NL8200784A - Snedeinzet voor het afdraaien. - Google Patents

Description

f X

^ /

Snedeinzet voor het afdraaien

De uitvinding heeft betrekking op een snedeinzet voor het afdraaien, die een aantal achter elkaar aangebrachte sneden heeft.

Het afdraaien van. staven, buizen of bijvoorbeeld draad wordt in grote omvang aangewend. Derhalve getroosten bedrijven, die afdraai-5 machines aanwenden, en fabrikanten van gereedschap voor dergelijke machines zich moeite de werkvoorwaarden steeds te verbeteren, om gunstig in prijs, liggende en kwalitatief hoogwaardige producten te kunnen vervaardigen. Als bijzonder oogmerk geldt daarbij de vormgeving van de snedegeometrie resp. het snedebestanddeel, dat meestal 10 uit een snedeinzet uit snelstaal of hardmetaal of uit een combinatie van deze beide materialen bestaat. Al naar het gebruiksdoeleinde is de snedeinzet een- of meersnedig.

Er is spaanafnemend gereedschap voor het afdraaien bekend, waarbij de snedeinzet als langwerpige achthoek uitgevoerd is (Duitse 15 octrooischrift 1.800.195). Met deze snedeinzet worden zeer goede resultaten met betrekking tot de oppervlakkwaliteit van het afgedraaide werkstuk bereikt.

Voor het bereiken van een zeer hoge spaandiepte bij grote voortbewegingen is het bekend, de snedeinzet zo uit te voeren, dat deze 20 een eerste hoofdsnede en een nevensnede heeft (Duitse Offenlegungs-schrift 28 25 748).

De uitvinding beoogt een snedeinzet te verschaffen, waarmee bij een hoog verspaningsvermogen nauwe toleranties en een hoge oppervlakkwaliteit van het verspaande werkstuk bereikt worden.

25 Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding aldus bereikt, dat een eerste hoofdsnede, een daarop aansluitende eerste nevensnede, een daarop volgende tweede hoofdsnede en een tweede nevensnede zo aangebracht zijn, dat bij het verspanen twee van elkaar onafhankelijke spanen optreden.

30 Volgens één uitvoering van de uitvinding wordt de lengte a van,.v de eerste nevensnede door de betrekking = hn amax 2 bepaald, waarbij Ln het gedeelte van het begin van de eerste neven- 8200784 - 2 - snede tot aan het einde van de tweede nevensnede is.

Een verdere uitvoering van de uitvinding bestaat hierin, dat de afstand b tussen de eerste en de tweede nevensnede door de betrekking b = 0,1 tot 0,5 + K

5 bepaald wordt, waarbij K de op zichzelf bekende verstevigde zone van het telkens optredende, voorbewerkte werkmateriaal is.

De met de uitvinding bereikbare voordelen bestaan in het bijzonder hierin, dat met een enkele snedeinzet een voor- en afwerkdraaien bij tegelijk goede vlak- en geleidingseigenschappen mogelijk is. Daardoor 10 worden nauwe toleranties en een hoge oppervlakkwaliteit van het te bewerken werkstuk bij goede standtijden van de snedeinzet bereikt.

De uitvinding wordt aan de hand van de tekeningen nader beschreven.

Fig. 1, 2 en 3 tonen een snedeinzet volgens de uitvinding in drie aanzichten, 15 fig. 4 toont details van de nieuwe snedeinzet, fig. 5 toont een snedeinzet volgens de uitvinding met een te bewerken werkstuk en fig. 6 toont een op zichzelf bekende schematische voorstelling voor de factor K.

20 Uit fig. 1 t/m 5 is te zien, dat met de nieuwe snedeinzet 9 twee gescheiden spanen voortgebracht worden. Daarbij heeft de eerste hoofdsnede 1 tot taak voor te draaien.

De daarop volgende eerste nevensnede 2 heeft bij voorkeur een lengte a, die maximaal de halve lengte Ln bedraagt (fig. 4). Bij een 25 dergelijke bemeting zijn voortbewegingen s = x f mogelijk, waarbij de factor f tussen 0,7 en 0,9 bedraagt. Het te bewerken werkstuk 7 in fig. 5 wordt door de eerste nevensnede 2 voorgevlakt en geleid.

