NL1007202C1 - Inrichting voor het door sealen afsluiten van een folieverpakking voor etenswaren. - Google Patents
Inrichting voor het door sealen afsluiten van een folieverpakking voor etenswaren. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1007202C1 NL1007202C1 NL1007202A NL1007202A NL1007202C1 NL 1007202 C1 NL1007202 C1 NL 1007202C1 NL 1007202 A NL1007202 A NL 1007202A NL 1007202 A NL1007202 A NL 1007202A NL 1007202 C1 NL1007202 C1 NL 1007202C1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- counter
- sealing
- sealing table
- foil
- clamping
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B65—CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
- B65B—MACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
- B65B51/00—Devices for, or methods of, sealing or securing package folds or closures; Devices for gathering or twisting wrappers, or necks of bags
- B65B51/10—Applying or generating heat or pressure or combinations thereof
- B65B51/14—Applying or generating heat or pressure or combinations thereof by reciprocating or oscillating members
- B65B51/148—Hand-operated members
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Package Closures (AREA)
Description
VO 1258
Titel: Inrichting voor het door sealen afsluiten van een folieverpakking voor etenswaren.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het door sealen afsluiten van een folieverpakking voor etenswaren, volgens de aanhef van conclusie 1. Een dergelijke inrichting is uit de praktijk bekend en wordt 5 bijvoorbeeld geleverd door de firma ServoWrap B.V., te Vlaardingen, Nederland.
De bekende inrichting, welke in het bijzonder geschikt is voor het niet-industrieel verpakken van etenswaren in folie, welk folie wordt geseald, zodanig dat 10 de verpakking volledig is gesloten voor het verlengen van de levensduur van het verpakte product, omvat een sealtafel en een tegen de sealtafel beweegbare contra-sealtafel. De contra-sealtafel bevat een uit elementen opgebouwd, als verhittingsmiddel functionerend eerste sealmiddel, terwijl 15 de contra-sealtafel ongeveer gelijkvormige, niet verwarmde tweede sealmiddelen draagt, als contra-sealmiddel. De contra-sealtafel is bevestigd aan een zwenkarm welke tussen een geopende stand en een sluitstand kan worden bewogen, zodanig dat in de sluitstand door de contra-sealtafel druk 20 op de sealtafel wordt uitgeoefend. Een dergelijke bekende inrichting wordt als volgt gebruikt.
De inrichting wordt in de geopende stand gebracht door wegzwenken van de zwenkarm met de contra-sealmiddelen, waarna een folie de eerste en tweede sealmiddelen 25 overdekkend wordt aangebracht. Een te verpakken product wordt op de sealtafel binnen de omtrek van de tweede sealmiddelen gelegd, waarna met behulp van de zwenkarm de contra-sealtafel tegen de sealtafel wordt bewogen, zodanig dat het folie wordt dubbelgevouwen, waarbij de langsranden 30 op elkaar worden gedrukt tussen de eerste en tweede sealmiddelen. Door geschikte verhitting van de verhittingsmiddelen en een geschikte druk worden de beide folielagen op elkaar geperst en met elkaar verbonden langs drie langsranden, terwijl de vierde langsrand wordt gevormd 1007202 2 door de vouw in de folie. Hierdoor is het product verpakt in een rondom gesloten bepakking. Na openen van de inrichting door wegzwenken van de contra-sealtafel kan het verpakte product worden weggenomen.
5 Deze bekende sealtafel heeft als nadeel dat de contra-sealtafel met de zwenkarm handmatig dient te worden verzwenkt tussen de sluitstand en de geopende stand en vice versa, hetgeen ergonomisch onvoordelig is vanwege de door de bediener uit te oefenen krachten en de werkhouding, 10 waarbij bovendien het nadeel wordt verkregen dat steeds slechts maximaal éér. hand beschikbaar is voor het inleggen van het te verpakken product, terwijl met de andere hand of beide handen de contra-sealtafel dient te worden bewogen. Een verder nadeel van deze bekende sealinrichting is dat 15 slechts relatief kleine producten kunnen worden verpakt aangezien de afmetingen van een dergelijke inrichting beperkt zijn als gevolg van de beperkingen, opgelegd door de handmatige bediening, zoals maximale bedieningskrachten en bewegingsbanen, uit te oefenen c.q. te verzorgen door 20 degene die de inrichting bedient. Voorts heeft een dergelijke inrichting als nadeel dat zowel in de sluitrichting als in de openingsrichting de bewegingen door de gebruiker dienen te worden uitgevoerd, terwijl bovendien de bedieningssnelheid en daarmee de verpakkingssnelheid 25 hierdoor nadelig worden beïnvloed.
De uitvinding beoogt een inrichting van de in de aanhef beschreven soort, waarbij de genoemde nadelen zijn vermeden, met behoud van de voordelen daarvan. Daartoe wordt een inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door 30 de maatregelen volgens conclusie 1.
