NL8103762A - Zak-verpakkingsinrichting voor brood en werkwijze voor het verpakken van brood. - Google Patents

Description

. * . V

*' * 4 T/tj/lh/1

Zak-verpakkingsinrichting voor brood en werkwijze voor het verpakken van brood.

De uitvinding heeft betrekking op een zak-verpak-kingsinrichting, in het bijzonder voor hele broden, met een transportinrichting voor het in de richting van een zakpakket'transpofcteren van* de hele broden, een de bovenste 5 zak van het zakpakket telkens openend zuigorgaan, twee in de geopende zak aangrijpende en deze in de open stand houdende sprijdorganen, een het hele brood in de gereed-gehouden zak naar binnen bewegende schuif en een zak-sluit-inrichting en op een werkwijze voor het verpakken van brood.

10 Bij al dergelijke thans bekende verpakkings- inrichtingen wordt de schuif resp. worden verscheidende schuiven door een eindloos rondlopende rollenketting in de broodverpakkingsinrichting bewogen en dan al naar gelang de constructieve mogelijkheden via wissels ter plaatse van 15 de omkering van de bewegingsinrichting van de rollenketting omhoog bewogen. Bij de rechtlijnige beweging transporteert de schuif of transporteren de schuiven na het van de transportinrichting overnemen van het brood het brood in de geopende zak. Nadat het te verpakken materiaal (het brood) 20 tegen de bodem van de zak aanstoot wordt de zak van de sprijdorganen afgetrokken en toegevoerd aan een dwars op de verpakkingsrichting lopende toevoerband naar de sluitinrich-ting- of naar een in de verpakkingsrichting daaraan aan-sluitend sluittoestel.

25 Bij de modellen met in de verpakkingsrichting aansluitend sluittoestel wordt voor het in de juiste stand positioneren van het te verpakken materiaal (het brood) verschillende soorten aanslagen gebruikt. Deze moeten telkens ingesteld worden naar gelang de afmetingen-lengte 30 resp. breedte van het te verpakken materiaal.

Na het op de dwarslopende toevoerband of in de aansluitende sluitinrichting verschuiven van de gevulde zwenkt de schuif direkt naar boven uit de zak naar buiten. Daarbij ontstaat een zeer ongunstig werkend, door de con- 8103762 ϊ · i structie veroorzaakt onveranderlijk kontakt met de zak-hals, welke het gevolg is van de rondlonende beweging (rollenketting/schuif), zodat daardoor het verplaatsen van de zak met brood of een beschadiging van de zak niet wordt 5 vermeden, waardoor deze beweging van de schuif omhoog zeer ongunstig voor een goede verpakking is.

Verder is het nadelig dat het brood los in de zak liggend door de sluitinrichting wordt verpakt, omdat na het aanbrengen van de sluiting de zak nog steeds los 10 om het brood ligt waardoor een ongunstige beweging (ver-schuiven/wankelen) van het brood in de gesloten zak op kan treden, waardoor de verpakking er niet fraai uitziet en in de moderne tijd verpakkingstechnisch niet aanvaardbaar is, omdat in de zakken relatief veel lucht aanwezig is.

15 Door de noodzakelijke lengteaanslag kan het verpakte brood ook niet in de tot dat moment geldende bewegingsrichting worden afgevoerd, maar hiervoor moet door een extra inrichting een zijdelingse beweging worden opgelegd.

20 Zijdelings aangebrachte aanslagen, bijvoorbeeld pneumatisch gestuurde aandrukbekken maken het welliswaar mogelijk om de gevulde en gesloten zak. in de bewegingsrichting af te voeren, maar deze hebben echter het nadeel dat deze zeer nauwkeurig ingesteld raoeteri worden omdat 25 anders bepaalde formaten verpakkingsmateriaal (bijvoorbeeld hele broden) die op zichzelf verschillende afmetingen hebben, door de drukbekken wordt gevormd, of hiertussen door schui-. ven.

