NL8103387A

NL8103387A - Werkwijze en machine voor het verpakken van voorwerpen met rekbare folie.

Info

Publication number: NL8103387A
Application number: NL8103387A
Authority: NL
Original assignee: Eurobreva Eng Trust
Priority date: 1980-07-18
Filing date: 1981-07-16
Publication date: 1982-02-16
Also published as: US4520613A; CH648797A5; ES504041A0; ES8205503A1; IT8122919A0; GB2080240A; DE3125689A1; FR2486908A1; FR2486908B3; DE3125689C2; JPS5768309A; IT1138045B

Description

• - -1- SSi/wd/1Eurobreva

Werkwijze en machine voor het verpakken van voorwerpen met rekbare folie

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze volgens de kop van conclusie 1 en op een machine volgens de kop van conclusie 2.

Het is reeds bekend rekbare folies te gebruiken voor .5 het verpakken van vruchten of groenten, die zich bevinden in schaalvormige houders. Deze van een voorraadrol afgetrokken en op de gewenste lengte afgesneden foliegedeelten worden van bovenaf over de gevulde schalen gespannen. Dan wordt de schaal op een heftafel naar boven bewogen en de 10 randen van de folie worden om de onderrand van de bodem van de schaal geslagen en daar door warmteinwerking aan elkaar vastgeplakt.

De uit een zachte kunststof bestaande rekbare folie moet voor deze toepassing zeer dun zijn opdat de folie zich goed 15 kan aanpassen aan de te verpakken voorwerpen met een onregelmatig oppervlak en toch op het te verpakken materiaal plaatselijk niet een te grote druk uitoefent, daar bij voorbeeld vruchten in dit opzicht zeer gevoelig zijn. Anderzijds is het verwerken van dergelijke folies in verpakkingsmachines ten 20 gevolge van de zachtheid, de gemakkelijke rekbaarheid en de vervormbaarheid zeer moeilijk en men heeft een kostbare machine nodig om zowel een scheuren als een vorming van vouwen in de dunne folie te vermijden.

Het door de uitvinding op te lossen probleem is daarin 25 gelegen een werkwijze en een machine van de hiervoor beschreven soort zodanig verder te ontwikkelen, dat de verwerking van deze dunne folie bij de machinale verpakking wordt vereenvoudigd en minder gevoelig wordt voor storingen. De werkwijze volgens de uitvinding waarmee dit probleem wordt opge-30 lost is beschreven onder het kenmerk van conclusie 1. De machine volgens de uitvinding is beschreven onder het kenmerk van conclusie 2.

Dankzij de werkwijze en de machine volgens de uitvinding wordt gewaarborgd dat de folie voortdurend in zijdelingse 35 richting wordt vastgegrepen en gespannen blijft ook nadat een 8103387 -2- * stuk folie is afgesneden.

Voor het natrekken van een volgende stuk folie behoeft de folie na het afsnijden-van een stuk folie niet telkens opnieuw te worden vastgegrepen, doch de reeds vastgeklemde 5 folie kan door de klemtangen eenvoudig worden nagetrokken. Bovendien wordt daardoor het overgaan op andere formaten en het vastklemmen en loslaten van de folie bijzonder eenvoudig.

In de tekening is een uitvoeringsvoorbeeld van het 10 onderwerp van de uitvinding afgebeeld. In de tekening tonen: fig. 1 een aanzicht van de klemorganen voor de folie met aandrijving en verstelorganen, gedeeltelijk in doorsnede, fig. 2 een bovenaanzicht van de klemtangen, het schei-dingsmes en de aandrukplaat, 15 fig. 3 een horizontale doorsnede door de verstelinrichting voor het toepassen van verschillende foliebreedtes, fig. 4 een aanzicht van het invoerbereik van de folie in een klemtang.

Een rekbare folie wordt toegevoerd aan een verpakkings-20 station, waarin zich de in een uit karton of dergelijke „ bestaande schaal bevindende voorwerpen, bij voorbeeld vruchten, groente of vlees, door een stuk folie worden afgedekt. Hierna c- worden de randen van de folie onder de bodem van de schaal gevouwen en onder inwerking van warmte gefixeerd. De folie 25 wordt daarbij afgewikkeld van een voorraadrol en op een bepaalde lengte afgesneden. De folie 18 wordt in zijdelingse richting, dus in de looprichting van de foliebaan, aan de beide randen 18a met behulp van klemtangen 10 vastgegrepen, die overeenkomstig figuur 1 zijn bevestigd op kettingen 22. Deze 30 klemtangen 10 zijn op afstand van elkaar telkens aangebracht op een kettingpaar 22. De eindloze kettingen 22 zijn dus aan weerskanten van de langsranden 18a van de folie 18 aangebracht en worden geleid om kettingomkeerwielen 20 met een horizontale draaiingsas, zodat zich telkens tussen twee paren 35 kettingomkeerwielen 20 een recht bovenste en een onderste kettingpart bevindt. De aandrijving van de kettingomkeerwielen 20 vindt intermitterend synchroon met de werking van de verpakkingsmachine plaats.

