NL8200060A - Reinigingspijp. - Google Patents
Reinigingspijp. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8200060A NL8200060A NL8200060A NL8200060A NL8200060A NL 8200060 A NL8200060 A NL 8200060A NL 8200060 A NL8200060 A NL 8200060A NL 8200060 A NL8200060 A NL 8200060A NL 8200060 A NL8200060 A NL 8200060A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- cleaning pipe
- cover
- pipe according
- apron
- seal
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E03—WATER SUPPLY; SEWERAGE
- E03F—SEWERS; CESSPOOLS
- E03F7/00—Other installations or implements for operating sewer systems, e.g. for preventing or indicating stoppage; Emptying cesspools
- E03F7/02—Shut-off devices
- E03F7/04—Valves for preventing return flow
Landscapes
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Hydrology & Water Resources (AREA)
- Public Health (AREA)
- Water Supply & Treatment (AREA)
- Sewage (AREA)
- Sink And Installation For Waste Water (AREA)
- Check Valves (AREA)
- Separation Of Suspended Particles By Flocculating Agents (AREA)
- Detergent Compositions (AREA)
- Meat, Egg Or Seafood Products (AREA)
Description
........ Γ-......- ......... 3 - -1- ' SSi/wd/13Kessel Reinigingspijp
De uitvinding heeft betrekking op een reinigingspijp van de in de hoofdconclusie voor het kenmerk beschreven soort.
Uit het Duitse octrooischrift 2 755 177 is een reinigingspijp van de hiervoor beschreven soort bekend, waar-5 bij een terugstuwafsluiter of twee terugstuwafsluiters als inzetstukken zijn .uitgevoerd die van bovenaf kunnen worden geplaatst in in de reinigingspijp aangebrachte qua vorm aange-paste ;zittingen. Het op de rand van de schacht'geplaats%e deksel kan worden gebruikt voor het borgen van de stand van de 10 terugstuwafsluiters. Er is echter een speciale vormgeving nodig van de binnenwand van de reinigingspijp voor het borgen van de stand- van de inzetstukken.
Aan de uitvinding ligt het probleem ten grondslag een reinigingspijp van de hiervoor beschreven soort te verschaffen 15 dat gemakkelijk is te behandelen en waarbij het inwendige na het wegnemen van het deksel ten behoeve van reinigings-werkzaamheden geheel vrij toegankelijk is. In het bijzonder wordt gestreefd naar een deksel voor een dergelijke reinigingspijp, dat als zelfstandige constructleeenheid een eehvoudige 20 ombouw van een. reeds in bedrijf geweest zijnde reinigingspijp zonder de mogelijkheid van het tegengaan van terugstuwing^ in een reinigingspijp met een of meer terugstuwafsluiters mogelijk maakt, zonder dat daarvoor aan de reinigingspijp zelf veranderingen noodzakelijk zijn.
25 Het gestelde probleem wordt volgens de uitvinding opgelost door de in de hoofdconclusie beschreven kenmerken.
Bij een dergelijke uitvoering van het deksel behoeft de reinigingspijp zelf op geen enkele wijze voorbereid te worden.voor het opnemen van de terugstuwafsluiters. Na het 30 vastleggen van het deksel zit elke terugstuwafsluiter op de juiste wijze in de reinigingspijp. Na het wegnemen van het deksel is het inwendige van de reinigingsschacht vrij voor reinigingswerkzaamheden toegankelijk. Ook een reeds in bedrijf geweest zijnde reinigingspijp kan op eenvoudige wijze worden 35 omgebouwd in een reinigingspijp met een of meer terugstuwafsluiters, doordat een eenvoudiger deksel wordt uitgewisseld 8200060 -ι ·· --2- · : tegen een deksel met een of twee of meer terugstuwafsluiters.
Er treden geen problemen op met betrekking tot een goede afdichting in de terugstuwrichting, daar. elke afsluiter de doorsnede van de reinigingsschacht volmaakt afdichtend af-5 sluit. Het vervaardigen van een dergelijk van een of meer terugstuwafsluiters voorzien deksel is eenvoudiger dan in het inwendige van de reinigingspijp opneemdelen voor inzetstukken aan te vormen. De terugstuwafsluiters zitten zeer vast in de reinigingspijp zodat ze ook aan hoge drukken goed weerstand 10 kunnen bieden.