Bij een inrichting volgens onderhavige uitvinding wordt de contra-sealtafel tijdens gebruik vanuit een geopende stand gestuurd aangedreven bewogen in de richting van de gesloten stand, terwijl bovendien de contra-35 sealtafel vanuit de gesloten stand gestuurd kan worden aangedreven naar de geopende stand. Hierdoor wordt een 1007/02 3 bijzonder eenvoudig en licht te bedienen inrichting verkregen welke ergonomische werkwijzen toelaat. Bovendien heeft een gebruiker in principe de mogelijkheid twee handen te gebruiken voor positionering van de etenswaren, wegnemen 5 van gesloten verpakkingen en dergelijke. Een verder voordeel van de .gestuurde beweging van de contra-sealtafel tussen de gesloten stand en de geopende stand en vice versa is dat op elk moment tijdens de beweging deze eenvoudig kan worden vertraagd, gestopt of omgekeerd, waardoor de 10 veiligheid van een dergelijke inrichting aanmerkelijk wordt vergroot. Immers, hierdoor kan eenvoudig worden verhinderd dat bijvoorbeeld gebruikers met lichaamsdelen klem komen te zitten tussen de sealtafel en de contra-sealtafel of dat producten onverhoopt op foutieve wijze tussen de folielagen 15 terecht komen. Dit heeft zowel veiligheidstechnische als economische voordelen.
In een voordelige uitvoeringsvorm wordt een inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 2.
20 De nokkenschijf, voorzien van een voeringssleuf voor het sturend leiden van een geleidingspen biedt het voordeel dat contact tussen de geleidingspen en het sturende loopvlak van de nokkenschijf tijdens een volledige rotatie van de nokkenschijf eenvoudig wordt gewaarborgd, met als 25 gevolg dat de bewegingen van de tussenzwenkarm door de samenwerkende nokkenschijf en geleidingspen eenvoudig en nauwkeurig kunnen worden gestuurd. De bewegingen van de tussenzwenkarm kunnen dan op zichzelf op eenvoudige wijze worden overgebracht naar de zwenkarm voor beweging van de 30 contra-sealtafel. Bovendien heeft dit mechanisme het voordeel dat ook bij omkering van de draairichting van de nokkenschijf de geleidingspen steeds in contact zal blijven met de nokkenschijf en/of de voeringssleuf.
In nadere uitwerking wordt een inrichting volgens de 35 uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 5 .
1 n f:7 C ;1 3 4
Een veiligheidsbeugel welke zich rond tenminste een gedeelte van de sealtafel uitstrekt, welke veiligheidsbeugel is ingericht voor het schakelen van de aandrijfmiddelen biedt het voordeel dat eenvoudig kan 5 worden gedetecteerd of de veiligheidsbeugel zich in de juiste gebruiksstand bevindt en dat derhalve geen ongewenste voorwerpen of lichaamsdelen zich tussen de sealtafel en de contra-sealtafel zullen bevinden wanneer de contra-sealtafel naar de gesloten stand zal worden bewogen. 10 Immers, bij het uit de genoemde gebruiksstand bewegen van de veiligheidsbeugel zullen de aandrijfmiddelen worden aangestuurd, zodanig dat tenminste volledig sluiten van de contra-sealtafel tegen de sealtafel wordt verhinderd, zonder dat de volledige gesloten stand daarbij wordt 15 gepasseerd.
Een inrichting volgens onderhavige aanvrage wordt voorts bij voorkeur gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 6.
De tenminste ene foliekleminrichting biedt het 20 voordeel dat steeds bij de inrichting in geopende stand zowel de sealtafel als de contra-sealtafel door folie zijn overdekt, waardoor de inrichting steeds automatisch in een gebruikstoestand wordt gebracht. Hierdoor kan een inrichting volgens de uitvinding op nog economischer wijze 25 worden gebruikt.
In nadere uitwerking wordt een inrichting volgens de uitvinding bovendien gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 7.
Toepassing van twee klembekken, onderling in een 30 gesloten stand voorgespannen door tenminste één zich tussen de klembekken uitstrekkende trekveer, welke in hoofdzaak is opgesloten tussen genoemde klembekken, biedt het voordeel dat dergelijke kleminrichtingen aan de buitenzijde eenvoudig glad kunnen worden afgewerkt of afgedekt, hetgeen 35 de hygiëne van een dergelijke inrichting ten goede komt. De in de gesloten stand voorgespannen klembekken bieden 1007202 5 daarbij het voordeel dat er steeds voor wordt gezorgd dat folie eenvoudig en stevig kan worden vastgegrepen.
In een bijzonder voordelige uitvoeringsvorm wordt een inrichting volgens de uitvinding gekenmerkt door de 5 maatregelen volgens conclusie 10.
Toepassing van tenminste twee, relatief smalle kleminrichtingen aan de contra-sealtafel biedt het voordeel dat deze relatief licht kunnen worden uitgevoerd en toch voldoende klemkracht kunnen verzorgen, terwijl de 10 individuele kleminrichtingen eenvoudig, zelfs handmatig kunnen worden geopend, bijvoorbeeld voor het reinigen van een dergelijke inrichting.
Nadere uitvoeringsvormen van een inrichting volgens onderhavige uitvinding zijn gegeven in de volgconclusies.
15 Ter verduidelijking van de uitvinding zal een uitvoeringsvorm van een inrichting volgens onderhavige uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarin toont:
Fig. 1 een perspectivisch aanzicht van een 20 inrichting volgens de uitvinding; fig. 2 schematisch een zij-aanzicht van een inrichting volgens figuur 1, met gedeeltelijk weggesneden zijpaneel; fig. 3 een aandrijfmechanisme voor de sealtafel van 25 een inrichting volgens fig. 1; fig. 4 een doorgesneden aanzicht volgens de lijn IV-IV in figuur 3 van een gedeelte van het aandrijfmechanisme; en fig. 5 in vergrootte weergave in gedeeltelijk 30 doorgesneden zij-aanzicht een folietang voor gebruik bij een sealinrichting volgens de uitvinding.