Het doel van de uitvinding is om de vermijding 30 van de hierboven genoemde nadelen een zak-verpakkingsinrich-ting volgens de in de aanhef genoemde soort te vers chaffen waarmee op eenvoudige en rationele wijze het brood vast door de zak omsloten verpakt kan worden, waarbij voor deze verpakkingsuitvoering eenvoudig geconstrueerde automatisch 35 werkende en het brood omzichtig behandelende middelen zijn aangebracht.

Verder is het een doel van de uitvinding de verpakkingsinrichting zodanig uit te voeren, dat daarmee 8103762 r » t ► -3- tot aan het inleggen van geschikte zakken hele broden in verschillende grootte en lengte en ook gesneden brood in staande en liggende positie vast door zakken omsloten ver-pakt kunnen worden, zonder dat het nodig is daarvoor de 5 inrichting om te boiiwen.

Bovendien is het doel van de uitvinding de broden in d§n rechtlijnige beweging te verpakken en af te voeren.

Een ander doel van de uitvinding is het verschaf-fen van een eenvoudige en rationele evenals het te verpak-10 ken materiaal ontziende werkwijze voor het verpakken van brood in zakken.

Deze doeleinden worden volgens de uitvinding bereikt door de kenmerken van conclusie 1 (inrichtingconolu-sie) en van conclusie 14 (werkwijzeconclusie), waarbij nog 15 in de onderconclusies geformuleerde kenmerken gunstige verdere ontwikkelingen betreffen.

De onderhavige uitvinding heeft niet alleen be-trekking op de kenmerken van de afzonderlijke conclusies maar ook op de conibinatie daarvan.

20 Met de zak-verpakkingsinrichting volgens de uitvinding worden de volgende voordelen bereikt: 1. Door de volgens de uitvinding aan de schuif aan-gebrachte zuigkop wordt de zak stevig (strak) om het brood getrokken en wordt de zich in de .

25 zak bevindende lucht in vergaande mate uit de zak gezogen, zodat na het sluiten van de zak deze het brood stevig omhult en het brood niet in de zak heen en weer kail bewegen, zodat een optimale verpakking wordt verkregen; 30 2. Door de zich bovendien nog verdraaiende zuigkop wordt de stevige zakomhulling nog verbeterd, daar de hals van de zak voor het sluiten in elkaar gedraaid wordt en daardoor de zak optimaal stevig tegen het brood aan wordt gelegd; 35 3. De in de zak gestoken zuigkop oefent welliswaar een zekere druk op het brood uit maar trekt in hoofdzaak echter de zak over het brood en houdt beide delen (zak en brood) vast en verschijft 8103762 ·. « ί · · ' -4- deze te zamen, zodat hierdoor bij het verpakken het brood wordt ontzien; 4. Daar de zuigkop de zak bij de beweging tot aan de sluitinrichting stevig om het brood houdt en 5 deze dus steeds tegen de bodem van de zak aanligt, is geen aanslag in de bewegingsrichting noodzake- % lijk (zoals to.tnutoe wel het geval was) daar de beweegbare zuigkop zelf de tegensteun en het verschuiforgaan vormt. Daardoor kunnen hele broden 10 met verschillende lengte in geschikte zakken worden verpakt zonder dat de inrichting behoeft te worden omgebouwd;.

5. Aangezien geen aanslag voor het in de zak te schuiven brood noodzakelijk is, kan het' verpakte 15 brood ook in de tot op dat moment geidende be wegingsrichting verder rechtlijnig worden afge-voerd, zodat de broodafvoer aanzienlijk wordt ' vereenvoudigd; 6. De beweegbaar en oirihoog zwenkbaar aan de schuif 20 ge lager de zuigkop beweegt rechtli jnig in de hals van de zak naar binnen en ook weer rechtli jnig uit de hals van de zak naar buiten pas dan wordt de zwenkbeweging naar boven uitgevoerd, opdat het volgende brood niet door de schuif tegenge- 25 houden wordt en later weer voor het inschuiven vastgepakt kan worden - door deze rechtlijnige insteek- en uitneembeweging vervalt eeh ongev/enst openen of beschadigen van de hals van de zak en ontstaan geen verpakkingsfouten; 30 7. Door de schuif met de zuigkop kunnen niet alleeri hele broden van verschillende lengte maar ook gesneden broden in staande of liggende houding stevig in de zak worden verpakt - de zuigwerking maakt nagenoeg vacuumverpakking mogelijk; 35 8. De zuigkop is eenvoudig opgebouwd en aan de als zuigleiding uitgevoerde schuif aangebracht, waarbij de zwenkas van de schuif eveneens een zuigleiding vormt - daardoor zijn de mechanische 8103762 -5-.

