NL8200762A - Videosignaalregistreer- en/of reproduceerstelsel. - Google Patents

Description

ΐν > c

Videosignaalregistreer- en/of reproduceerstelsel.

De uitvinding heeft betrekking op videosignaalregistreer- en/of reproduceerstelsels en in het bijzonder op een videosignaalregistreer- en/of reproduceerstelsel waarin slechts een videosignaalperiode binnen een analoog samengesteld 5 videosignaal anders dan een synchronisatiesignaal wordt gemonsterd met een monsterfrekwentie ter verkrijging van een digitaal videosignaal en dit digitale videosignaal wordt geregistreerd op en gereproduceerd vanaf een registratiemedium, zodat de ge-heugenkapaciteit van een geheugenketen gebruikt in een registreer-10 stelsel en een reproduceerstelsel, klein kan zijn. Gebruikelijk als een stelsel voor het registreren en reproduceren van een analoog samengesteld videosignaal, in het bijzonder een analoog samengesteld videosignaal dat een stilstaand beeld aangeeft, was er een stelsel, waarin de tijdbasis van het analoge samen-15 gestelde videosignaal wordt gevarieerd en omgezet in een laag-frekwentband voorafgaand aan het registreren van het analoge samengestelde videosignaal op een registreermedium. Bij dit stelsel wordt het gereproduceerde signaal opgeslagen in een geheugenketen en wordt het signaal omgezet in de oorspronkelijke 20 frekwentieband door het regelen van de snelheid, waarmee het signaal wordt uitgelezen uit de geheugenketen. Het oorspronkelijke analoge samengestelde videosignaal aldus verkregen, wordt gereproduceerd door een televisie-ontvanger.

Evenwel wordt in het bovengenoemde bekende stelsel 25 het samengestelde videosignaal geregistreerd op en gereproduceerd vanaf het registratiemedium in de analoge signaaltoestand.

Aldus was er een nadeel, dat geringe degradatie werd ingevoerd in de kwaliteit van het gereproduceerde analoge samengestelde videosignaal, overeenkomstig de karakteristieken van het regi-30 streer- en reproduceerstelsel en de geheugenketen. In het algemeen wordt in een geval waar de inhoud van het videosignaal een stilstaand beeld is, ruis gemakkelijker waargenomen in het gere- 8200762 - 2 - produceerde beeld in vergelijking met het geval, waar de inhoud van het videosignaal een bewegend beeld is. Daarom was er in het bijzonder wanneer de video-inhoud van het analoge samengestelde videosignaal, dat is geregistreerd en gereproduceerd, een 5 stilstaand beeld is, een nadeel dat zelfs de boven beschreven geringe degradatie in de kwaliteit van het gereproduceerde videosignaal gemakkelijk wordt waargenomen in het gereproduceerde beeld.

Het is aldus een algemeen doel van de uitvinding 10 te voorzien in een nieuw videosignaalregistreer- en/of reprodu-ceerstelsel waarbij de boven beschreven nadelen zijn opgeheven, door registreren en/of reproduceren van het videosignaal als een digitaalsignaal.

Een ander en meer specifiek doel van de uitvinding 15 is te voorzien in een videosignaalregistreer- en/of reproduceer-stelsel, dat slechts een videosignaalperiode registreert en/of reproduceert welke een video-informatie aangeeft anders dan de synchronisatiesignaalperiode van een analoog samengesteld videosignaal zoals een digitaal videosignaal. Volgens het stelsel van 20 de uitvinding kan de geheugenkapaciteit van een geheugenketen klein zijn. Buitendien kan het registreren en/of reproduceren worden uitgevoerd met hoge kwaliteit in vergelijking met het geval waar het videosignaal wordt geregistreerd in de vorm van een analoog signaal.

25 Nog een ander doel van de uitvinding is te voor zien in een stelsel voor het registreren en/of reproduceren van een digitaal omgezet videosignaal dat een stilstaand beeld aangeeft, samen met digitaal omgezette geluidssignalen. Volgens het stelsel van de uitvinding is het mogelijk een videosignaal van 30 een stilstaand beeld te registreren en/of te reproduceren, dat gewoonlijk wordt begeleid door ruis, gemakkelijk opgemerkt in het gereproduceerde beeld, samen met geluidssignalen, in een toestand waarbij de ruis in hoge mate is verminderd.

De uitvinding zal aan de hand van de tekening in 35 het volgende nader worden toegelicht.

8200762

i. V

- 3 -

Figuur 1 is een blokschema van een uitvoeringsvorm van een registreerstelsel van een videosignaalregistreer-en/of reproduceerstelsel volgens de uitvinding.

Figuur 2 is een diagram voor het toelichten van 5 de konstruktie van een blok van een digitaal signaal dat moet worden geregistreerd door het registreerstelsel van figuur 1.

Figuur 3 toont een blokdiagram van een uitvoering van een reproduceerstelsel van een videosignaalregistreer- en/of reproduceerstelsel volgens de uitvinding.

10 Figuur 4 toont een blokdiagram van een: uitvoering van een essentieel gedeelte van het reproduceerstelsel van figuur 3.

Figuren 5 (Δ) tot 5 (E) tonen respektievelijk sig-naalgolfvormen van signalen bij elk gedeelte van het blokstel-15 sel volgens figuur 4.

Figuur 6 toont een blokdiagram van een andere uitvoering van een essentieel gedeelte van het reproduceerstelsel volgens figuur 3.

Figuren 7 (A) tot 7 (C) dienen respektievelijk 20 voor toelichting van de werking van het blokstelsel van figuur 1.

