 samengesteld uit twee deelrollen 73 en 75 van een nog nader te 8201612 * · PHN 10.333 5 bespreken kunststof. De deelrollen 73 en 75 zijn geklemd qp netalen pijpen 77 en 78 die vrij draaibaar zijn cm een as 79 (zie figuren 1 en 3). De as 79 is aan zijn linkerzijde en zijn rechterzijde vrij draaibaar gelagerd in slobgaten - zoals het slobgat 81 getoond in figuur 4 -5 die zijn aangebracht in verticale wanddelen 83 en 85 van de kap 13. De as 79 is in axiale richting opgesloten net behulp van afstandsringen 87 en borgveren 89 (in figuur 3 slechts een stel zichtbaar). Gemakshalve wordt in het vervolg waar mogelijk gesproken alsof de wrijvingsrol 21 eendelig zou zijn.

10 Als het cylindriscbe aambeeld 7 wordt aangedreven in de in de figuren 1 ai 2 aangegeven draairichting wordt ter plaatse van de invoer-opening 19 een trekkracht cp de papierstrook 9 uitgeoefend die de wrijvingsrol 21 in rotatie brengt cm de as 79. De wrijvingscoëfficient tussen de papierstrook 9 en de rol 21 moet daartoe voldoerde groot zijn. De 15 wrijvingscoëfficient tussen de papierstrook 9 en het horizontale wanddeel 23 moet daarentegen voldoende klein zijn om het glijden van de papierstrook 9 over het wanddeel 23 niet onnodig te bemoeilijken. Het deel van de papierstrook 9 tussen de onderzijden van de tractoren 25 en 27 en de invoer opening 19 staat voortdurend onder trekspanning door bet aandrijvend 20 effect van zowel het aambeeld 7 als de tractoren 25 en 27. De trekspanning in de papierstrook 9 tussen de tractoren 25 en 27 en de invoeropening 19 zorgt er bovendien voor dat de wrijvingsrol 21 tegen het verticale ward-deel 37 woedt aangedrukt ter plaatse van de uitvoeropening 35. Dit betekent dat de rol 21 ter plaatse van de uitvoeropening 35 een trekkracht op het 25 deel van de papierstrook 9 uitoefent dat is gelegen tussen de bovenzijde van de tractoren 25 en 27 en de uitvoeropening 35. Aangenomen is daarbij dat de wrijvingscoëfficient tussen de papierstrook 9 en het verticale wanddeel 37 nagenoeg hetzelfde is als die tussen de papierstrook 9 en het horizontale wanddeel 23 zodat het glijden van de papierstrook niet onnodig 30 wordt bemoeilijkt. Bovendien is de wrijvingscoëfficient tussen de papierstrook 9 en de rol 21 ook ter plaatse van de uitvoeropening 35 zó groot dat geen slip optreedt tussen de papierstrook 9 en de rol 21. Aangezien eveneens geen slip optreedt tussen de rol 21 en de papierstrook 9 ter plaatse van de invoeropening 19 passeert per tijdseenheid dus eenzelfde lengte van 35 de papierstrook 9 de Invoeropening 19 als de uitvoeropening 35. Dit is zowel het geval bij een harde, niet inverende rol 21 als bij de verder nog te bespreken verende rol 21.

Doordat de rol 21 als het ware een wigeffect ondergaat tussen de 8201612 β HJN 10.333 6 wanddelen 23 en 37 is een volledige afsluiting gekregen ter plaatse van de invoeropening 19 en de uitvoeropening 35 over de volle breedte van de rol 21. De hoeveelheid geluid die bij de papier invoer en de papieruit-voer de omgeving van de drukker kan bereiken is derhalve nagenoeg gemini-5 maliseerd. Slechts nabij de uiteinden van de rol en nabij de deling bestaat een geluidslek van relatief geringe cmvang. De rol 21 leeft echter niet alleen een geluiddempende functie maar waarborgt bovendien dat het deel van de papierstrook 9 tussen de tractoren 25 en 27 en de uitvoeropening 35 onder spanning blijft staan. Dit is vooral van belang bij ge-10 bruik van zgn. kettingforraulieren. De daarin aanwezige vouwen worden gestrekt zodat het obstructiegevaar wordt verminderd. In de praktijk kan het voorkarren dat door verloop van wrijvingscoëfficienten ter plaatse van de uitvoeropening 35 toch niet voldoende aan de papierstrook 9 wordt getrokken bij de uitvoeropening 35. Ben extra papiertrekker dichtbij de 15 uitvoeropening kan natuurlijk elk risico van obstructie uitsluiten. Bij . voorkeur wordt echter gebruik genaakt van een wrijvingsrol 21 die is voorzien van een verende laag 91 (zie figuren 3 en 4). Het effect van zo’n verende laag 91 is dat ter plaatse van de uitvoeropening 35 een relatief grote trekkracht wordt uitgeoefend door de wrijvingsrol 21 op de 20 papierstrook 9. Dit is het gevolg van de nu ter plaatse van de uitvoeropening 35 optredende slip tussen de rol 21 en de papierstrook 9. Deze slip is bewust geïntroduceerd door de invering van de rol 21 ter plaatse van de invoeropening 19 en de uitvoeropening 35 verschillend te maken.