Het bovenste deel 11 van elk van deze klemtangen 10 kan 40 zwaaien om een zwaaiingsas 14 ten opzichte van het onderste 8103387 Λ -3- deel 12. Wanneer de folie 18 tussen de bovenste en de onderste klembek 13 van een klemtang 10 moet worden vastge--klemd, wordt het bovenste deel 11 met behulp van een rol 15 door een aandrukplaat 17 aangedrukt. De rol 15 is in het 5 bovenste deel 11 door een schroef 16 draaibaar bevestigd.

De schroef 16 strekt zich dwars op de voortbewegingsrichting van de folie 18 uit, zodat de rol 15 evenwijdig aan de ketting 22 over de aandrukplaat 17 kan afrollen. In plaats van met de rol 15 kan het bovenste deel 11 ook rechtstreeks aanliggen te-10 gen de aandrukplaat 17. Ter vermindering van de wrijving wordt dan het bovenste deel 11 bij voorkeur vervaardigd uit een kunststofmateriaal. De bevestiging van het onderste deel 12 van de klemtangen 10 aan de dubbele ketting 22 vindt plaats met behulp van bevestigingsbouten 24, hoekstukken 25 en schroe-15 ven 23. Daar de ketting-omkeerwielen 20 zijn uitgevoerd als dubbele kettingwielen, worden de klemtangen 10 op betrouwbare wijze geleid. Aan de tegenover liggende rand van de folie 18 bevinden zich overeenkomstige klemtangen, kettingen en kettingwielen. Ter wille van een beter overzicht wordt 20 in het volgende slechts een zijde van de inrichting beschreven, daar de andere zijde op dezelfde wijze is uitgevoerd.

De aandrukplaat 17 wordt met behulp van twee zich aan tegenover elkaar liggende einden bevindende excenters 19 vastgehouden in een onderste stand, zodat de zich tussen de 25 beide klembekken 13 bevindende folie 18 wordt vastgeklemd. Anderzijds kan de klemwerking worden opgeheven wanneer de excenters 19 worden gedraaid naar de niet klemmende stand. Dit is dan het geval, wanneer de aangevoerde en zich onder de folie 18 bevindende schaal samen met het daarin aanwezizge te ver-30 pakken materiaal door een heftafel verticaal naar boven wordt bewogen en de folie 18 na het bereiken van de gewenste spanning in de folie wordt vrijgegeven. Het is doelmatig wanneer aan de klemtangen 10 van de beide folieranden 18a elk een aparte aandrukplaat 17 wordt toegevoegd, die door onafhanke-35 lijk van elkaar bedienbare excenters 19 kunnen worden versteld. Daardoor wordt bereikt dat de beide langsranden 18a van de folie 18 op verschillende tijdstippen kunnen worden vrijgegeven. In plaats van door excenters 19 kunnen de aandrukplaten 17 ook door andere middelen op de klemtangen 10 worden gedrukt, 8103387 • » ^ -4- resp. hiervan worden afgelicht, bij voorbeeld door nokken-schijven , electromagneten, hydraulische of pneumatische zuigercylinderaggregaten.'

Voor het afsnijden van een stuk folie is een zich dwars 5 op de voortbewegingsrichting van de folie 18 uitstrekkend scheidingsmes 48 aanwezig. Dit wordt tussen twee aangrenzende klemtangen 10 naar beneden bewogen en snijdt daardoor de folie 18 door. De beweging en de gezien in de tijd juiste besturing van het afsnijden vindt plaats door nokkenschijven. Aan de 10 onderzijde van de folie bevindt zich bij voorkeur een in de tekening niet nader aangeduid stationair tegenmes voor het scheidingsmes 48. De opstelling van het scheidingsmes 48 is zodanig gekozen, dat, gezien in de transportrichting van de folie, dit mes is geplaatst achter het eerste of het tweede 15 paar klemtangen dat de folie 18 aan de zijkanten vastklemt, doch voor de aandrukplaat 17, zoals blijkt uit figuur 2.