Figuren 1 en 2 tonen een sealinrichting 1 volgens de uitvinding, omvattende een behuizing 2, een sealtafel 3 en een op een zwenkarm 4 gemonteerde contra-sealtafel 5. De 35 sealtafel 3 omvat een U-vormig verhittingsprofiel 6, de contra-sealtafel 5 een eveneens U-vormig contra-sealprofiel 10 07? 02 6 7. De contra-sealtafel 5 kan met behulp van een op de zwenkarm 4 aangrijpend aandrijfmechanisme 8, zoals getoond in figuur 3 en nog nader zal worden toegelicht, gestuurd worden bewogen tussen een geopende stand, zoals getoond in 5 figuur 2 en een gesloten stand, waarbij het contra- sealprofiel 7 tegen het sealprofiel 6 wordt bewogen, onder tussenkomst van een dubbelgevouwen laag folie, zoals nog nader zal worden beschreven. Nabij een einde van de behuizing is een rol 9 verpakkingsfolie 10 opgehangen, 10 vanaf welke rol de folie 10 zich over een aantal geleiderollen 11A-C, waarvan de eerste geleidingsrol 11A zich nabij een van de contra-sealtafel 5 afgekeerde langsrand van de sealtafel 3 uitstrekt, over de volle breedte daarvan. Daarbij wordt de folie 10 met behulp van 15 drukblokjes 12 tegen de eerste geleidingsrol 11A gedrukt, teneinde te verhinderen dat de folie wordt teruggetrokken in de richting van de folierol 9. De tweede geleidingsrol 11B is naar onder toe voorgespannen, zodanig dat de foliebaan wordt strakgehouden. Deze spanning wordt 20 verkregen met behulp van een veerelement 13 en een arm 14, welke arm kan worden ingesteld voor het bepalen van de spanning op de foliebaan en/of de bewegingsvrijheid van de tweede geleidingsrol 11B. Uiteraard kunnen allerlei verschillende mechanismen worden toegepast voor het 25 afwikkelen van de folie 10 en voor het op spanning houden daarvan. Het getoonde mechanisme heeft het bijzondere voordeel dat slechts één spanningsrol en twee verdere geleidingsrollen nodig zijn.
Aan de van de sealtafel 3 afgekeerde langsrand van 30 de contra-sealtafel 5 is een aantal folietangen 15 aangebracht (in de getoonde uitvoeringsvorm 2), zoals in meer detail getoond in figuur 5. Met behulp van de folietangen 15 kan op nog nader te beschrijven wijze een vrij einde van het folie 10 worden aangegrepen, zodanig dat 35 bij het naar de geopende stand bewegen van de zwenkarm 4 en contra-sealtafel 5 de folie 10 over de sealtafel 3 en de 1 o 0 7 2 0 2, 7 contra-sealtafel 5 wordt getrokken. In deze positie kunnen op het folie 10 op de sealtafel 3 te verpakken producten worden gelegd, bijvoorbeeld etenswaren zoals gesneden vlees- of kaasproducten. De te verpakken producten worden 5 daarbij binnen de binnenomtrek van het sealprofiel 6 gelegd. De open zijde van het U-vormige sealprofiel 6 is daarbij gelegen aan de naar de contra-sealtafel 5 gekeerde zijde, de open zijde van het U-vormige contra-sealprofiel 7 aan de naar de sealtafel 3 gekeerde zijde.
10 Nadat de te verpakken producten op de folie 10 op de sealtafel 3 zijn gepositioneerd wordt de contra-sealtafel 5 met behulp van het aandrijfmechanisme 8 tegen de sealtafel 3 bewogen en daar vast tegenaan gedrukt, terwijl de sealmiddelen 6 worden verhit. Het zich over de sealtafel 3 15 en contra-sealtafel 5 uitstrekkende folie 10 wordt dubbelgevouwen, zodanig dat de te verpakken producten aan weerszijden door folie worden bedekt, welke folielagen onder invloed van de warmte en druk vast met elkaar worden verbonden, het zogenaamde sealen. Hierdoor wordt een 20 vierzijdig gesloten folieverpakking verkregen waarbinnen het te verpakken product is opgesloten. Door een dergelijke verpakking worden de hygiëne en de houdbaarheid van het product vergroot. Aan de van de blokjes 12 afgekeerde zijde van de eerste geleidingsrol 11A is een mes 16 opgesteld, 25 waarmee de foliebaan 10 wordt doorgesneden wanneer de contra-sealtafel 5 onder druk tegen de sealtafel 3 wordt bewogen. Daarmee wordt de gesloten verpakking losgesneden van de foliebaan, zodat deze kan worden verwijderd. De sealtafel 3 is zwenkbaar om een as 17 opgehangen binnen de 30 behuizing, zodanig dat bij aansluitend openen van de contra-sealtafel 5 de sealtafel naar de in figuur 2 linkerzijde waardoor de gerede verpakking van de sealtafel 3 over een hellend oppervlak 18 binnen de behuizing wegglijdt. Tijdens het lossnijden van de foliebaan wordt 35 het dan vrije einde van de genoemde foliebaan 10 op nog nader te beschrijven wijze vastgegrepen door de folietangen 1007202 8 15, zodanig dat bij het openen van de contra-sealtafel wederom de sealtafel 3 en de contra-sealtafel 5 door folie 10 worden overdekt.