Eerst zal een beschrijving worden gegeven met betrekking tot een uitvoering van een registreerstelsel van het videosignaalregistreer- en/of reproduceerstelsel volgens de uit-25 vinding aan de hand van figuur 1. Bij de onderhavige uitvoering van de uitvinding is de video-inhoud van het analoge samengestelde videosignaal een stilstaand kleurenbeeld, en is het registratiemedium een roterend registratiemedium (hierna eenvoudig aangegeven als een schijf), teneinde de toelichting eenvoudig 30 te houden. Buitendien zal een beschrijving worden gegeven met betrekking tot een voorbeeld waarbij signalen van vier kanalen worden geregistreerd in een baan van de schijf en het videosignaal en het audiosignaal tegelijk op de schijf worden geregistreerd. De video-inhoud van het analoge samengestelde video-35 signaal, het registratiemedium (of transmissiebaan) en dergelijke 8200762 * - 4 - zijn niet beperkt tot die van bovenstaande uitvoering.

In figuur 1 wordt een analoog samengesteld videosignaal met een stilstaand kleurenbeeld als de video-inhoud toegevoerd aan een analoog-digitaalomzetter 15 via een ingangsklem 5 11. Het videosignaal wordt gemonsterd met een eerste monster- frekwentie (10,7 MHz, bijvoorbeeld) en gekwantiseerd in de analoog-digitaalomzetter 15. Aldus wordt het videosignaal omgezet in een digitaal videosignaal (in impulskode gemoduleerd videosignaal) met acht bits als het kwantiseergetal. Een uitgang van 10 de analoog-digitaalomzetter 15 wordt toegevoerd aan'een keten 16 voorzien van BAM-geheugen en een regelketen. Een raster van het samengestelde videosignaal wordt opgeslagen (in geheugen gebracht) in het BAM-geheugen binnen de keten 16.

Geluidssignalen van eerste, tweede en derde kana-15 len worden respektievelijk toegevoerd aan een analoog-digitaalomzetter 17 via‘ingangsklemmen 12, 13 en 14. Deze geluidssignalen worden gemonsterd met een tweede monsterfrekwentie (47,25 kHz bijvoorbeeld) en gekwantiseerd in de analoog-digitaalomzetter 17. Vandaar worden de geluidssignalen omgezet in een digitaal 20 geluidssignaal (in impulskode gemoduleerd geluidssignaal) met zestien bits als het kwantiseergetal. Het digitale geluidssignaal met een monsterfrekwentie van 47,25 kHz en een kwantiseergetal van zestien bits, aldus verkregen uit de analoog-digitaalomzetter 17, wordt toegevoerd aan een signaalprocesketen 18 als 25 een signaal voor drie kanalen.

De tijdbasis van het digitale videosignaal met een monsterfrekwentie van 10,7 MHz en een kwantiseergetal van acht bits wordt uitgestrekt en wordt uitgelezen uit de keten 16 als een digitaal videosignaal met een monsterfrekwentie van 94,5 kHz 30 en een kwantiseergetal van acht bits (dit is ekwivalent aan de monsterfrekwentie van 47,25 kHz en een kwantiseergetal van zestien bits). Dit digitale videosignaal wordt geleverd aan de signaalprocesketen 18 als een signaal voor een kanaal. Zoals hierna zal worden beschreven, is het synchronisatiesignaalgedeelte 35 van het analoge samengestelde videosignaal geelimineerd in dit 8200762 - 5 - digitale videosignaal, en het digitale videosignaal is een digitaal signaal in slechts de videosignaalperiode welke de video-informatie-inhoud aangeeft. Teneinde dit digitale signaal in slechts de videosignaalperiode te verkrijgen, slaat het 5 RAM-geheugen van de keten 16 het uitgaande digitale signaal van de analoog-digitaalomzetter op zoals dit is, en leest dit uitgaande digitale signaal uit als een digitaal videosignaal overkómen met slechts een videosignaal in de videosignaalperiode. Buitendien slaat het RAM-geheugen van de keten 16 een 10 signaal op overeenkomen met slechts met een videosignaal in de videosignaalperiode van het uitgaande digitale signaal van de analoog-digitaalomzetter 17 en leest dit signaal uit als het digitale videosignaal.

De signaalprocesketen 18 levert signaalverwer— 15 king zodanig, dat de ingaande digitale signalen voor een totaal van vier kanalen heringericht worden tot seriegegevens vanaf parallelgegevens, de digitale signalen voor elk kanaal respektievelijk worden gebroken tot vooraf bepaalde sekties, en deze gebroken signalen worden geïnterlinieerd en in tijd-20 multiplex geplaatst. Buitendien telt de signaalprocesketen 18 een fout korrektiesignaal, een fout signaal detektiesignaal, een synchronisatiesignaal voor het begin van een blok en een regelsignaal (adressignaal) voor het uitvoeren van positieregeling van een signaalopneemorgaan en het uitvoeren van 25 een richtwerking bij het reproduceren van de schijf, op bij de bovengenoemde signalen voor het vormen van een digitaal signaal voor het registreren.

Een blok van het digitale signaal voor het registreren, aldus gevormd door de signaalverwerking bij de 30 signaalprocesketen 18, ziet men in figuur 2. Dit ene blok bestaat uit een synchronisatiesignaal (Sync) 31 van tien bits om het begin van het blok aan te geven, digitale geluidssignalen 32, 33 en 34 respektievelijk met zestien bits voor de eerste, tweede en derde kanalen (Ch-1 tot Ch-3), een 35 digitaal videosignaal 35 met zestien bits voor het vierde 8200762 - 5a - kanaal (Ch-4), fout signaal korrektiesignalen 36 en 37 respektievelijk met zestien bits, een fout signaal detektiesig-naal (CR.C) 38 met drieëntwintig bits, en een regelsignaal 39 met een bit.

Indien de fout signaal korrektiesignalen 36 en 37 worden aangegeven met P en Q, kunnen deze signalen worden beschreven door de hierna aangegeven vergelijkingen (1) en (2)

In deze vergelijkingen (1) en (2) vertegenwoordigen W1, W2, W3 en W4 respektievelijk de digitale signalen van Ch-1 tot Ch-4 (normaal zijn deze signalen digitale signalen in respektievelijk 8200762 * - 6 - verschillende blokken), is T een hulpmatrix van een vooraf bepaalde veelterm en geeft © een twee-komplementoptelling aan.

