NL8005778A - Verzamelreservoir. - Google Patents
Verzamelreservoir. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8005778A NL8005778A NL8005778A NL8005778A NL8005778A NL 8005778 A NL8005778 A NL 8005778A NL 8005778 A NL8005778 A NL 8005778A NL 8005778 A NL8005778 A NL 8005778A NL 8005778 A NL8005778 A NL 8005778A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- flange
- collection reservoir
- reservoir according
- clamping
- connection
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E03—WATER SUPPLY; SEWERAGE
- E03F—SEWERS; CESSPOOLS
- E03F5/00—Sewerage structures
- E03F5/10—Collecting-tanks; Equalising-tanks for regulating the run-off; Laying-up basins
- E03F5/101—Dedicated additional structures, interposed or parallel to the sewer system
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E03—WATER SUPPLY; SEWERAGE
- E03F—SEWERS; CESSPOOLS
- E03F5/00—Sewerage structures
- E03F5/10—Collecting-tanks; Equalising-tanks for regulating the run-off; Laying-up basins
- E03F5/105—Accessories, e.g. flow regulators or cleaning devices
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L23/00—Flanged joints
- F16L23/02—Flanged joints the flanges being connected by members tensioned axially
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L41/00—Branching pipes; Joining pipes to walls
- F16L41/08—Joining pipes to walls or pipes, the joined pipe axis being perpendicular to the plane of the wall or to the axis of another pipe
- F16L41/14—Joining pipes to walls or pipes, the joined pipe axis being perpendicular to the plane of the wall or to the axis of another pipe by screwing an intermediate part against the inside or outside of the wall
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02A—TECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
- Y02A10/00—TECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE at coastal zones; at river basins
- Y02A10/30—Flood prevention; Flood or storm water management, e.g. using flood barriers
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Hydrology & Water Resources (AREA)
- Public Health (AREA)
- Water Supply & Treatment (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Sewage (AREA)
- Clamps And Clips (AREA)
Description
* # T Tj/Se/Kessel-11 Verzamelreservoir
De uitvinding heeft betrekking op een verzamelreservoir, in het bijzonder voor afvalwater, met tenminste ëën vlakke zijwand, waarin ter verbinding met een rioleringssysteem tenminste één opening aangebracht kan wor-5 den, waarin een uit een doorsteekdeel en een van de andere zijde van de zijwand af daaraan te bevestigen manteldeel bestaande klemverbinding als aansluiting voor het kanalisa-tiesysteem aangebracht kan worden.
Dergelijke verzamelreservoirs kunnen een 10 willekeurige vorm hebben en worden alleen in de bodem geplaatst, om afvalwater op te vangen en dit verder in het rioleringssysteem te leiden. Voor dit doel is het gebruikelijk om in de zijwand, die naar het kanalensysteem resp. de aansluitbuis daarvan is toegekeerd een opening uit te snijden 15 en een klemverbinding aan te brengen, waarvan een deel in de aansluitbuis van het rioleringssysteem wordt gestoken.
Het binnentredende afvalwater kan op deze wijze eenvoudig verder in het rioleringssysteem worden geleid. Het voordeel van dit bekende verzamelreservoir ligt in de lage prijs en 20 cle universele aanpasbaarheid aan willekeurige rioleringssystemen, daar de klemverbinding naderhand praktisch in elk gebied van de-vlakke zijwand of zijwanden aangebracht kan worden. Het afvalwater stroomt via een doorlatend deksel of een inlooprooster in het verzamelreservoir en stroomt 25 ongehinderd het rioleringssysteem in. Dergelijke verzamelreservoirs hebben vanwege hun eenvoud het nadeel, dat deze niet als bodemafvoer in eigenlijke zin de hieraan: gestelde sanitair technische eisen vervullen , maar alleen maar dienen voor het afvoeren van afvalwater. Een bodemafvoerreservoir 30 b.v. een badkamerafvoer, een terrasafvoer, een kelderafvoer of dergelijke, moet echter nog meer eisen vervullen. Voor dit doel zijn de bodemafvoerreservoirs voorzien van daaraan gevormde afvoeraansluitingen en openingen, waarop dan het verdere