NL8103595A

NL8103595A - Stelsel voor het bewerken van in groepen verdeelde goederen, alsmede werkwijze en inrichting voor het besturen hiervan.

Info

Publication number: NL8103595A
Application number: NL8103595A
Authority: NL
Original assignee: Pellerin Corp Milnor
Priority date: 1980-08-01
Filing date: 1981-07-30
Publication date: 1982-03-01
Also published as: ES504173A0; MX149773A; IT1193781B; DE3130336A1; DE3130336C2; US4363090A; CH654357A5; LU83527A1; DK157247C; IT8149003A0; FR2487998A1; SE8104596L; ES8305511A1; AT375688B; DK341981A; BE889814A; SE452375B; JPS62199072U; ATA338381A; AU7356981A

Description

N/30.362-dV/f.

Stelsel voor het bewerken, van in groepen, verdeelde goederen, alsmede werkwijze en inrichting voor het besturen hiervan.

De uitvinding heeft betrekking op een stelsel voor het bewerken van in groepen verdeelde goederen, alsmede op een werkwijze en inrichting voor het besturen hiervan.

De uitvinding is in het bijzonder geschikt 5 voor toepassing bij continu werkende stelsels voor het wassen van groepen goederen, waarbij de groepen te wassen goederen met individuele bewerkingseisen van elkaar geïsoleerd worden gehouden.

Continu groepsgewijs werkende, uit een aan-10 tal trappen bestaande bewerkingsstelsels zijn bekend en kunnen worden bediend door middel van geprogrammeerde besturingen. Continu groepsgewijs werkende wasstelsels kunnen in het bijzonder een aantal waseenheden omvatten/ die onderling in lijn liggen en achtereenvolgens een stroom te .15 wassen goederen ontvangen, welke goederen zijn verdeeld in afzonderlijke, van elkaar geïsoleerde groepen. De groepen worden van eenheid naar eenheid verplaatst, waarbij de groepen gedurende een bepaalde tijd in elke eenheid verblijven en hierin aan verschillende fasen van het wasproces 20 worden onderworpen.

De Amerikaanse octrooiaanvrage 5a.272 van aanvraagster beschrijft een continu werkend groepwasstelsel, dat een dergelijke reeks waseenheden omvat en bekend staat als een "tunnel". Bij dit bekende tunnelstelsel zijn alle 25 behandelingstrommels van de verschillende waseenheden mechanisch gekoppeld, zodat bewerking in alle eenheden gelijktijdig plaatsvindt. Elke eenheid omvat een schoep, die deel uitmaakt van de trommel en door middel waarvan de. goederen in de eenheid naar de volgende eenheid kunnen worden over-30 gebracht door een passende rotatie van de trommel. Door alle trommels zodanig te roteren, dat de betreffende ladingen gelijktijdig worden overgebracht, kunnen de groepen van de êne eenheid naar de volgende gelijktijdig worden overgebracht door de gehele reeks eenheden. Bepaalde toevoegingen, 35 zoals bijvoorbeeld water, stoom, zeep en bleekmiddel, kunnen op passende wijze aan de afzonderlijke eenheden worden toegevoerd Ln overeenstemming met de waseisen voor de groepen 8103595 -2- ΐ * goederen, die in de respectieve eenheden verblijven. Elke groep wordt derhalve overeenkomstig zijn eisen bewerkt, gedurende de voortgang van de groep door de reeks eenheden. Het tunnelstelsel kan worden bediend door een overdraagbaar 5 programmastelsel, waarbij de proces geprogrammeerde besturingen, die bij de afzonderlijke groepen behoren, te zamen met de groepen van eenheid naar eenheid worden verschoven en worden benut voor het direct bedienen van de eenheden, die de betreffende groepen bevatten.

10 Een dergelijk modulair tuiïnelbewerkings- stelsel is in principe een bijzonder efficiënt middel voor het verwerken van een continue stroom van groepen goederen. Bij het beschreven tunnelstelsel kunnen bijvoorbeeld even veel groepen gelijktijdig worden bewerkt als er 15 eenheden in het stelsel zijn. Als een groep zijn doorgang door de eenhedenreeks heeft voltooid, kan een volgende groep aan de eerste eenheid aan het begin van de bewerking worden toegevoerd. Zolang er derhalve volgende groepen te bewerken goederen beschikbaar zijn, kan het tunnelstelsel 20 continu werkzaam zijn. Ten einde de doelmatigheid van de bewerking te maximaliseren en de door de bedieningsman te verrichten handelingen te verminderen, kan de automatische werking van het stelsel maximaal worden gemaakt. Als de details van de verschillende processtappen moeten worden 25 gewijzigd ter aanpassing aan de veranderende eisen van de groepen of om een nauwkeurige aanpassing aan de groepbewer-king te realiserenf moet het besturingsstelsel voldoende flexibel zijn om ter plaatse uitgevoerde wijzigingen van het procesbewerkingsprogramma mogelijk te maken.

3Q De uitvinding beoogt een stelsel van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarmee een bijzon-· der doelmatige bewerking van groepen goederen mogelijk is, alsmede een. werkwijze en inrichting voor het besturen hiervan.

35 De uitvinding verschaft een inrichting yoor het besturen van meertrapsstelsels, zoals een groeps-hewerkingsstelsel met een aantal eenheden, die achtereenvolgens groepen goederen ontvangen en bewerken, waarbij de groepen van elkaar zijn geïsoleerd, In een geheugen wordt 40. informatie vastgelegd omtrent de verschillende parameters, 8103595 * -9 -3- die karakteristiek zijn voor het bewerkingsstelsel. In het geheugen kunnen tevens regels worden vastgelegd voor het bedienen van het groepsbewerkingsstelsel. Dergelijke regels kunnen instructies omvatten voor het bedienen van elke een-5 heid voor verschillende typen goederen. Bedieningsorganen voeren de instructies van de verschillende regels uit/ welke bedieningsorganen dienen als communicatieorgaan/ via welke de instructies de werking van de verschillende eenheden· besturen. Sensoren detecteren de toestand van het bewerkings-10 stelsel en in het bijzonder de. toestand binnen de afzonderlijke eenheden. Deze informatie wordt toegevoerd aan de be-sturingsinrichting, zodat de besturingsinrichting de door de verschillende eenheden uitgevoerde bewerkingen kan bewaken.

15 In het geheugen kunnen tevens gegevens worden vastgelegd/ waardoor de verschillende in bewerking zijnde groepen worden geïdentificeerd en gecorreleerd met verschillende regels. Voorts kunnen verschillende commando's in het geheugen worden vastgelegd/ die bijvoorbeeld dienen 20 voor het starten, stoppen en opnieuw starten van het bewerkingsstelsel .

De inrichting kan een gegevensverwerker omvatten, die de verschillende vormen van informatie ontvangt en dienovereenkomstig het bewerkingsstelsel instrueert ter 25 uitvoering van verschillende stappen overeenkomstig de gekozen regels. In een extra geheugen zijn basisinstructies vastgelegd, die de werking van het besturingsstelsel zelf yerzorgen, De basisinstructies verzorgen, dat de regels kunnen worden gewijzigd voor het variëren van de bewerking 30 van de yerschillende typen goederen, waarbij de regelwijzigingen zelfs onmiddellijk worden uitgévoerd terwijl de groepen goederen worden bewerkt.

De uitvinding verschaft een groepsbewerkingsstelsel met een reeks achter elkaar opgestelde eenheden 35 yoor het uitvoeren van een meertrapsbewerking op groepen goederen overeenkomstig gekozen regels, waarbij de besturingsinrichting van het stelsel ter plaatse programmeerbaar is voor het invoeren van dergelijke regels alsmede voor het wijzigen van de regels.

40 Er zijn invoer- en uitvoerstations aanwe- 8103595 ï \ -4- zig, die de communicatie tussen een bedieningsman en de be-sturingsinrichting verzorgen. In bet bijzonder kan bijvoorbeeld een kathodestraalbuis - inrichting worden 'benut voor het weergeven van parameter en regel-informatie. Een toetsen-5 bordinrichting kan worden benut voor het invoeren van de parameters, de regels, de commando’s en de groepgegevens, alsmede voor het wijzigen van de parameters en de regels en het besturen van het stelsel voor het uitvoeren van de verschillende functies.

10 Volgens een uitvoeringsvorm van de uitvin ding kan een stelsel voor het wassen van groepen goederen worden bediend, zoals het hierboven beschreven tunnelstelsel. Voorbeelden van parameters, die in het besturingsstelsel worden ingevoerd, zijn het aantal eenheden van een tunnel” 15 stelsel, identificatie van de eenheden, die met verschillende toevoeren kunnen worden verbonden en verschillende afvoer-combinaties, die beschikbaar zijn voor het schoonmaken van de eenheden. De 'wasregels, die voor het besturen van een dergelijk stelsel worden gebruikt, kunnen de identificatie en 20 hoeveelheid van de verschillende voorraadmaterialen omvatten, die. in de 'afzónderlijke eenheden moeten worden geïnjecteerd yoor het bewerken van de verschillende typen groepen. Voorts kan de bewegings- of agitatietijd voor de verschillende groepen in de regels worden gespecificeerd, alsmede de hoeveel-25 heid eh de temperatuur van hét water, dat in de verschillende eenheden wordt gebruikt.