P = W1 © W2 © W3 © W4 ---- (1) 5 Q » T4.W1 © T3^ © T2.W3 © T.W4 ---(2)

Het fout signaal detektiesignaal (CRC) 38 is een rest van drieëntwintig bits verkregen wanneer elk woord, dat is de signalen 32 tot 35 van Ch-1 tot Ch-4 aangebracht in hetzelfde 10 blok, en de P en Q signalen 36 en 37, wordt gedeeld-door een 23 5 4 algemene veelterm x +x +x + x + 1 bijvoorbeeld. Dit signaal 38 is een signaal voor het detekteren of een fout bestaat in het woord binnen het blok dat wordt gereproduceerd. Een bit van het regelsignaal 39 wordt overgedragen binnen een blok en 15 bijvoorbeeld worden alle bits van het regelsignaal overgedragen door 126 blokken (dat is dat het regelsignaal 39 bestaat uit 126 bits).

Een digitaal signaal met 130 bits binnen een blok zoals getekent in figuur 2, wordt opvolgend verkregen in eenheden 20 van blokken op een seriewijze, vanuit de signaalprocesketen 14. Dit digitale signaal wordt geleverd aan een modulatieketen 19 aangebracht in een opvolgende trap. Aldus wordt het digitale signaal gemoduleerd door een gewijzigd frekwentiemodulatiestel-sel (MFM) en omgezet in een in frekwentie gemoduleerd signaal 25 door frekwentiemodulatie van een draaggolf van 7 MHz bijvoorbeeld. Het in frekwentie gemoduleerde signaal wordt geregistreerd op een schijf 21 door een registreerinrichting 20 welke een laserbundel en dergelijke gebruikt.

Bijvoorbeeld wordt een spiraalvormige hoofdbaan 30 geregistreerd als rijen van intermitterende putten op de schijf 21. Deze hoofdbaan wordt gevormd door het opvolgend samenstellen van de bovengenoemde digitale geluidssignalen van drie kanalen en het digitale videosignaal van een kanaal op een wijze met tijdserie in eenheden van blokken, met het signaalformaat vol-35 gens figuur 2. Buitendien wordt een hulpbaan geregistreerd als 8200762 - 7 - rijen van intermitterende putten op een tussengelegen gedeelte tussen hartlijnen van naburige hoofdbanen. De hulpbaan wordt afwisselend geregistreerd met eerste en twee referentiesignalen fp1 en fp2 voor baanvolgregeling, op een salvo-achtige wijze, 5 voor een rotatieperiode van de schijf. Buitendien wordt een derde referentiesignaal fp3 geregistreerd op de hoofd- of hulpbaan, bij het gedeelte waar de eerste en tweede referentiesignalen fp1 en fp2 schakelen. Bij een reproduceerinrichting worden de geregistreerde signalen afgelezen en gereproduceerd, door het 10 detekteren van de variatie in elektrostatische kapaciteit gevormd tussen de schijf en een elektrode van een reproduceerstift lopend en volgend over de schijf. Er zijn geen volggeleidings-groeven gevormd in de schijf 21 voor het geleiden van de reproduceerstift. Het volgen door de reproduceerstift wordt geregeld 15 door diskrimineren van de gereproduceerde uitgangen van de bovengenoemde eerste tot derde referentiesignalen fp1 tot fp3.

In een geval waar de monsterfrekwentie 10,7 MHz (strikt gesproken is dit een frekwentie welke drie maal de chro-minatiesubdraaggolffrekwentie van 3,579545 MHz is) en het kwan-20 tiseergetal 8 bits is, wordt de informatiehoeveelheid vereist teneinde een raster van een NTSC-stelsel-kleurenvideosignaal over te dragen 2866502,5 (= 3 x 3579545 x 8 + 29,97) aangezien de rasterfrekwentie 29,97 Hz is. Aldus wordt, teneinde een signaal van de bovengenoemde informatiehoeveelheid te registreren 25 en te reproduceren, een RAM-geheugen met een geheugenkapaciteit g van 2,87 x 10 bits nodig zowel in het registreerstelsel als in het reproduceerstelsel. Het heeft echter wat de kosten betreft de voorkeur dat de geheugenkapaciteit van het RAM-geheugen klein is. Daarom worden bij de onderhavige uitvoering van de uitvin-30 ding maatregelen genomen om te voldoen aan de genoemde eisen.

De onderhavige uitvoering is een konkrete uitvoering van het volgende koncept, ontworpen door de uitvinders.

In het algemeen omvat het samengestelde videosignaal een videosignaalgedeelte met een beeldinformatie binnen 35 een videoperiode, horizontale en vertikale synchronisatiesignalen 8200762 - 8 - binnen een synchronisatieperiode, horizontale en vertikale onder-drukkingssignalen en dergelijke. Indien echter het signaal binnen de synchronisatieperiode wordt toegevoegd bij het reprodu-ceerstelsel, is er geen noodzaak het signaal binnen de synchro-5 nisatieperiode over te dragen.

Wanneer verder het samengestelde videosignaal een samengesteld kleurenvideosignaal is, wordt het kleuren salvo-signaal in het algemeen overgedragen in een toestand met multi-plexwerking met het achterportaal van het horizontale synchro-10 nisatiesignaal. Indien dus de kwaliteit van de het samengestelde videosignaal opwekkende inrichting is binnen een vooraf bepaald gebied, is de fasevariatie binnen een rasterinterval klein. Indien buitendien de verhouding tussen de eerste monsterfrekwentie en de chrominatiesubdraaggolffrekwentie wordt gekozen als een 15 verhouding van gehele getallen, en de frekwentieverhouding tussen de kleuren-salvosignaalfrekwentie en de eerste monsterfrekwentie wordt gehandhaafd op een konstante frekwentieverhouding bij het reproduceerstelsel, worden de posities van de chrominantiesub-draaggolf van het eerste en laatste draaggolfchrominatiesignaal 20 van de beeldinformatie voor een raster gehandhaafd op vooraf bepaalde posities tenzij een jitterkomponent (frekwentie-variatie-komponent) wordt ingevoerd tussen beide frekwenties in het regi-streerstelsel en het reproduceerstelsel. In dit geval is het niet steeds nodig het kleuren-salvosignaal voor elke horizontale af-25 tastperiode over te dragen en is het voldoende dit slechts een keer voor een raster over te dragen over een gebied van acht cycli. Aldus kan het vereiste kleuren-salvosignaal worden toegevoegd bij het reproduceerstelsel voor elke horizontale aftast-periode gebaseerd op het bovengenoemde kleuren—salvosignaal over-30 gedragen een keer voor een raster.

