NL193214C - Combinatie van een bundel slappe bedrukte bladen, zoals een tijdschrift, en een kaft daarvoor. - Google Patents

Description

1 193214

Combinatie van een bundel slappe bedrukte bladen, zoals een tijdschrift, en een kaft daarvoor

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een combinatie van een bundel slappe bedrukte bladen, zoals een tijdschrift, en een kaft daarvoor, waarbij: 5 - het kaft een voorblad van transparant materiaal en een achterblad van een niet-transparant materiaal omvat; - het voorblad en het achterblad door middel van kleefband met elkaar zijn verbonden; en - het kaft is ingericht om slechts met de rug van de bundel bladen te worden verbonden.

Een dergelijke combinatie is bekend uit de Nederlandse octrooiaanvrage 8900843.

10 Bij de kaft van deze bekende combinatie wordt gebruik gemaakt van dubbelzijdig kleefband, hetgeen in aanschaf tamelijk kostbaar is, en waarvan de verwerking problematisch is, in het bijzonder bij hoge productiesnelheden.

Hierbij zij opgemerkt dat bij het kaft volgens de stand van de techniek uit de Nederlandse octrooiaanvrage 8900843 het dubbelzijdige kleefband gebruikt wordt voor het aan de bundel bedrukte bladen hechten 15 van het kaft.

De praktijk heeft uitgewezen dat een dergelijke hechting net voldoet. De hechting met de buitenste bladen van de bundel bladen is weliswaar goed, doch nu ontstaat het probleem dat deze buitenste bladen losraken van de rest van de bundel bladen.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een dergelijke combinatie, waarbij 20 bovengenoemde problemen worden vermeden.

Dit doel wordt bereikt, doordat het voorblad het achterblad overlapt, dat de bladen zijn verbonden door enkelzijdig klevend kleefband dat zich uitstrekt over de rand van het voorblad, en dat het kaft door middel van nieten met de bundel is verbonden.

Door de combinatie volgens de uitvinding wordt een stevig kaft verkregen dat tegen een lage kostprijs 25 kan worden vervaardigd.

Verder wordt erop gewezen dat uit US-A-3.572.767 een kaft bekend is, waarbij het voorblad en het achterblad onderling worden verbonden door middel van een kleefband.

Met deze maatregel poogt men het voorblad en het achterblad aan elkaar te hechten en de mate van overlapping aan te passen aan de afmetingen van het boek, in het bijzonder de breedte van het kaft.

30 Verder vindt hechting van het kaft aan het boek plaats door middel van tassen, waar de omslag van het boek in past. Nadat beide bladen van het kaft zijn aangebracht, en de omslagen van het boek in de tassen zijn geschoven, worden beide bladen met elkaar verbonden.

Vervolgens zal de onderhavige uitvinding worden toegelicht aan de hand van tekeningen, waarin voorstel-35 len: figuur 1: een perspectivisch aanzicht van een inrichting volgens de uitvinding; figuur 2: een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een deel van de in figuur 2 getoonde inrichting; figuur 3a, b, c: dwarsdoorsnedeaanzichten volgens de lijn III in figuur 2; 40 figuur 4a, b, c: met figuur 3 overeenkomende doorsnedeaanzichten van een uitvoeringsvariant; en figuur 5: een perspectivisch aanzicht van een kaft volgens de uitvinding.

De in figuur 1 afgebeelde inrichting wordt gevormd door een middenframe 1, waarop een zich horizontaal uitstrekkende tafel 2 is aangebracht.

45 Op het middenframe 1 is door middel van een beugel 3 en een as 4 een houder 5 voor kleefband 6 aangebracht. Tussen de beugel 3 en een tweede, aan de andere zijde van de tafel 2 aangebrachte beugel 7 strekt zich een as 8 uit. Op de as 8 is via armen 66 een as 67 aangebracht, waarop twee geleiderollen 68 bevestigd zijn voor het geleiden van de kleefband 6. Aan de andere zijde is op de as 8 via armen 69 een aandrukrol 70 aangebracht die de kleefband 6 aandrukt. Deze is voorzien van een niet in de tekening 50 weergegeven aandrukin richting.

De inrichting omvat verder een voorframe 9, waarin een as 10 gelagerd is, waarop een rol bladmateriaal 11 aangebracht kan worden. De as 10 is door middel van een tandwielkast 13 verbonden met een elektromotor 14.

In het frame 9 zijn verder twee geleiderollen 15, 16 aangebracht, terwijl een derde geleiderol 17 55 aangebracht is die gelagerd is in twee armen 18, waarvan er slechts één in de tekening zichtbaar is, en die scharnierbaar met het frame zijn verbonden.