Volgens de werkwijze volgens de uitvinding kunnen êën. of meer verschillende typen groepen goederen in hét bewefkingsstelsel worden bewerkt, waarbij een groep 30 goederen van elk type bijvoorbeeld automatisch wordt bewerkt overeenkomstig eéh bepaalde, gekozen regel. Als de groepen bijvoorbeeld op een transportmechanisme worden geladen, dat de groepen aan de eenheden toevoert, wordt elke groep geïdentificeerd en worden de betreffende gegevens in een hesturings-35 orgaan vastgel'eg'd. Het transportmechanisme kan worden gesynchroniseerd met de eenheden, zodat een groep goederen aan de eerste trap wordt overgedragen, als alle groepen in de verschillende· trappen naar de volgende trap in de reeks worden overgedragen, terwijl de groep van de laatste trap naar 4Q een verzamelmechanisme wordt overgedragen.

8103595 • -t -5-

Telkens wanneer een dergelijke groepsoverdracht plaatsvindt, leest het besturingsorgaan de regels, die behoren bij de typen goederen in elk van de trappen, te beginnen bij de eerste trap totdat alle regels zijn gelezen. De eisen, 5 zoals bevoorrading van de eenheden, die in elke regel voor de overeenkomstige groep in de desbetreffende trap zijn gespecificeerd, worden geleverd, zodra de regel is gelezen.

In elke trap kunnen de beschikbare processtappen over een aantal tijdsperioden worden verdeeld. In de 10 eerste-iijdsperiode leest het besturingsorgaan elke regel voor elke groep, die in elk van de trappen verblijft, te beginnen bij de eerste trap en zo vervolgens voor de gehele reeks trappen, totdat de bewerkingseisen voor de eerste periode voor elke trap, welke een groep bevat, zijn opgenomen. Als 15 elke regel aldus is gelezen, worden de voorraden, die in de eerste periode in de verschillende trappen vereist zijn, naar behoefte toegevoerd» Nadat aan alle eisen voor de eerste tijdsperiode voor elke trap is voldaan, worden de regels gelezen voor de eisen van de tweede tijdsperiode, waarbij weer 20 met de eerste trap wordt begonnen en zo achtereenvolgens alle regels worden gelezen. Als elke eis van de regel is bepaald, worden de gevraagde voorraden voor de overeenkomstige trappen geleverd, Nadat het tweede tijdinterval is voltooid, wordt het proces herhaald, waarbij de regels voor de verschillende 25 trappen worden gelezen, ten einde de vereisten voor het derde tijdinterval te bepalen. Het beschreven proces wordt herhaald, totdat alle tijdintervallen zijn voltooid, waarbij alle benodigde bevoorradingen van de verschillende trappen worden verzorgd overeenkomstig de betreffende regels.

30 Nadat alle bewerkingen van de groepen in de betreffende eenheden zijn voltooid, kan het stelsel de res-‘ pectieve groepen naar de volgende trap in de reeks overdragen, waarbij een nieuwe groep aan de eerste trap kan worden toege-yoerd, Het beschreven proces van het lezen van de regels, 35 het voldoen aan de gestelde proceseisen en het overdragen van de groep wordt herhaald voor het bewerken van alle groepen.

Als op een willekeurig tijdstip gedurende het bewerken yan de groepen een trap of eenheid leeg is, zal er voor die trap geen regel worden gelezen. Als na een over-40. dracht van groepen alle eenheden leeg zijn, zal het besturings- 8103595 -6- ϊ· ϊ

V

orgaan voor geen enkele eenheid een regel lezen en zal worden vastgesteld, dat de bewerking is voltooid.

Een belangrijke eigenschap van de onderhavige uitvinding is de relatief gemakkelijke toegankelijkheid van 5 het geheugen, waarin de regels zijn vastgelegd. De regels kunnen worden ingevoerd door middel van het invoerorgaan, bijvoorbeeld een toetsenbord en kunnen met behulp van hetzelfde invoerorgaan worden gewijzigd. Het besturingsstelsel is derhalve ter plaatse programmeerbaar, ten einde regel-10 instructies toe te voegen of te wijzigen, om details van de bewerkingen van de groepen goederen te specificeren. Bovendien kunnen dergelijke regelwijzigingen worden uitgevoerd zonder de bewerking van de goederen te onderbreken.

De onderhavige uitvinding verschaft een sterk 15 geautomatiseerd, doelmatig en flexibel besturingsstelsel voor het bewerken van in groepen verdeelde goederen, waarbij de processtappen gemakkelijk en onmiddellijk of in ware tijd kunnen worden gewijzigd.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht 20 aan.de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvoorbeeld is weergegeven.

Fig. 1 geeft schematisch een uit een aantal trappen bestaand stelsel voor hét bewerken van groepen weer, dat wordt bediend door een in ware tijd programmeerbare be-25 sturingsinrichting volgens de 'uitvinding.

Fig, 2 geeft schematisch de reeks eenheden van het hewerkingsstelsel volgens fig, 2 weer in de vorm van een stelsel voor het wassen van groepen goederen, waarbij de verschillende bedieningsorganen en sensoren zijn aange-30 duid,

Fig. 3 is een schematisch bovenaanzicht van het bewerkingsstelsel volgens de fig, 2 en 2, waarbij het toayoer^ eri het verzamelmechanisme zijn aangeduid.

Be fig, 4A, 4B en 4C vormen een stroomdiagram 35 yan de stappen van de werkwijze voor het besturen van de werking van een bewerkingsstelsel.

In fig. 2, is een bewerkingsstelsel 10 volgens de uitvinding weergegeven, waarbij hetbewerkingssamenstel met 22 en het besturingsstelsel met 24 is aangeduid. Het 40 bewerkingssamenstel 22 omvat een reeks eenheden 26, een 81 0 3 5 9 5 Λ <* -7- toevoermechanisme 18, dat is uitgevoerd als een transporteur en een verzamelmechanisme 20, dat eveneens als transporteur is uitgevoerd. Een invoergoot 22 is aan het begin van de eenhedenreeks 16 geplaatst en kan goederen ontvangen van het 5 toevoermechanisme 18. Aan het einde van de reeks 16 is een afvoergoot 24 aangebracht, die de bewerkte goederen op het verzamelmechanisme 20 deponeert. Het toevoermechanisme 18 is in compartimenten 26 verdeeld, waarin groepen goederen kunnen worden opgenomen, die van elkaar gescheiden blijven.

10 De besturing 14 omvat een computersamen- stel, dat is voorzien van een gegevensverwerker 28, welke is verbonden met een primair geheugen 30 en met een secundair geheugen 32. Het computersamenstel levert werkinstructies aan het bewerkingssamenstel 12 door middel van eèn stelsel 15 van bedieningsorganen 34 en ontvangt informatie van het bewerkingssamenstel via een stelsel sensoren 36. De bedien ningsorganen 34 en de sensoren 36 zijn met het computersa— menstel verbonden via een geschikt koppelingsorgaan 38.

Een invoerstation 40, dat bijvoorbeeld 20 met een toetsenbord is uitgerust, dient voor de communicatie tussen de bedieningsman en de gegevensverwerker 28. Een uitgangsstation 42, dat bijvoorbeeld is voorzien van een kathodestraalbuis, geeft van de gegevensverwerker 28 afkomstige informatie weer betreffende de toestand van het bewer-25 kingssamenstel 12 en bijvoorbeeld de identificaties en plaatsen van de goederengroepen. Een voedingseenheid 44 levert de benodigde elektrische energie aan het computersamenstel en de bijbehorende stations 40 en 42.

Er zijn een groot aantal computersysteem-30 coioponenten beschikbaar, die voor de vervaardiging van de besturing 14 kunnen worden benut. Voor de gegevensverwerker 28 kan bijvoorbeeld een digitale microprocessor van Motorola M68Q.Q worden toegepast. Het primaire geheugen 30 kan een of meer uitwishare, programmeerbare, alleen uitleesbare geheu-35 gens (EPROM 1 omvatten. Het secundaire geheugen kan bijvoorbeeld uit een magnetisch kemgeheugen bestaan.

De bedieningsorganen 34 en de sensoren 36 zijn overeenkomstig de behoeften van het betreffende bewerkingssamenstel· 12 gekozen. De bedieningsorganen 34 kunnen 40 bijvoorbeeld relais omvatten, die bedienbaar zijn door elek- 8103595 ψ· '*i -8- trische signalen, welke in responsie op de werkinstructies van de gegevensverwerker 28 worden opgewekt, en die bijvoorbeeld kleppen of andere besturingsorganen bedienen, welke in het bewerkingssamenstel 12 zijn opgenomen. De sensoren 36 5 kunnen temperatuurdetectieorganen omvatten, zoals een bime-taal-indicator, en elektrische schakelaars, zoals eindscha-kelaars, die worden geactiveerd wanneer het stelsel 12 voorafbepaalde toestanden bereikt.