rioleringssysteem resp. de aansluitbuizen daarvan 770 -2- moeten worden aangepast. In een dergelijke bodemafvoer wordt dan overeenkomstig de voorschriften zogenaamde inzet-delen geplaatst, die ofwel het binnendringen van kanaalgassen of het terugstromen van afvalwater bij terugstuwing verhin-5 deren,een gewenste afsluiting toelaten of milieuvervuilende substanties, zoals olie*brandstoffen of chemicaliën tegenhouden. Voor dit doel is het bekend om het bodem-afvoerreservoir te plaatsen van de uitlaat- of inlaatopeningen te voorzien van een aangevormde insteekholte en eventueel ingebedde 10 bevestigingselementen, zodat de inzetstukken voor de ope-ningen geplaatst en bevestigd kunnen worden. Afgezien daarvan, dat bij vooraf vervaardigde bodemafvoerreservoirs de plaats van de afvoer- of toevoeropeningen vastligt,en de aansluitbuizen dienovereenkomstig moeten worden gericht, 15 treden bovendien afdichtingsproblemen op bij het aanbrengen van de inzetstukken, omdat bijvoorbeeld een stankafsluiting absoluut dicht moet zijn. De bevestigingselementen, die ofwel door de zijwand van het afvoerreservoir worden gestoken en daarin afgedicht, of in de zijwand zijn ingebed, vormen 20 eveneens acute gevaren plaatsen met het oog op ondichtheden. Het spreekt vanzelf, dat dergelijke afvoerreservoirs in de meest verschillende vormen worden vervaardigd en op verschillende eisen afgestemd moeten zijn en duur zijn. Wanneer naderhand in plaats van een normaal verzamelreservoir een 25 bodemafvoer met de bovenbeschreven funkties moet worden toegepast, wordt meestal het verzamelreservoir beschadigd of kapot gemaakt en kan niet meer verder worden gebruikt.
Het doel van de uitvinding is een verzamelreservoir van de in de aanhef genoemde soort zodanig te ver-30 beteren, dat deze met technisch geringe inspanningen eenvoudig omgevormd kan worden tot een bodemafvoer voor hogere eisen en het inzetten van inzetstukken mogelijk maakt, waarbij deze behalve de goedkope vervaardiging het wezenlijke voordeel moet behouden, dat deze aanpasbaar is aan de betref-35 fende aansluitbuizen van het kanalensysteem.
Het gestelde doel wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt bij een verzamelreservoir dat voor het uitvoeren van het verzamelreservoir als bodemafvoer met een 80 05 77 8 -3- * stank- , terugstuwingafsluitende of dergelijke funktie een één geheel daarmee vormende spanflens is aangebracht, welke met de klemverbinding van een deel daarvan aan de binnenzijde van de zijwand bevestigd kan worden en een · 5 op zichzelf bekende insteekholte en bevestigingsdelen voor het naar keuze en waterdicht bevestigen van op op zichzelf bekende wijze van een aansluitflens, een insteekmantel en uitsparingen voor bevestigingselementen uitgeruste inzet-stukken omvat.
10 Met behulp van de door de kleminrichting op een willekeurige plaats aan de zijwand van het verzamelreservoir te bevestigen spanflens kunnen naar keuze voor het betreffende doel benodigde inzetstukken waterdicht worden bevestigd en op het verzamelreservoir opbouwend een 15 bodemafvoer voor meer hoogwaardige funkties worden gevormd. Door de uitvoering van de spanflens wordt een goede bevestiging van het telkens benodigde inzetstuk bereikt, zonder dat aan de zijwand van het verzamelreservoir modifikaties noodzakelijk zijn, b.v. voor het aanbrengen van bevestigings-20 elementen.
Een doelmatige uitvoeringsvorm van een verzamelreservoir volgens de uitvinding, welke omgebouwd is tot een bodemafvoer, blijkt uit conclusie 2. De spanflens wordt met de binnenflens door de klemverbinding passend en vast aan 25 de zijwand van het verzamelreservoir aangebracht. Voor het definitief aanhalen van de klemverbinding kan de spanflens in elke gewenste stand worden verdraaid, zodat bij eventueel aanwezige ruimteproblemen voor het inzetstuk hier een aan-passingsmogelijkheid aanwezig is.
30 Een andere doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding blijkt uit conclusie 3. Bij deze uitvoering geschiedt het inzetten van de aansluitflens van het inzetstuk bijzonder eenvoudig. Bovendien wordt het inzetstuk op een bepaalde afstand voor de zijwand van het verzamelreser-35 voir bevestigd.