Aldus wordt bij de onderhavige uitvoering van de uitvinding slechts het videosignaal binnen de videoperiode aangevende de video-informatie, van het samengestelde videosignaal, geregistreerd. Wanneer het videosignaal een NTSC-stelsel-kleuren 35 videosignaal is, zijn er 487 effektieve aftastlijnen binnen 525 8200762 - 9 - lijnen. Buitendien is de periode waarin het videosignaal bestaat, 16,5% in een horizontale aftastperiode. Aldus wordt de informatie-hoeveelheid vereist voor een raster als volgt: 2866502.5 x x (1 - 0,165) = 2220283,6 (bits) 5

Evenwel wordt het kleuren--salvosignaal afzonderlijk overgedragen.

De geheugenkapaciteit van algemeen beschikbare RAM-geheugens is 2n bits (n is een geheel getal). Indien een 21 RAM-geheugen wordt gebruikt met een geheugenkapaciteit van 2 10 (= 2097152) bits, ontbreekt in de geheugenkapaciteit 5,87% met betrekking tot bovengenoemde informatiehoeveelheid voor een ras- g ter met 2,22 x 10 bits.

Bij de onderhavige uitvoering van de uitvinding worden maatregelen genomen voor het verder verminderen van de 15 informatiehoeveelheid vereist bij registreren en reproduceren.

Dit betekent, dat bij in de handel zijnde televisie-ontvangers een zogenaamde over-aftasting wordt uitgevoerd door het aftasten over het oppervlak van de buis, zodat de beelddelen bij de vier hoeken van een gereproduceerd beeldraster niet zichtbaar zijn.

20 Zelfs wanneer dus de beelddelen bij vier hoeken van een beeld iets zijn uitgevallen, worden geen problemen ingevoerd uit praktisch oogpunt, en deze beelddelen behoeven niet noodzakelijk te worden overgedragen. Indien dus de delen overeenkomend met zeven aftastlijnen (1,33%) en vierentwintig monsters (35%) in de hori-25 zontale richting optreden, wordt de informatiehoeveelheid vereist voor een raster bij registratie en reproduktie als volgt.

2866502.5 x -8^~·7 x (1 - 0,165 - 0,035) = 2096641,8 (bits) 30 g

Deze informatiehoeveelheid is ongeveer 2,1 x 10 bits kleiner dan de geheugenkapaciteit van het RAM-geheugen dat een geheugen-21 kapaciteit van 2 bits heeft. Door dus bovengenoemde maatregelen te nemen, wordt het mogelijk een digitaal videosignaal van een 8200762 - 10 - raster op te slaan in het RAM-geheugen met de geheugenkapaci-21 teit van 2 bits, De regelketen wordt aangebracht om slechts het videosignaal op te slaan, dat betrekking heeft op het beeld, binnen het RAM-geheugen.

5 Indien in het bovenstaande geval het monstergetal voor een horizontale aftestperiode 546 is, is het aantal af- tastlijnen voor een raster 480, en heeft het kwantiseergetal acht bits, zijn 2096640 (= 546 x 480 x 8) bits vereist en wordt 21 het verschil met 2 bits gelijk aan 512 bits. Nu zijn 192 10 (=8 cycli x 3 monsters x 8 bits) bits voldoende voor het over dragen van het kleurensalvosignaal. Het registreren en overdragen van het kleurensalvosignaal kan voldoende worden uitgevoerd binnen deze 512 bits.

Zoals bekend is, keert de fase van het kleuren-15 salvosignaal in het NTSC-stelsel-kleurenvideosignaal bij elke horizontale aftastperiode om. Wanneer dus het kleurensalvosignaal tot een mate van acht cycli wordt geregistreerd en gereproduceerd (overgedragen) een keer voor een raster als bovenbeschreven, wordt het nodig de fase van een kleurensalvosignaal 20 digitaal om te keren voor elke horizontale aftastperiode, of de fase van het kleurensalvosignaal om te keren op een analoge wijze in het reproduceerstelsel. Teneinde deze werkingen te vermijden, kunnen twee soorten kleurensalvosignalen met wederzijds tegengesteld faseverband worden geregistreerd en gerepro-25 duceerd (overgedragen).

Hierna zal een beschrijving worden gegeven met betrekking tot de werking van een uitvoering van een reproduceerstelsel voor het reproduceren van een schijf geregistreerd door het bovengenoemde registreerstelsel, zie figuur 3. In fi-30 guur 3 is de aanduiding van een baanvolgstelsel weggelaten.

In figuur 3 wordt de schijf 21 geroteerd met een rotatiesnel-heid van 900 omw/min bijvoorbeeld. De geregistreerde signalen worden opgenomen en gereproduceerd vanaf de schijf 21 door een signaalopneemorgaan 41. Dit signaalopneemorgaan 41 heeft een 35 keten, welke aanspreekt op kleine variaties in de elektrosta- 8200762 - 11 - tische kapaciteit gevormd tussen de schijf 21 en een elektrode van een reproduceerstift, tengevolge van het aanwezig of afwezig zijn van de putten. De resonantiefrekwentie van de bovengenoemde keten van het signaalopneemorgaan 41 varieert overeen-5 komstig de variatie in de elektrostatische kapaciteit. Het ge registreerde signaal wordt verkregen van een uitgangseinde van deze keten van het signaalopneemorgaan 41, door een signaal van konstante frekwentie aan deze keten toe te voeren.