De geheugencapaciteit van het computer-10 systeem is verdeeld over het primaire geheugen 30 en het secundaire geheugen 32 afhankelijk van het type informatie, dat op de respectieve geheugenplaatsen moet worden vastgelegd. Het primaire geheugen 30 ontvangt permanente programma-informatie, die de werking van de besturing 14 verzorgt en 15 bepaalt de aard en de omvang van programma-informatie, welke door de besturing kan worden gebruikt en is opgeslagen in het secundaire geheugen 32. Het secundaire geheugen 32 ontvangt parameterinformatie, die kenmerkend is voor het betreffende bewerkingssamenstel 12, dat door de besturing 14 moet worden 20 bediend, De identificatie van de verschillende typen goederen in de verschillende te bewerken groepen kan als gegeven in het secundaire geheugen 32 worden vastgelegd. De verschillende zegels of formules, die zijn ontworpen als voorschriften voor de hewerkingsstapperi, welke in elk van de eenheden van de 25 reeks 16 voor bepaalde typen goederen uit de groepen moeten worden uitgevoerd, alsmede verschillende commando's voor het bewezkingssamenstel 12, kunnen eveneens in het secundaire geheugen 32 worden vastgelegd.

De informatie, die in het primaire geheugen 30 30. is vastgelegd, is in hét algemeen van permanente aard.

Het primaire geheugen 30 kan derhalve van een alleen uitleesbaar tYPe zijn, zoals bijvoorbeeld een- EPRQM-geheugen. De . informatie, die in het secundaire geheugen 32 is vastgelegd, kan gemakkel'ijk worden gewijzigd, aangevuld of geschrapt, 35 Het secundaire geheugen 32 is derhalve van een type, dat voor de.hedieningsman via het invoerstation 4Q vrij toegankelijk is, ten einde dergelijke wijzigingen te kunnen aanhrengen.

De scheiding van de geheugenfuncties in het primaire geheugen 30. en het secundaire geheugen 32 verschaft een flexibiliteit 40 aan de. besturing 14 en maakt het tevens mogelijk om ter plaat- 8103595 -9- se bijvoorbeeld de parameters en bewerkings rege1s te programmeren. In fig. 2 is een wasbewerkingssamenstel weergegeven, welke acht bewerkingseenheden 46 in de reeks 16 omvat, welke zijn aangeduid met I-VIII. De acht eenheden 46 zijn achter 5 elkaar in lijn opgesteld. De eerste eenheid I is voorzien van een invoergoot 22, terwijl de laatste eenheid VIII is voorzien van de uitvoergoot 20. Een pers 48 ontvangt de bewerkte goederen uit de laatste waseenheid VIII.

De eenheden 46 kunnen van het type zijii, 10 dat is beschreven in de reeds genoemde Amerikaanse octrooiaanvrage 59.272. De trommels (niet weergegeven! binnen de eenheden 46 worden aangedreven door een reeks gekoppelde motoren, zoals in deze octrooiaanvrage is beschreven. In fig. 2 is een dergelijke koppeling schematisch aangeduid 15 door een gemeenschappelijke as 50, die via een riemsysteem 52 wordt aangedreven door een motor 54, welke bijvoorbeeld overeenkomt met het aantal motoren, dat volgens de genoemde octrooiaanvrage kan worden toegepast. De trommels van de eenheden 46 kunnen derhalve gelijktijdig worden bewogen, 20 waarbij zij hun oscillatiebeweglng uitvoeren onder invloed yan het motorsysteem 54. Op overeenkomstige wijze kunnen de trommels voorts gelijktijdig door de motor 54 worden gedraaid, ten einde de groepen goederen gelijktijdig van de afzonderlijke eenheden naar de direct daaropvolgende eenheden 25 over te dragen.

Verschillende voedingsbronnen, waaronder stoom en water, zijn beschikbaar voor het toevoeren van voe-dingsraateriaal aan de verschillende eenheden 46 en de invoergoot 22, Voor elke voedingsbron is een bron met voedings-30 .materiaal aangebracht en door middel van geschikte leidingen verbonden met êên of meer van de eenheden 46. De invoer van de verschillende yoorraadmaterialen naar de goot 22 en de eenheden 46 is regelbaar door middel van geschikte kleppen.

Een stoombron 56 is door middel van een 35 leidingstelsel 58 met elk van de eenheden 46 verbonden, waarbij kleppen 60. nabij elk van de eenheden is aangebracht voor het regelen van de stoominjectie in de betreffende eenheden. Een waterbron 62, welke bijvoorbeeld water met elke gewenste temperatuur kan leveren, is door een leidingstelsel 40 64 met elk van de eenheden 46 verbonden, waarbij waterkleppen 8103595 -10- 66 de waterinspuiting in de betreffende eenheden regelen.

Stoom kan tevens worden benut om het water in een bepaalde eenheid te verhitten. Een chemisch voorraadre-servoir 68 kan door een leidingstelsel 70 met bepaalde een-5 heden 46 zijn verbonden, waarbij regelkleppen 72 de lesvering van het betreffende chemische middel A uit de bron 68 aan de bepaalde eenheden regelt. Opgemerkt wordt, dat het voor het bereiken van de gewenste bewerking van de verschillende typen goederen, die in groepen aan de eenheden 46 worden 10 aangeboden, niet noodzakelijk behoeft te zijn om bepaalde , chemicaliën aan alle eenheden te leveren. Om bijvoorbeeld materialen in de eenheden 46 te wassen, kan zeep uit de voorraadbron 68 worden toegevoerd aan de eerste drie eenheden 3>III, zoals in fig. 2 is aangeduid. Op overeenkomstige wijze 15 is een tweede voedingsbron 74 door een leidingstelsel 76 met bepaalde eenheden 46 verbonden, waarbij kleppen 78 de afgifte van het chemische middel B uit de bron 74 regelen.

De bron 74 kan bijvoorbeeld een alkali leveren aan de eerste drie eenheden I^III, Bovendien kan alkali aan verschillende 20 typen goederen worden toegevoegd, als deze in de invoergoot 22 worden gedeponeerd·, ten einde het reinigingsproces te starten.

Er kunnen nog andere voorraden zijn aangebracht voor injectie in bepaalde eenheden 46. Een bron 80 25 met een voorraad C, bijvoorbeeld een bleekmiddel, is door een leiding 82 met de yoorlaatste eenheid VII verbonden, waarbij een klep 84 de afgifte regelt. Een bron 86 met een voorraad O, bijyoorheeld stijfsel, is door een leiding 88 bijvoorbeeld . verbonden met de laatste eenheid VIII, waarbij de afgifte 30 wordt geregeld door een klep 9.0., Tenslotte is een bron 92 met een voorraad E bijvoorbeeld een neutralisator, door een leiding 9.4 verbonden met de laatste eenheid VIII, waarbij de afgifte wordt geregeld door een klep 9.6.

Er is een afvoerstelsel aangebracht, via welke 35 in elk yan de eenheden aanwezige vloeistoffen kunnen worden afgeyoerd, Een gemeenschappelijke afvoer 98 is via afzonderlijke afyoerkleppen 100 aangesloten op elk van de eenheden 46, zodat de vloeistoffen uit de verschillende eenheden naar keuze kunnen worden afgevoerd. Watei^^dat zich in de pers 48 40 heeft verzameld door het uitoefenen "op de bewerkte goederen, 8103595 -11- kan door middel van een pomp 102 worden afgevoerd en via een afvoerklep 104 aan de gemeenschappelijk afvoer 98 worden aangeboden.

Het water, dat van de pers 48 en de laatste 5 eenheden 46 afkomstig is, is gewoonlijk schoner dan het water, dat uit de eerste eenheden wordt afgevoerd. Dit schonere afgevoerde water kan in de eerste eenheden opnieuw worden gebruikt. Hiertoe is een verzamelleiding 106 door middel van regelkleppen 108 en 110 respectievelijk verbonden met de 10 afvoerpomp 102 en de laatste eenheid VIII, waardoor het water uit deze onderdelen kan worden afgevoerd en worden verzameld in een koudwaterreservoir voor hergebruik 112. Een extra pomp 114 stuwt het water naar het reservoir 112. Op overeenkomstige wijze ontvangt een tweede afvoer 116 via een klep 15 118 heet afvoerwater uit de eenheid V, welk water door een pomp 120 naar een heetwaterreservoir voor hergebruik 122 wordt gestuwd. De kwaliteit van het in het reservoir 122 verzamelde hete water voor hergebruik is zodanig, dat dit bijvoorbeeld bij het wassen in de eenheden II en III kan 20 worden gebruikt. Het koude water voor hergebruik uit het reservoir 112 kan bijvoorbeeld eveneens in de eenheden II en III worden gebruikt. Voorts kan het koude water voor hergebruik uit het reservoir 112 in de invoergoot 22 worden gespoten r wanneer een groep goederen in de eerste eenheid I 25 wordt geladen, ten einde de verplaatsing van de groep te vergemakkelijken en een eerste bevochtiging te bereiken.

