NL8201430A - Voederbijvoegsel voor het fokken van kleine dieren en werkwijze voor de verbetering van de vleeskwaliteit. - Google Patents

Description

' N/30.891-Kp/Pf/vdM r * - 1 -

Voederbijvoegsel voor het fokken van kleine dieren en werkwijze voor de verbetering van de vleeskwaliteit.

De uitvinding heeft betrekking op een voederbij voegsel voor het fokken van kleine dieren, in het bijzonder het houden van pluimvee en konijnen en verder op een werkwijze voor de verbetering van de vleeskwaliteit, vooral van de smaak 5 van pluimveevlees.

Het is bekend, dat het vlees van kleinvee, dat overwegend of uitsluitend met kunstmatig bereide voeder-mengsels wordt gevoerd, een onspecifieke, enigszins vage smaak en dikwijls zelfs een onaangename bijsmaak heeft. Met 10 veel vismeel gevoerde Broilerhaantjes smaken bijv. naar vis.

In het bijzonder is dat het geval bij het intensieve houden van de dieren.

Het onder extensieve omstandigheden op het erf of in de tuin gehouden pluimvee dekt zijn voedselbehoefte 15 uit zeer verschillende natuurlijke bronnen en ook het extra gegeven voer is zeer rijk aan afwisseling: graankorrels, mais, aardappels, keukenafval, etensresten, enz. Daarbij komen nog verschillende plantendelen, zoals gras, onkruid, bladeren en zaadkorrels? wormen, insecten en klein ongedierte maken het 20 brede spectrum van de voedingsbronnen volledig, welke het vlees van de in huis en tuin gehouden hoenderen zijn karakteristieke smaak verlenen.

Het vlees van de in de intensieve pluimveehouderij op grote economische schaal met kunstmatig bereide 25 krachtvoermengsels gevoederde dieren heeft, zoals algemeen bekend is, een minder goede consistentie, een slappe smaak en dikwijls een onaangename bijsmaak. Dat is in de eerste plaats terug te leiden tot de gemelde fabrieksmatig bereide voedermengsels, o.a. op hun samenstelling (bijv. vismeel), op de in 30 de voedermengsels verlopende biologische en chemische veranderingen (bijv. ranzig worden, schimmelen, eiwitontleding) en op de aan de voedermengsels toegevoegde geneesmiddelen, chemicaliën en de de gewichtstoename vergrotende middelen. Bij de voedering worden dikwijls geneeskrachtige stoffen en biologisch 35 werkzame stoffen gebruikt, zonder dat er rekening, mee wordt 8201430 - 2 - gehouden, hoe zeer deze middelen de smaak van het vlees beïnvloeden.

Voor verhoging van de opbrengst aan vlees, ja zelfs voor de verbetering van de consistentie van het vlees 5 zijn talrijke bijvoeg- en aanvullingsstoffen bekend, maar geen middel is in de handel, waarmee de smaak van het vlees in gunstige zin zou kunnen worden beïnvloed. Voor de aparte deelproblemen, bijv. voor de bestrijding van de onaangename bijsmaak van in de pluimveehouderij met fabrieksmatig bereide 10 voedermengsels gevoederde braadhaantjes werden deeloplossingen uitgewerkt, die echter op deze of andere gronden geen ingang in de praktijk hebben gevonden. Zo werd bijv. gevonden dat de op vis lijkende bijsmaak van gedurende 4 weken met vismeel gevoerde kuikens bestreden kan worden wanneer men aan het voe-15 dermengsel 80 IE Tokoferol (vitamine E) toevoegt. Deze toevoeging is echter voor de pluimveehouderij op grote schaal te duur. In de Amerikaanse vakliteratuur zijn verder zwavelhoudende verbindingen vermeld, die de smaak: van het vlees zouden veranderen. Ook werd geprobeerd de dieren naast de kunstmatig 20 bereide voedermengsels de voor het bereiken van de natuurlijke vleessmaak benodigde natuurlijke stoffen bij te voeren, maar ook deze pogingen hadden een negatief resultaat. De grond daarvoor ligt in het feit, dat in de intensieve pluimveehouderij de dieren slechts zeer moeilijk en ten koste van de ge-25 wichtstoename op het gebruik van andersoortige voedingsstoffen kunnen worden omgeschakeld.