Een doelmatige uitvoeringsvorm volgens de uitvinding wordt verduidelijkt in conclusie 2. Hiermee kan de terugstuw-afsluiter bijzonder nauwkeurig in de reinigingspijp resp. in de schacht ervan worden geplaatst. De afdichting vermijdt boven-15 dien eventuele lekplaatsen rondom de terugstuwafsluiter. Men heeft daardoor ook de mogelijkheid oude pijpen, zelfs wanneer . die van gietijzer zijn^achteraf uit te voeren met een dergelijk deksel en terugstuwafsluiters, waarbij de aangebrachte afdichting eventuele oneffenheden in de omtrek van de wand 20 (ompenseert en het inzetstuk glad tegen de wand kan worden aangelegd. Een dergelijke uitvoering blijft desondanks laag van constructie.
Een verdere doelmatige uitvoeringsvorm volgens de uitvinding wordt beschreven in conclusie 3. Een dergelijke 25 afdichting is een eenvoudig rubber- of kunststofvormdeel dat eenvoudig en betrouwbaar kan worden aangebracht en het gevaar .van lekkages betrouwbaar uitsluit.
Verder is het voordelig wanneer de kenmerken volgens conclusie 4 worden toegepast. Een dergelijk schort kan zeer 30 eenvoudig worden gevormd en is constructief zeer sterk en behoudt de vorm. Door de uitvoering als ekn stuk met het deksel kan het schort ook tegen hogere drukken goed weerstand bieden. Bovendien krijgt men geen problemen bij het uitnemen van de terugstuwafsluiters, zelfs wanneer deze na een lange gebruiks* 35 duur zijn gaan vastzitten. Boven het deksel kan een grote lostrekkracht op het eventueel vastzittende schort worden uit-geoefend.
Een verder voordelig kenmerk beschrijft conclusie 5. De legering kan bij deze uitvoering van het schort betrekkelijk beschermd worden aangebracht, zodat deze niet onmiddellijk ✓ 8200060 ' _ . a· ;V..
.- ‘ -3- _.'V : - /1 blootstaat aan het afvalwater. Hierbij zou een open legering mogelijk zijn^waaruit een zwaaiklep snel zou kunnen worden verwijderd of zou kunnen worden verwisseld.
Verder is .het. van voordeel wanneer men de kenmerken 5 volgens conclusie 6 heeft, daar dan ondanks een klein verval van de reinigingspijp wordt gewaarborgd dat dan het afsluit-lichaam in de ruststand automatisch telkens op de afdichtings- .
zitting-ligt. De bredere uitvoering van het onderste schort geeft een betere ondersteuning in de pijp., -- 10 Gunstig is verder als men het kenmerk volgens conclusie 7 heeft, daar dan de afdichting voor het deksel en de terug-stuwafsluiters goed op de plaats kan worden geborgd, zodat ~ deze afdichting bij het inschuiven van de terugstuwafsluiters niet van het schort afglijdt.
15 Een verdere belangrijke gedachte volgens de uitvindrng is beschreven in conclusie 8. A1 naar het gebruiksdoel kan een deksel met febn, met twee of zelfs met meerdere terugstuwafsluiters voor de reinigingspijp worden toegepast welke pijp in principe in het geheel niet behoeft te worden 20 aangepast aan het feit hoeveel terugstuwafsluiters worden ingebouwd.
Van buitengewoon voordeel is een uitvoering volgens conclusie 9. De schorten kunnen daartoe aan het deksel worden geschroefd of in geleidingen zijn gestoken of geschoven.
25 Door de bouwdoosvormige constructie wordt de reinigingspijp nog eenvoudiger, want een latere ombouw of een gedeeltelijke .uitwisseling is te . alien tijde mogelijk zonder dat delen onbruikbaar achterblijven.
Verdere voordelige kenmerken volgens de uitvinding worden 30 beschreven in conclusie 10. Met deze op zichzelf bekende blokkeerinrichting die extra bij de terugstuwafsluiters rechtstreeks in het deksel is opgenomen, kan ten minste %έη terugstuwafsluiter naar keuze worden geblokkeerd.