Een klep 124 verzorgt de inspuiting van water in de goot 22. De toeyoer van water voor hergebruik uit de reservoirs 112 en 122 naar de eenheden II en III wordt eveneens door kleppen 30 geregeld,

De afzonderlijke eenheden 46 kunnen zijn voorzien van overloopafvoeren 126, die zijn verbonden met de gemeenschappelijke afvoer 98 door middel van kleppen 128 yoor een afvoer naar keuze. Voor de laatste eenheden, bij-35 voorbeeld de laatste eenheid VIII, kan een overloopafvoer 13Q via een klep 132 zijn verbonden met de tweede afvoer 106, zodat het overlopende water uit deze eenheid naar het koudwaterreservoir U.2 wordt gevoerd. Indien in een bepaalde eenheid op verschillende tijdstippen verschillende watemi-40. veaus dienen te worden toegepast, kunnen extra over loopafvoe- 8103595

* V

-12- ren 134 zijn aangebracht , die de diepte van het water in de eenheid tot verschillende niveaus kunnen beperken, zoals voor de eenheid IV is aangeduid. Indien de vloeistof in een bepaalde eenheid na gebruik hierin in een zodanige staat is, dat de 5 vloeistof in een eerdere eenheid opnieuw kan worden gebruikt, kan een overloopafvoer 136, zoals bij de eenheid VI de overstromende vloeistof van die eenheid naar de direct hieraan voorafgaande eenheid V afvoeren. Een variatie van een dergelijke terugvoer-overloopleiding is in de eenheid VII aange-10 duid, waarbij de overloopleiding 138 de vloeistof van de eenheid VII naar de hieraan voorafgaande eenheid VI kan leiden, terwijl naar keuze een klep 140 de overloopleiding 138 bijvoorbeeld met de gemeenschappelijke afvoer 98 kan verbinden. Hierdoor kan tussen twee alternatieve afvoermogelijkheden wor-15 den gekozen.

De bedieningsorganen 34 (fig. 1) verzorgen de gewenste bediening van de verschillende kleppen en motoren uit fig. 2 overeenkomstig de specifieke regels, die in het secundaire geheugen 32 zijn ingevoerd en worden opgevraagd 20 voor het regelen van de bewerking van bepaalde groepen goederen, Er kunnen bijvoorbeeld elektrische schakelaars worden benut voor het bedienen van het motorstelsel 54, ten einde de trommels van de eenheden 46 naar keuze te oscilleren en te roteren, De toevoer van de verschillende chemische voorraad-25 materialen, alsmede de stoom en hét water uit de verschillende waterbronnen, kan op overeenkomstige wijze worden geregeld door middel, van bijvoorbeeld relaisbedieningsorganen 34, die .bepaalde kleppen naar keuze 'openen en sluiten, ten einde de betreffende voorraadmaterialen in bepaalde eenheden te injec-30 teren. Een bepaalde regel kan bijvoorbeeld vereisen, dat een klep gedurende 'een bepaalde tijdperiode wordt geopend, zodat een bepaald yoorraadmateriaal gedurende dit tijdinterval kan worden toegevoerd aan een bepaalde eenheid. De klep, die de toevoer naar de 'eenheid regelt,, kan een voorinstelling bezit-35 ten, die de stroomsnelheid door de geopende klep bepaalt.

Door het openen van de klep gedurende een bepaald tijdinterval zal. derhalve een gewenst volume van het betreffende voor-raadmateriaal. in de eenheid worden ingespoten overeenkomstig de door de regel gestelde eisen. Enkele of alle kleppen kunnen 40- yan het doorstromingsregel-type zijn, zodat de besturing 14 8103595 -13- slechts de tijdperioden behoeft op te geven, gedurende welke de afzonderlijke kleppen geopend moeten worden in overeenstemming met de verschillende regels.

Op overeenkomstige wijze kunnen de ver-5 schillende afvoerkleppen gedurende bepaalde tijdintervallen worden bediend overeenkomstig de regels uit het secundaire geheugen 32. Als de groepen goederen derhalve door de eenheden 46 worden overgedragen, kunnen de vloeistoffen, die voor het bewerken van de goederen zijn gebruikt, automatisch 10 worden afgevoerd, zodat een groep, die in een bepaalde eenheid komt, niet in aanraking komt met de vloeistof, die in deze eenheid reeds voor een eerdere groep is gebruikt.

De tijdstippen, waarop de verschillende kleppen en schakelaars worden geopend, kunnen op dezelfde 15 wijze worden geregeld als de tijdintervallen, gedurende welke bepaalde kleppen en schakelaars open worden gelaten overeenkomstig de regels, Water kan bijvoorbeeld aan een bepaalde eenheid worden toegevoerd, nadat zeep in de eenheid is geïnjecteerd. Nadat een agitatie van deze goederen in 20 deze eenheid gedurende een bepaalde periode heeft plaatsgevonden, kunnen extra voorraadmaterialen worden toegevoegd, die gedurende het resterende agitatie^interval worden gebruikt.

De pers 48 kan eveneens worden bediend 25 door de besturing 14 met behulp van geschikte bedieningsor-ganen 34.

Behalve de verschillende kleppen en schakelaars, die de bedieningsorganen 34 kunnen besturen, kunnen de verschillende pompen eveneens door de besturing 14 wor-30 den bediend, De heetwaterpomp 120 kan bijvoorbeeld te zamen met het openen van de heetwater-afvoerklep 118 in werking worden gesteld,

De toestand binnen de eenheden 46 en elders binnen het hewerkingssamenstel 12 kan door de besturing 35 14 worden bewaakt met behulp van geschikte sensoren 36. In elk yan de eenheden kan bijvoorbeeld een vloeistofniveau-indicator 142 worden gemonteerd, die met de besturing 14 is yerbonden, zodat deze de waterniveaus binnen elk van de eenheden kan aflezen. Voorts kan elk van de eenheden 46 zijn 40 voorzien van een temperatuurdetector 144, welke eveneens met 8103595 -14- de besturing 14 is verbonden, waardoor het bereiken van bepaalde temperaturen kan worden opgemerkt. De stand van de trommels binnen de eenheden 46 kan worden vastgesteld met behulp van geschikte sensoren 36, die rechtstreeks zijn ver-5 bonden met de trommels of met de mechanische koppelingen tussen de trommels en de motoren of met het motorstelsel 54. Voorts kunnen stromingsmeters 146 in de leidingen zijn opgenomen, zodat de doorstroming van materiaal aan de besturing 14 kan worden gesignaleerd..De aanwezigheid van de 10 groep in de pers 48 kan bijvoorbeeld door geschikte drük-sensoren worden gesignaleerd, welke informatie aan de besturing 14 wordt toegevoerd.

Opgemerkt wordt, dat verschillende andere sensoren 36 kunnen worden gebruikt om informatie toe te 15 yoeren aan de besturing 14 betreffende verschillende toestanden binnen het bewerkingssamenstel, .zoals bijvoorbeeld de aanwezigheid van groepen goederen op de verschillende plaatsen van hét toevoermechanisme 18 of het verzamelmecha-nisme 20 (fig. II, Voorts kunnen extra bedieningsorganen 34 20 worden gebruikt, waardoor de besturing 14 de bewerking van de goederen volledig kan besturen,

In de fig, 2 en 3 is het gebruik van bedieningsorganen 34 en sensoren 36 voor het besturen van de Verschillende onderdelen en het detecteren -van verschillende 25 toestanden, waardoor hét bewerkingssamenstel met de besturing 14 is gekoppeld, aangegeven door een aantal haken, pijlen en aanduidingen,

Fig, 3 toont het gebruik van het toevoermechanisme 18 en het verzamelmechanisme 20 in relatie tot de 30 eenhedenreéks 16. De aandrijving van hét toevoermechanisme 18 yindt hijvoorbééld plaats door middel van een motorstelsel 148, dat eveneens wordt bestuurd via één of meer geschikte bedieningsorganen 34 door de besturing 14, De toestand van het toevoermechanisme 18 kan aan de besturing 14 35 worden gesignaleerd door middel van geschikte sensoren 36, die bijvoorbeeld met de motor 148 zijn verbonden. De aanwezigheid van groepen goederen in een of meer van de compartimenten 26 van het toevoermechanisme 18 kan aan de besturing 14 worden gesignaleerd door middel van geschikte druksenso-40 ren of dergelljke- detectie-organen.

8103595 -15-

Zoals is weergegeven heeft het verzamel-mechanisme 20 een tweede pers 48', die behoort bi.j de transportband van het verzamelmechanisme. Een groep goederen kan derhalve in de eerste pers 48 worden gedeponeerd, welke ver-5 volgens wordt geactiveerd, zodat vloeistof uit de goederen wordt geperst. De transportband van het verzamelmechanisme 20 transporteert de groep goederen naar de tweede pers 48’, die de vloeistof verder uit de goederen perst. Een motorstel-sel 150, dat eveneens door de besturing 14 wordt bestuurd en 10 bewaakt door middel van geschikte bedieningsorganen 34 en sensoren 36, is aangebracht voor het naar keuze verplaatsen van de bewerkte groepen goederen van de eerste pers 48 naar de tweede pers 48' en vervolgens de geperste goederen af te geven voor een verdere bewerking of behandeling.