Een bijzonder zekere positie van het inzetstuk treedt dan op, wanneer een uitvoering van de uitvinding gekozen zoals uit conclusie 4 blijkt. Bovendien centreert de -4- insteekholte de aansluitflens van het inzetdeel dan, zodat de bevestigingselementen alleen nog voor het aandrukken van de inzetflens en daarmee voor een goede waterafdichting behoeven te zorgen.
5 Een andere doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding blijkt uit conclusie 5. Daarmee komen de bevestigingselementen op een gunstige radiale afstand van de opening te liggen, die door het inzetstuk wordt gecontroleerd. Deze werken daardoor met gunstige hefboomarmen, 10 zodat deze niet extreem sterk aangetrokken behoeven te worden en bovendien voor een goede aandrukking van de aansluitflens zorgen. Bovendien is een goede toegang voor het inbrengen van de bevestigingselementen resp. voor het aanhalen of losmaken daarvan aanwezig.
15 Een andere, doelmatige uitvoeringsvorm van de uitvinding blijkt uit conclusie 6. Al naar gelang de behoefte kunnen op deze wijze in de uitsteeksels de bevestigingselementen worden verankerd, waarbij het langwerpige gat het insteken van een knevel, die daarna over 90° wordt 20 verdraaid , toelaat, en de sleuf het inbrengen van een be-vestigingselement in het bijzonder vergemakkelijkt.
Ook kan een uitvoeringsvorm doelmatig zijn zoals uit conclusie 7 blijkt. Hier wordt de spanflens reeds bij de vervaardiging van bevestigingselementen voorzien, 25 die b.v. zijn ingebed.
Een' andere gunstige uitvoering van de uitvinding blijkt uit conclusie 8. Het vast te zetten inzetstuk steunt dan niet op de klemverbinding aan de zijwand van het reservoir, maar alleen aan het kopvlak van het ringlichaam 30 van de spanflens, die op geschikte wijze fijn bewerkt kan worden uitgevoerd en bijdraagt voor het vormen van een goede afdichting.
Daar het in de regel bij de aangebrachte in-zetstukken van bijzonder belang is, dat deze naar alle zij-35 den waterdicht of gasdicht zijn, is^ui.t conclusie 9 blijkende verdere uitvoeringsvorm van de uitvinding doelmatig.
Een andere voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding geeft conclusie 10 aan. Daar onder bepaalde om- 80 05 77 8 * ♦ -5- standigheden de aanhaalkrachten voor de bevestigingselemen-ten relatief hoog zijn, is het van belang, dat de uitsteeksels aan de spanflens vormvast zijn uitgevoerd resp. buig-stijf zijn.
5 Een verdere uitvoeringsvariant volgens con clusie 11 houdt rekening met de onder bepaalde omstandigheden grote krachten nabij de insteekholte, wanneer de spanflens in dit gebied versterkt wordt uitgevoerd.
Tenslotte is het doelmatig wanneer een 10 materiaal voor de spanflens wordt gekozen, zoals uit conclusie 12 blijkt. Onder druk gevormde kunststof is niet alleen licht en vormvast, maar is in het bijzonder goed bestand tegen de belastingen en slijtageverschijnselen die in een rioleringssysteem op de met afvalwater in kontakt komende 15 delen inwerken.
Een uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt hierna aan de hand van de tekening verduidelijkt.
Figuur 1 toont een schematische doorsnede door een verzamelreservoir.
20 Figuur 2 toont een doorsnede door het verza melreservoir van fig.l, dat tot een bodemafvoer is uitgebreid.
Figuur 3 toont een doorsnede door de zijwand van het reservoir van fig.2.
Figuur 4 toont gedeeltelijk in doorsnede 25 een zijaanzicht van een spanflens, waarmee in fig.l t/m 3 een inzetstuk vastgezet kan worden.
Figuur 5 toont een bovenaanzicht op de spanflens van fig.4.
In fig.l is een verzamelreservoir 1 te zien, 30 waarin door een opening 2 aan de bovenzijde, die door een rand 3 wordt begrensd, afvalwater naar binnen kan stromen.