Dit houdt in dat de reactiekrachten en (zie figuur 4) van respec-25 tievelijk de horizontale en verticale wanddelen 23 en 37 verschillend moeten zijn en vel ; R^ > R . Indien aan deze relatie is voldaan is de Invering ter plaatse van de invoeropening 19 en derhalve de afplatting S± groter dan de invering ter plaatse van de uitvoeropening 35 en derhalve de afplatting Su . Er moet dus slip ter plaatse van de uitvcerqpe-30 ning 35 optreden cm het verschil tussen en te compenseren. Deze slip levert de relatief grote trekkracht op in het deel van de papierstrook 9 tussen de tractoren 25 en 27 en de uitvoeropening 35. De verhouding tussen R^ en Ru is sterk afhankelijk van het gewicht van de wrijvingsrol 21, de richting en de grootte van de trekkracht van liet papier ter plaatse 35 van de invoeropening 19 en de uitvoeropening 35# de hoek tussen de wanddelen 23 en 37 (in het onderhavige geval "ïf radialen) en de wrijvings- 2 coëfficiënten tussen de papierstrook 9 en de wrijvingsrol 21 respectievelijk 8201612 EHN 10.333 7 de wanddelen 23 en 37. Hoewel de richting en de grootte van de trekkracht ter plaatse van de invoeropening 19 en de uitvoeropening 35 vaak al is vastgelegd door de geometrie van de drukker en/of de soort van de papieraandrij ving kan meestal toch worden voldaan aan de eis dat R^ 5 door het gewicht van de wrijvingsrol 21 aan te passen.

iferder is het voorwaarde dat bij de aanvang van het papiertrans-port en de dan optredende relatief grote versnellingen geen slip optreedt tussen de wrijvingsrol 21 en de papierstrook 9 ter plaatse van de invoeropening 19. De wrijvingsrol 21 draait dan niet voldoende mee of 10 blijft zelfs staan bij wat zwaardere rol. De drukker zou dan vollopen met papier. Om dit te voorkomen moet de wrijvingscoëfficient tussen de papierstrook 9 en de wrijvingsrol 21 relatief groot zijn. In een voorkeurs-uitvoeringsvorm wordt dit bereikt door het verende materiaal 91 aan de buitenzijde te bespuiten met een dunne laag kunststof 93 met een zeer 15 goed constant blijvende relatief grote wrij vingscoëf f icient met papier.

Voorwaarde is dat de opgespoten kunststof 93 goed hecht aan het verende * > materiaal 91. Daartoe wordt voor bet verende materiaal 91 bij voorkeur een poreuze kunststof toegepast. Een goede combinatie bleek in de praktijk een polyurethaan schuim op basis van polyesther polyolen als poreus 20 verend materiaal 91 te zijn met een bedekking van een 2-componenten polyurethaan schuim ter dikte van 50 mieren.

De wrijvingsrol 21 is in de praktijk opgedeeld in een aantal deelrollen dat zo goed mogelijk is aangepast aan de gebuikelijke papier-breedtes. Gemakshalve is in de figuren 1 en 3 uitgegaan van een twee-25 deling door middel van deelrollen 73 en 75. De deelrollen 73 en 75 zijn elk geklemd (¾) een e igen metalen pijp 77 respectievelijk 78 die vrij draaibaar is cm de doorgaande as 79. Het voordeel van de gedeelde wrijvingsrol 21 is dat bij relatief kleine papierbreedtes niet de door de kap 13 over de gehele breedte van de wrijvingsrol uitgeoefende wrijving overwonnen 30 hoeft te worden. Slechts de deelrollen die in contact zijn met het papier warden in draaiing gebracht, terwijl de resterende deelrollen blijven stilstaan. Bovendien is de kans qp verschuiving van de papierstrook in een richting dwars op de transportrichting van de papierstrook verkleind in het geval dat de papier baan asymmetrisch ligt ten opzichte van de wrijvings-35 rol. Een dergelijke verschuiving treedt namelijk qp bij kanteling van de as 79 in de slobgaten 81.