15 Opgemerkt wordt, dat de weergegeven uitvoe ring van het transportmechanisme 18 en het verzamelmechanisme 20 slechts ter illustratie dient en elk ander geschikt type toevoer- en verzamelmechanisme kan worden benut in combinatie met de onderhavige uitvinding.

20 De fig. 4A - 4C tonen de werkwijzestappen, die volgens de uitvinding kunnen worden uitgevoerd, en waarbij de inrichting volgens de fig. 1-3 bijvoorbeeld wordt gebruikt, De weergegeven werkwijzestappen kunnen bij verschillende groepbewerkingsstelsels worden toegepast en kunnen 25-binnen het kader der uitvinding op verschillende manieren worden gevarieerd. Hierna zullen ter illustratie de in de fig. 4A - 4C weergegeven werkwijzestappen worden toegelicht in samenhang met de beschreven inrichting volgens de fig. 1-3, 30 In de eerste plaats kunnen de basisinstruc ties, die de werking van de besturing 14 verzorgen, in het primaire geheugen 30 worden ingevoerd volgens de stap 152. Zoals reeds werd opgemerkt, is de opslag van de basiswerk-instructiesin het primaire geheugen voor het besturingsstel-35 sel 14 ten minste semi-permanent, De parameters, die behoren bij het bewerkingssamenstel 12, waarmee de besturing 14 wordt gecombineerd, kunnen bij 154 worden ingevoerd, te zamen met bepaalde commando's en in het secundaire geheugen 32 worden vastgelegd» De parameters en de commando's kunnen worden ge-40 wijzigd bijvoorbeeld ter aanpassing aan variaties in het 8103595 -16- bewerkingssamenstel 12, zoals hierna nog nader wordt toegelicht. Het invoeren van de parameters bij 154 markeert een plateau in de voorbereiding van de besturing 14 en bereidt de besturing in het bijzonder voor op gebruik bij een bepaald 5 bewerkingssamenstel 12.

Op overeenkomstige wijze markeert het invoeren van regels of formules bij 156 een ander niveau in de voorbereiding van de besturing 14. De regels zijn zodanig ontworpen/ dat kan worden voldaan aan de bewerkingseisen van 10 verschillende typen goederen, die door het samenstel 12 moeten worden bewerkt. Wanneer het bewerkingssamenstel 12 is uitgevoerd als een wastunnel, kan een afzonderlijke regel worden ontworpen voor elke algemene klasse te wassen goederen, Aan de eisen van bijvoorbeeld zware werkkleding kan 15 door een eerste regel worden voldaan. Lakens kunnen volgens een andere regel worden gewassen. Gekleurde materialen, waarbij de kleuren kunnen doorlopen, kunnen volgens een derde regel worden gewassen. In het algemeen kan aldus elk aantal regels worden ontworpen, zodat een aanpassing wordt 20 verkregen aan een overeenkomstig aantal klassen te wassen goederen.

Voor een bepaalde regel worden de aard en de hoeveelheid van de voorraadmaterialen, die gewoonlijk in elke eenheid worden gebruikt, opgegeven, te zamen met de 25 tijdstippen, waarop gedurende de aanwezigheid van een groep goederen in de betreffende eenheid de gekozen voorraadmaterialen in de eenheid moeten worden ingevoerd. Voorts kunnen de watertemperatuur, de hoeveelheid water en de agitatie-tijd voor elke eenheid door de regel worden gespecificeerd.

30 Als een groep goederen in de afzonderlijke eenheden wordt bewerkt en van eenheid naar eenheid door de wastunnel wordt overgedragen, verzorgen de verschillende sensoren 36 en bedieningsorganen 34 respectievelijk de detectie van de toestand binnen de tunnel en de besturing 35 yan de werking van de tunneleenheden en bijbehorende apparatuur, Op deze wijze wordfchet bewerkingssamenstel 12 door de besturing 14 bediend overeenkomstig de bepaalde regels, welke bij stap 156. zijn ingevoerd.

Als de geschikte regels in het secundaire 40 geheugen 32 zijn ingevoerd, kan het bewerkingsstelsel 12 8103595 -17- worden gebruikt voor het bewerken van afzonderlijke groepen goederen. De goederen worden in groepen verdeeld overeenkomstig de klassen, welke overeenkomen met de verschillende ingevoerde regels.

5 In stap 158 worden de groepen goederen op het transportmechanisme geladen, waarbij zij van elkaar worden geïsoleerd door de compartimenten 26. Gelijktijdig wordt de identificatie van elke groep in het secundaire geheugen 32 ingevoerd door middel van het toetsenbordstation 40, 10 waarbij de identificatiegegevens in dezelfde volgorde wórden ingevoerd als de groepen op het toevoermechanisme worden geplaatst voor toevoer aan de eerste eenheid I. De invoer van de identificatiegegevens heeft tot gevolg, dat aan elke groep goederen in het toevoermechanisme een bijbehorende 15 regel wordt toegewezen. Het toevoermechanisme kan worden gestart, zodat een groep goederen naar de eerste eenheid I wordt verplaatst.

Op dit punt van de bewerking, in het bijzonder wanneer het bewerkingsstelsel 10 continu heeft ge-20 werkt, kunnen bepaalde toestanden van het bewerkingssamenstel 12 worden opgeriomen. Aangezien de pers 48 op het punt kan Staan een groep goederen te ontvangen, kan bijvoorbeeld de toestand van de pers worden opgevraagd ten aanzien van het feit, of de pers aanstaat, bezet is enz. Voorts kunnen bij-25 voorbeeld de waterniveaus in de verschillende waterreservoirs of yoorraden worden opgenomen, of de waterniveaus in de eenheden kunnen worden onderzocht. Als de toestanden niet aanvaardbaar zijn voor de overdracht van goederen, zoals bij de Stap 16Q wordt gevraagd, kan de besturing een alarm 162 30 starten en pauzeren totdat geschikte maatregelen zijn genomen om hét bewerkingssamenstel 12 in de toestand voor een groeps-oyerdracht te brengen.

Als alle toestanden aanvaardbaar zijn voor een groepsoverdracht, kan de verplaatsing van de groepen 35 goederen plaatsvinden, Gewoonlijk worden groepen goederen binnen de eenhedenreeks 16 alsmede van het toevoermechanisme 18 naar de eerste eenheid I overgedragen. Dit is in fig. 4A door middel van twee takken in het verloop van de bewerking aangeduid. Volgens stap 164 kan het toevoermechanisme worden 40 onderzocht, ten einde te bepalen of volgende groepen aanwezig 8103595

Ψ X

-18- zijn voor overdracht naar de eenhedenreeks 16. Indien geen groepen meer aanwezig zijn voor toevoer aan de eerste eenheid I, kan het toevoermechanisme 18 verder buiten beschouwing worden gelaten. Indien echter een groep goederen aanwezig is 5 in het toevoermechanisme 18, kan de groep goederen in de invoergoot 22 worden gestort, zodat de groep goederen in de eerste eenheid I valt als de invoergoot wordt gespoeld volgens stap 166 met bijvoorbeeld water uit het reservoir 112 voor koud opnieuw te gebruiken water en het chemische voorraadma-10 teriaal B uit de bron 74. Zoals reeds werd opgemerkt, kunnen de besturingskleppen 78 en 124 door de besturing 14 worden bediend, om dit doorspoelen van de invoergoot 22 te bereiken, ten einde het overdragen van de groep goederen naar de eerste eenheid I te vergemakkelijken en het reinigingsproces te 15 starten.

Te zamen met de invoer van een groep goederen in de eerste eenheid I, kan de overdracht van groepen door de eenheden 46 worden gestart volgens stap 168 door het in werking stellen van het motorstelsel 54, waardoor de 20 trommels van de eenheden zodanig worden geroteerd, dat de eyentuele in een eenheid aanwezige goederen in een volgende eenheid worden gedeponeerd. Hierbij zullen eventueel in de laatste eenheid VIII aanwezige goederen via de goot 22 in de pers 48 worden gedeponeerd.

25 Gelijktijdig met het overdragen van de groepen goederen en het aanbrengen van een eventueel aanwezige nieuwe groep goederen in de eerste eenheid I,. worden de nieuwe posities yan de verschillende groepen door dfehesturing 14 yastgesteld, De besturing 14 houdt de plaats van elke 30. groep goederen bij, als deze door de eenhedenreeks 16 wordt verplaatstf zodat de bijbehorende regel elke groep door het hewerkfngsstelsel IQ kan volgen en de bewerking van de groep in elke trap van het stelsel kan besturen, Deze werking kan in het computerstelsel van de besturing 14 tot stand 35 worden gebracht door bijvoorbeeld de identificatie-instructies in.het secundaire geheugen 32 op te schuiven in samenhang met het tot stand brengen van de overdracht van de groepen door de.besturing,

Als de overdracht van groepen volgens stap 40 16.8 tot gevolg heeft, dat een groep goederen op de pers 48 8103595 -19- wordt gedeponeerd, zoals volgens stap 170 wordt onderzocht, kan de pers volgens stap 172 worden gestart. Bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 3 kan het starten van de pers 48 worden gevolgd door het onder invloed van de besturing 14 5 overdragen van de geperste goederen naar de tweede pers 48'.

