NL8103716A

NL8103716A - Besturingsinrichting voor een afsluitorgaan.

Info

Publication number: NL8103716A
Application number: NL8103716A
Authority: NL
Original assignee: Huitink B V Maschf Geb
Priority date: 1981-08-06
Filing date: 1981-08-06
Publication date: 1983-03-01
Also published as: DE8222087U1

Description

D HO/EA/Hu ima-1 BESTORINGSINRICHTING VOOR EEN AFSLUITORGAAN.

De uifcvinding heeft betrekking op een besturingsin-richting voor een rond een as draaibaar, door een aandrijfin-richting aangedreven afsluitorgaan, bijvoorbeeld klep, luik of deur, met instelbare, positioneringsmiddelen voor het be-5 palen van een stopstand voor het sluitorgaan, bijvoorbeeld de sluitstand of een geopende stand.

Voor de besturing van afsluitorganen, bijvoorbeeld een klep, garagedeur of raam in de kassenbouw, worden dik-wijls eindschakelaars in de vorm van aanslagen verbonden met 10 een schakelaar gebruikt om de stoppositie van het sluitorgaan te bepalen. Bij het tegen de aanslag oplopen van een deel van een sluitorgaan wordt een relais bediend waardoor de aan-drijfmotor stopt. De stoppositie kan bijvoorbeeld een van de eindstanden, de geopende of sluitstand, of een tussenstand 15 zijn. Wanneer men de stoppositie wenst te veranderen dient de aanslagschakelaar verplaatst te worden.

De uitvinding beoogt een besturingsinrichting van het genoemde type te verschaffen, waarbij geen gebruik ge-maakt behoeft te worden van aanslagschakelaars, zodat op een-20 voudige wijze een nieuwe stoppositie kan worden ingesteld.

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de positioneringsmiddelen worden gevormd door een met de as ge-koppelde impulsgever, een nabij de baan van de impulsgever geplaatste opnemer, een met de opnemer gekoppelde teller en 25 een met de teller verbonden vergelijkingsschakeling, waarvan de ingang met een referentiebron en de uitgang met de aan-drijfinrichting is gekoppeld. Wanneer de vergelijkingsschakeling een overeenkomstige inhoud van de teller en van de referentiebron waarneemt, wordt een uitgangsignaal gevormd, het-30 geen door de aandrijfinrichting als stopsignaal wordt ge’in-terpreteerd. De bestuursinrichting kan worden geijkt door bijvoorbeeld in de ene uitgangsstand de teller op nul te stellen en de waarde van de referentiebron te laten corres-ponderen met de andere eindstand. Als referentiebron kan een 35 teller worden gebruikt. Het is ook mogelijk tussenstanden in 8103716 Γ-.

* - 2 - te stellen doordat over een multiplexschakeling meerdere tellers met de vergelijkingsschakeling worden verbonden.

De uitvinding wordt aan de hand van de tekeningen nader verduidelijkt.

5 Fig. 1 toont een toepassing van de uitvinding op een afsluitklep;

Fig. 2 toont een toepassing van de uitvinding op een garagedeur; '

Fig. 3 toont een een schema ter verduidelijking van 10 Fig. 2;

Fig. 4 toont een schema ter verduidelijk van Fig.

2?

Fig. 5 en 6 tonen uitvoeringvormen van de schake-ling volgens de uitvinding.

15 In de pijpleiding 1 kan een klep 2 met een afsluit- orgaan 3 zijn opgenomen. Het afsluitorgaan wordt aangedreven door de motor 4 die via een tandwielkast 5 met de draaiersas 6 van een afsluitorgaan is gekoppeld. Met de motor 4 is ook een opnemer 7 gekoppeld, bijvoorbeeld een optisch elektrische 20 opnemer of een magnetisch elektrische opnemer. De opnemer 7 (zie schema Fig. 3) is gekoppeld met een elektronische scha-keling 8 die nader beschreven wordt aan de hand van de Figu-ren 5 of 6.

Fig. 2 toont een uitvoering waarin een garagedeur 9 25 wordt bediend door een motor 10, die via de tandwielkast 11 op de aandrijfas 12 van de deur staat. Met de aandrijfas 12 is tevens de opnemer 13 gekoppeld (zie schema Fig. 4). De opnemer 13 is gekoppeld met een elektronische schakeling 14 volgens het type van de Figuren 5 of 6.

30 De met elke omwenteling van de motor 7 of 10 afge- geven, door de opnemer respectievelijk 7 en 13 afgegeven Stuurpulsen 18 worden toegevoerd aan een register 17 (zie Fig. 5). Het register 17 kan een zogenaamd telregister zijn, zodat bij elke ingangspuls 18 de telling met een wordt ver-35 hoogd. Het register 17 is verbonden met de pits van een vergelijkingsschakeling 16 die tevens verbonden is met de pits van een referentieregister 15. Aan de ingang 20 van het refe-rentieregister 15 kan een referentietelling ingevoerd wor- 8103716 - 3 - den. Wanneer de inhoud van de registers 15 en 17 met elkaar overeenkomen constateert de vergelijkingsschakeling 16 deze gelijkheid en geeft een uitgangssignaal 19 af dat wordt ge-leid naar de motor 4 respectievelijk 10. De motor wordt dan 5 afgeschakeld en het sluitorgaan 3, respectievelijk de deur 9 blijft in de bereikte stand staan. Het is ook mogelijk de nulinhoud van het telregister 17 waar te nemen met behulp van een poortschakeling 21. De nulstand kan als tweede gewenste stand voor een sluitorgaan 3 respectievelijk de deur 9 die-10 nen. Bij het constateren van de nulstand geeft de schakeling 21 aan de uitgang 22 een signaal af dat toegevoerd wordt aan de motor 4 respectievelijk 10, zodat ook in deze stand het sluitorgaan 3 respectievelijk de deur 9 blijft staan. Het is derhalve mogelijk met behulp van de schakeling 5 de aandrijf-15 motoren zodanig besturen dat de klep respectievelijk de deur een tweetal stopstanden innemen, zonder dat gebruik wordt gemaakt van aanslagen.

Het is ook mogelijk meerdere stopstanden aan te geven door een vergelijkingsschakeling 23 via een multiplex-20 schakeling 25 te verbinden met een van een aantal referentie-registers 26, 27, 28 of 29. De vergelijkingsschakeling 23 is tevens verbonden met een telregister 24. Voor het overige werkt de schakeling volgens Fig. 6 op dezelfde wijze al die uit Fig. 5.

8103716

Claims

5* -¾ -4---CONCIOS IBS

1. Besturingsinrichting voor een rond een as draai-baar, door een aandrijfinrichting aangedreven afsluitorgaan, bijvoorbeeld klep, luik of deur, met instelbare positione-ringsmiddelen voor het bepalen van een stopstand voor het 5 sluitorgaan, bijvoorbeeld de sluitstand of een geopende stand, met het kenmerk, dat de positioneringsmiddelen worden gevormd door een met de as gekoppelde impulsgever, een nabij de baan van de impulsgever geplaatste opnemer, een met de opnemer gekoppelde teller en een met de teller verbonden ver-. 10 gelijkingsschakeling, waarvan de ingang met een referentie-bron en de uitgang met de aandrijfinrichting is gekoppeld.

2. Besturingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de referentiebron een teller is. .

3. Besturingsinrichting volgens conclusie 1, met 15 het kenmerk, dat een gekozen stand van de als referentiebron gebuikte teller tevens als stopstand wordt gebruikt.

4. Besturingsinrichting volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat over een multiplexschakeling meerdere tellers met de vergelijkingsschakeling 2ijn verbonden. 8103716