Doel van de uitvinding was dan ook een voeder-bijvoegsel te vinden, dat de smaak van het vlees van kleinvee, in het bijzonder van pluimvee, verbetert en verder een werk-30 wijze uit te werken, waarmee dit voederbijvoegsel in de intensieve pluimveehouderij de dieren in goed verteerbare vorm gevoerd kan worden.

Thans werd gevonden, dat bepaalde smaak- en aromastoffen van plantaardige oorsprong, verder de in plant-35 aardige aromastoffen en/of hun componenten aanwezige verbindingen de smaak van intensief gehouden dieren, bijv. van kippen, ganzen, kalkoenen, konijnen, gunstig beïnvloeden.

Onderwerp van de uitvinding is derhalve een voedermiddelbijvoegsel, dat in het dierlijke organisme wordt 8201430 ' r & - 3 - benut, de smaak van het vlees gunstig beïnvloedt en uit tenminste twee verschillende plantaardige aromastoffen1, verder evt. in andere plantaardige aromastoffen en/of hun componenten aanwezige verbindingen en eventueel smaakversterkers bestaat.

5 Onderwerp van de uitvinding is verder een werkwijze voor de verbetering van de vleeskwaliteit, in het bijzonder van de smaak van pluimveevlees. Voor de werkwijze is het kenmerkend, dat men aan het voer van intensief gehouden dieren, in het geval van opfokken in meerdere fasen, aan 10 slechts het in de laatste fase gevoerde eindvoer, in een hoeveelheid van 10-400 mg per kg lichaamsgewicht een voederbij-voegsel bijmengt, dat in het dierlijke organisme wordt benut, de smaak van het vlees gunstig beïnvloedt en uit tenminste twee verschillende plantaardige aromastoffen, verder evt. in 15 andere plantaardige aromastoffen en/of hun componenten aanwezige verbindingen en evt. smaakversterkers bestaat.

Als smaak- en aromastoffen van plantaardige oorsprong komen in aanmerking: kaneel-, citroen-, sinaasappel-, anijs-, komijn-, uien-, knoflook-, eucalyptus-, koriander-, 20 selderie-, tijm-, gember-, peterselie-, pastinaak-, geranium-, en ilang-ilangolie, alsmede de mengsels van deze componenten.

Het voederbijvoegsel volgens de uitvinding kan verder verbindingen bevatten, die in plantaardige aromastoffen of hun componenten aanwezig zijn, maar ook synthetisch kunnen worden 25 bereid. Als voorbeelden van dergelijke verbindingen kunnen worden genoemd: d-limoneen, anijsaldehyde, diacetyl, carvon, protocatechu-aldehydemethyleenether, ethylbutyraat, benzyl-butyraat, geronylacetaat, selineen, vanillien, cymol, 3,4-mentheen, n-decylaldehyde, terpinoleen, terpineen, carvomen-30 thol, terpineol, eucalyptol, eugenol, d-camfeen en kaneelalde-hyde.

Bij voorkeur bevatten de voederbijvoegsels volgens de uitvinding ook smaakversterkers, die op synergisti-sche manier de werking van de aromastoffen verhogen. Als 35 smaakversterkers zijn bijv. lavasolie (lavas = Levisticum officinale) en glutamaat geschikt. De smaakversterkers worden bij voorkeur in een hoeveelheid van ca. 2 % toegevoegd.

De samenstelling van het voederbijvoegsel 8201430 - 4 - ί > wordt gekozen afhankelijk van de werking welke bereikt moet worden. Voor bijvoegsels aan konijnenvoer is een andere samenstelling optimaal dan voor ganzen of kalkoenen. Ook voor één en dezelfde pluimveesoort kunnen verschillende samenstellingen 5 optimaal zijn: voor het opfokken van braadganzen is een andere samenstelling noodzakelijk dan in het geval van mestganzen, waarvan het hoofdprodukt de grote ganzelever is.

De bijvoegsels volgens de uitvinding bevatten tenminste twee verschillende aromastoffen van plantaardige 10 oorsprong. Bij de toepassing van slechts één aromastof of slechts synthetische componenten is het resultaat minder bevredigend .