Als de overdracht van de groepen goederen is voltooid, onderzoekt de besturing 14 de regels, die bij elk van de eenhedenreeks 18 aanwezige groepen behoren. Te beginnen bij de eerste eenheid volgens stap 174 neemt de 10 besturing 14 volgens stap 176 kennis van de identificatiegegevens voor de groep in de betreffende eenheid en bepaalt aan de hand van de betreffende regel de agitatietijd, die voor de groep in deze eenheid nodig is. Deze agitatietijd-informatie wordt doorgegeven aan een tijdregister van het 15 computersamenstel van de besturing 14. In stap 178 bepaalt de besturing 14 of er nog volgende eenheden zijn, waarbij volgens stap 180 naar de volgende eenheid in de reeks wordt gegaan als er nog êën aanwezig is. De stap 176 wordt dan voor de tweede eenheid herhaald, waarbij de identificatie 20 van de groep goederen in deze eenheid eerst wordt opgenomen. De agitatietijd, die voor deze groep in deze eenheid nodig is, wordt weer aan het tijdregister doorgegeven, waarna de besturing 14 opnieuw vraagt of de laatste eenheid in de reeks is bereikt. Dit proces wordt herhaald, totdat alle eenheden 25 zijn onderzocht, onafhankelijk van het feit, of een eenheid al dan niet een groep goederen omvat. Als resultaat van de stappen 174^180 wordt het tijdregister voorzien van alle agitatietijden, die nodig zijn volgens de regels, behorende bij de groepen goederen in de verschillende eenheden.

30 Volgens stap 182 wordt de langste aldus vastgestelde agitatietijd gekozen. Vervolgens worden opnieuw de regels behorende bij de groepen in de eenhedenreeks 16 onderzocht.

Zoals hierboven reeds werd opgemerkt, kunnen 35 verschillende bewerkingsstappen, zoals het invoeren van de verschillende voorraadmaterialen in de eenheden, worden uitgevoerd op verschillende tijdstippen gedurende de periode, waarin de groepen in de respectieve eenheden verblijven.

De regels of formules kunnen een voorafgekozen aantal be-40 paalde tijdintervallen omvatten. De tijdintervallen kunnen 81 0 3 5 9 5 -20- worden bepaald door de kloktijd of kunnen worden bepaald door het optreden van bepaalde toestanden binnen de eenheden of op andere geschikte wijze voor de uit te voeren bewerkingen, of door een combinatie van.de genoemde methoden.

5 Te beginnen met het eerste tijdinterval voor elke regel bij stap 184 en te beginnen met de eerste eenheid bij stap 186 stelt de besturing de groep vast, die in de eenheid verblijft volgens stap 188, leest de betreffende regel voor het eerste tijdinterval en geeft de door deze 10 regel voor die eenheid in dat tijdinterval bepaalde informatie door aan het tijdregister van het computersysteem.

Deze informatie kan bijvoorbeeld de aard van de voorraad-materialen voorschrijven, die gedurende dat tijdinterval in de eenheid moeten worden ingevoerd, alsmede de tijd, ge-15 durende welke de betreffende klep of kleppen open moeten blijven voor deze mater! aal invoer. Volgens stap 190 worden de aldus vastgestelde voorraadmaterialen in de eenheid geïnjecteerd. Bij stap 192 stelt de besturing 14 vast of alle eenheden zijn onderzocht. Als er nog eenheden resteren, 20 stapt de besturing 14 volgens stap 194 over naar de volgende eenheid in de reeks en worden de stappen 1.88 en 189 voor de tweede eenheid herhaald. De 'processtappen 188-194 worden telkens herhaald, totdat alle eenheden de materialen hebben ontvangen, die nodig zijn volgens de regels, welke behoren 25 hij de groepen goederen in de respectieve eenheden, voor het eerste tijdinterval in deze eenheden.

Als de laatste eenheid de benodigde voorraadmaterialen heeft ontvangen, kan de besturing volgens Stap -196 op basis van de informatie van de sensoren 36 of 30 van het eigen tijdregister bepalen of het eerste tijdinter-. val is voltooid. Als het eerste tijdinterval nog niet is voltooid, pauzeert de besturing volgens stap 198. De besturing J. 4 zal niet met een yolgende stap van de bewerking doorgaan, totdat het eerste tijdinterval is voltooid.

35 Als het eerste tijdinterval is voltooid, bepaalt de besturing 14 volgens stap 200 of alle tijdintervallen zijn voltooid. Als er nog tijdintervallen resteren, gaat de besturing 14 volgens stap 202 over op het volgende tijdinterval, waarna weer te beginnen met de eerste eenheid 40 yolgens stap 186 het onderzoek van elke regel behorende bij 8103595 -21- de groep goederen in elke eenheid herhaalt, om de aard en hoeveelheid voorraadmaterialen te bepalen, die in de betreffende eenheid voor het tweede tijdinterval moeten worden ingevoerd. De stappen 188-194 worden derhalve herhaald, totdat 5 alle eenheden de voorraadmaterialen hebben ontvangen, die gedurende het tweede interval volgens elke regel nodig zijn.

Nadat het besturingsstelsel 14 heeft bepaald, dat het tweede tijdinterval is voltooid volgens stap 196, wordt volgens stap 200 weer onderzocht of er nog 10 tijdintervallen resteren. Als er nog tijdintervallen resteren volgens de verschillende regels, worden de stappen 186-202 een voldoend aantal malen herhaald om te waarborgen, dat alle voorraadmaterialen aan de afzonderlijke eenheden worden toegevoegd, zoals door de betreffende regels wordt vereist 15 voor elk van de door de regels bepaalde tijdintervallen en in de geschikte hoeveelheden en volgorde.

Als het besturingsstelsel 14 volgens stap 2Q0 vaststelt, dat alle tijdintervallen zijn voltooid, kan het motorstelsel 54 volgens stap 204 worden gestart, ten 20 einde de groepen goederen in de eenheden 46 te agiteren gedurende de volgens stap 182 gekozen agitatietijd.

Verdere toestanden kunnen worden bepaald, ten einde yerschillende fasen in het uitvoeren van de regels te signaleren. Volgens de stap 206 bepaalt de besturing 14 25 bijvoorbeeld of de agitatietijd voor de helft is verstreken. Als de agitatie nog in de eerste helft van de bewerking is, pauzeert de besturing en gaat de agitatiebewerking door volgens stap 208, Zodra is bepaald, dat het midden van de agitatiebewerking is bereikt, kan de besturing 14 de regels 30 weer onderzoeken op verdere bewerkingsstappen.

Te beginnen met de eerste eenheid volgens stap 210, wordt het type goederen in de eenheid bepaald volgens stap 212 en wordt de betreffende regel opgenomen ter vaststelling van eventuele behoeften in het midden van 35 de agitatiebewerking in deze eenheid. Deze behoeften worden aan het tijdregister van het computersysteem doorgegeven. Volgens stap 214 worden voorraadmaterialen op de beschreven wijze geïnjecteerd, waarbij het tijdregister de tijdsduur bepaalt, terwijl bij stap 216 de besturing 14 vaststelt of 40 de bevoorrading van de eenheden is voltooid. Als er nog een- 8103595 -22- heden resteren, gaat de besturing 14 verder met de volgende eenheid volgens dtap 218 en worden de stappen 212 en 214 voor de volgende eenheid uitgevoerd, waarbij de voorraadma-terialen worden toegevoegd, die in het midden van de agitatie-5 tijd nodig zijn volgens de bijbehorende regel. De stappen 212-218 worden een aantal malen herhaald, totdat de toevoer van voorraadmaterialen aan de verschillende eenheden is voltooid, zoals door de bijbehorende regels voor de betreffende fase van de afzonderlijke bewerkingen wordt vereist.

10 Wanneer alle voorraadmaterialen in de een heden zijn ingevoerd, onderzoekt de besturing 14 volgens stap 220 of de agitatiebewerkingen zijn voltooid. Als de agitatietijd nog niet verstreken is, pauzeert de besturing 14 volgens de stap 222 en gaat de agitatie van de groepen 15 goederen voort totdat de tijd is verstreken.

Zodra volgens stap 220 is vastgesteld, dat de agitatiestap is voltooid, kan de besturing 14 volgens stap 224 onderzoeken of de bewerking voor alle te bewerken groepen is voltooid. Als nog niet alle groepen volledig 20 zijn bewerkt, kan de besturing 14 vervolgens volgens de stap 226 onderzoeken of er nog meer groepen op· het transport-mechanisme moeten worden geladen. Een dergelijke mededeling kan bijvoorbeeld aan de bedieningsman worden doorgegeven yia het uitgangsstation 42.