Het geregistreerde signaal vanaf de hoofdbaan, 10 dat wordt opgenomen en gereproduceerd door het signaalopneemorgaan 41, wordt in frekwentie gedemoduleerd in een demodulatie-keten 42 en dan onderworpen aan MFM-dekodering. Het gereproduceerde signaal wordt aldus gevormd tot een tijd-serie-meng-signaal met het signaalformaat aangegeven in figuur 2. Een uit-15 gangssignaal van de demodulatieketen 42 wordt toegevoerd naar een fout korrektieorgaan 44. Het uitgangssignaal van de demodulatieketen 42 wordt gede-interlinieerd en gedetekteerd wanneer een fout werd veroorzaakt door het gebruik van het fout-signaal detektiesignaal CRC. De korrektie en het herstel van het fout-20 signaal worden uitgevoerd door gebruik van de foutsignaalkorrek- tiesignalen P en Q, alleen wanneer een fout wordt gedetekteerd.

Aldus worden een vier-kanalen 16-bit digitaal signaal en een opneemregelsignaal, met geen fouten, verkregen uit het foutkorrektieorgaan 44. Deze uitgangssignalen worden 25 toegevoerd aan een serie-parallelomzetter 45, waarin de signalen worden onderworpen aan een serie-parallelomzetting en omgezet in een parallelsignaal. Het drie-kanalen 16-bit digitaal geluidssignaal van uitgangen uit de serie-parallelomzetter 45, wordt onderworpen aan een digitaal-analoogomzetting in een 30 digitaal-analoogomzetter 46 en geleverd via uitgangsklemmen 47, 48 en 49. Het opneemregelsignaal wordt toegevoerd aan een vooraf bepaalde keten (niet getekend) voor opzoeken hoge snelheid en dergelijke.

Anderzijds wordt het digitale videosignaal van 35 het vierde kanaal toegevoerd aan een reproduceerketen 50. Het 8200762 - 12 - digitale videosignaal wordt gereproduceerd als een analoog samengesteld videosignaal (een stilstaand kleurenbeeldsignaal in dit geval) in overeenstemming met een vooraf bepaald tele-visiestelsel, nadat de monsterfrekwentie is omgezet, en het 5 digitale videosignaal wordt opgeteld bij het synchronisatie- signaal en het kleurensalvosignaal bij de reproduceerketen 50. Het analoge samengestelde videosignaal wordt geleverd via een uitgangsklem 51.

Een uitvoeringsvorm van de reproduceerketen 50 10 van figuur 3 zal nu worden beschreven in samenhang met de blok-schakeling van figuur 4. Het digitale videosignaal met de tweede monsterfrekwentie van 47,25 kHz en het kwantiseergetal van 16 bits, en het kleurensalvosignaal, respektievelijk verkregen uit de serie-parallelomzetter 45, worden toegevoerd aan een 15 geheugenketen 62 via een ingangsklem 61. De signalen voor een raster worden opgeslagen in de geheugenketen 62. Anderzijds wordt een signaal uit een oscillator (niet getekend) met een oscillatorfrekwentie welke gelijk is aan de eerste monsterfrekwentie van 10,7 MHz, toegevoerd aan een videoperiodesignaal-20 generator 64, een kleurensalvoperiodesignaalgenerator 65 en een signaalgenerator 66 via een ingangsklem 63. Aldus worden een horizontaal synchronisatiesignaal a aangegeven in figuur 5(A) dat synchroon is met de frekwentie 10,7 MHz en een vertikaal synchronisatiesignaal (niet getekend) respektievelijk op-25 gewekt door de signaalgenerator 66. De aldus opgewekte synchronisaties ignalen worden toegevoerd aan de videoperiodesignaal-generator 64, de kleurensalvoperiodesignaalgenerator 65 en een mengketen 69, welke hierna zal worden beschreven.

De kleurensalvoperiodesignaalgenerator 65 levert 30 een signaal b aangegeven in figuur 5(B) en voert dit signaal b naar de geheugenketen 62. Het kleurensalvosignaal opgeslagen in de geheugenketen 62, wordt uitgelezen voor een periode overeenkomend met de periode waarin het kleurensalvosignaal oorspronkelijk zou bestaan, wanneer de geheugenketen 62 wordt 35 gevoed met het bovengenoemde signaal b. Anderzijds levert de 8200762 - 13 - videoperiodesignaalgenerator 64 een signaal c aangegeven in figuur 5(C) en voert dit signaal c naar de geheugenketen 62.

Hit digitale videosignaal in de videoperiode, opgeslagen in de geheugenketen 62, wordt uitgelezen voor een periode overeenko-5 mend met de videoperiode wanneer de geheugenketen 62 wordt gevoed met het signaal c. Het digitale videosignaal in de videoperiode wordt uitgelezen in de videoperiode en het digitale signaal van het kleurensalvosignaal wordt uitgelezen in de kleurensalvoperiode, vanuit de geheugenketen 62, zodat de mon-10 sterfrekwentie 10,7 MHz wordt. Deze aldus uit de geheugenketen 62 uitgelezen signalen worden respektievelijk onderworpen aan digitaal-analoogomzetting in een digitaal-analoogomzetter 67. Het analoge signaal vanuit de omzetter 67 wordt ontdaan van signaalkomponenten over 1/2 van de frekwentie van 10,7 MHz bij 15 een laagdoorlaatfilter 68. Een signaal d volgens figuur 5(D) wordt aldus verkregen. Het analoge videosignaal bestaat in de kleurensalvosignaal- en videosignaalperioden in het bovengenoemde tijd-serie analoge signaal d. Het signaal d,wordt toegevoerd aan de mengketen 69. De mengketen 69 mengt het boven-20 genoemde analoge signaal d, het horizontale synchronisatiesig-naal a en het vertikale synchronisatiesignaal vanuit de sig-naalgenerator 66 en vormt een signaal e aangegeven in figuur 5(E). Dit signaal e is een analoog samengesteld kleurenvideo-signaal, dat in overeenstemming is met het NTSC-stelsel kleuren-25 videosignaal en wordt toegevoerd aan een uitgangsklem 70.