Het hellend oppervlak 18 sluit nabij de bovenzijde 5 glad aan op een zich in figuur 2 naar rechts hellend in de richting van de onderzijde van de folierol 9 uitstrekkend oppervlak 19, een en ander zodanig dat een volledig glad oppervlak onder de foliebaan en de sealtafels wordt bepaald, hetgeen onderhoud en in het bijzonder reiniging 10 van de inrichting 1 bijzonder eenvoudig maakt.
In het bijzonder bij gebruik van een inrichting 1 volgens de uitvinding voor het verpakken van relatief grote producten wordt met het aandrijfmechanisme 8 het voordeel bereikt dat een gebruiker minimaal wordt belast. Immers, de 15 krachten voor het sluiten van de contra-sealtafel 5 over de sealtafel 3 worden volledig opgebracht door genoemd aandrijfmechanisme 8. Dit aandrijfmechanisme is schematisch getoond in figuur 3.
Het aandrijfmechanisme 8 omvat een door een niet 20 getoonde electromotor of dergelijke aangedreven nokkenschijf 20 met een enigszins niervormige configuratie. Langs de onderzijde van de nokkenschijf 20 strekt zich een eerste hefboom 21 uit welke is gelegen in een eerste zwenkpunt 22. Op afstand van het eerste zwenkpunt 22 is op 25 de hefboom 21 een aanlooppen 23 geplaatst welke aanloopt tegen de nokkenschijf 20. Aan het van het eerste zwenkpunt 22 afgekeerde einde van de hefboom 21 is in een tweede zwenkpunt 24 een tandheugel 25 bevestigd via lengte-insnelmiddelen 26. De tandheugel 25 is met de vertanding 27 30 in aangrijping met een eerste vertanding 28 op een eerste tandwiel 29, hetwelk bovendien is voorzien van een tweede vertanding 30, welke kan samenwerken met een ketting 31. De eerste vertanding 28 en tweede vertanding 30 zijn in parallelle vlakken gelegen. De ketting 31 is op afstand van 35 het eerste tandwiel 29 gevoerd over een eerste kettingvertanding 32 van een tweede tandwiel 33. Dit tweede 1 0 0 7 p n 2 9 tandwiel 33 is voorzien van een tweede kettingvertanding 34, gelegen in een vlak parallel aan het kettingvlak. De ketting 31 is eindeloos over de tweede vertanding 30 van het eerste tandwiel en de eerste kettingvertanding 32 van 5 het tweede tandwiel 33 gevoerd. Over de tweede kettingvertanding 34 is een vast met de ketting 31 en/of het tweede tandwiel 33 verbonden kettingdeel 35 gevoerd, welke met een vrij einde is verbonden met een eerste einde van een trekveer 36. Het tegenover gelegen tweede einde van 10 de trekveer 36 is vast verbonden met de behuizing 2. In een bevestigingspunt 37 nabij het eerste zwenkpunt 22. Aan het tweede tandwiel 33 is een eerste einde van de zwenkarm 4 vast verbonden, zodanig dat door rotatie van het tweede tandwiel 33 de zwenkarm 4 en daarmee de contra-sealtafel 5 15 tussen de geopende en de gesloten stand wordt bewogen. De trekveer 36 zorgt er daarbij voor dat de zwenkarm 4 in de richting van de geopende stand wordt voorgespannen.
Wanneer de nokkenschijf 20 wordt geroteerd vanuit de in figuur 3 getoonde stand, met de wijzers van de klok mee, 20 wordt de hefboom 21 naar onder bewogen, onder medeneming van de tandheugel 25. Hierdoor wordt het eerste tandwiel eveneens met de klok meegeroteerd, waarbij de ketting 31 wordt meegenomen zodat het tweede tandwiel 33 ook met de klok mee wordt geroteerd. Hierdoor wordt de zwenkarm 4 naar 25 de gesloten stand bewogen. Langs de in figuur 3 linker en linkerboven zijde van de nokkenschijf 20 is een buiten gelegen, met de nokkenschijf 20 meegevormde rand 38 aangebracht, zodat tussen de buitenrand van de nokkenschijf 20 en de rand 38 een sleuf 39 is ingesloten. Door deze 30 sleuf kan de aanlooppen 23 worden geleid, waarbij de aanlooppen 23 als gevolg van de optredende krachten tegen de binnenzijde van de rand 38 zal worden gedwongen en daardoor zal worden geleid. Bij doorlopen van de sleuf 39 door de aanlooppen 23 wordt de hefboom 21 weer omhoog 35 bewogen, waardoor het eerste en tweede tandwiel tegen de wijzers van de klok in worden geroteerd, onder medeneming 1007202 10 van de zwenkarm 4, zodanig dat de inrichting vanuit de gesloten stand in de geopende stand wordt gebracht. De sleuf 39 en de rand 38 zorgen er daarbij voor dat de aanlooppen 23 gestuurd wordt geleid en het contact met de 5 nokkenschijf 20 en/of de rand 38 niet verliest. Hierdoor wordt de contra-sealtafel 5 zowel in de sluitrichting als in de openingsrichting bekrachtigd. Met behulp van de lengte-instelmiddelen 26 kan de positie van de tandheugel 25 ten opzichte van het eerste tandwiel worden ingesteld, 10 zodanig dat de slag van de zwenkarm 4 en dus van de contra-sealtafel 5 nauwkeurig kan worden bepaald.