25 Als er geen verdere groepen op het trans- portmechanisme behoeven te worden geladen, gaat de besturing 2.4 gewoonlijk terug naar het proces juist voor de eerste overdracht van groepen binnen de eenhedenreeks 2.6. Het proces kan bijvoorbeeld worden voortgezet met stap 160, 30 waarin de besturing 3.4 onderzoekt of de toestanden binnen het hewerkingsstelsel 3.0 juist zijn om een overdracht van groepen goederen te doen plaatsvinden.

Als er groepen goederen op het transport-Jüachanisme moeten worden geladen, kan de besturing terugke-35 ren naar het punt, waarbij de stap 158 wordt herhaald, waarin het toevoermechanisme wordt geladen met volgende groepen.

In elk.-geyal kan de procedure vanaf stap 158 of vanaf 160 worden herhaald tot en met stap 224.

Als de groepsOverdrachtsstappen 166 en 168 40 worden herhaald, worden de bewerkte goederen door de wastun- 81 035 95 -23- nel telkens één stap verplaatst. Een groep goederen, die bijvoorbeeld in de eerste eenheid I begint, zal gedurende de stappen 166-226 worden bewerkt, waarbij aan de betreffende door de regel gestelde eisen voor de eenheid I wordt voldaan.

5 Bij herhaling van stap 168 zal de betreffende groep goederen naar de eenheid II worden overgedragen, waarbij de vereisten van dezelfde regel voor de eenheid II zullen worden uitgevoerd als de stappen 174-226 worden herhaald. Als stap 168 opnieuw wordt herhaald, gaat de groep goederen naar de eenheid III, 10 waarin de groep goederen wordt bewerkt volgens de bijbehorende regel, zoals door deze regel voor de eenheid III wordt bepaald. Dit proces gaat door, totdat de groep uit de laatste eenheid VIII naar het verzamelmechanisine 20 wordt verplaatst. De persen 48 en 48' kunnen dan worden geactiveerd, zodat de 15 vloeistof uit de bewerkte goederen wordt verwijderd.

Voor elke stap van de werkwijzestappen volgens de fig. 4A-4C zal, wanneer een eenheid geen groep goederen bevat, geen regel aanwezig zijn, die de werking van het bewerkingssamenstel 1.2 ten aanzien van deze eenheid 20 bestuurt. Als de besturing 2.4 bijvoorbeeld volgens de stappen 1.76, 1.88 en 212 regels onderzoekt, zal de besturing derhalve geen regelinstructies aantreffen, waarop kan worden gereageerd en zal naar de volgende eenheid overstappen, waarbij geen voorraadmaterialen in de lege eenheid worden geïnjec-25 teerd. Als het uitvoeren van de stap .168 betreffende het overdragen van de groepen langs de eenheden resulteert in de toestand, dat alle eenheden leeg zijn, zal de besturing vaststellen, dat er geen hewerkingsstappen, die door de verschillende regels uit het secundaire geheugen worden bepaald, 30 hehoeyen te worden uitgevoerd en zal het stelsel direct verdergaan na de stap 224,

Opgemerkt wordt, dat verschillende handelingen kunnen worden uitgevoerd in samenhang met de werkwij-zestappen volgens de fig. 4A-4C behalve de reeds uitdrukkelijk 35 genoemde, De verschillende afvoerkleppen kunnen bijvoorbeeld worden bediend overeenkomstig de gekozen regels, zodat de waterniveaus in de eenheden naar wens kunnen worden ingesteld. Yoorts kan de besturing 14 automatisch elke eenheid laten leeglopen, als de overdracht van goederen volgens stap 168 40 plaatsvindt, zodat wordt gewaarborgd, dat een groep goederen, 8103595 -24- die in een eenheid komt, niet in aanraking komt met de vloeistof/ welke is gebruikt bij de bewerking van goederen/ die uit deze eenheid worden verwijderd.

Op elk tijdstip gedurende het doorlopen van 5 de processtappen 154-228 kan de bedieningsman bijvoorbeeld met het secundaire geheugen 32 en de gegevensverwerker 28 communiceren door middel van het ingangsstation 40, ten einde de besturing opdracht tot het uitvoeren van verschillende commando's te geven. Zoals in fig. 4C met 230 is aangeduid/ 10 kan.de bedieningsman bijvoorbeeld de verschillende motoren van het bewerkingssamenstel 12 starten of stoppen. De gehele bewerking/ die door het bewerkingssamenstel 12 onder besturing van de besturing 14 wordt uitgevoerd, kan eveneens door de bedieningsman worden gestopt en opnieuw worden gestart 15 op diens commando.

"Voorts kunnen de verschillende regels / die in h.et secundaire geheugen 32 zijn ingevoerd, zelfs gedurende de werking van het bewerkingssamenstel 12 overeenkomstig deze regels, worden gewijzigd door de bedieningsman via 20 het invoer stat ion 40. De bedieningsman kan bijvoorbeeld een regel wijzigen, ten einde de hoeveelheid voorraadmaterialen, die gedurende een bepaald tijdinterval moeten worden inge-yoerd, te vergroten, als een bijbehorende groep goederen in een bepaalde eenheid zal zijn. Deze wijziging kan worden 25 uitgeyoerd, zelfs al wordt een groep goederen op dat. moment in de eenhedenreeks 16 bewerkt. De wijziging van de regel zal hst beoogde gevolg hebben, zodra hij is ingevoerd. Dit is een belangrijk yoordeeï van de onderhavige uitvinding, waardoor het mogelijk is, dat de bedieningsman van het be-30 werkingssteïsel 10 ter plaatse 'een "fijnafstemming” van de regels voor het bedienen van het bewerkingssamenstel 12 verricht, zonder het permanente primaire geheugen te wijzigen en zonder de werking van het stelsel 10 te stoppen.

Op oyereenkomstige wijze kunnen de parame-35 tera, die in het secundaire geheugen zijn ingevoerd, worden gewijzigd om de invoer te corrigeren of om wijzigingen in de uityoering yan het bewerkingssamenstel 12 vast te leggen. Een bepaalde parameter kan bijvoorbeeld specificeren welke eenheden door geschikte leidingen 7Q met de voorraadbron 68 40 kunnen worden verbonden. Gedurende het bedrijf van het bewe^~ 8103595 -25- kingssamenstel 12 kan een extra verbindingsleiding worden aangebracht, waardoor een andere eenheid met de voorraadbron 68 wordt verbonden, hetgeen nog niet eerder door de parameters werd gespecificeerd. Ook kan een eenheid, die volgens 5 de parameters voorraadmateriaal uit de bron 68 kan ontvangen van deze bron zijn losgekoppeld door het losnemen van de leiding of bijvoorbeeld het bevriezen van een klep 72.

Welke wijziging in de parameters ook wordt aangebracht, de informatie, welke in het secundaire geheugen is vastgelegd 10 en karakteristiek is voor de uitvoering van het bewerkings-samenstel 12 kan gedurende de werking van het samenstel worden veranderd.

Op overeenkomstige wijze kunnen de gegevens die een bepaalde groep goederen identificeren, worden ge-15 wijzigd, ook al bevindtdeze groep goederen zich binnen de eenhedenreeks 16. De identificatie van een groep goederen kan derhalve worden gecorrigeerd of gewijzigd gedurende de werking van het bewerkingssamenstel 12.

Voorts kan op elk tijdstip gedurende het 2Ό bedrijf van het bewerkingsstelsel 10 de bedieningsman de besturing 14 opdragen om informatie uit het secundaire ge** heugen 32 op het uitvoerstation 42 weer te geven. Deze weergavemogelijkheid heeft betrekking op informatie, die in het secundaire geheugen 32 door de bedieningsman is ingevoerd, 25 zoals parameter-gegevens— en regel—informatie, alsmede op informatie, welke de besturing 14 via de sensoren 36 verkrijgt, zoals de verschillende toestanden binnen het bewerkingssamenstel 12, De bedieningsman kan bijvoorbeeld door middel van een weergavecommando de positie van de verschil-30 lende groepen binnen de eenhedenreeks 16 bepalen. Voorts kan het tijdinterval, gedurende welke de verschillende regels worden uitgevoerd, worden bepaald en weergegeven op het commando van de bedieningsman,

De verschillende wijzigingen en instruc-35 ties, die de bedieningsman kan opgeven en met 230 zijn aangeduid, kunnen gewoonlijk worden uitgevoerd zonder de werking yan het bewerkingsstelsel IQ te onderbreken.Bijvoorbeeld de werkinstructies kunnen derhalve met onmiddellijke yerwerking worden gewijzigd.

40 De beschreven uitvinding verschaft derhal- 8103595 -26- ve een werkwij ze en inrichting voor het uitvoeren yan een meertrapsbewerking, waarbij verschillende in geïsoleerde groepen verdeelde goederen kunnen worden bewerkt. Voorts verschaft de uitvinding een besturingsstelsel en werkwijze 5 voor het uitvoeren van dergelijke handelingen, waarbij de werkinstructies en andere aan het proces eigen informatie kunnen worden gewijzigd met onmiddellijke verwerking, zonder de uitvoering van de bewerking te onderbreken.