Daar het dikwijls voorkomt dat een afsluitlichaam dat 35 gedurende lange tijd in de afsluitstand was geblokkeerd, op de zitting vastkleeft of vastgroeit is het in conclusie 11 beschreven kenmerk belangrijk. Met dit loselement, kan zonder het deksel weg te nemen, het afsluitlichaam gedwongen van de zitting worden afgelicht, waarna dit lichaam weer ' 8200060 ν' . * .· - vrij kan inspelen. - ' E’en verder voordelige gedachte volgens de uitvinding wordt beschreven : in conclusie 12. De geleidingsgroef of de geleidingsribbe ondersteunt dan het schort 20 vast, j.
5 dat dit 00k aan de hoogste terugstuwdrukken weerstand kan bieden zonder dat een vervorming optreedt.
. Als alternatief daarbij kan 00k een eenvoudige oplossing voor het opnemen van hoge terugstuwdrukken gekozen worden volgens conclusie 13. In de terugstuwrichting steunt het 10 schort daarbij tegen deze in de reinigingspijp gevormde ' trap. · -, - · , " . . · -
Ten slotte is nog het in conclusie 14 genoemde kenmerk van belang daar een dergelijke constr.uctieeenheid een bijzonder eenvoudige ombouw 00k bij reeds in bedrijf geweest zijnde 15 , reinigingspijpen mogelijk maakt. resp. omdat bij reeds ver- vaardigde eenvoudige reinigingspijpen zonder terugstuwmogelijk-heden slechts door het toepassen van een aan de betreffende eisen tegemoetkomend deksel 00k een reinigingspijp met hhn of meer terugstuwafsluiters kan worden verkregen, zonder dat 20 de reeds gebruikte reinigingspijp behoeft te worden uitge-wisseld.
In het volgende worden bij wijze van voorbeeld gegeven uitvoeringsvormen volgens de uitvinding beschreven. In de tekening toont s 25 f fig. 1 een langsdoorsnede door een reinigingspijp met twee terugstuwafsluiters, - fig. 2 een zijaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede van de eerste uitvoeringsvorm van een deksel met een terugstuw-afsluiter, 30 fig. 3 een tweede uitvoeringsvorm van een deksel met twee terugstuwafsluiters, fig. 4 en 5 detailsvarianten in doorsnede.
In figuur 1 is een reinigingspijp 1 afgebeeld in een langsdoorsnede, welke reinigingspijp bestaat uit een zich recht-35 lijnig uitstrekkend pijpgedeelte 2 en een van boven hierin uitmondende reinigingsschacht 3. De reinigingsschacht 3 is - ' > in een bovenaanzicht bij benadering vierhoekig en vormt met het pijpgedeelte twee snijlijnen 4. De met 6 aangegeven schacht- rand is vlak en dient voor het ondersteunen en voor het op- 8200060 ’ " -5- ' · · · leggen van een vastzetbaar deksel 7. De reinigingspijp 1 wordt op de gebruikelijke wijze in de richting van de pijl 5 door-strcmd naar een verder gedeelte van het rioolstelsel. In geval van een terugstuwing strbmen rioolgassen of het teruggestuwde 5 afvalwater in tegengestelde richting. De getekende pitvoerings- vorm van de reinigingspijp 1 is uitgerust met tweetin''de ' ”''J'v'' stromingsrichting achter elkaar liggende terugstuwafslpiters :··-; R.j en R^r die bij een doorstroming in de richting van de pijl .5 automatisch opengaan, daarentegen bij een terugstuwing 10 automatisch in de gesloten stand gaan staan en de doorlaat afsluiten. De terugstroomafsluiters R^, R^ zijn aangebracht aan de onderzijde van het deksel 7 en zijn bij voorkeur met het deksel 7 als een geheel uitgevoerd. In een andere uitvoeringsvorm kunnen de terugstuwafsluiters resp. de schorten 15 ervan aanhet deksel 7 worden vastgeschroefd of klemmend worden ingestoken, waarbij voor het insteken een zwaluwstaart-geleiding mogelijk zou zijn.