Boven de as 10 is in het frame een as 19 gelagerd, waarop een rol 20 van transparant materiaal 21 kan 193214 2 worden aangebracht. De as 19 is door middel van een tandwielkast 22 verbonden met een elektromotor 23. Verder zijn in het voorframe 9 twee verdere geleiderollen 24, 25 aangebracht. In plaats van de tandwielkasten 13, 22 is het mogelijk van andere aandrijvingen gebruik te maken, bijvoorbeeld van een getande riem.

5 Een derde geleiderol 26 is in de armen 27 gelagerd, waarvan er slechts één in de tekening getoond is, die via een beugel 28 draaibaar met het voorframe 9 zijn verbonden, en die door middel van zwaartekracht naar beneden toe gedrongen worden.

Ten slotte is op de tafel 2 een laatste geleiderol 29 aanwezig voor het op de tafel doen geleiden van de banen 12 en 21.

10 Aan de andere zijde van het middenframe 1 is een snijframe 30 aangebracht. In het snijframe 30 is, in verticale richting beweegbaar, een meshouder 31 aangebracht, aan de onderzijde waarvan een mes 32 is bevestigd. De tafel 2 strekt zich uit tot aan het mes 32. De houder 31 is in verticale richting aandrijfbaar door middel van draaibaar gelagerde stangen die door middel van een in de tekening niet weergegeven aandrijfinrichting worden aangedreven. Verder is in het snijframe 30 een aandrijfrol 33 aangebracht die in 15 rotatie aandrijfbaar is door middel van een aandrijfinrichting 34, terwijl voor het op de aandrijfrol drukken van de gecombineerde band 35 boven de tafel 2 een aandrukrol 36 aanwezig is. Hierbij zij opgemerkt dat voor de aandrijfrol 33 in de tafel 2 een uitsparing is aangebracht, waar een klein deel van de aandrijfrol zich doorheen uitstrekt. Verder zijn in het snijframe twee geleiderollen 37, 38 aanwezig.

De afgesneden kaften 39 worden toegevoerd aan een vouwinrichting 40 die aan de hand van figuur 2 zal 20 worden toegelicht. De vouwinrichting 40 wordt gevormd door een frame 41, waarin twee rollen 42, respectievelijk 43 draaibaar zijn gelagerd. Een van de rollen, 43, wordt door middel van een elektromotor aangedreven. In beide rollen 42, 43 zijn groeven 44 aangebracht, waarin van rubber of van een ander elastisch materiaal vervaardigde banden 45 worden geleid die om de rollen zijn geslagen.

In het midden van de reeks banden is een uitsparing aangebracht, waarbinnen een opdrukplaat 46 25 aanwezig is. De opdrukplaat 46 is opgenomen in een houder 47 die verbonden is met een parallellogram-mechanisme 48 en die door middel van een lineair aandrijforgaan 49 naar boven toe beweegbaar is. Verder zijn in de houder 47 twee rollen 50 aangebracht. Het is overigens mogelijk gebruik te maken van andere aandrijfmechanismen.

Boven het aldus gevormde opdrukorgaan bevindt zich een aangrijporgaan 51 dat gevormd wordt door 30 twee beugels 52 die verbonden zijn door een stang 53, waarbij in de beugels een as 54 is gelagerd, waarop een aangrijprol 55 is aangebracht. De as 54 wordt aangedreven door een elektromotor 56 via een tandwielkast 57. Scharnierbaar met de beugels 52 zijn beugels 58 verbonden die verbonden worden door een stang 59, en waarbij in de beugels 58 een as 60 is gelagerd, waarop een tweede aangrijprol 61 is bevestigd.

35 De vormgeving van de beugels is zodanig, dat de zwaartekracht de aangrijprol 61 tegen de aangrijprol 55 aandringt. Er kan trouwens hierbij ook van een veer gebruik gemaakt worden. Overigens zijn beide assen 54, 60 met elkaar verbonden door middel van twee tandwielen 62 die, in de positie dat de rollen elkaar bijna raken, met elkaar in aangrijping zijn.

Vervolgens zal de werking van de beschreven inrichting worden toegelicht.

40 Het van de rol 11 afkomstige bedrukte materiaal 12 wordt van de rol afgeleid via de geleiderollen 15, 17 en 16 tot op de tafel 2. Vanwege het feit dat het transport van de baan 12 intermitterend plaatsvindt, wordt gebruik gemaakt van de geleiderol 17, waardoor een lus gevormd wordt waarvan de lengte door de scharnierbare ophanging van de armen 18 kan worden gevarieerd. Aldus wordt slaphangen van de baan materiaal voorkomen. Hierbij draagt eveneens de elektromotor 14 bij die door middel van de tandwielkast 45 een licht afremmend koppel uitoefent op de as 10.