De bijvoegsels volgens de uitvinding kunnen ook gunstig inwerken op de voedselvertering, een grotere voer-15 opname tot gevolg hebben en in sommige gevallen ook minder waardevol of op zich voor gebruik ongeschikt voer geschikt voor voed'eringen maken. Deze werkingen zijn echter secundair en niet in elk geval na te streven. De primaire werking van de bijvoegsels volgens de uitvinding bestaat uit het feit dat het 20 vlees van de dieren een aangename, karakteristieke smaak heeft, welke lijkt op de smaak van extensief met veelzijdige natuurlijke voeding groot gebrachte dieren. Om deze werking te bereiken wordt aan het fabrieksmatig bereide voedermengsel per kg lichaamsgewicht berekend 1Q-4Q0 mg van het voederbijvoegsel 25 volgens de uitvinding toegevoegd.

De toevoeging van het voederbijvoegsel hoeft niet beslist gedurende de gehele fokduur te geschieden. Het intensieve houden van kippen bijv. verloopt in drie fasen; a) in de eerste fase tot aan de leeftijd van 3-4 weken, wordt een z.g. "kweekvoeder" toegediend, dat in het 30 algemeen een hoger eiwitgehalte (23 %) vertoont en de vertering bevorderende, de gewichtstoename verhogende stoffen, bijv. Zn-barithracine, coccidiostatica (flavomycine) en 3000-3200 kcal metaboliseerbare energie bevat. Verder bevat het kweekvoeder 1 % calcium, 0,8 % fosfor, alsmede de vitaminen A, D, 35 E en K, waarvan de hoeveelheid in de latere fasen wordt verlaagd.

b) Het in de tweede fase, vanaf de derde tot 8201430 * - 5 - vierde week, gegeven voer bevat reeds minder eiwit (20 %) en ook het calcium-· en fosforgehalte is lager (0,9 %, resp. 0,6-0,7 %). De hoeveelheid van de in vet oplosbare vitaminen is geringer, het gehalte aan vitamine B blijft echter onveranderd, 5 hetgeen een onaangename reuk en smaak tot gevolg heeft. De premix bevat ook seleen en biotine.

c) In de zesde, zevende en achtste week wordt z.g. "afsluitvoer" gegeven, dat 16,5-17 % eiwit bevat. De in vet oplosbare vitaminen worden slechts in minimale hoeveelheid 10 toegediend. De premix bevat geen seleen, het gehalte aan vitamine E blijft onveranderd.

Door proeven werd vastgesteld dat het voldoende is het voederbijvoegsel volgens de uitvinding slechts in de derde fase te gebruiken, d.w.z. in het afsluitvoer te 15 mengen. Het vlees van de haantjes lijkt wat betreft smaak op het vlees van de onder extensieve, natuurlijke omstandigheden gehouden haantjes.

De voedermiddelbijvoegsels volgens de uitvinding kunnen bij het intensieve houden voor het fokken van 20 Broilerhaantjes, vleesganzen, ganzelevers, kalkoenen en konijnen met succes worden gebruikt.

De uitvinding wordt aan de hand van de volgende voorbeelden nader toegelicht.

VOORBEELD I

25 In de in drie fasen verlopende opfok van

Broilers wordt in de beide eerste fasen teeltvoeder, resp. het in de tweede fase gebruikelijke voer gegeven. In de derde fase wordt aan 1 kg afsluitvoer 28 mg aromastoffen in de vorm van een met 280 ml alcohol bereide oplossing toegevoegd en homo-30 geen met het voer vermengd. Van dit voer krijgt elk haantje in 7 dagen 1,5 kg in totaal.

Het aromabijvoegsel heeft de volgende samenstelling: 60 % barbacue (bevat hoofdzakelijk uienolie, 35 resp, componenten daarvan) of uienolie 20 % komijnolie 10 % peterselieolie 8 % diallylsulfide 2 % lavasolie.

8201430 - 6 -

De componenten worden in 90 % alcohol opgelost en in deze vorm bij het voer gemengd.

Voor het inschatten van de werking wordt het vlees van de Broilers organoleptisch onderzocht. Als controle 5 dient een groep zonder aromastoffen gevoerde dieren en als standaard het vlees van onder extensieve omstandigheden gehouden haantjes. Het proeven van de in dé keuken toebereide dieren toonde aan, dat het vlees van de met gearomatiseerde voer gevoerde dieren wat betreft smaak op de standaard lijkt.