Opdat folies 18 van verschillende breedte kunnen worden toegepast, is de zijdelingse afstand van de kettingwielen 20 en daardoor van de klemtangen 10 instelbaar. Het instellen 20 vindt volgens figuur 1 plaats met behulp van een handwiel 40, . dat tegen draaiing geborgd is verbonden met een schroefspil 38. Deze schroefspil 38 strekt zich coaxiaal door de as 34 heen uit en wérkt samen met een van schroefdraad voorziene moer 44, die steun vindt in een de kettingwielen 20 dragende 25 naaf 26 met behulp van bevestigingsschroeven 46, Aan het ene dubbele kettingwiel 20 is via een afstandsring 27 een steun-ring 28 vastgeschroefd. Hierin zijn twee rollegers 36 bevestigd die aan de binnenzijde door ringen 32 worden gesteund, die in axiale richting-verschuifbaar zijn langs de as 34. De 30 as 34 wordt ondersteund via tenminste êên rolleger 3 6 door een vast deel 37 van de machine, Bij een draaiing van het handwiel 40 dat zich buiten de wand 42 bevindt, kan het dubbele kettingwiel 20 dus in axiale richting worden verschoven. Een zich aan de andere rand van de folie bevindend symmetrisch 35 aangebracht dubbel kettingwiel wordt met behulp van een tegengesteld gerichte schroefdraad van dezelfde schroefspil 38 in tegengestelde richting axiaal verschoven, zodat bij de ene draairichting van het handwiel 40 de afstand tussen de kettingwielen 20 wordt verkleind en in de andere draairich- 81 0 3 3 87 -5- ting deze afstand wordt vergroot.

Figuur 3 laat een iets andere uitvoering zien van een met een motor aangedreven instelinrichting voor het veranderen van de zijdelingse afstand tussen de beide kettingparen 20 5 die de klemtangen 10 dragen. De beide de kettingwielen 20 dragende naven 26, 26a zijn geplaatst op een as 34 die draaibaar is gelegerd in het huis 37 van de machine. Tussen de naven 26, 26a en de as 34 bevindt zich een spie 39 die telkens gemakkelijk kan worden verschoven in een spie-'10 sleuf 41 van de as 34. Een aan de as 34 evenwijdige op afstand aangebrachte schroefspil 55 is eveneens draaibaar gelegerd in het huis 37 van de machine en is gekoppeld met een electromotor 57. De ene helft van deze schroefas 55 vertoont een rechtse schroefdraad 55 en de andere helft een linkse 15 schroefdraad 55b. In de ene schroefdraadhelft grijpt een drager 59 en in de andere schroefdraadhelft grijpt een evenwijdige drager 61. De drager 59 is via een kogelleger 63 verbonden met een naaf 26, terwijl de drager 61 via een kogelleger 65 samenwerkt met de naaf 26a. De dragers 59 en 20 61 dragen elk nog een naaf met kettingwielen op een in de tekening niet meer zichtbare plaats, van waaruit ook de aandrijving plaatsvindt.

• Wanneer de motor 57 wordt ingeschakeld, bewegen de beide naven 26, 26a zich dus in de richting van de pijlen E en F.

25 Bij een omkering van de draairichting van de motor worden de beide naven 26, 26a in tegengestelde richting verschoven. Daardoor kan men de zijdelingse afstand van de klemtangen 10 voor het aanpassen aan verschillende foliebreedten motorisch wijzigen.

30 Infiguur 4 is te zien dat het zwaaibare bovenste deel 11 van de klemtangen 10 in het bereik van de kettingomkeer-wielen 20 komt aan te liggen tegen een nokkenschijf 62, die teweeg brengt dat de eerst onder het eigengewicht geopende, langs de kettingomkeerwielen 20 van beneden naar boven be-35 wogen klemtangen 10 geopend blijven, totdat ze zich in het bereik van de rechtlijnig toegevoerde, meestal doorzichtige folie 18 bevinden. De aandrukkracht van de klemtangen 10 tegen de folierand 18a wordt pas opgewekt door het zich op de nokkenschijf 62 aansluitende deel 17a van de aandrukplaat en door 8103387 τ6- *·. * ^ aandrukplaat 17. Om het aanbrengen van de folie 18 bij een verwisseling van de folie te vergemakkelijken,is een met het aandrukplaatdeel 17a samenwerkende zwaaibarë hefboom 66 aanwezig die kan zwaaien om een verticale bout 68. Dit vindt 5 plaats met behulp van een bolvormige handgreep 70. Daardoor kan het aandrukplaatdeel 17 naar boven worden gezwaaid en het bovenste deel 11 van de klemtangen 10 voor het inbrengen van de folie 18 met de hand worden opgelicht. Na het vastgrijpen van de folie 18 door ten minste êên paar klemtangen 10 10 worden het aandrukplaatdeel 17a en de zwaaibarë hefboom 66 weer in de in figuur 4 afgeheelde stand gebracht, zodat hierna de klemtangen 10 op de folie 18 een klemwerking uitoefenen die het natrekken van de folie mogelijk maakt.