ir » middelen op optimale wijze tegelijkertijd voor de zuigbewerking benut, zodat een gunstige technische oplossing wordt bereikt? 9. De sturing van de beweging van de zuigschuif met 5 de zuigkop is door eenvoudige en zeker werkende middelen gerealiseerd; 10. De gehele verpakkingsinrichting heeft een eenvoudige, zeker funktionerende en rationeel werkende opbouw en waarborgt in een lopende bandmetho-10 den een optimale verpakking voor broden van uit- eenlopende soorten - deze kan echter ook worden toegepast voor het verpakken van andere consump-tiegoederen.

Aan de hand van de tekeningen wordt hiema een 15 uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding nader verduidelijkt.

Figuur 1 toont een zijaanzicht van een zak-ver-pakkingsinrichting voor brood?

Figuur 2 toont een bovenaanzicht van deze verpakkingsinrichting; 20 Figuur 3 toont een per spec tivisch aanzicht van een draaibaar uitgevoerde zuigkop van de verpakkingsinrichting;

Figuur 4-7 tonen zijaanzichten van de fase waarin deze in een zak geschoven is totaan de fase waarin 25 de zak gesloten is.

De zak-verpakkingsinrichting volgens de uitvinding, die in het bijzonder bedoeld is voor het verpakken van hele broden 1, omvat in een gestel 2'een in een horizontaal vlak lopende transportinrichting 3 voor het transporteren 30 van de hele broden 1 in de richting van een zakkenpakket 4. Deze transportinrichting wordt bijvoorbeeld gevormd door twee op een afstand naast elkaar over geleidingswielen of -rollen 5 eindloos rondlopende kettingen of banden 6 met meenemers 7, een tussen de kettingen of banden 7 liggend 35 steunvlak 8 en zijdelingse geleidingen 9. De in een bewe-gingsomkeringsgebied liggende wielen of rollen 5 worden daarbij door een motor aangedreven.

Het zakkenpakket 4 sluit in de bewegingsrichting 8103762 Η 4 ’"3 - ' ’ ....

’ -6- - van het brood (pijl A) aan aan het vo'orste bewegingsrichtings-omkeringsgebied van de transportinrichting en rust op een verend ondersteunde steunplaats 10. Het zakkenpakket 4 bestaat uit een aantal op elkaar liggende afzonderlijke 5 zakken 4a, die gemeenschappelijk in houtpennen 11, klemmen of een andere houder op de steunplaat 10 zijn gefixeerd.

De zakken 4a bestaan bij voorkeur uit kunststof.

Een aan het gestel 2 bevestigd.en nabij het zakkenpakket 4 aangebracht zuigorgaan 12 (zie figuur 2) 10 werkt telkens met de bovenste zak 4a sameh en opent deze door zuiglucht. Dit zuigorgaan is voor het openen van de zak omhoog en omlaag zwenkbaar-uitgevoerd en werkt van bovenaf telkens op de bovenste zak 4a.

In de bewegingsrichting "A" voor het zakkenpakket 15 4 zijn twee uit een zwenkbare en in hpogterichting beweeg- baar uitgevoerde sprijdorganen 13 aangebracht, bijvoorbeeld aan de transportinrichting 3 zijn bevestigd, en welke. in de bewegingsrichting "A" aansluiten aan de zijdelingse geleidingen 9. Deze beide sprijdorganen 13 grijpen aan in 20 de door het zuigorgaan 12 geopende zak 4a en houden deze in de geopende stand, dat wil zeggen in de breedte- en hoogterichting open voor het in de zak naar binnen bewegen van het brood 1.

Aan het zakkenpakket 4 sluit in de bewegings-25 richting "A" een steun- en zijgeleiding 14 aan en daar achter een aan het gestel 2 gelagerde zaksluitinrichting 15,. zoals een kleminrichting.