De vlakke zijwanden van het verzamelreservoir 1 zijn met 4 aangegeven, waarbij opgemerkt moet worden, dat het verzamelreservoir 1 elke willekeurige vorm kan hebben. Zoals met 35 stippellijnen bij 5 is aangegeven, zouden in de zijwanden van het verzamelreservoir 1 op een gewenste plaats openingen kunnen worden aangebracht, b.v. met behulp van een cirkelsnij-der, welke dan dienen voor het verbinden van het verzamelre- 80 0 5 77 8 -6- servoir 1 met het kanalensysteem (niet weergegeven).
Een dergelijke opening is met 7 aangegeven en in het onderste deel van de linker zijwand 4 aangebracht. Deze verbindt het inwendige van het verzamelreservoir 1 met een met streep-5 stippellijnen aangegeven aansluitbuis 6 van het rioleringssysteem. Om tussen de vlakke zijwand 4 en de aansluitbuis 6 een verbinding te kunnen vormen, is een algemeen met 8 aangegeven klemverbinding in de opening 7 geplaatst, welke uit een insteekdeel 9 en een manteldeel 10 bestaat. De delen 10 9 en 10 zijn, onderwijl steunend tegen de beide zijden van de zijwand 4, tegen elkaar aan getrokken b.v. door een schroefverbinding of een bajonetsluiting. Niet weergegeven afdichtingsmiddelen zorgen voor een goede afdichting, zodat het naar buiten komende afvalwater niet in de bodem kan 15 sijpelen.
In fig.2 is het verzamelreservoir 1 omgebouwd tot een bodemafvoer, welke het door een deksel naar binnen lopende afvalwater weer naar het rioleringssysteem doorleidt.
De bodemafvoer is echter bovendien in staat om van de aan-20 sluitbuis 6 terugstromende kanaalgassen af te sluiten of te verhinderen, dat terugstromend afvalwater binnendringt.
Voor dit doel is door middel van de klemverbinding 8 in de linker zijwand 4 een spanflens 12 bevestigd, die het mogelijk maakt, dat het inzetstuk 13, en wel een stankafsluiter, wordt 25 bevestigd. In de andere opening van de tegenover liggende zijwand is door middel van de klemverbinding 8 een andere spanflens 12 tegen de zijwand 4 aangetrokken, welke spanflens een inzetstuk 14, b.v. een terugslagklep draagt, die door middel van bevestigingselementen 15 waterdicht daarmee is 30 verbonden. De bevestiging van de spanflenzen 12 en de bevestiging van de inzetstukken 13 en 14 blijkt duidelijk uit fig.
3.
Uit fig.3 op grotere schaal blijkt , dat in de opening 7 in de zijwand 4 een insteekring 9 met een naar 35 buiten uitstekende randflens 18 is gestoken. De buitendiameter van de randflens 18 is groter dan de binnendiameter van de opening 7. Op de uit de opening 7 naar buiten stekende insteekring 9 is een manteldeel 10 in de vorm van een buisaansluiting 80 05 77 8 -7- gestoken en door een schroefdraadverbinding 33 daar zo ver opgeschroefd/ dat een naar buiten uitstekende randflens 34 met een steunhoek 35 een afdichting 17 tegen de buitenzijde van de zijwand 4 en op de insteekring 9 drukt en daar-5 bij met de steunhoek 35 tegen de buitenwand van de zijwand 4 steunt en de afdichting 17 een begrenzing naar buiten biedt en tenslotte tegelijkertijd de flens 18 van de insteekring 9 in de richting naar de binnenzijde van de zijwand 4 trekt.Over de insteekring 9 is voor het inbreng.en daarvan 10 in de opening 7 de spanflens 12 geschoven, die met een inwendige flens 19 achter de randflens 18 grijpt, en hierdoor tegen de binnenzijde van de zijwand 4 wordt aangedrukt. De spanflens 12 (zie fig.4 en 5) bestaat uit een ringlichaam 20, waarvan de binnenflens 19 aan één zijde naar binnen uit-15 steekt. De andere kopzijde van het ringlichaam 20 is met 21 aangegeven en dient als kontaktvlak voor een aansluitflens 22 van het inzetstuk 13 of 14. De binnenzijde van het ringlichaam 20 vormt een zittingvlak 23 voor een afdichting 24, die daar tussen de randflens 18 en de aansluitflens 22 wordt 20 samengedrukt en tezamen met de afdichting 17 er voor zorgt, dat uit de doorgaande verbinding geen afvalwater naar buiten kan dringen. Op een omtreksplaats van het ringlichaam 20 is een insteekholte 27 gevormd, waarbij in dit gebied 28 het ringlichaam 20 zwaarder is uitgevoerd. In de insteekholte 25 27 wordt een insteekrand 26 van de aansluitflens 22 van het inzetstuk 13 of 14 gestoken, waarbij voor het gemakkelijker aanbrengen en beter aandrukken van de aansluitflens 22 de insteekholte 27 met een uitsparing 29 overgaat in het ringlichaam 20.