Teneinde digitaal het kleurensalvosignaal te verkrijgen dat wordt omgekeerd voor een horizontale aftastperiode bij reproduceren van een schijf geregistreerd met het kleurensalvosignaal tot een mate van acht cycli een keer voor een ras-30 ter, behoeft de kodebit van het digitale signaal van het kleurensalvosignaal uitgelezen uit de geheugenketen 62 slechts te worden omgekeerd voor elke horizontale aftastperiode.

Thans volgt een toelichting met betrekking tot een andere uitvoering van de reproduceerketen 50 van figuur 3, 35 door verwijzing naar het blokstelsel van figuur 6. In figuur 6 8200762 - 14 - zijn de onderdelen, welke hetzelfde zijn als de betreffende onderdelen van figuur 4, aangegeven met dezelfde verwijzings-cijfers, terwijl hun toelichting niet zal worden herhaald.

Zoals boven beschreven wordt de eerste monster-5 frekwentie gekozen op 10,7 MHz, welke drie maal de frekwentie van het draaggolfchrominantiesignaal is binnen het analoge samengestelde videosignaal. Aldus neemt het digitale videosignaal van een uniforme beeldinformatie dezelfde monsterwaarde aan voor elk derde monster. Wanneer een fout, welke niet kan worden 10 gekorrigeerd door het foutkorrektie-orgaan 44, wordt opgewekt tengevolge van uitvallen en dergelijke, wordt de karakteristiek van het draaggolfchrominantiesignaal gewijzigd in het bijzonder wanneer voorafgaande vasthoudwerkingen en dergelijke worden uitgevoerd met betrekking tot het digitale videosignaal zonder 15 gebruik van een demodulator. Daarom wordt bij de onderhavige uitvoering van de uitvinding de degradatie in de kwaliteit van het gereproduceerde beeld tengevolge van fouten welke niet kunnen worden gekorrigeerd, voorkomen door het gebruik van de waarde van drie monsters vooraf, zoals hierna zal worden be-20 schreven.

In figuur 6 worden het digitale videosignaal met de tweede monsterfrekwentie van 47,25 kHz en het kwantiseer-getal van zestien bits, en het kleurensalvosignaal respektie-velijk,verkregen uit de serie-parallelomzetter 45, toegevoerd 25 aan een drie-monstervertragingsketen 82 via een ingangsklem 81. Deze signalen worden vertraagd over een tijd ekwivalent aan drie monsters en toegevoerd aan een klem q van een signaal-schakelketen 83. Buitendien worden de bovengenoemde signalen vanuit de ingangsklem 81 direkt toegevoerd aan een klem p van 30 de signaalschakelketen 83. Wanneer aldus de digitaal-analoog·

omgezette signaalvorm van het ingaande digitale videosignaal vanuit de ingangsklem 81 een golfvorm is overeenkomstig figuur 7 (A), wordt de digitaal-analoog omgezette signaalgolfvorm verkregen uit de vertragingsketen 82 zoals aangegeven in figuur 7 35 (C). In figuren 7 (A) en 7 (C) geven de aanduidingen "o" en ,fx,T

8200762 - 15 - respektievelijk de posities van monsterpunten aan en posities van monsterpunten welke niet konden worden gekorrigeerd.

Een kontaktorgaan van de signaalschakelketen 83 is verbonden met de zijde van de klem q gedurende de periode 5 wanneer een fout-korrektie-onmogelijkheidssignaal, opgewekt wanneer de foutkorrektie niet kan worden uitgevoerd door het foutkorrektieorgaan 44, wordt toegevoerd aan een ingangsklem 84. Gedurende andere perioden wordt de signaalschakelketen 83 zo uitgevoerd, dat het kontaktstuk verbonden blijft met de 10 zijde van de klem p. Aldus worden het digitale videosignaal en het kleurensalvosignaal verkregen via de ingangsklem 81, normaal toegevoerd aan de geheugenketen 62 via de klem p van de signaalschakelketen 83. Het signaal overeenkomend met een raster, wordt opgeslagen in de geheugenketen 62.

15 In een toestand waar het onmogelijk wordt de fout te korrigeren als boven beschreven, wordt een impuls f aangegeven in figuur 7 (B) toegevoerd aan de signaalschakelketen 83 vanaf de ingangsklem 84, en wordt het kontaktstuk verbonden met de zijde van de klem q. Aldus wordt het uitgangs-20 signaal van de vertragingsketen 82 toegevoerd naar de geheugenketen 62 via de signaalschakelketen 83. Daarom worden het digitale videosignaal en het kleurensalvosignaal gedurende de toestand, dat het niet mogelijk is de fout te korrigeren, vervangen door die van drie monsters vooraf en toegevoerd aan de 25 geheugenketen 62. Zelfs wanneer het dus onmogelijk wordt de fout te korrigeren, wordt een samengesteld kleurenvideosignaal, dat niet waarneembare ruis en uitval invoert in het gereproduceerde beeld tengevolge van onmogelijkheid om de fout te korrigeren, verkregen uit de uitgangsklem 70.

30 Wanneer het onmogelijk wordt de fout twee maal te korrigeren voor elke drie monsters (zulk een geval zal in de praktijk nauwelijks voorkomen) kunnen maatregelen worden genomen zodanig, dat wanneer de tweede keer de fout niet kan worden gekorrigeerd, de gegevens worden vervangen door de gege-35 vens van zes monsters vooraf.

8200762 - 16 -

Het registreren en reproduceren als aangegeven bij de uitvinding is niet beperkt tot het registreren en reproduceren uitgevoerd via een registratiemedium, maar het moet signaaltransmissie omvatten, uitgevoerd door signaaltransmissie 5 en ontvangst over een transmissiebaan.

De uitvinding is niet beperkt tot de boven beschreven uitvoeringsvormen, zodat variaties binnen het kader van de uitvinding mogelijk zijn.