Achter deze sluitinrichting 15 zijn aan het gestel 2 opzij verzwenkbare afstrijkers 16 aangebracht, 30 waarvan de werking later zal worden verduidelijkt;

Tenslotte is aan het gestel 2 in de bewegingsrichting "A" een afvoerband 17, een afvoergoot of dergelijke voor de verpakte broden 1 aangebracht.

De broden 1 worden telkens af zonderli jk in een 35 geopende zak 4a bewogen door een boven de transportinrich— ting 3 aangebrachte, in de transportrichting. A" heen en weerbare schuif 18 en door deze naar de sluitinrichting 15 verschoven. Deze schuif 18 is aan zijn vrije, schuivende 8103762 * β’ *· -7- einden uitgerust met een zuigkop 19/20, die in de geopende zak 4a wordt gestoken, daarbij door de zuiglucht de buig-zame en/of elastische zak 4a vast om het brood trekt en in deze toestand het brood 1 met de zak 4a naar de sluitinrich-5 ting 15 verschuift.

De schuif 18 omvat een in een vertikaal vlak (in de hoogterichting) meervoudige geknikte, bij voorkeur in de vorm van een liggende S uitgevoerde, schuif- en zwenkarm 21, die gevormd wordt door een buis met een cirkel-10 vormige of hoekige doorsnede. Deze schuif- en zwenkarm 21 is met zijn van de zuigkop 19/20 afgekeerde andere einde om een horizontale zwenkas 22 in hoogterichting zwenkbaar aan een slede 23 gelagerd, waarbij deze slede 23 verschuif-baar gelagerd aan geleidingen 24 van het gestel 2 in de 15 richting "A" en daar tegenin. De schuifbeweging van de slede 23 in beide richtingen (pijlen in figuur 1 en 2) geschiedt motorisch via een aandrijving 25, zoals een stangoverbren-ging met een nokkenschijf, motorisch verschuifbare tand-stangen, drukmiddelcilinders of dergelijke.

20 De holle schuif- en zwenkarm 21 loopt in zijn eveneens voile zwenkas. 22 voort als zuigkanaal en deze zwenkas 22 staat met het van de schuif- en zwenkarm 21 afgekeerde einde via een zuigleiding of een zuigbuis 26 in verbinding met een zuiginrichting (niet weergegeven).

25 De zwenking in hoogterichting van de arm 21 met de zuigkop 19/20, die afhankelijk is van de verpakkings-beweging, wordt bereikt door middel van een door een schar-nierarm 27 in hoogterichting beweegbaar aan de geleidingen bevestigde hefbalk 28 in combinatie met een stuurstang 29.

30 De scharnierarmen 27 zijn daarbij met Sin einde zwenkbaar, maar verder onbewegelijk een de geleidingen 24 bevestigd en nemen in hun andere (onderste) einde de hefbalk 28 scharnierend aan zijn beide langseinden op.

De stuurstang 29 is met Sin einde zwenkbaar aan 35 de hefbalk 28 gelagerd, en met zijn andere einde in een zwenklager 31 met het gestel 2 verbonden.

De stuurstang 29 loopt met een nokrol 32 langs een motorisch verdraaibare, draaibaar aan het gestel 2 8103762 -8- .

gelagerde nokkenschijf 33, waardoor de slagbeweging vande helfbalk.28 wordt bepaald.

Aan de zwenkas 22 van de arm 21 is een hefboom 24 star bevestigd, welke aan zijn vrije einde een tastrol 5 35 draagt, waarmee deze onder tegen de hefbalk 28 aanligt en door een trekveer 36, die met een einde aan de hefboom 34 en met zijn andere einde aan de slede 23 aangrijpt onder spanning wordt gehouden. Bij de omhoog en omlaag gaande beweging van de hefbalk 28 wordt de zwenkbeweging van de 10 arm 21 veroorzaakt door de hefboom 34 met de tastrol 35.

De zuigkop 19/20 wordt gevormd door een hoi . lichaam 37 met zuigopeningen 38 aan de mantelzijde en een drukplaat 39 aan de kop, waarbij het holle lichaam 37 vast of verwisselbaar met de arm 21 is verbonden.