Teneinde te verhinderen dat de tandheugel 25 van het eerste tandwiel 29 kan loskomen is een beugel 40 rond de tandheugel 25 aangebracht, welke zwenkbaar is gelegerd rond 15 de as 41 van het eerste tandwiel 29. De tandheugel 25 is aan de van het eerste tandwiel 29 afgekeerde zijde voorzien van een groef 42, waarin een in de beugel 40 gelagerd wiel 43 loopt. De tandheugel 25 is tussen het wiel 43 en de vertanding 28 opgesloten. Doordat de beugel 40 kan zwenken 20 rond de as 41 kunnen zowel de lineaire als de zwenkende bewegingen van de tandheugel 25 tijdens bediening van de zwenkarm 4 worden gevolgd.
De nokkenschijf 20 is in zijn omtrek voorzien van een deuk 44 waarin de aanlooppen 23 aanligt wanneer de 25 zwenkarm 4 in de uiterste geopende stand is gebracht. Hierdoor wordt deze positie eenduidig bepaald.
Onder de oppervlakken 18, 19 zijn in de tekening niet getoonde besturingsmiddelen voorzien voor de aandrijfmotor, de sealmiddelen en dergelijke. Rond de 30 sealtafel 3 is een veiligheidsbeugel 45 aangebracht, gekoppeld aan een niet getoonde schakelaar, welke is gekoppeld aan de bedieningsmiddelen. Wanneer de veiligheidsbeugel 45 niet in de in figuur 1 getoonde gebruiksstand is gebracht, bijvoorbeeld omdat een gebruiker 35 met zijn hand tussen de sealtafel 3 en de veiligheidsbeugel 45 terecht is gekomen, wordt door de genoemde schakelaar 1007202 11 bediening van de aandrijfmiddelen 8 verhinderd zolang de contra-sealtafel in tenminste een gedeeltelijk geopende stand is gebracht of worden de aandrijfmiddelen aangestuurd in de richting waardoor de contra-sealtafel 5 naar de 5 geopende stand wordt gebracht, zonder daarbij de gesloten stand te passeren. Dit is mogelijk doordat de nokkenschijf 20 zowel linksom als rechtsom kan worden aangedreven, zodat vanuit elke stand van de nokkenschijf 20 en de zwenkarm 4 de contra-sealtafel 5 van de sealtafel 3 kan worden 10 wegbewogen. Hierdoor wordt de veiligheid van de inrichting aanmerkelijk vergroot.
De contra-sealtafel 5 is met behulp van een knikarm 46 verbonden met de zwenkarm 4. De knikarm 46 omvat een eerste armdeel 46A en een zwenkbaar daarmee gekoppeld 15 tweede armdeel 46B, welke in de gebruiksstand enigszins voorbij een gestrekte stand zijn geblokkeerd. Bij normaal gebruik blijven de armdelen 46A, 46B in deze stand staan zodat de op de zwenkarm 4 uitgeoefende krachten direct kunnen worden doorgeleid naar de contra-sealtafel 5. Indien 20 onverhoopt de contra-sealtafel 5 in de gesloten stand wordt bewogen, terwijl dit om veiligheidsredenen ongewenst is, terwijl de contra-sealtafel door de aandrijfmiddelen 8 niet naar de geopende stand wordt teruggestuurd kan verder sluiten van de contra-sealtafel 5 worden verhinderd door 25 het door de gestrekte stand drukken van de knikarm 46, zodanig dat wordt verhinderd dat door de zwenkarm 4 uitgeoefende krachten nog kunnen worden doorgeleid naar de contra-sealtafel 5. Immers, beweging van de armdelen 46A, 46B voor bij de volledig gestrekte, dode stand betekent dat 30 de beide armdelen 46A, 46B samen kunnen vouwen waardoor ruimte wordt verkregen tussen de contra-sealtafel 5 en de sealtafel 3 bij de zwenkarm in de feitelijke gesloten stand. Hierdoor wordt extra veiligheid tijdens gebruik verkregen.
35 De op de vrije langsrand van de contra-sealtafel aangebrachte folietangen 15 zijn in figuur 5 in ^'02 12 gedeeltelijk doorgesneden zij-aanzicht op uitvergrote schaal getoond. De folietang 15 omvat een eerste bekdeel 46, een tweede bekdeel 47, ten opzichte van elkaar scharnierbaar rond een as 48 nabij de bovenste langsrand 5 daarvan. De as 48 is via een koppelplaat 49 verbonden met de bovenzijde van de contra-sealtafel 5. De eerste klembek 46 is enigszins L-vormig en heeft een verticaal deel 50 dat zich ongeveer evenwijdig aan de langsrand van de contra-sealtafel 5 uitstrekt en daar onder uitsteekt, welk 10 verticaal deel 50 door een hellend deel 51 met de scharnieras 48 is verbonden. De tweede klembek 47 is eveneens in hoofdzaak L-vormig en omvat een onderste, horizontaal te noemen deel 52 dat zich haaks op het verticaal deel 50 uitstrekt, welk horizontaal deel 52 via 15 een verticaal deel 53 is verbonden met de scharnieras 48.