Eenzelfde overweging geldt voor de rol 20 van transparant materiaal; deze wordt geleid via de geleiderollen 24, 26 en 25, en ten slotte via de geleiderol 29 tot op de tafel 2 geleid. Hierbij draagt de door de veerinrichting 28 opgewekte, op de geleiderol 26 uitgeoefende kracht bij in het strak houden van de band 21, evenals de elektromotor 23.

50 Door het op de juiste wijze positioneren van het voorframe 9 ten opzichte van het middenframe 1 en het op de juiste wijze positioneren van de rollen 11,20 op de respectieve assen 10,19 wordt er zorg voor gedragen dat de baan 12 gedeeltelijk overlapt wordt door de baan 21.

Voor het op elkaar hechten wordt gebruik gemaakt van de beschreven aanbrenginrichting voor enkelzij-dig kleefband 6, zodat een gecombineerde baan 35 ontstaat. Deze gecombineerde baan wordt geleid naar 55 de snij-inrichting via de geleiderollen 37, 38 en de aandrijfrol 33 en de aandrukrol 36. Hierbij vindt de aandrijving van de aandrijfrol zodanig plaats, dat tijdens het bewegen van de meshouder 31 en het daarin aangebrachte mes 32 de gecombineerde baan materiaal stilstaat om een rechte snede te verkrijgen.

Claims (2)

3 193214 Om de aandrijving op het juiste punt te doen stoppen wordt gebruik gemaakt van twee positioneringsop-nemers 63, 64 die de aandrijving van de aandrijfinrichting besturen. Hierbij draagt de eerste positione-ringsinrichting 64 zorg voor het afremmen, terwijl de aandrijving stopt, wanneer het op de bedrukte drager aangebracht markeringsteken de tweede positieopnemer 63 bereikt. 5 De aldus ontstane kaften 39 worden dan naar de vouwinrichting 40 toegevoerd. Door middel van de transportbanden 45 wordt de kaft gevoerd tot boven het opdrukorgaan dat onder meer gevormd wordt door de opdrukplaat 46. Zodra de kaft zich boven de opdrukplaat bevindt, hetgeen gedetecteerd wordt door een niet in de tekening weergegeven positieopnemer, wordt de situatie verkregen die in figuur 3a is weergegeven. Vervolgens zal de opdrukplaat 46 naar boven bewegen, zoals in figuur 3b is weergegeven, en het kaft 10 op de juiste wijze in de rug naar boven duwen tot juist, voordat dit in aangrijping is met beide rollen 55, 61, zoals in figuur 3c is weergegeven. Inmiddels zijn de rollen 50, die overigens voor wat betreft hun verticale beweging verbonden zijn met de opdrukplaat 46, tot in aangrijping met de kaft en de aangedreven rollen 55, 61 gebracht. Doordat de beide rollen 55, 61 zijn aangedreven, wordt het kaft tussen deze rollen doorgevoerd en aan de bovenzijde uitgeworpen. Het is mogelijk hiervoor geschikte geleideorganen aan te brengen 15 om de uitgeworpen gevouwen kaften 39 in een verzamelbak op te vangen. In figuren 4a, b, c, is een uitvoeringsvariant getoond, waarbij de rollen 50 in beperkte mate mee naar boven bewegen; de plaat 46 kan bij deze uitvoeringsvorm verder naar boven bewegen dan de rollen 50. Afhankelijk van het toegepaste materiaal zal hierbij een betere werking worden verkregen dan bij de in figuur 3 aangegeven uitvoeringsvorm, waarbij de rollen 50 vast zijn en slechts de opdrukplaat 46 naar 20 boven beweegt. Voor het overige komt de werking van de in figugr 4 aangegeven uitvoeringsvorm overeen met de werking van de in figuur 3 weergegeven uitvoeringsvorm. Ten slotte toont figuur 5 een afbeelding van het voltooide kaft. Het aldus gevormde kaft 39 kan door middel van bijvoorbeeld nieten met een daarin onder te brengen bundel papier, bijvoorbeeld een tijdschrift worden verbonden. 25

1. Combinatie van een bundel slappe bedrukte bladen, zoals een tijdschrift, en een kaft daarvoor, waarbij: 30. het kaft een voorblad van transparant materiaal en een achterblad van een niet-transparant materiaal omvat; - het voorblad en het achterblad door middel van kleefband met elkaar zijn verbonden; en - het kaft is ingericht om slechts met de rug van de bundel bladen te worden verbonden, met het kenmerk, dat het voorblad het achterblad overlapt, dat de bladen zijn verbonden door enkelzijdig 35 klevend kleefband dat zich uitstrekt over de rand van het voorblad, en dat het kaft door middel van nieten met de bundel is verbonden.

2. Combinatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de nieten zich door beide bladen en door het kleefband heen uitstrekken. Hierbij 3 bladen tekening