15 Het verpakken van een heel brood 1 in een zak 4a geschiedt als volgt: ‘

De hele broden 1 worden in de richting van de pijl "A" op de transportinrichting 3 naar het zakkenpakket 4 getransporteerd. Bij deze transportbeweging opent het 20 zuigorgaan 12 door zuiglucht de bovenste zak 3a waama de ' sprijdorganen 13 in de geopende zak 4a aangrijpen en deze openhouden.

Het nu toegevoerde eerste te verpakken brood.1 wordt door de transportinrichting 3 tussen de sprijdorganen 25 13 heen geleid en gedeeltelijk in de geopende zak 4a geschoven.

De schuif- en zwenkarm 21 is daarbij reeds naar beneden gezwenkt en over een zekere afstand achter het brood I mee bewogen en werkt nu met zijn drukplaat 39 op het 30 brood 1 en schuift dit verder in de . zak 4a naar binnen totaan de zakbodem, waarbij tegelijkertijd de zak 4a van de houder II wordt losgemaakt en de zuigkop 19/20 zich ter plaatse van de hals 4b van de zak bevindt.

Direkt achter de sprijdorganen 13 wordt de zuig-35 lucht ingeschakeld, waardoor.de zuigkop 19/20 door zijn zuigopeningen 38 de lucht uit de zak 4a zuigt en daarbij de zak 4a stevig (strak)' om het brood 1 wordt getrokken waarbij de hals 4b van de zak zich eveneens stevig tegen de 8103762 -9- zuigkop 19/20 aanlegt.

Door deze zuigwerking ligt het brood 1 in langs-richting stevig tegen de bodem van de zak aan en de zak 4a is vrijwel vacuum verpakt om het brood 1 heen getrokken.

5 In deze stand heeft de zuigkop 19/20 het brood 1 met de ' zak 4a overgenomen, dat wil zeggen de verdere transport- · beweging van het brood 1 de zak 4a geschiedt door de arm 21 met de zuigkop 19/20 en het brood 1 wordt totaan de sluit-inrichting 15 door de arm 21 tussen de geleidingen 14 ge-10 schoven. Bij kleinere broden 1 is het mogelijk dat het brood 1 door de zuigkracht zwevend wordt verplaatst, daar de zak 4a vast aan de zuigkop 19/20 wordt vastgehouden en daar dus door wordt gedragen.

Wanneer het brood 1 zover is verschoven dat de 15 afstrijkers 16 tussen het broodeinde en de zuigkop 19/20 liggen, dan .worden deze afstrijkers 16 werkzaam en zwenken naar elkaar toe, enwel dwars op de bewegingsrichting “A" waarbij deze de zak 4a nabij de hals 4b voor de drukplaat 39 tussen zich inhouden.

20 Door de terugbewegende zuigkop 19/20 met de vast daarom gezogen hals 4b van de zak wordt de gevulde zak 4a vast tegen de afstrijkers 16 tegen de tot op dat moment geldende transportrichting getrokken en de zak bevindt zich dus steeds in optimale sluitstand, wanneer daama de zuig-25 kop 19/20 uit de hals 4b naar buiten beweegt, beweegt de drukbek van het sluittoestel 15 zich tussen het verpakte materiaal (het hele brood 1) en de naar buiten bewegende zuigkop 19/20 tot tegen de samengezogen hals 4b van de zak aan en neemt deze voor het sluiten over. Het samenspel van 30 deze werking waarborgt een niet toevallige, maar een ge-wenst gedwongen nauwkeurige en stevige verpakking.

Terwijl de afstrijkers 16 in hun werkzame stand komen en de zak 4a nabij de hals 4b zich inhouden, beweegt de zuigkop 19/20 tegen de richting "A" in uit de zak 4 35 naar buiten en de door een klem of dergelijke gesloten zak 4a kan dan met het verpakte brood 1 door de afvoerinrichting 17 uit de verpakkingsinrichting worden afgevoerd.