Het over de schachtrand 6 grijpende deksel 7 is aan de binnenzijde voorzien van een rondgaande dichting 9 en kan met 20 niet-afgebeelde bevestigingselementen worden vastgezet op de reinigingsschacht 3. Vanaf de onderzijde strekken zich twee massieve schorten 10 uit, waarvan de hoogte resp. de omtreks-rand aan de binnenste doorsnedevorm van de reinigingspijp 1 is aangepast, zodat deze in de afgebeelde stand aansluitend 25 en afdichtend in de reinigingspijp zitten. Elk schort 10 vertoont een rondgaande groef 11 waarin een afdichting 12 s -is gelegd/die hier vocr een extra afdichting met de binnenwand 38 van de reinigingspijp 1 zorgen. De afdichtingen 9 en 12 zijn op doelmatige wijze uitgevoerd als hhn stuk en kunnen 30 eventueel worden vastgelijmd.
In de onderste helft van de omtreksrand van elk schort 10 is op grond van vormtechnische overwegingen en met het doel een betere ondersteuning en afdichting te verkrijgen, een rondgaand groef 13 aangebracht. Aan de voorzijde van elk 35 schort 10 is een afdichtende zitting 14 te zien, welke een niet-afgebeelde doorlaatopening omgeeft. Elk schort 10 is naar beneden .toe geleidelijk verbreed uitgevoerd, zodat de afdichtingszitting 14 ten opzichte van de verticaal iets hellend is uitgevoerd.
8200060 -6- ' . Boven de afdichtingszitting resp. de doorlaatopening is in het schart 10 een uitsparing 15 met een verhoging 16 ingevormd, die dienst doet als legering voor een zwaaitap 17, die is aangebracht aan een arm van een zwaaiklep 19.
5 De zwaaiklep 19 heeft een lensvormig kopgedeelte 20 en kan zich onder het eigengewicht afdichtend aanleggen op de afdichtingszitting 14. Een in figuur 1 niet afgebeelde afdich-ting zorgt hier voor een extra afsluiting, wanneer het af-sluitlichaam 19 in de sluitstand staat. In plaats van een 10 zwaaiklep 19 kan ook, zoals met stippellijnen is aangegeven, een bolvormige vlotter 19a worden aangebracht, voor de arbeids-speling waarvan, bij voorbeeld op de bodem van de reinigings-pijp 1, een met stippellijn aangeduide geleiding 21 is aangebracht, die ervoor zorgt dat de vlotter 19a automatisch 15 altijd naar de sluitstand rolt. Bij de in figuur 1 linker terugstuwafsluiter zorgt de tweede terugstuwafsluiter R2 ervoor dat de vlotter 19a slechts een van tevoren bepaalde weg kan afleggen. Bij de tweede terugstuwafsluiter R2 kunnen daarvoor andere niet afgebeelde middelen worden aange-2Ό bracht.
De bovenzijde van het deksel 7 is voorzien van ribben (ribben 22), opdat het deksel in constructief opzicht een grote sterkte krijgt, zelfs wanneer het uit slechts dunwandige kunststof is vervaardigd. Eveneens zijn opleggingen 23 voor de 25 bevestigingselementen aangevormd. In het linker deel van het deksel 7 is een domvormige verhoging 24 te zien waardoorheen een opening 25 gaat, waarin een as 26 afgedicht en draaibaar is gelegerd, aan welke as een handgreep 27 aanwezig is. In het inwendige van de verhoging 24 is een stelorgaan 28 in de 30 vorm van een druknok met een drukvlak 29 bevestigd aan de as 26 met behulp waarvan de terugstuwafsluiter R1 in de sluitstand naar keuze kan worden geblokkeerd,doordat de hef-boom 27 in antiklokrichting wqrdt gezwaaid totdat het drukvlak 29 aanligt tegen de arm 18 en het sluitlichaam 19 op de 35 zitting 14 wordt gedrukt.
Aan het stelorgaan 28 is verder een haakvormig loselement < 30 bevestigd dat met een steun 31 in de arm 18 kan samenwer-ken om bij een vastgekleefd afsluitlichaam 19 dit naar keuze en door een in klokrichting plaatsvindende zwaaiende beweging 8200060 • ' . . s · '<* .V. ‘ V'· -7- .
van de hefboom 27 van de zitting 14 los te scheuren.