10 8200762

Claims (19)

1. Videosignaalregistreerstelsel, met het kenmerk, dat is voorzien in eerste omzetorganen (15) voor het monsteren van een analoog samengesteld videosignaal met 5 een eerste monsterfrekwentie voor het omzetten van het analoge samengestelde videosignaal in een digitaalsignaal, en geheugen-organen (16) voor het opslaan van een uitgaand digitaalsignaal van de eerste omzetorganen voor het uitlezen van het uitgaande digitale signaal als een digitaal videosignaal gemonsterd met 10 een tweede monsterfrekwentie, waarbij het digitale videosignaal slechts overeenkomt met een videosignaal in een videosig-naalperiode onder uitsluiting van een synchronisatiesignaal-periode van het analoge samengestelde videosignaal, waarbij het digitale videosignaal zoals uitgelezen, wordt geregistreerd.

2. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geheugenorganen (16) het uitgaande digitale signaal van de eerste omzetorganen opslaan zoals het is en dit uitgaande digitale signaal uitlezen als een digitaal 20 videosignaal opereeikomend slechts met een videosignaal in de videosignaalperiode.

3. Stelsel volgens conclusie 1, mét het kenmerk, dat de geheugen organen (16) een signaal opslaan 25 slechts overeenkomend met een videosignaal in de videosignaalperiode van een uitgaand digitaalsignaal van de eerste omzetorganen, en dit signaal uitlezen als het digitale videosignaal.

4. Stelsel volgens conclusie 1, 30 met het kenmerk, dat verder tweede omzetorganen (17) aanwezig zijn voor het monsteren van analoge geluidssignalen met een frekwen- 8200762 - 18 - tie gelijk aan de tweede monsterfrekwentie voor het omzetten van de analoge geluidssignalen in digitale geluidssignalen, en signaalprocesorganen.(18) voor het omzetten van parallel-gegevens van de digitale geluidssignalen en het digitale video-5 signaal in seriegegevens voor het toevoeren van deze seriege- gevens naar de registreerorganen.

5. Stelsel volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de analoge geluidssignalen geluidssignalen 10 van een aantal kanalen zijn, terwijl het analoge samengestelde videosignaal een signaal is dat een stilstaand aangeeft, en de registreerorganen een registreersignaal registreren vanuit de signaalprocesorganen op een registratiemedium.

6. Stelsel volgens conclusie 1, 15 met het kenmerk, dat de geheugenorganen (16) het digitale videosignaal slechts uitlezen ten gevolge van een videosignaalge-deelte dat een effektief beeld aangeeft afgezien van over-aftast-gedeelten in het ontvangen beeld in een televisie-ontvanger.

7. Stelsel volgens conclusie 1, waarbij het analo ge samengestelde videosignaal een analoog samengesteld kleuren-videosignaal is, met het kenmerk, dat de eerste monsterfrekwentie wordt gekozen op 25 een frekwentie met een frekwentieverband zodanig dat de eerste monsterfrekwentie en een chrominantiesubdraaggolffrekwentie van het analoge samengestelde kleurenvideosignaal.kan worden beschreven met een verhouding van gehele getallen, terwijl de tweede monsterfrekwentie een frekwentie is welke lager is dan 30 de eerste monsterfrekwentie, en het digitale videosignaal uitgelezen uit de geheugenorganen, een digitaalsignaal is overeenkomend met slechts een kleurenvideosignaal in een videosignaal-periode buiten een synchronisatiesignaalperiode en een kleuren-salvosignaal. 35 8200762 - 19 -

8. Stelsel volgens conclusie 7, met hét kenmerk, dat het digitale signaal overeenkomend met het kleurensalvosignaal van het digitale signaal verkregen uit de 5 geheugenorganen (16) overeenkomt met een kleurensalvosignaal bestaande in een positie voor een raster van het analoge samengestelde kleurenvideosignaal.

9. Stelsel volgens conclusie 7, met het kenmerk, 10 dat het digitale signaal overeenkomend met het kleurensalvosignaal van het digitale signaal verkregen uit de geheugenorganen (16) bestaat op twee posities voor een raster van het analoge samengestelde kleurenvideosignaal, en overeenkomt met kleurensalvosignalen met onderling tegengesteld fase-15 verband.

10. Videosignaalregistreer- en reproduceerstelsel voorzien van registreer- en reproduceerorganen voor het registreren en reproduceren van een digitaal signaal, met het kenmerk, 20 dat is voorzien in eerste omzetorganen (15) voor het monsteren van een analoog samengesteld videosignaal dat moet worden geregistreerd met een eerste monsterfrekwentie voor het omzetten van het analoge samengestelde videosignaal in een digitaal signaal, eerste geheugenorganen (16) voor het opslaan 25 van een uitgaand digitaal signaal van de eerste omzetorganen voor het uitlezen van het uitgaande digitale signaal als een digitaal videosignaal gemonsterd met een tweede monsterfrekwentie, terwijl het digitale videosignaal slechts overeenkomt met een videosignaal in een videosignaalperiode buiten een syn-30 chronisatiesignaalperiode van het analoge samengestelde videosignaal, waarbij het digitale videosignaal wordt geregistreerd en gereproduceerd door de registreer- en reproduceerorganen, tweede geheugenorganen (62) voor het opslaan van het gereproduceerde digitale videosignaal, en het uitlezen van het digi-35 tale videosignaal als een digitaal videosignaal gemonsterd met 8200762 m· - 20 - de eerste monsterfrekwentie voor elke periode overeenkomend met de videosignaalperiode, derde omzetorganen (67) voor het omzetten van het digitale videosignaal uitgelezen uit de tweede geheugenorgatten, in een analoog videosignaal, synchronisatie-5 signaalopwekorganen (66) voor het opwekken van een synchronisa ties ignaal synchroon met een signaal met een frekwentie gelijk aan de eerste monsterfrekwentie, en een gereproduceerd analoog samengesteld videosignaalverkrijgend orgaan (69) voor het mengen van het analoge videosignaal verkregen door de omzetting bij 10 de derde omzetorganen en het synchronisatiesignaal -opgewekt door de synchronisatiesignaalopwekorganen, voor het verkrijgen van een gereproduceerd analoog samengesteld videosignaal.