De bewegingsbaan van de arm 21 met de zuigkop 19/ 8103762 ' -10- 20 is in figuur 8 weergegeven. In de verpakkingsrichting loopt de zuigkop 19/20 volgens een rechte lijn in een horizontaal vlak van a naar b, waarbij deze de rechte. beweging ook bij het in de zak 4a naar binhen bewegen eh 5 bij het verschuiven van de zak 4a tot in de sluitinrichting 15 resp.de afstrijkers 16 aanhoudt. Het punt b ligt nabij de afstrijkers 16. Wanneer de afstrijkers 16 de zak 4a overgenomenhebben, beweegt de zuigkop 19/20 weer volgens een rechte lijn en in een horizontaal vlak uit de zak 4a 10 naar buiten van b naar c. Dan zwenkt de zuigkop 19/20 buiten de zak van punt c naar d oirihoog en beweegt over een bepaalde «.· afstand van d naar e in de omhoog gezwenkte stand terug. Daarna kan de kop weer van e naar a bewegen voor de behande-ling van een volgend te verpakken brood 1. Deze beweging 15 van de zuigkop 19/20 wordt bepaald door de hefbalk 28 met de stuurstang 29 en de nokkenschijf 33 via de arm 21 met de veerbelaste hefboom 34 en de nokkenrol 35.

In figuur 3 is te zien dat de zuigkop 20 verdraai-baar is uitgevoerd om de bij benadering vacuum sluiten :van 20 de zak 4a nog te verbeteren. Hiervoor is het holle lichaam 37 uitgevoerd als een zuigbuis, die vast of demontabel aan de arm 21 is bevestigd. Aan het kopeinde nabij de verpak-kingszijde omvat de zuigbuis 37 de drukplaat 39 en de zich daarachter aan de zijde van de mantel in de zuigbus 37 25 uitstrekkende zuigopeningen 38. Om deze zuigbuis 37 is een draaikop 40 met raddaal uitstaande ruggen 41 verdraaibaar, enwel bij voorkeur in beide draairichtingen begrensd verdraaibaar gelagerd, waarbij deze draaikop 40,41 los om de zuigbuis 37 past. De draaiing van de draaikop 40,41 wordt 30 bij voorkeur automatische door een schuifbeweging van de zuigbuis 37 veroorzaakt, doordat in de draaikop 40 ten-minste een schroeflijnvormig verlopende groef 42 is uitge-spaard, waarin een uitsteeksel 43 van de zuigbuis 37 (of omgekeerd) aangrijpt. In de draaikop 40 zijn tussen de 35 ribben resp.: ruggen 41 zuiggaten 44 aangebracht, die ook als sleuven uitgevoerd kunnen zijn.

De werking van deze draaibare zuigkop 20 wordt hierna aan de hand van figuur 4-7 verduidelijkt.

8103762 » .

* -11-

Het brood 1 is, zoals eerder werd beschreven in de geopende zak 4a geschoven.

Figuur 4 toont de zuigkop 20 tijdens het in de geopende zak 4a naar binnen bewegen (zie pijl ”B"). In 5 figuur 5 wordt de lucht uit de zak gezogen, doordat de aim 21 namelijk onder zuigwerking wordt gebraclit (vergelijk pijl nC”), zodat de zak 4a stevig over het brood 1 wordt getrokken. Daama wordt de als zuigbuis werkende arm 21 tegen de transportirichting "A" in de richting van de pijl 10 "D" in figuur 6 terugbewogen en hierbij treedt het door de draaikop 40 uitgevoerde verdraaien van de zuigkop 20 om zijn langsas op, welke draaikop 40 om de zuigbuis 37 van de zuigkop draait. Omdat door de zuigwerking de hals 4b van de zak ook tussen de ruggen 41 tegen de draaikop 40 15 is aangetrokken, wordt nu bij het terugbewegen van de zuigkop 20 in de richting "D" door de groef-uitsteeksel-geleiding 42,43 automatisch en vanzelf de verdraaiing van de draaikop 40 bereikt waardoor de hals 4b van de zak in elkaar wordt gedraaid (zie pijl wEn in figuur 6}.

20 Wanneer de hals 4b van de zak in elkaar is ge draaid bewegen de persbekken van de sluitinrichting 15 naar elkaar toe en houden de in elkaar gedraaide hals 4b van de zak vast waarna het sluiten begint.