30 Tegenover de insteekholte 27, die ongeveer een kwart tot een achtste van de omtrek van het ringlichaam 20 bestrijkt,zijn twee ten opzichte van elkaar over ongeveer 90° verschoven geplaatste, oorvormige uitsteeksels 30 aangebracht, waarin telkens een sleufvormige uitsparing 31 is 35 uitgespaard voor het inhangen van een bevestigingselement.
Aan de rugzijde van de uitsteeksels 30 zijn verstevigings-ribben 32 gevormd, die zich over de gehele breedte van het 80 05 77 8 -8- u— ringlichaam 20 uitstrekken en de vormvastheid van de uitsteeksels vergroten.
Uitgaande van een verzamelreservoir 1 van fig.l, kan een bodemafvoer volgens fig.2 worden gevormd, 5 doordat op een gewenste plaats in de zijwand 4 van het verzamelreservoir 1 eerst een opening 7 wordt uitgesneden.
Daarna wordt onder gebruikmaking van de op zichzelf voor het eenvoudige verzamelreservoir 1 noodzakelijke klemverbinding 8 de spanflens 12 aan de zijwand 4 bevestigd, en in de juis-10 te stand gedraaid, waarin later het inzetstuk voor een goede werking moet staan.
Dan wordt de klemverbinding 8 aangehaald, zodat de spanflens 12 vastzit. In aansluiting daarop wordt de afdichting 24 aangebracht. Voor het beter vastzetten 15 en fixeren van de afdichting 24 is de aansluitflens 22 voorzien van een rondom lopend uitsteeksel 25. Nu wordt de aansluitflens 22 met de insteekrand 26 schuin in de insteekholte 27 gestoken en tegen het kopvlak 21 gekanteld. Daarna wordt de aansluitflens 22 door bevestigingselementen, die in de 20 uitsteeksels 30 zijn verankerd, aan de spanflens 12 bevestigd. Op deze wijze wordt uit het verzamelreservoir een bodemafvoer gevormd, die door de waterdichte montage van het inzetstuk extra funkties kan vervullen.
Dergelijke inzetstukken zijn bijvoorbeeld : 25 een stankafsluiter, welke het terugstromen van rioolgassen onderdrukt en op de wijze van een syphon werkt; een terug-stuwingsafsluiting, die met één of meer automatisch werkende of opzettelijk afsluitbare terugslagkleppen is uitgerust; een algemene afsluiter, welke het rioleringssysteem afsluit 30 van het afvoerreservoir; een olie- of scha-delijke stof afscheider, welke schadelijke stoffen opvangt en verhindert in het rioleringssysteem binnen te dringen.
Het bijzondere voordeel van de gehele inrichting ligt daarin, dat door de toepassing van de spanflens 35 en met behulp van de op zichzelf bij een verzamelreservoir aanwezige klemverbinding, met optimaal geringe kosten het verzamelreservoir omgebouwd kan worden tot een afvoerreservoir met meervoudige funkties, waarbij voor deze ombouw al- 80 05 77 8 -9- leen de spanflens en het telkens noodzakelijke inzetstuk nodig zijn.
80 0 5 77 8
Claims (12)
1. Verzamelreservoir, in het bijzonder voor afvalwater, met tenminste één vlakke zijwand, waarin voor de verbinding met een rioleringssysteem tenminste één opening aangebracht kan worden, waarin een uit een doorsteek- 5 deel en een van de andere zijde van de zijwand af daaraan te bevestigen manteldeel bestaande klemverbinding als aansluiting aan het rioleringssysteem aangebracht kan worden, met het kenmerk, dat voor het uitvoeren van het verzamel-reservoir (1) als bodemafvoer met stank-, terugstuwings-10 afsluitende of een dergelijke funktie een spanflens (12) uit één stuk is aangebracht, welke met de klemverbinding (8) door een deel (9) daarvan tegen de binnenzijde van de zijwand (4) bevestigd kan worden en een op zichzelf bekende insteekholte en bevestigingsdelen voor het naar keuze en 15 waterdicht bevestigen van een op op zichzelf bekende wijze van een aansluitflens(22), een insteekrand (26) en uitsparingen voor bevestigingselementen voorzien inzetstuk (13,14) omvat.