11, Stelsel volgens conclusie 10, met het kenmerk, 15 dat organen (64) aanwezig zijn waaraan het uit gaande synchronisatiesignaal wordt toegevoerd vanaf de synchro-nisatiesignaalopwekorganen en een signaal met een frekwentie gelijk aan de eerste monsterfrekwentie, voor het opwekken van een signaal dat een videosignaalperiode aangeeft en het toe-20 voeren van dit signaal naar de tweede geheugenorganen (62) voor het regelen van het uitlezen.

12. Stelsel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat tweede omzetorganen (17) aanwezig zijn voor 25 monsteren van analoge signalen welke moeten worden geregistreerd met een frekwentie gelijk aan de tweede monsterfrekwentie voor het omzetten van de analoge geluidssignalen in digitale geluidssignalen, signaalprocesorganen (18) voor het omzetten van parallelgegevens van de uitgaande digitale geluidssignalen van 30 de tweede omzetorganen en het uitgaande digitale videosignaal uit de eerste omzetorganen in seriegegevens, voor het toevoeren van de seriegegevens naar de registreer- en reproduceerorganen, organen (45) voor het omzetten van de seriegegevens van het gereproduceerde digitale signaal in parallelgegevens, om een 35 aldus verkregen uitgangssignaal toe te voeren aan de tweede ge- 8200762 - 21 - heugenorganen, en vierde omzetorganen (46) gevoed met het digitale signaal aldus omgezet in de parallelgegevens, voor het omzetten van deze parallelgegevens in analoge geluidssignalen.

13. Stelsel volgens conclusie 10, 5 met het kenmerk, dat het analoge samengestelde videosignaal dat moet worden geregistreerd, een analoog samengesteld kleuren-videosignaal is, waarbij de eerste monsterfrekwentie wordt gekozen op een waarde met een frekwentieverband zodanig dat de 10 eerste monsterfrekwentie en een chrominantiesubdraaggolffre- kwentie van het analoge samengestelde kleurenvideosignaal kan worden beschreven in een verhouding van gehele getallen, waarbij de tweede monsterfrekwentie lager is dan de eerste monsterfre-kwentie, terwijl het digitale videosignaal uitgelezen uit de 15 eerste geheugenorganen, een digitaal signaal is, dat slechts overeenkomt met een kleurenvideosignaal in een videosignaal-periode buiten een synchronisatiesignaalperiode en een kleuren-salvosignaal, en de tweede geheugenorganen uitlezen gedurende elke periode overeenkomend met de kleurenvideosignaalperiode 20 en een kleurensalvosignaalperiode.

14. Stelsel volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat organen (64) aanwezig zijn welke worden gevoed met het uitgaande synchronisatiesignaal uit de synchroni-25 satiesignaalopwekorganen en een signaal met een frekwentie gelijk aan de eerste monsterfrekwentie, voor het opwekken van een signaal dat een videosignaalperiode aangeeft en waarbij dit signaal wordt toegevoerd aan de tweede geheugenorganen (62) voor het regelen van het uitlezen, en organen (65) gevoed met het uitgaan-30 de synchronisatiesignaal uit de synchronisatiesignaalopwekorga- nen en een signaal met een frekwentie gelijk aan de eerste monsterfrekwentie, voor het opwekken een signaal dat een kleurensalvosignaalperiode aangeeft en het toevoeren van dit signaal aan de tweede geheugenorganen (62) voor het regelen van het uit-35 lezen. 8200762 - 22 -

15. Stelsel volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het digitale signaal overeenkomend met het kleurensalvosignaal van het digitale signaal verkregen uit de 5 eerste geheugenorganen (16) overeenkomt met een kleurensalvo signaal aanwezig op een positie voor een raster van het analoge· samengestelde kleurenvideosignaal, en het signaal in de periode overeenkomend met de kleurensalvosignaalperiode verkregen uit de tweede geheugenorganen (62) een signaal is zodanig dat de 10 fasen van de analoge kleurensalvosignalen verkregen door de omzetting uitgevoerd door de derde omzetorganen, afwisselend omkeren.

16. Stelsel volgens conclusie 13, met het kenmerk, 15 dat het digitale signaal overeenkomend met het kleurensalvosignaal van het digitale signaal verkregen uit de eerste geheugenorganen (16) bestaat op twee posities voor een raster van het analoge samengestelde kleurenvideosignaal, en overeenkomt met kleurensalvosignalen met onderling tegengesteld 20 faseverband, en het signaal in de periode overeenkomend met de kleurensalvosignaalperiode verkregen uit de tweede geheugenorganen (62) een signaal is, verkregen door afwisselende uit-leessignalen overeenkomend met kleurensalvosignalen met onderling tegengesteld faseverband.

17. Stelsel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat foutkorrektie-organen (44) aanwezig zijn voor het uitvoeren van foutkorrektie met betrekking tot het gereproduceerde digitale videosignaal, vertragingsorganen (82) voor 30 het vertragen van een uitgangssignaal van de foutkorrektie- organen over een vooraf bepaalde monsterperiode, en schakelor-ganen (83) voor het normaal doorlaten van de uitgang van deze foutkorrektie-organen zonder het passeren door de vertragings-keten, en het doorlaten van een uitgangssignaal uit de ver.tra-35 ginsorganen ten gevolge van een signaal geleverd uit de fout- 8200762 -23- korrektie-organen wanneer deze foutkorrektie-organen de fout niet kunnen korrigeren, om het aldus doorgelaten signaal toe te voeren aan de tweede geheugenorganen (62).

18. Stelsel volgens conclusie 17 met het kenmerk, 5 dat het analoge samengestelde videosignaal dat moet worden geregistreerd, een analoog samengesteld kleuren-videosignaal is, waarbij het aantal vooraf bepaalde monster-perioden een getal is gelijk aan een verhouding tussen de eerste monsterfrekwentie van het analoge samengestelde kleuren- 10 videosignaal en een chrominatiesubdraaggolffrekwentie van het analoge samengestelde kleurenvideosignaal.

19. Inrichting in hoofdzaak zoals beschreven in de beschrijving en/of weergegeven in de tekening. 15 8200762