De sluitinrichting 16 onderbreekt door zijn pers-25 bekken de zuigstroom ter plaatse van het om de draaikop 40 liggende -gedeelte 4b van de hals van de zak 4 a en de zuigkop 20 kan dan uit de hals 4b bewegen (zie pijl WDM! in figuur 7).

Daama draait de draaikop 40 weer in de uitgangs-30 stand terug door veerkracht, door de zuigstroom of derge-lijke.

8103762

Claims (14)

1. Zak-verpakkingsinrichting, in het bijzonder voor hele broden, met een transportinrichting voor het in de richting van een zakkenpakket transporteren van de hele broden, een telkensde bovenste zal van het zakkenpakket 5 openend zuigorgaan, twee in de geopende zak aangrijpende en deze in de geopende stand houdende sprijdorganen, een het hele brood in de gereedgehouden zak naar binnen bewegen-de schuif en een zaksluitinrichting, met het kenmerk, dat de schuif .(18) als zuigelement is 10 uitgevoerd en aan zijn einde met een het te verpakken mate-riaal (hele brood 1) in de geopende zak (4a) naar binnen transporterende en luchtledig zuigende, de hals (4b) van de zak na het van de sprijdorganen (13) aftrekken daarvan stevig tegen zich aantrekkende, daardoor het te verpakken IS materiaal (het hele brood 1) zelfstandig vasthoudende en in deze stand tot ih de aansluitende sluitinrichting (15) schuivende zuigkop (19/20) is uitgerust.

2. Zak-verpakkingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de schuif (18) een als zuigbuis uitge- ,· 20 voerde, om een horizontale en dwars op de broodtransport- richting (A) verlopende hartlijn (22) in hoogterichting verzwenkbare schuif- en zwenkarm (21) omvat, waarmee de zuigkop (19/20) volgens een rechte lijn in een horizontaal vlak in de zak (4a) naar binnen beweegbaar, na het uitvoeren 25 van de verpakking weer rechtlijnig daaruit naar buiten beweegbaar, aansluitend naar boven oirihoog zwenkbaar en dan volgens een rechte lijn in de uitgangsstand terugbeweeg-baar en naar beneden in de broodoverneemstand naar beneden zwenkbaar beweegbaar is (zie figuur 1 en 8).

3. Zak-verpakkingsinrichting volgens conclusie 1.. en 2, met het kenmerk, dat de schuif- en zwenkarm (21) door een in een vertikaal vlak meervoudig geknikte, bij voorkeur in de vorm van een schuinliggende-S uitgevoerde buis met een hoekige of cirkelvormige doorsnede wordt gevormd en zijn 35 in de broodtransportrichting (A) voorste langseinde de zuigkop (19/20) vast of verwisselbaar draagt en met zijn achter-ste einde aan de als zuigkanaal uitgevoerde zwenkas (22) 8103762 4 * -13- is bevestigd, welke via een zuigleiding of een zuigbuis (26) aan een zuiginrichting is aangesloten (figuur 1 en 2).

4. Zak-verpakkingsinrichting volgens conclusie 1— 3, met het kenmerk, dat de zuigkop (19/20) door een buis- 5 vormig hoi lichaam (37) met een drukplaat (39) aan de kop-zijde en in de mantel achter de drukplaat (39) liggende zuigopeningen (38) wordt gevormd (figuur 1).

5. Zak-verpakkingsinrichting volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat de zwenkas (22) van de schuif 10 aan een slede (23) is aangebracht, welke door middel van een motorische aandrijving (25) in de broodtransportrichting (A) en daar tegenin aan geleidingen (24) van het gestel (2) van de inrichting is gelagerd.

6. Zak-verpakkingsinrichting volgens conclusie 15 1-5, met het kenmerk, dat de schuif (18) met de zuigkop (19/20) in zijn rechtlijnige schuifbeweging en zwenkbewe-ging in de richting omhoog door een aan het gestel (2) aan-gebrachte stuurinrichting (27-36) afhankelijk van het broodtransport gestuurd kan worden.