In de verhoging 24 wordt een vrije ruimte voor de openende beweging van de arm 18 gevormd, zodat de reinigings-schacht 3 zeer laag kan· zijn en daardoor een gewenste kleine •5 bouwhoogte van de reinigingspijp 1 mogelijk is. De in figuur 1 rechter terugstuwafsluiter is in hoofdzaak overeenkomstig · uitgevoerd als de terugstuwafsluiter zodat het niet nodig is deze nader te beschrijven. Hier kan slechts naar voren worden gebracht dat tussen de onderrand van het afsluiter-10 lichaam 19 en de bodem van de reinigingspijp 1 een afstand a aanwezig is, die waarborgt dat ook bij zich daar afzettende verontreinigingen de speling in bedrijf van het afsluit-lichaam 19 niet wordt benadeeld.
Ten behoeve .van reinigingswerkzaamheden behoeft men 15 slechts het deksel 7 af te-nemen, waarna de gehele binnen-ruimte van de reinigingsschacht en de beide einden van het pijpgedeelte 2 vrij toegankelijk zijn.
Figuur 2 laat verduidelijkt en in een gedeeltelijk door-gesneden zijaanzicht een deksel 7' zien met slechts §&n 20 terugstuwafsluiter R2 die niet kanworden vastgezet. Aan de onderzijde van het deksel 7' is ongeveer in het midden van de lengte het schort 10 als έέη deel aangevormd, dat weer de met de dichting 9 van het deksel 7' een geheel vormende af-dichting 12 draagt. In de uitsparing 15 is weer de zwaaitap 25 7 voor de arm 18 van het afsluitlichaam 19, dat hier weer een zwaaibare klep vormt, draaibaar gelegerd. Het afsluitlichaam 19 is aan de rugzijde op grond van sterkteoverwegingen bij 33 voorzien van ribben en draagt aan de voorzijde een ringvormige afdichting 34 die op de afdichtingszitting 14 komt 30 te liggen wanneer het afsluitlichaam 19 in de sluitstand komt te staan. Aan de bovenzijde van het deksel 7' zijn weer de ribben 22 en de bevestiging^vlaatsen 23 te zien.
Figuur 3 toont het deksel 7 zoals het in figuur 1 in de reinigingspijp 1 is geplaatst. De linker terugstuwafsluiter 35 ‘ R.j is met het schort 10 nabij het linker dekseleind aangevormd, terwijl de rechter terugstuwafsluiter R2 ongeveer in het midden van de lengte van het deksel 7 met het schort 10 is aangevormd, De schorten 10 kunnen in dat bereik ook op-gestoken, ingeschoven of aangeschroefd zijn. De beide afdich- 8200060 . ... / .-8- ' ' ' -tingen 12 op de schorten 10 zijn met de dekselafdichting 9 als geheel gevormd.
In de linker: helft van figuur 3 is aangegeven, dat de reinigingsschacht 3' ook’een uitvoering van de rand kan ver-5 tonen, waarbij een rondgaande goot .35 voor het opnemen van het f naar beneden hangende schort van het deksel 7 kan worden ge-bruikt, opdat men een steviger en dichter aanliggen van het deksel krijgt. Ribben 36 aan het schort van het deksel 7 moeten voor een goede aanligging van het deksel 7 zorgen.
10 De verhoging 24 dient voor het opnemen van de aan de hand van figuur 1 verduidelijkte vergrendelinrichting, waarvan de as in de aangeduide uitsparing 25 kan worden gestoken.
Figuur 4 verduidelijkt een uitvoeringsvariant van een reinigingspijp waarbij voor het schort 10 aan de binnenwand 15 een geleidingsgroef 40 is aangebracht, die aan beide zijden wordt begrensd door wigvormige uitsteeksels 39. Bij het inschuiven van het schort 10 in de reinigingspijp 1% 3' krijgt men zo een bijzonder Stevig aanliggen voor het schort 1Orwaarvan de doorlaatopening 37 naar de afdichtende zitting 20 14 in dit aanzicht is te zien.