10 VOORBEELD II

Vleesganzen worden in de tweede (en daarmee laatste) fase van de opfok met een voer gevoederd dat de volgende aromabijvoegsels bevat: 50 % barbacue 15 20 % gemberolie 10 % selderieolie 10 % allylpropylsulfide 8 % kaneelaldehyde 2 % glutamaat.- 20 Het bijvoegsel met de boven genoemde samen stelling werd aan het voer in een hoeveelheid toegevoegd waarbij de ganzen per kg lichaamsgewicht tot aan de slachtrijpheid 25 mg bijvoegsel opnamen.

VOORBEELD' XII

25 Voor het opfokken van ganzen, die een zo groot mogelijke en goed smakende lever hebben, worden de ganzen gevoerd als beschreven in voorbeeld II, met het verschil echter dat het bijvoegsel de volgende samenstelling heeft: 40 % barbacue, 30 30 % anijs- en koreanderextract, 25 % levertraan en sojaolie 3 % geronylacetaat 2 % lavasolie.

De hoeveelheid bijvoegsel wordt zodanig afge- 35 past, dat de dieren per kg lichaamsgewicht 30 mg bijvoegsel opnemen.

VOORBEELD IV

Bij het fokken van kalkoenen gaat men tewerk 8201430 - 7 - volgens de in voorbeeld II beschreven manier met het verschil dat de dieren per kg lichaamsgewicht 20 mg van 'een bijvoegsel met de volgende samenstelling opnemen: 50 % barbacue 5 40 % walnootolie

10 % arachisolie VOORBEELD V

Konijnen worden gedurende de totale duur van het intensieve houden met een voer gevoederd, dat als bijvoeg-10 sel een mengsel met de volgende samenstelling bevat; 10 % pastinaakolie 20 % peterselieolie 10 % korianderolie 30 % komijnolie 15 25 % walnootolie 3 % geronylacetaat 2 % lavasolie.

De hoeveelheid van het bijvoegsel werd zodanig afgepast, dat de dieren per kg lichaamsgewicht 30 mg bij-20 voegsel opnemen.

8201430

Claims (5)

1. Voederbijvoegsel voor het houden van kleinvee, in het bijzonder voor het intensief houden van pluimvee en konijnen, met het kenmerk, dat het 5 in het dierlijke organisme benut wordt, de smaak van het vlees gunstig beïnvloedt en uit tenminste twee verschillende plantaardige aromastoffen, verder eventueel uit in andere plantaardige aromastoffen en/of hun componenten aanwezige verbindingen en uit eventueel smaakversterkers bestaat.

2. Voederbijvoegsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het als plantaardige aromastof kaneel-, citroen-, sinaasappel-, selderie-, komijn-, anijs-, uien-, koriander-, gember-, peterselie-, pastinaak-, geranium-, ilang-ilang-, eucalyptus- of tijmolie of mengsels 15 van deze oliën bevat.

3. Voederbijvoegsel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het als plantaardige aromastoffen of hun componenten bevattende verbindingen kaneel-aldehyde, anijsaldehyde, geronylacetaat, selineen, terpineol, -20 eugenol, allylpropylsulfide, allyldisulfide, d-limoneen, dia-cetyl, carvon, protocatechu-aldehydemethyleenether, ethylbuty-raat, benzylbutyraat, vanillien, cymol, 3,4-mentheen, d-cam-feen, n-diethylaldehyde, terpinoleen, terpineen, carvomethol, eucalyptol of mengsels daarvan bevat.

4. Voederbijvoegsel volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat het als smaakversterkers lavasolie en/of glutamaat bevat.

5. Werkwijze voor de verbetering van de vleeskwaliteit van kleinvee, in het bijzonder voor de verbete-30 ring van de smaak van pluimvee, met het kenmerk, dat men aan het voer van de onder intensief houden groot gebrachte dieren, in geval van opfok in meerdere fasen, bij voorkeur slechts aan het in de laatste fase gevoerde eindvoer in een hoeveelheid van 10-400 mg per kg lichaamsgewicht, een 35 voederbijvoegsel, toevoegt, dat in het dierlijke organisme wordt gebruikt, de smaak van het vlees gunstig beïnvloedt en uit tenminste twee verschillende plantaardige aromastoffen, verder evt. uit in andere plantaardige aromastoffen en/of hun componenten aanwezige verbindingen en evt. uit smaakversterkers 40 bestaat. 8201430