7. Zak-verpakkingsinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat door scharnierarm (27) aan de geleidingen (24) een hefbalk (28), door middel van een stuur-stang (29) en een nokkenrol (32) zowel als een motorisch verdraaibare nokkenschijf (33) in hoogte beweegbaar is 25 gelagerd, terwijl de schuif- en zwenkarm (21) met een stuurarm (34) met tastrol (35) onder veerspanning (36) voor besturing van de zwenking omhoog van de schuif (18)-tegen de helbalk (28) aanligt (figuur 1).

8. Zak-verpakkingsinrichting volgens conclusie 30 1-7, met het kenmerk, dat in de broodtransportrichting (A) voor de sluitinrichting (15) dwars op de transportrichting (A) beweegbare en de onder zuigwerking om de zuigkop (19/20) vastgehouden hals (4b) van de zak voor het uit de hals (4b) van de zak naar buiten bewegen van de zuigkop (19/20) vast-35 grijpende en tegenhoudende afstrijkers (16) aan het gestel (2) zijn gelagerd (figuur 1 en 2).

9. Zak-verpakkingsinrichting in het bijzonder volgens conclusie 1-8, met het kenmerk, dat de zuigkop (20) 8103762 A - · . -14- voor het in elkaar draaien van de hals (4b) van de zak voor het sluiten daarvan op zichzelf draaibaar is uitgevoerd (figuur 3-7)-.

10. Zak-verpakkingsinrichting volgens conclusie 5 9/ met het kenmerk,· dat de zuigkop (20) zodanig is uitge voerd dat deze automatisch verdraaid big het uit de hals (4b) van de zak naar buiten bewegen (richting D) daarvan.

11. Zak-verpakkingsinrichting volgens conclusie 9 en 10, met het kenmerk, dat de verdraaibare zuigkop (20) 10 een vast of verwisselbaar aan de schuif- en zwenkarm (21) aangebrachte zuigbuis (37) met een in de schuifrichting (A) aan het voorste kopeinde aangebrachte drukplaat (39) en aan de mantelzijde daarachter uitgespaarde zuigopeningen (38) omvat, waarom een buisvormige draaikop (40) met 15 radiaal uitstekende ruggen (41) schroefvormig verdraaibaar is gelagerd (figuur 3).

12. Zak-verpakkingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de draaikop (40) met een schroef-lijnvormig verlopende groef (42) over een uitsteeksel (43) 20 van de zuigbuis (37) gedwongen verdraaibaar en daarbij ten opzichte van de zuigbuis (37) verschuifbaar aangrijpt en van tussen de ruggen (41) aangebrachte zuigopeningen (44) is voorzien. '

13. Zak-verpakkingsinrichting volgens conclusie 25 1-12, met het kenmerk, dat in een rechte lijn in de brood- transportrichting (A) achter de sluitinrichting (15) aan het gestel (2) van de inrichting een afvoerband (17), een glijbaan of dergelijke is aangebracht voor het door de zuigkop (19/20) nabij de sluitinrichting zonder aanslag 30 verpakt brood 1.

14. Werkwijze voor het verpakken, in het bij zonder van hele broden, in het bij zonder met de zak-verpakkingsinrichting volgens conclusie 1-13, met het kenmerk, dat het te verpakken materiaal (een heel brood 1) door middel 35 van een als zuigelement uitgevoerde en aan zijn einde van een zuigkop (19/20) voorziene schuif (18) in de geopen-de zak (4a) naar binnen vrordt getransporteerd en de aan-wezige lucht zover uit de zak (4a) wordt gezogen, dat deze 8103762 -15- * de nauw tegen het te verpakken materiaal (het hele brood) aanligt, dat de hals (4b) van de zak na het van de sprijd-organen (13) aftrekken daarvan vast tegen de zuigkop (19/20) wordt gezogen en daardoor het verpakte materiaal (brood 1) 5 zelfstandig wordt vastgehouden en in deze stand tot in de daaraan aansluitende. sluitinrichting (15) wordt geschoven, waar door middel van een afstrijkinrichting (16) het verpakte materiaal (brood 1) wordt tegengehouden en de zuigkop (19/20) horizontaal zonder zwenkbeweging terug uit de 10 hals (4b) van de zak beweegt. 8103762