De vrije langsranden van het verticale deel 50 en het horizontale deel 52 sluiten bij gesloten klembek passend op elkaar aan, zodanig dat daartussen het folie 10 kan worden ingeklemd. De eerste klembek 46 en tweede klembek 47 zijn 20 in de gesloten stand voorgespannen door trekveren 54. Een eerste einde van de trekveren 54 is door een opening 55 in het verticale deel 50 van de eerste klembek gestoken en aan de buitenzijde daarvan met behulp van een pen 56 bevestigd. Het tegenover gelegen einde van de veer 54 strekt zich uit 25 door een opening 56 in het verticaal 53 van de tweede klembek 47 en is bevestigd aan een tegen de buiten gelegen zijde van het verticaal deel 53 bevestigde beugel 57. Over het verticaal deel 53 en de vleugels 57 is een gesloten dekkap 58 aangebracht welke de folietang 15 op hygiënische 30 wijze glad afwerkt. Aan het boveneinde van het verticaal deel 53 van de tweede klembek 47 is een zich ongeveer evenwijdig aan de bovenzijde van de contra-sealtafel 5 uitstrekkende drukbeugel 59 aangebracht, waarmee de folietang 15 handmatig kan worden geopend. Tussen het 35 verticale deel 50 van de eerste klembek 46 en het verticaal deel 53 van de tweede klembek 47 is een aantal drukplaten 100720a 13 60 aangebracht, welke zich ongeveer in verticale richting, althans haaks op het horizontale deel 52 en verticale deel 53 van de tweede klembek uitstrekt tot boven de drukbeugel 59. Het bovenste einde 61 van de drukplaten 60 omvat een 5 hellend vlak 62 dat afloopt in de richting van de bovenzijde van de contra-sealtafel 5. Aan een zich boven de bovenzijde van de contra-sealtafel 5 uitstrekkende tussenarm 63, waaraan de knikarm 46 is bevestigd, is een drukpen 64 aangebracht, welke aanligt tegen het hellend 10 vlak 62. De drukplaten 60 zijn zwenkbaar gelagerd op de as 48. Wanneer de drukpen 64 tijdens het naar de gesloten stand bewegen van de zwenkarm 4 tegen het hellend vlak 62 van de drukplaten 60 wordt bewogen, wordt het hellend vlak 62, en daarmee het boveneinde 61 van de drukplaten 60 15 weggedrukt, in figuur 5 naar rechts. Hierdoor verzwenken de drukplaten 60 rond de as 48, waardoor de eerste klembek 46 en de tweede klembek 47 door het onderste einde van de drukplaten 60 enigszins uit elkaar worden bewogen, zodanig dat tussen de vrije langsranden van de klembekken 46, 47 20 enige ruimte vrijkomt. Hierin wordt op eerder beschreven wijze tijdens het afsnijden van een gerede verpakking van de foliebaan 10 het vrije einde van genoemde foliebaan 10 tussen de klembekken 46, 47 gedrukt, zodanig dat bij sluiting van de klembekken 46, 47 de folie 10 wordt 25 vastgegrepen op de in figuur 5 getoonde wijze.
Teneinde ervoor zorg te dragen dat de folie 10 voldoende stevig wordt vastgegrepen is een extra klembeugel 65 voorzien, welke een enigszins L-vormig plaatdeel 66 omvat, hetwelk met een kort been 67 verend is verbonden met 30 het verticaal deel 53 van de tweede klembek 47. Het lange been 68 strekt zich ongeveer evenwijdig aan het horizontale deel 52 uit, waarbij het vrije einde 69 aanligt tegen de bodem van een groef 70 in het verticale deel 50 van de eerste klembek 47. Hierdoor zal bij gesloten folietang 15 35 strekt de folie 10 zich derhalve zigzaggend uit tussen de vrije langsranden van de klembekken 46, 47 en de vrije '<007203.
14 langsrand 69 van de klembeugel 65 en de bodem van de groef 70. Indien noodzakelijk kan de folietang 15 handmatig worden geopend door neerdrukken van de drukbeugel 49.
Het zal duidelijk zijn dat vele variaties op de in 5 de tekening getoonde en in de beschrijving beschreven uitvoeringsvorm van een sealinrichting volgens onderhavige uitvinding mogelijk zijn, binnen het raam van de uitvinding.
Zo kunnen andere folietangen worden toegepast of kan 10 een ander aantal folietangen worden geplaatst, waarbij op andere wijze het folie kan worden vastgegrepen en worden meebewogen met de beweging van de contra-sealtafel.
Bovendien kunnen de sealtafel en de contra-sealtafel anders worden uitgevoerd, bijvoorbeeld beide met 15 verhittingsmiddelen of met andersoortige verhittingsmiddelen. De zwenkarm 4 kan op andere wijze in de geopende richting worden voorgespannen, terwijl bovendien met behulp van het aandrijfmechanisme, onder tussenkomst van bijvoorbeeld een vierstangenmechanisme een 20 gedeeltelijk translerende in plaats van roterende beweging van de contra-sealtafel kan worden verkregen. Ook kunnen andere middelen zijn voorzien voor het uitwerpen van de verpakte producten, terwijl dit bovendien handmatig kan geschieden. Een inrichting volgens de uitvinding kan zijn 25 voorzien van zowel met de hand als met de voet te bedienen bedieningsmiddelen, terwijl bovendien een dergelijke inrichting (semi-)automatisch kan worden bediend. Door gestuurde aandrijving van de contra-sealtafel tussen de sluitstand en de geopende stand wordt een inrichting 30 verkregen die bijzonder praktisch is in gebruik, ergonomisch voordelig, hygiënisch en veilig.