De uitvinding is niet beperkt tot drukkers waarin de wanddelen 23 en 37 een hoek van ΤΓ radialen met elkaar maken, hoewel een rechte hoek 8201612 ν φ ΕΉΝ 10.333 8 van voordeel is bij die drukkers waarin de papier invoer en de papieruit-voer aan de achterzijde van de drukker plaatsvindt. De hoek tussen de wanddelen 23 en 37 kan zowel scherp als stomp zijn en de wanddelen 23 en 37 kunnen zich bijvoorbeeld ook aan de bovenzijde van de drukker bevinden. 5 De wanddelen 23 en 37 behoeven dus ook niet in een verticaal of horizontaal vlak te liggen.

Hoewel de uitvinding is beschreven aan de hand van een drukker waarbij de wrijvingsrol is opgehangen in het reeds aanwezige huis van de drukker is zij daartoe niet beperkt. De wrijvingsrol kan worden ge-10 monteerd in een apart huis of in een aparte kap die cm de reeds van een eigen kap of huis voorziene drukker wordt heengebouwö. Op die wijze kan men tot standaardisatie en massafahricage komen.

De met speling in de slobgaten 81 gelagerde as 79 die zelf instellend is kan worden vervangen door een as die vast is opgesteld. Cm 15 tolerantieproblemen te verkleinen kan men in dat geval beter gebruik maken van een wrijvingsrol met verend materiaal dan met hard materiaal. De wrijvingsrol ligt dan permanent ander veerkracht aan tegen de wanddelen 23 en 37. De wrijvingsrol kan dan zijn voorzien van een handaandrijving voor het inbrengen en uitbrengen van het papier. In het geval van een 20 zelf instelbare as 79 is de in- en uitvoer van het papier eenvoudiger omdat de wrijvingsrol over een kleine afstand van de kap kan worden weggetrokken.

De uitvinding is toepasbaar in drukkers met papiertransport door uitsluitend wrij vingsrollen, door getarde wielen die in perforaties 25 grijpen, door tractoren of door combinaties van. dergelijke transport-mechanismen. De wrijvingsrol maakt echter steeds deel uit van tet totale papiertransportmechanisme door haar tweede functie van papier trekker.

Ook in drukkers die met enkelvoudige formulieren in plaats van ketting-formulieren werken of in drukkers die met beide soorten formulieren 30 werken is de uitvinding toepasbaar. De uitvinding is ook niet beperkt tot drukkers met slagelementen. Zo kan de uitvinding bijvoorbeeld warden toegepast in electrostatiscbe, thermische of met inktdruppels werkende drukkers.

35 8201612

Claims (7)

1. Drukker met een papiertransportinrichting voor het transport van stroken papier vanaf een invoer opening in een de drukker omgeverd huis naar de drukplaats en vandaar naar een uitvoeropening van het huis, waarbij /ci§s ïËvceropening en de uitvoeropening een gedluiddemper is opge- 5 steld, met het kenmerk, dat de geluiddemper (21) ten minste een draaibaar opgestelde wrijvingsrol (73, 75) bevat die zowel ter plaatse van de in-voeropening (19) als ter plaatse van de uitvoeropening (35) door de voor het transport benodigde, van binnenuit het huis (13, 15) uitgeoefende, trekkracht in het papier (9) aan de buitenzijde van het huis (13, 15) ^ tegen wanddelen (23, 37) daarvan aangedrukt is, waarbij ter plaatse van de invoercpening (19) en de uitvoeropening (35) het inkomende respectievelijk het uitgaande papier (9) aan de van elkaar af gekeerde zijden een afrenmende wrijvingskracht ondervindt van de genoende wanddelen (23, 37) en aan de naar elkaar toe gekeerde zijden een aandrijvende wrijvingskracht 15 van de wrijvingsrol (73 , 75).

2. Drukker volgens conclusie 1, met het kennerk, dat ten minste een laag (91) van de wrijvingsrol (73, 75) uit verend materiaal bestaat.

3. Drukker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de genoende wanddelen (23, 37) nagenoeg samenvallen met en evenwijdig zijn aan een 20 eerste horizontale raakvlak aan de wrijvingsrol (73, 75) en een tweede verticale raakvlak aan de wrijvingsrol (73, 75) dat loodrecht staat op het eerste raakvlak.

4. Drukker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de wrijvingsrol (73, 75) met speling is gelagerd in lageropeningen (81) in de huis- 25 ward (83, 85).

5. Drukker volgens conclusie 1 of 4, net het kenmerk, dat de geluiddemper (21) een aantal deelrollen (73, 75) bevat die draaibaar zijn gelagerd op een voor alle deelrollen (73, 75) gezamenlijke as (79).

6. Drukker volgens conclusie 2, net het kenmerk, dat de wrijvings-30 rol (21) een poreuze, verende laag (91) bevat waarop een de wrijvings- coëfficient verhogend materiaal (93) is aangebracht.

7. Huis voor een drukker volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het huis (13, 15) aan zijn buitenzijde is voorzien van steunwarden (23, 37) voor het aanliggen van de cylindrische, draaibare geluiddemper 35 (21). 8201612