2. Verzamelreservoir volgens conclusie 1, 20 met het kenmerk, dat de klemverbinding (8) uit een insteek- ring (9) met een naar buiten uitstekende randflens (18) en een onder inklemming van een afdichting (17) tegen de zijwand (4) aantrekbare buisaansluiting (10) bestaat, en dat de spanflens (12) uit een ringlichaam (20) met een 25 enigszins grotere binnendiameter dan de buitendiameter van de randflens (18) en een naar binnen springende binnenflens (19) bestaat, welke achter de randflens (18) van de insteek-ring (9) grijpt en in een willekeurige verdraaiingsstand van de spanflens (12) door het aanhalen van de klemverbinding 30 tegen de binnenzijde van de zijwand (4) aangedrukt kan worden.
3. Verzamelreservoir volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat aan de tegenover de binnenflens (19) liggende kopzijde van het ringlichaam (20) de insteekholte 35 (27) is gevormd. 80 05 77 8 -11-
4. Verzamelreservoir volgens een van de conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de insteekholte (27) zich over een kwart tot een achtste van het ringlichaam (20) uitstrekt.
5. Verzamelreservoir volgens een van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat aan de tegenover de insteekholte (27) liggende buitenzijde van het ringlichaam (20) en ten opzichte van elkaar over ongeveer 90° verschoven twee oorvormige uitsteeksels (30) zijn gevormd.
6. Verzamelreservoir volgens een van de conclusies 1-5, met het kenmerk, dat in elk oorvormig / uitsteeksel (30) een boring, een langwerpig gat of een sleuf (31) is aangebracht voor het aanbrengen van een beves-tigingselement.
7. Verzamelreservoir volgens een van de con- • clusies 1-6, met het kenmerk, dat in elk oorvormig uitsteeksel (30) een bevestigingselement, b.v. een schroefbout is ingebed.
8. Verzamelreservoir volgens een van de con-20 clusies 1-7, met het kenmerk, dat de naar het inwendige van het reservoir wijzende kopvlak (21) van het ringlichaam (20) als kontaktvlak voor de aansluitflens (22) van het inzet-stuk (13,14) is uitgevoerd.
9. Verzamelreservoir volgens een van de con-25 clusies 1-8 , met het kenmerk, dat in het ringvormige lichaam (20) tussen de randflens (18) en de aansluitflens (20) van het inzetstuk (13,14) een afdichting (24) is aangebracht .
10. Verzamelreservoir volgens een van de con-30 clusies 1-9, met het kenmerk, dat de oorvormige uitsteeksels (30) door zich over de breedte van het ringlichaam (20) uitstrekkende verstevigingsribben (32) zijn versterkt.
11. Verzamelreservoir volgens een van de conclusies 1-10, met het kenmerk, dat het ringlichaam (20) ter 35 plaatse van de insteekholte (27) versterkt (28) is uitgevoerd.