8103387

Claims

1. Werkwijze voor het verpakken van voorwerp en, in het bijzonder van vruchten, groente of vlees, waarbij de voorwerpen zich bevinden in een schaalvormige houder, een folie wordt afgetrokken van een voorraadrol en een stuk folie 5 wordt afgesneden, de folie van bovenaf over de met voorwerpen gevulde houder wordt gespannen en hierna de randen van de folie om de onderzijde van de houder worden gevouwen en daar worden gefixeerd, met het kenmerk, dat de beide zich in de voortbewegingsrichting van de folie uitstrekkende zijdelingse 10 folieranden worden vastgegrepen door een aantal op afstand van elkaar aangebrachte, beweegbare klemtangen (10) en de folie door deze tangen intermitterend wordt getransporteerd en dat het afsnijden van een stuk folie pas plaatsvindt in het bereik waarin de zijdelingse folieranden aan beide zij-15 den door ten minste één klemtang (10) zijn vastgegrepen.

2. Machine voor het verpakken van zich in een schaal-vormige houder bevindende voorwerpen, in het bijzonder vruchten, groente of vlees, onder toepassing van een rekbare folie, met een afsnijinrichting voor het afsnijden van een stuk folie 20 van een foliebaan en met kleminrichtingen voor het vastgrijpen van de randen folie en waarbij middelen aanwezig zijn voor het omhullen van de gevulde houder met de folie, met het kenmerk, dat de kleminrichtingen een aantal op afstand van elkaar aangebrachte klemtangen (10) vertonen,die aan beide zijden van 25 de zich in de voortbewegingsrichting van de foliebaan (18) uitstrekkende folieranden zijn bevestigd op eindloze kettingen (22) en dat in het folieklembereik telkens een tegen de klemtangen (10) aandrukbare en voor het lossen van de klemver-binding hier vanaf lichtbare aandrukplaat (17) aanwezig is.

3. Machine volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat aan beide zijden van dezich in de voortbewegingsrichting van de folie uitstrekkende folieranden (18a) een dubbele ketting (20) aanwezig is, waaraan de onderste delen (12) van de klemtangen (10) op afstand van elkaar star zijn bevestigd en de 35 ten opzichte van de onderste delen (12) van de klemtangen (10) zwaaibare bovenste delen (11) van de klemtangen elk samen- 8103387 -8- ... ' H- werken met de aandrukplaat (17) die in hoogte verstelbaar is uitgevoerd (fig. 1).

4. Machine volgen conclusie 2 of 3, met· het kenmerk, dat verstelorganen (38, 40, 44) aanwezig zijn, met behulp 5 waarvan de onderlinge afstand van de kettingen (22) en daardoor van de klemtangen (10) instelbaar is voor het aanpassen aan verschillende breedten folie (fig, 1, 3).

- 5. Machine volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat door ten minste êên naaf (26) van de kettingwielen (20) een 10 schroefspil (38) steekt, met behulp waarvan de kettingwielen (20) in axiale richting kunnen worden versteld (fig. 1).

6. Machine volgens êên der conclusies 2 tot 5, met het kenmerk, dat in het inloopbereik van de folie voor de aandrukplaat (17a) een nokkenschijf (62) aanwezig is die het 15 bovenste deel (11) van de klemtangen (10) doet zwaaien (fig. 4).

7. Machine volgens êên der conclusies 2 tot 6, met het kenmerk, dat een folie-scheidingsorgaan (48) zich bevindt op een plaats van het kettingbereik, welke, gezien in de voort-bewegingsrichting van de folie (18), is gelegen tussen êên 20 van de eerste de randen van de folie vastklemmend paar.tangen * (10) en de aandrukplaat (17, 17a) (fig. 2).

8. Machine volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de de kettingwielen (20) dragende naven (26, 26a) axiaal verschuif-# baar zijn op een eerste as (34) en een van linkse en rechtse 25 schroefdraad (55a, 55b) voorziene schroefspindel (55) is gekoppeld met de naven (26, 26a) en dat de schroefspindel (55) is gekoppeld met met een electromotor (57) die naar keuze in de ene of in de andere richting kan draaien (fig. 3).

9. Machine volgens een of meer der conclusie 1 tot 8, 30 met het kenmerk, dat elk van de beide aandrukplaten bestaat uit twee delen (17, 17a), waarbij het aan de inloopzijde gelegen deel (17a) ter vereenvoudiging van het verwisselen van de folie met de hand kan worden gezwaaid (fig. 4). 8103387