Figuur 5 laat ten slotte een verdere uitvoeringsvariant van een reinigingspijp 1"', 3" zien waarbij aan de binnenwand 38 een verhoogde geleidingsribbe 41 is aangevormd die grijpt in een rondgaande groef 42 in het schort 10' en op 25 deze zorgt voor een stevige en afdichtende zitting van het schort 10 in de reinigingspijp 1".
t ·*.
» 4 8200060
Claims (14)
1. Reinigingspijp bestaande uit een pijpgedeelte, waarin van bovenaf een reinigingsschacht uitmondt die kan worden , , afgesloten met een vastzetbaar deksel en met ten minste %en in de reinigingspijp uitneembaar aangebrachte terugstuw- 5 afsluiter met een afsluitlichaam dat zich in stromingsrichting automatisch tegen een afdichtingssitting kan aanleggen, met het kenmerk, dat de-terugstuwafsluiter (R,j, R2) aan de onderzijde (8) van het deksel (7) is aangebracht, bij voorkeur als fe£n geheel hiermee is uitgevoerd, zodanig dat de terugstuwafsluiter 10 bij het vastzetten van het deksel (7) in de schachtopening in de juiste werkingsstand in de reinigingspijp (1) kan worden geplaatst.
2. Reinigingspijp volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de buitenomtrek van de terugstuwafsluiter (R^, R2) even- 15 tueel onder invoeging van een elastische afdichting (12) is aangepast aan de omtrek van de binnendoorsnede van de reinigingspijp (1, 3).
31 Reinigingspijp volgens έέη der conclusies 1 of 2, waarbij het deksel is voorzien van een afdichting, met het 20 kenmerk, dat de dekselafdichting (9) met de afdichting (12) - * van de terugstuwafsluiter (R^, R2), als &en geheel is uitgevoerd. : -
4. Reinigingspijp volgens έέη der conclusies'1 tot -3,.. gekenmerkt door een ongeveer verticaal van de onderzijde 25 (8) van het deksel naar beneden gericht massief schort (10) waarvan de buitenomtreksrand is aangepast aan de binnenomtrek in doorsnede van de- reinigingspijp en dat een door de afdich-tingszitting (14) bmgeven doorlaatopening (37) vertoont.
5. Reinigingspijp volgens h&n der conclusies 1 tot 4, 30. met het kenmerk, dat aan het schort (10) een legering (15, 16) voor het afsluitlichaam (19)rbij voorkeur een zwaailegering voor een ;zwaaiklep,is gevormd.
6. Reinigingspijp volgens £en- der conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat het schort (10),in een zijaanzicht gezien, 35 naar het ondereind toe en aan de naar het afsluitlichaam (19) gekeerde zijde geleidelijk breder wordend is uitgevoerd, 8200060 ' ·τ · : - -10- ' zodanig-dat de a an deze zijde liggende afdichtingszitting (14) iets schuin staat ten opzichte van de verticaal.
7. Reinigingspijp volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat zich over de gehele omtreksrand van het schort 5 (10) een inleggroef voor de afdichting (12) uitstrekt, die in'ihet overgangsbereik van het schort (10) naar de onder-zijde (8) van het deksel overgaat in een daariaangebrachte groef voor de afdichting (9) van het deksel. \ "·'·
8. Reinigingspijp volgens e4n of meer der conclusies 10. tot 7, met het kenmerk, dat aan de onderzijde (8) van het deksel, in de stromingsrichting (5) op afstand achter elkaar, een of meer schorten (10) voor feen of meer in serie werkende terugstuwafsluiters (R^, R^) zijn aangevormd.
9. Reinigingspijp volgens &en der conclusies 1 tot 7, 15 met het kenmerk, dat aan de onderzijde (8) van het deksel in de stromingsrichting (5) met afstand achter elkaar, de schorten (10) voor de terugstuwafsluiter of afsluiters losmaakbaar is of zijn bevestigd.
10. Reinigingspijp volgens ££n der conclusies 1 tot 9, 20 met het kenmerk, dat in het deksel (7) een van boven en van buitenaf'bedienbare vergrendelinrichting (26, 27, 28) constructief is opgenomen, met behulp waarvan naar keuze tenminste een terugstuwafsluiter (R^) in de sluitstand kan worden geblokkeerd.