12. Verzamelreservoir volgens een van de conclusies 1-11, met het kenmerk, dat de snanflens(12Ï een
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE2942358A DE2942358C2 (de) | 1979-10-19 | 1979-10-19 | Sammelbehälter für Flüssigkeiten, insbesondere für Abwasser |
DE2942358 | 1979-10-19 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8005778A true NL8005778A (nl) | 1981-04-22 |
Family
ID=6083909
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8005778A NL8005778A (nl) | 1979-10-19 | 1980-10-20 | Verzamelreservoir. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
AT (1) | AT373653B (nl) |
DE (1) | DE2942358C2 (nl) |
FR (1) | FR2467921A1 (nl) |
NL (1) | NL8005778A (nl) |
Families Citing this family (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2557177A1 (fr) * | 1983-12-23 | 1985-06-28 | Girpi | Tabouret de branchement en matiere plastique a corps orientable |
DE3430528A1 (de) * | 1984-08-18 | 1986-02-27 | Klein, Schanzlin & Becker Ag, 6710 Frankenthal | Schmutzwasserhebeanlage |
SE502331C2 (sv) * | 1991-03-11 | 1995-10-02 | Sjoebo Bruk Ab | Rörkoppling för ett sidoinlopp till en golvbrunn där ett kopplingsstycke och tilloppsrör kan röra sig i axiell riktning |
AU2004205094B2 (en) * | 2003-09-02 | 2010-01-28 | Darren James McKechnie | Storage System for Water |
Family Cites Families (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
AT102514B (de) * | 1924-12-23 | 1926-02-10 | Hans Fahnenschmidt | Rohrverbindung, insbesondere für Wasser- oder Geruchverschlüsse von Waschbecken, Wandbrunnen u. dgl. |
DE1658198B1 (de) * | 1967-01-31 | 1970-07-30 | Arno Hoernemann | Sinkkasten |
DE2522424C3 (de) * | 1975-05-21 | 1979-10-04 | Bernhard 8073 Koesching Kessel | Bodenablauf |
DE2550202A1 (de) * | 1975-11-08 | 1977-05-18 | Bernhard Kessel | Rohrflansch |
DE2713733A1 (de) * | 1977-03-29 | 1978-10-12 | Wiedemann Kg Carl | Fussboden-entwaesserungs-und rohrverbindungs beziehungsweise verteilerkasten, bei denen zu-und ablaufrohre im gehaeuse so abgedichtet werden, dass die dichtungen kontrolliert und erneuert werden koennen |
DE2740825A1 (de) * | 1977-09-10 | 1979-03-22 | Bernhard Kessel | Rohrflansch |
DE2806345A1 (de) * | 1978-02-15 | 1979-08-16 | Wiedemann Kg Carl | Abdichtung der anschlussrohre in bodenablaeufen o.dgl. |
-
1979
- 1979-10-19 DE DE2942358A patent/DE2942358C2/de not_active Expired
-
1980
- 1980-10-09 AT AT0502280A patent/AT373653B/de not_active IP Right Cessation
- 1980-10-17 FR FR8022325A patent/FR2467921A1/fr active Granted
- 1980-10-20 NL NL8005778A patent/NL8005778A/nl not_active Application Discontinuation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
FR2467921B1 (nl) | 1984-12-14 |
ATA502280A (de) | 1983-06-15 |
DE2942358C2 (de) | 1982-02-04 |
DE2942358A1 (de) | 1981-04-30 |
FR2467921A1 (fr) | 1981-04-30 |
AT373653B (de) | 1984-02-10 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4919564A (en) | Manhole insert | |
CA2679883C (en) | Seamless sink drain assembly with disposer/strainer mounting system | |
US20200248825A1 (en) | Anti-rat valve and flap therefor | |
GB2475297A (en) | Clogging resistant drain | |
CA2129020A1 (fr) | Recuperateur automatique d'eau pluviale sur conduit vertical d'evacuation | |
NL8005778A (nl) | Verzamelreservoir. | |
EP3002377A1 (en) | Floor drain with siphon | |
KR200383882Y1 (ko) | 오수받이 | |
FI75019C (fi) | Avloppsroer. | |
JP4729082B2 (ja) | 公共桝用逆流防止装置及び公共桝 | |
KR200436700Y1 (ko) | 맨홀 | |
KR200309774Y1 (ko) | 배수관용 역류방지구 | |
JP2000008475A (ja) | 合成樹脂製溜めます | |
JP5200254B2 (ja) | 接続構造 | |
KR200188214Y1 (ko) | 씽크 하수관용 봉수 트랩 | |
JPH0316947Y2 (nl) | ||
KR102002100B1 (ko) | 역류 방지 장치 | |
KR200176004Y1 (ko) | 건축물의 배수장치 | |
KR101955943B1 (ko) | 소제 싱크용 가변 트랩 | |
JP4032235B2 (ja) | 排水配管用ソケット | |
KR200310121Y1 (ko) | 하수관의 악취 및 역류 방지장치 | |
KR200470846Y1 (ko) | 하수관용 역류방지밸브 | |
KR200338761Y1 (ko) | 맨홀용 악취 차단장치 | |
EP3688239B1 (en) | Plumbing trap | |
KR950009646Y1 (ko) | 변기 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BV | The patent application has lapsed |