Deze en vele vergelijkbare variaties worden geacht binnen het raam van de uitvinding te vallen.
' ' A
Claims (10)
1. Inrichting voor het door sealen afsluiten van een folieverpakking voor etenswaren, voorzien van een sealtafel en een contra-sealtafel, waarbij de sealtafel en de contra-sealtafel eerste respectievelijk tweede sealmiddelen 5 dragen, waarbij ten minste één der sealmiddelen verhittingsmiddelen omvat, waarbij de contra-sealtafel is bevestigd aan een zwenkarm, zodanig dat de contra-sealtafel kan worden verzwenkt tussen een sluitstand en een geopende stand, met het kenmerk, dat aandrijfmiddelen zijn voorzien 10 voor het gestuurd tussen de sluitstand en de geopende stand en vice versa bewegen van de contra-sealtafel, door aandrijving van de zwenkarm.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen een nokkenschijf omvatten waarmee een 15 aandrijfmechanisme voor aandrijfing van de zwenkarm wordt aangedreven, welk aandrijfmechanisme ten minste een tussenzwenkarm omvat met een tijdens gebruik door de nokkenschijf aangedreven geleidingspen, waarbij de nokkenschijf langs ten minste een gedeelte van de omtrek is 20 voorzien van een voeringssleuf waar doorheen de geleidingspen sturend wordt geleid.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen een motor omvatten welke de nokkenschijf in twee tegengestelde richtingen over kan 25 aandrijven, zodanig dat de zwenkarm met de contra-sealtafel vanuit de geopende stand naar de sluitstand kan worden aangedreven en vervolgens terug naar de geopende stand door rotatie van de nokkenschijf over 360° of vanuit de geopende stand in de richting van of tot in de sluitstand door 30 rotatie van de nokkenschijf over een hoek van minder dan 360°, in het bijzonder van ongeveer 180° of minder en rotatie in tegengestelde richting over ongeveer dezelfde hoek. K'i-7203.
4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het aandrijfmechanisme een tandheugel omvat, zwenkbaar verbonden met de tussenzwenkarm, bij voorkeur op afstand van de geleidingspen, welke tandheugel een eerste 5 tandwiel aandrijft dat vast is verbonden met een eerste kettingwiel, waarbij een over het eerste kettingwiel geleide ketting een tweede kettingwiel aandrijft dat vast is verbonden met de zwenkas, bij voorkeur met een eerste einde daarvan en de zwenkas daarvoor bepaalt, waarbij een 10 tweede ketting over het tweede kettingwiel is geleid en met een eerste einde met de eerste ketting en/of het tweede kettingwiel is verbonden en met het tweede einde met veermiddelen is verbonden voor het in de richting van de geopende stand voorspannen van de zwenkarm met contra-15 sealtafel.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een veiligheidsbeugel is voorzien die zich rond ten minste een gedeelte van de sealtafel uitstrekt, welke veiligheidsbeugel is verbonden met de 20 aandrijfmiddelen, waarbij schakelmiddelen zijn voorzien voor het bij beweging van de veiligheidsbeugel vanuit een veiligheidsstand schakelen van de aandrijfrichting van de aandrijfmiddelen in de richting van de geopende stand, althans stoppen van de aandrijving in de richting van de 25 sluitstand.
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat nabij een langsrand van de contra-sealtafel ten minste één foliekleminrichting is voorzien die tijdens gebruik bij het in de sluitstand zwenken van de 30 contra-sealtafel wordt gesloten, daarbij een losgesneden einde van een folievel vastklemmend, welke ten minste ene foliekleminrichting bij het naar de geopende stand zwenken van de contra-sealtafel het folievel meetrekt, daarbij ten minste de eerste en tweede sealmiddelen overdekkend.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de ten minste ene foliekleminrichting een eerste klembek en ‘-01202 een tweede klembek omvat, onderling verbonden door een scharnierpen, waarbij de eerste klembek in de richting van de tweede klembek is voorgespannen door ten minste één veer die is bevestigd tussen de eerste en de tweede klembek en 5 in hoofdzaak tussen de klembekken is opgesloten.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de ten minste ene foliekleminrichting een derde klembek omvat, bij voorkeur verend verbonden met de tweede klembek, welke derde klembek een vrije langsrand omvat die zich 10 ongeveer evenwijdig aan een in gesloten stand tegen de eerste klembek aangelegen vrije langsrand van de tweede klembek uitstrekt en bij gesloten klembekken aanligt in een sleufvormige uitsparing in de naar de tweede klembek gekeerde binnenzijde van de eerste klembek, één en ander 15 zodanig dat bij gesloten foliekleminrichting het folievel ten minste is ingeklemd tussen de bodem van de sleufvormige uitsparing en de vrije langsrand van de derde klembek.