11. Reinigingspijp volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de grendelinrichting een losmaakelement (30) bevat, waarmee bij een bediening van het instelorgaan een in de sluitstand vastzittend afsluitlichaam (19) naar keuze van de afdichtingszitting (14)kan worden losgescheurd en dat aan 30 het sluitlichaam (19) of de ophanging (18) ervan een met het losmaakelement (30) samenwerkend opneemdeel (31) is aange-bracht,
12. Reinigingspijp volgens δέη of meer der conclusies 1 tot 11, met het kenmerk, dat in de binnenwand (38) van de 35 reinigingspijp (1', 3') een zich in de insteekrichting van het schort (10) uitstrekkende geleidingsgroef (40) of ten minsteeen geleidingsribbe (41) voor het schort (10) aanwezig is.
13. Reinigingspijp volgens £%n der conclusies 1 tot 11, 8200060 -11- met het kenmerk, dat aan de binnenwand (38) van de reinigings- pijp (1) een trapvormige verloop in de diameter bijv. (39) is gevormd, waartegen het ingeschoven schort (10.) steunvindt.
14. Reinigingspijp volgens de voorgaande conclusies, 5 met het kenmerk, dat het deksel (7) met tenminste e%n terug-» stuwafsluiter (R1, R0), de grendel- en losmaakiiirichting, 1. de de afdichtingen (9, .12) en voor de goede werking op de juiste wijze aangebracht afsluitlichaam (19) een geprefabriceerde uitwisselbare construct!e-eenheid voor een reinigingspijp 10 (1) vormen. « * ’ · 8200060
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE3127487A DE3127487C2 (de) | 1981-07-11 | 1981-07-11 | Reinigungsrohr |
DE3127487 | 1981-07-11 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8200060A true NL8200060A (nl) | 1983-02-01 |
Family
ID=6136720
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8200060A NL8200060A (nl) | 1981-07-11 | 1982-01-08 | Reinigingspijp. |
Country Status (9)
Country | Link |
---|---|
AT (1) | AT375989B (nl) |
DE (1) | DE3127487C2 (nl) |
DK (1) | DK159935B (nl) |
FI (1) | FI75019C (nl) |
FR (1) | FR2509342A1 (nl) |
GB (1) | GB2101649B (nl) |
NL (1) | NL8200060A (nl) |
NO (1) | NO155062C (nl) |
SE (1) | SE8105665L (nl) |
Families Citing this family (10)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3306968A1 (de) * | 1983-02-28 | 1984-08-30 | Passavant-Werke AG & Co KG, 6209 Aarbergen | Rueckstauverschluss fuer entwaesserungsleitungen |
DE3330409A1 (de) * | 1983-08-23 | 1985-03-14 | Passavant-Werke AG & Co KG, 6209 Aarbergen | Rueckstaudoppelverschluss |
DE3731160A1 (de) * | 1987-09-17 | 1989-03-30 | Bernhard Kessel | Verwendung eines reinigungsrohres fuer durchgehende abwasser-rohrleitungen als rueckflussverhinderer fuer jegliche abwaesserarten |
DE8712537U1 (de) * | 1987-09-17 | 1987-11-05 | Kessel, Bernhard, 8071 Lenting | Reinigungsrohr für druchgehende Abwasser-Rohrleitungen |
CH676132A5 (nl) * | 1988-04-05 | 1990-12-14 | Werner Nill | |
DE19910254C2 (de) * | 1999-03-08 | 2003-01-02 | Kessel Gmbh | Hebeanlage für Abwasser |
AT412887B (de) * | 2003-12-22 | 2005-08-25 | Hl Hutterer & Lechner Gmbh | Rohrreinigungseinrichtung |
DE102005009777B4 (de) * | 2005-01-05 | 2008-08-21 | Aco Severin Ahlmann Gmbh & Co. Kg | Rückstauverschluss |