De uitvinding is niet beperkt tot het in 10 het voorgaande beschreven uitvoeringsvoorbeeld, dat binnen het kader der uitvinding op verschillende manieren kan worden geyarieerd, 8103595

Claims

1. Werkwijze voor het bedienen van een groepsbewerkingsstelsel met een aantal trappen, gekenmerkt door de volgende stappen: a. een programmeerbare besturing wordt 5 verbonden met het groepsbewerkingsstelsel, zodat hieraan werkinstructies kunnen worden geleverd; b. er wordt ten minste éën regel voor het bedienen van het bewerkingsstelsel door de besturing ontworpen; 10 c. een groep te bewerken goederen wordt door een dergelijke regel geïdentificeerd; d, de groep goederen wordt in de eerste trap van het bewerkingsstelsel ingevoerd; e, de eisen van de gekozen regel voor de 15 eerste trap worden vastgesteld en deze eisen worden door de besturing uitgevoerd; f, de groep goederen wordt naar de volgende trap overgedragen; g, de eisen van de gekozen regel voor de 20 volgende trap worden vastgesteld en deze eisen worden uitgevoerd; en h, de stappen f.en g. worden herhaald, totdat de groep goederen volgens de gekozen regel in alle trappen van het bewerkingsstelsel volgens de gestelde eisen 25 is bewerkt.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, g e -kenmerkt door de volgende stappen; i, in stap c. wordt een aantal groepen te bewerken goederen geïdentificeerd, waarbij een regel voor 30 elke groep wordt gekozen; j, indien aanwezig wordt een groep te be-? werken goederen in de eerste trap ingevoerd, als een groep goederen van een trap naar de volgende trap wordt overgedragen volgens stap f,; 35 k, de stappen e, en g. worden voor alle trappen, die groepen goederen bevatten, uitgevoerd, te beginnen met de eerste en vervolgens de daaropvolgende trappen, waarbij in elke trap de regel wordt benut, die voor de groep goederen in die trap is gekozen; 8103505 • -s V » -28- l. in stap f, worden alle groepen goederen in de trappen overgedragen, waarbij elke groep goederen êën trap wordt voortgeschoven, terwijl de groep goederen in de laatste trap uit de trappen wordt gebracht en in stap j. 5 een eventueel aanwezige groep te bewerken goederen in de eerste trap wordt ingevoerd; en m. de stappen c., d. en i-1 worden herhaald totdat alle groepen goederen in alle trappen zijn bewerkt in overeenstemming met de eisen van de respectieve gekozen 10 regels voor elk van de groepen goederen.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat elke regel kan worden gewijzigd tijdens het bewerken van de goederen in het bewer-kingsstelsel. 15 4, Werkwijze volgens conclusie 2, m e t het k e n m e r k, dat ten minste êën van de regels een reeks te verrichten bewerkingsstappen in ten minste êën trap van het hewerkingsstelsel omvat, welke reeks stappen over bepaalde .tijdperioden is verdeeld, waarbij stap k. voor 20 elke tijdperiode afzonderlijk wordt uitgevoerd als een groep volgens een dergelijke regel te bewerken goederen zich in een dergelijke trap bevindt, terwijl de besturing voor de eerste tijdperiode de eisen voor elke trap uitvoert, te beginnen bij de eerste trap en gevolgd door de daaropvolgende 25 trappen, vervolgens de eventuele eisen in elke trap in dezelfde volgorde voor de volgende tijdperiode uitvoert en deze stappen herhaalt, totdat alle eisen in alle trappen voor alle tijdperioden zijn uitgevoerd.

5, Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, 30i e t het kenner kf dat in de besturing de positie yan een groep goederen in êën van de trappen van het bewer-kingsstelsel wordt geregistreerd. €, Werkwijze volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat ten minste êën van de regels een 35 reeks te verrichten bewerkingsstappen in ten minste êën trap van het hewerkingsstelsel omvat, welke reeks stappen over bepaalde tijdperioden is verdeeld, waarbij de stappen e. en g, afzonderlijk worden uitgevoerd voor elke tijdperiode als een groep volgens· een dergelijke regel tebewerken 40 goederen zich in een'dergelijke trap bevindt, terwijl de be- 8103595 -29- sturing voor de eerste tijdperiode de eisen in elke trap uitvoert/ vervolgens de eventuele eisen in een dergelijke groep voor de volgende tijdperiode uitvoert en deze stappen herhaalt, totdat alle eisen voor alle tijdperioden zijn uitge-5 voerd.

7. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de programmeerbare besturing wordt voorzien van een toegankelijk geheugen voor het vastleggen van de genoemde regels. . 10 8. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bewerkings-stelsel goederen kan wassen.

9. Werkwijze volgens ëên der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan de besturing 15 ten minste één parameter, die kenmerkend is voor het groeps-bewerkingsstelsel wordt toegevoerd, welke parameter kan worden gewijzigd gedurende het bewerken van de goederen in het bewerkingsstelsel.

10. Inrichting voor het besturen van 20 een groepsbewerkingsstelsel, dat een aantal trappen omvat, welke achtereenvolgens groepen goederen ontvangen en waarin de goederen kunnen worden bewerkt, gekenmerkt door een geheugen, waarin parameterinformatie kan worden vastgelegd, die kenmerkend is voor het groepsbewerkings-25 stelsel, alsmede regelinformatie voor het bedienen van het bewerkingsstelsel, door een gegevensverwerkingsorgaan, dat in overeenstemming met de parameters- en regelinformatie de werking van het groepsbewerkingsstelsel bestuurt, door be-dieningsorganen, die in responsie op het gegevensverwerkings-30 orgaan het groepsbewerkingsstelsel bedienen, door sensoren, die toestanden van het groepsbewerkingsstelsel kunnen detecteren en door een invoerorgaan, waarmee de regelinformatie in het geheugen kan worden ingevoerd.

11. Inrichting volgens conclusie 10, 35 met het kenmerk, dat de regelinformatie één of meer stellen werkinstructies omvat voor het bedienen van de trappen ter bewerking van de groepen goederen,

12. Inrichting volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat het geheugen bestaat 40 uit een eerste geheugenorgaan, waarin algemene werkinstruc- 8103595 •ί ·· f -30- ties voor de besturingsinricht ing kunnen worden vastgelegd en een tweede geheugenorgaan, waarin de regel- en parameter-informatie kan worden vastgelegd, zodanig, dat deze informatie door middel van het invoerorgaan kan worden gevarieerd.

13. Inrichting volgens conclusie 12, me t het kenmerk, dat het invoerorgaan een toetsenbord-station.omvat,

14. Inrichting volgens een der conclusies 10.-13, gekenmerkt door een uitvoerstation, via 10 welke de toestanden van het groepisbewerkingssteïsel en informatie uit het tweede gehéugenorgaan kunnen worden medegedeeld . 1.5. Inrichting volgens ëén der conclusies 10.—14, met het kenmerk, dat het groepsbewer-15 kingsstelsel is uitgevoerd als een wasstelsel.

16, Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de regel- en/of de parame-ter-informatie in het geheugen kan worden gewijzigd tijdens de werking van het groepshéwerkingsstelsel. 20 17, Inrichting volgens conclusie 10, m e t het kenmerk, dat met het invoerorgaan tevens de parameter informatie in het geheugen kan worden ingevoerd.

18, Stelsel voor het bewerken van in groepen verdeelde goederen, gekenme rkt door een aan-25 tal eenheden, die achtereenvolgens dergelijke groepen goederen kunnen ontvangen en waarin de goederen kunnen worden bewerkt, door sensoren, die toestanden van de eenheden kunnen detecteren, door bedieningsorganen, die de bewerkingen in de eenheden bedienen, eri door een besturingsorgaan, dat 30 de bewerkingen in de eenheden verzorgt in overeenstemming met regels:, die naar keuze aan het besturingsorgaan kunnen worden toegevoerd, welke regels de werking van de bedie-ni.ngsorganen bepalen en naar keuze kunnen worden gewijzigd,

19. Stelsel volgens conclusie 18, m e t 35 het kenmerk, dat het stelsel als wasstelsel is uitgevoerd.

20. Stelsel volgens conclusie 18 of 19, met het kenmerk, dat de eenheden yoorraadmate-rialen kunnen ontvangen,waarbij de bedieningsorganen de toe-40 voer yan deze voorraadmaterialen aan de eenheden verzorgen, 81 0 3 5 0 5 ·*» -31- overeenkomstig de regels, die behoren bij de groepen goederen in de respectieve eenheden.

21. Stelsel volgens één der conclusies 18-20, met het kenmerk, dat het besturingsorgaan 5 parameterinformatie ontvangt, die kenmerkend is voor het stelsel,welke parameterinformatie naar keuze kan worden gewijzigd. 81 03 5 95