9. Inrichting volgens één der conclusies 6-8, met het kenmerk, dat de ten minste ene foliekleminrichting 20 tenminste één oplooppen omvat, verbonden met de zwenkas van de zwenkbekken, waarbij een eerste einde van de ten minste ene oplooppen aanligt tegen de binnenzijde van de eerste klembek en het tweede einde is voorzien van een oploopvlak, waarbij de zwenkarm is voorzien van ten minste één 25 oploopnok die bij de contra-sealtafel in de sluitstand aanligt tegen het oploopvlak van de ten minste ene oplooppen, zodanig dat de ten minste ene oplooppen relatief ten opzichte van de tweede zwenkbek wordt verzwenkt, onder medeneming van de eerste zwenkbek, één en ander zodanig dat 30 tussen tussen de eerste en de tweede zwenkbek voldoende ruimte wordt vrijgegeven voor het daartussen voeren van het folievel, waarbij tijdens het terug in de richting van de geopende stand verzwenken van de zwenkarm eerst de ten minste ene oploopnok van het oploopvlak wordt bewogen, 35 zodanig dat de eerste klembek door de ten minste ene veer kan worden terugbewogen tegen de tweede klembek, onder 1007202 insluiting van de vrije langsrand van het folievel en medeneming van de ten minste ene oplooppen.
10. Inrichting volgens één der conclusies 6-9, met het kenmerk, dat ten minste twee foliekleminrichtingen zijn 5 voorzien welke naast elkaar zijn opgesteld. '007202
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1007202A NL1007202C1 (nl) | 1997-10-03 | 1997-10-03 | Inrichting voor het door sealen afsluiten van een folieverpakking voor etenswaren. |
FR9812454A FR2772345B3 (fr) | 1997-10-03 | 1998-10-05 | Dispositif pour fermer par scellement un emballage en feuille |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1007202 | 1997-10-03 | ||
NL1007202A NL1007202C1 (nl) | 1997-10-03 | 1997-10-03 | Inrichting voor het door sealen afsluiten van een folieverpakking voor etenswaren. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1007202C1 true NL1007202C1 (nl) | 1999-04-08 |
Family
ID=19765789
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1007202A NL1007202C1 (nl) | 1997-10-03 | 1997-10-03 | Inrichting voor het door sealen afsluiten van een folieverpakking voor etenswaren. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
FR (1) | FR2772345B3 (nl) |
NL (1) | NL1007202C1 (nl) |
Families Citing this family (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
ITTO20021017A1 (it) | 2002-11-22 | 2004-05-23 | Minipack Torre Spa | Dispositivo per il confezionamento di prodotti in una |
FR2875217B1 (fr) * | 2004-09-15 | 2006-11-17 | C C M Sa | Appareil pour operculer manuellement des barquettes d'emballage de produits alimentaires ou analogues |
-
1997
- 1997-10-03 NL NL1007202A patent/NL1007202C1/nl not_active IP Right Cessation
-
1998
- 1998-10-05 FR FR9812454A patent/FR2772345B3/fr not_active Expired - Lifetime
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
FR2772345B3 (fr) | 1999-11-19 |
FR2772345A3 (fr) | 1999-06-18 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4219988A (en) | Automatic high-speed wrapping machine | |
JP3594329B2 (ja) | 伸張しうるフィルムによってラップする方法、およびラップ装置 | |
US7258656B2 (en) | Packaging machine and process | |
US4974392A (en) | Apparatus for closing containers with a sealing lamina | |
US4044527A (en) | Apparatus for sealing containers | |
JP4266203B2 (ja) | 伸張可能なプラスチックフィルムで物品を梱包する装置及び方法 | |
NL8602817A (nl) | Inrichting voor het verpakken van produkten. | |
NL1006324C2 (nl) | Machine voor het snijden van broodbeleg. | |
NL8103387A (nl) | Werkwijze en machine voor het verpakken van voorwerpen met rekbare folie. | |
NL1007202C1 (nl) | Inrichting voor het door sealen afsluiten van een folieverpakking voor etenswaren. | |
NL8003679A (nl) | Inrichting voor het aan elkaar lassen van op elkaar liggende banden van thermoplastische kunststof. | |
JP5625337B2 (ja) | フィルムフィード装置及び該装置を備えた包装装置 | |
NL8403677A (nl) | Inrichting voor het aanbrengen van een band om een pakket. | |
US4576673A (en) | Service unit intended to continuously supply a high-speed printer with preformed support packages | |
US3977158A (en) | Wrapping machine | |
EP4159627A1 (en) | Apparatus for forming packages | |
US4228884A (en) | Wrapping apparatus | |
NL8902711A (nl) | Inrichting voor het verpakken van produkten. | |
JPH04279427A (ja) | 袋繰り出し機付きのスーパーマーケット用勘定台のための袋開け装置 | |
NL193214C (nl) | Combinatie van een bundel slappe bedrukte bladen, zoals een tijdschrift, en een kaft daarvoor. | |
JPS5832082B2 (ja) | ラベル包装機械及び方法 | |
NL1021676C2 (nl) | Windingsinrichting voor het omwinden van een voorwerp, in het bijzonder de stelen van een bos bloemen, en een samenstel van een transporteur met een dergelijke windingsinrichting. | |
BE1009508A6 (nl) | Inrichting voor het sealen van balen. | |
NL1011435C2 (nl) | Zakkensluitinrichting met stempelmiddelen. | |
SU1010777A2 (ru) | Устройство дл наложени ленточного материала на барабан |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
VD2 | Lapsed due to expiration of the term of protection |
Effective date: 20031003 |