AU2010203067B2 (en) * | 2009-07-21 | 2014-05-22 | Plastec Australia Pty Ltd | A reflux valve and a pipeline installation including the reflux valve |
DE202013103464U1 (de) | 2013-08-01 | 2013-11-11 | Walter Pabstmann | Reinigungsrohr |
Family Cites Families (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE95672C (nl) * | ||||
DE1658209A1 (de) * | 1967-03-15 | 1970-03-05 | Karl Meier | Gully |
NO144779C (no) * | 1973-05-10 | 1981-11-04 | Adam Klenk | Tilbakeslags- og luktlaas for vaesker. |
DE2755177C3 (de) * | 1977-12-10 | 1983-04-28 | Bernhard 8071 Lenting Kessel | Reinigungsrohr |
DE8015221U1 (de) * | 1980-06-07 | 1980-09-04 | Buderus Ag, 6330 Wetzlar | Vorrichtung zum befestigen einer rueckstauklappe in einem ablaufgehaeuse |
-
1981
- 1981-07-11 DE DE3127487A patent/DE3127487C2/de not_active Expired
- 1981-08-20 AT AT0364681A patent/AT375989B/de not_active IP Right Cessation
- 1981-08-24 FI FI812603A patent/FI75019C/fi not_active IP Right Cessation
- 1981-09-11 DK DK403981A patent/DK159935B/da not_active Application Discontinuation
- 1981-09-24 SE SE8105665A patent/SE8105665L/ unknown
- 1981-09-25 GB GB08128999A patent/GB2101649B/en not_active Expired
- 1981-11-25 NO NO814017A patent/NO155062C/no unknown
- 1981-12-23 FR FR8124181A patent/FR2509342A1/fr active Granted
-
1982
- 1982-01-08 NL NL8200060A patent/NL8200060A/nl active Search and Examination
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NO814017L (no) | 1983-01-12 |
DE3127487A1 (de) | 1983-01-27 |
NO155062C (no) | 1987-02-04 |
FI75019B (fi) | 1987-12-31 |
FR2509342B1 (nl) | 1985-01-04 |
DK403981A (da) | 1983-01-12 |
FR2509342A1 (fr) | 1983-01-14 |
GB2101649A (en) | 1983-01-19 |
ATA364681A (de) | 1984-02-15 |
GB2101649B (en) | 1985-09-11 |
DK159935B (da) | 1990-12-31 |
AT375989B (de) | 1984-09-25 |
FI812603L (fi) | 1983-01-12 |
DE3127487C2 (de) | 1989-07-20 |
NO155062B (no) | 1986-10-27 |
SE8105665L (sv) | 1983-01-12 |
FI75019C (fi) | 1988-04-11 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8200060A (nl) | Reinigingspijp. | |
KR20070003727A (ko) | 맨홀뚜껑과 맨홀프레임의 결합구조 | |
US8382993B1 (en) | Drain filter apparatus and method | |
US4555820A (en) | Drain pipe system | |
EP1561869B1 (en) | Water trap with return flow protection | |
EP0625228B1 (fr) | Recuperateur automatique d'eau pluviale sur conduit vertical d'evacuation | |
EP0626026A1 (en) | A toilet cage dispenser | |
EP2561152B1 (en) | Gulley | |
DE3135645C2 (de) | Abwasser-Sammelbehälter | |
WO2011086339A1 (en) | Hydrant valve | |
DE2558642C3 (de) | Reinigungsrohr | |
BE1030899B1 (nl) | Sifon | |
CN110485518A (zh) | 一种厨房垃圾处理器的三通排水管件 | |
KR100215395B1 (ko) | 모래집진밸브 | |
NL8005778A (nl) | Verzamelreservoir. | |
CN215630506U (zh) | 一种防泄漏截流井 | |
KR200470846Y1 (ko) | 하수관용 역류방지밸브 | |
JPH0316947Y2 (nl) | ||
KR200328170Y1 (ko) | 하수 악취차단장치 | |
JPH0124234Y2 (nl) | ||
CN209854870U (zh) | 一种市政排水系统 | |
CN2266002Y (zh) | 防溢落水头 | |
JPH0340954Y2 (nl) | ||
DE8712537U1 (de) | Reinigungsrohr für druchgehende Abwasser-Rohrleitungen | |
KR20180099620A (ko) | 유체의 역류를 방지하는 함이 구비된 냄새차단이 가능한 그레이팅 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BN | A decision not to publish the application has become irrevocable |