De tweede hoofdsnede 3 dient voor het afwerken. Daarop volgt de tweede nevensnede 4, waarmee het werkstuk 7 af gevlakt wordt, om nauwe 30 toleranties te waarborgen en een hoge oppervlakkwaliteit te bereiken.

Tussen de eerste nevensnede 2 en de tweede nevensnede 4 moet een afstand b = 0,1 tot 0,5 + K optreden (fig. 4). K staat daarin voor de verstevigde zone van het telkens optredende voorbewerkte werkmateriaal en kan op een op zichzelf bekende wijze bepaald worden. Fig. 6 toont 35 een dergelijke voorstelling. Bij dit voorbeeld is de verstevigde zone 8200784 ** - 3 - K in het bereik van O tot 0,4 mm; de hardheid in dit verstevigde bereik is duidelijk hoger dan de hardheid in het onverstevigde bereik van het werkmateriaal.

De eerste nevensnede 2 wordt geschikt onder een hoek γ = 0° tot 5 15°, bij voorkeur 0° tot 5° ten opzichte van de as 8 van het werkstuk 7 gekozen (fig. 5). Zoals in fig. 5 bij 10 aangegeven is, kan de eerste nevensnede 2 naar de tweede hoofdsnede 3 toe terugspringend uitgevoerd zijn.

De tweede hoofdsnede 3 verloopt niet beslist evenwijdig aan de 10 eerste hoofdsnede 1, maar de hoek $ in fig. 4 moet kleiner dan 90° zijn en de tweede nevensnede 4 moet evenwijdig aan de as 8 van het werkstuk 7 aangebracht zijn.

De hoek a in fig. 5, de inloophoek van de eerste hoofdsnede 1, wordt al naar de spaandiepte en het te bewerken materiaal bij voorkeur t5 15° ± 10° gekozen, in extreme gevallen kan α ook tot zelfs 35° gekozen worden.

De vlakken 5 in fig. 1, 2 en 3 dienen als opsluit- en klemvlakken bij bekende klemwerktuigen. Met behulp van de boring 6 en een overeenkomstig uitgevoerde inrichting kan voorts de snedeinzet 9 bevestigd 20 worden. Andere, gebruikelijke bevestigingswijzen zijn voorts mogelijk.

Als materiaal voor de snedeinzet komen in eerste aanleg hardmetaal en snelwerkstaal of een combinatie van deze beide materialen in aanmerking. Denkbaar zijn echter ook alle andere snijmaterialen, zoals bijvoorbeeld keramisch materiaal.

25 Kort samengevat heeft de snedeinzet volgens de uitvinding betrek king op het spaanafnemend bewerken, in het bijzonder afdraaien van staven uit metaal.

Door een speciale snedeuitvoering wordt bereikt, dat met één snedeinzet een voorbewerken en afwerken mogelijk is. Er treden telkens, twee 30 hoofd- en nevensneden op, en deze zijn zo aangebracht, dat twee spanen ontstaan.

Dit levert een hoge oppervlakkwaliteit van het te bewerken werkstuk op, en er kunnen nauwe toleranties aangehouden worden.

8200784

Claims (5)

1. Snedeinzet voor het afdraaien, die een aantal achter elkaar aangebrachte sneden heeft, met het kenmerk, dat een eerste hoofdsnede (1), een daarop aansluitende eerste nevensnede (2), een daarop volgende tweede hoofdsnede (3) en een tweede nevensnede (4) zo aangebracht 5 zijn, dat bij het verspanen twee van elkaar onafhankelijke spanen optreden.

2. Snedeinzet volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de lengte (a) van de eerste nevensnede (2) door de betrekking Ln a = — max 2 10 bepaald wordt, waarbij Ln het gedeelte van het begin van de eerste nevensnede (.2) tot aan het einde van de tweede nevensnede (4) is.

3. Snedeinzet volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afstand (b) tussen de eerste (2) en de tweede nevensnede (4) door de betrekking 15 b = 0,1 tot 0,5 + K bepaald wordt, waarbij K de op zichzelf bekende verstevigde zone van het telkens voorbewerkte werkmateriaal is.

4. Werkwijze, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen. 20

5. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen. 8200784