NL8901861A - Inrichting voor het tonen van afbeeldingen, zoals reclameboodschappen en dergelijke. - Google Patents

Description

Inrichting voor het tonen van afbeeldingen, zoalsreclameboodschappen en dergelijke.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichtingvoor het tonen van afbeeldingen zoals reclameboodschappenen dergelijke, welke inrichting een huis omvat met eendoorzichtig voorpaneel, twee direkt achter dit paneelaangebrachte, onderling evenwijdig lopende en zich bijde einden van het paneel bevindende rollen en een aantalverdere, zich achter de eerstgenoemde rollen bevindenderollen over welke rollen een eindloze doorzichtige folie-baan wordt gevoerd, waarop de te tonen afbeeldingen zijnaangebracht, ten minste één achter de foliebaan aange¬brachte lamp en aandrijfmiddelen voor ten minste éénder rollen waarover de doorzichtige foliebaan wordt geleid.

Een dergelijke inrichting is bekend uit FR-A-735.995. Bij deze bekende inrichting is de foliebaandubbelwandig uitgevoerd en is bij één langszijde tussende banen in een smalle strook aangebracht. Vanaf deandere langszijde kunnen dan tussen de banen in lettersdan wel tekens worden geschoven.

Een bezwaar van deze inrichting is, dat de ge¬sloten langsrand horizontaal moet lopen en de hoogtevan de baan niet te groot kan zijn daar anders de lettersof tekens niet op hun juiste plaats zullen blijven staan.Verder is het aanbrengen van de letters of tekens tussende twee foliebanen omslachtig en tijdrovend. Doordatde foliebanen afwisselend in twee verschillende richtingenworden omgebogen en de ene foliebaan dus bij de ene rolaan de binnenzijde van de bocht ligt en bij de volgenderol aan de buitenzijde van de bocht, zullen de foliebanenzich ten opzichte van elkaar trachten te verplaatsenzodat op de hen verbindende smalle strook materiaalaanmerkelijke belastingen zullen worden uitgeoefend.

Ook zullen hierdoor de zich tussen de foliebanen bevindendeletters of tekens verschuivingen ondergaan.

De uitvinding heft nu deze bezwaren op en voorzieter daartoe in, dat de te tonen afbeelding de vorm heeftvan een aantal bedrukte vellen, bijvoorbeeld wordt gevormd door posters of dergelijke, welke vellen op de foliebaanworden aangebracht waartoe de ene dwarsrand van een veldoor middel van dubbelzijdig kleefband direkt met de folie¬baan wordt verbonden en de andere dwarsrand zodanig met defoliebaan wordt verbonden dat deze dwarsrand ten opzichtevan de foliebaan een beperkte verplaatsing in lengterichtingvan de foliebaan en in de richting dwars daarop kan uit¬voeren .

Er behoeft dus slechts êên foliebaan aanwezigte zijn en de afbeelding kan worden aangebracht op diezijde van de foliebaan die naar het doorzichtige voorpaneelvan het huis is gericht. Door dit paneel bijvoorbeeld weg-zwenkbaar te maken is het verwisselen van een vel bijzondereenvoudig uit te voeren.

Daarbij zal er in het bijzonder op worden gelet,dat de vast met de foliebaan verbonden dwarsrand van eenvel de voorste rand van het vel is als gezien in debewegingsrichting van de foliebaan. Wanneer nu de verbin-dingsplaats tussen de folie en de dwarsrand van een velterecht komt bij een rol waarover de foliebaan wordtafgebogen, kan het verdere deel van het vel, bij hetover de rol heengaan van de foliebaan, iets verschuiventen opzichte van de foliebaan. Wanneer het vel zichaan de buitenzijde van de bocht bevindt zal de verplaats¬baar aangebrachte dwarsrand van het vel zich iets in debewegingsrichting van de foliebaan verplaatsen. Wanneerhet vel zich aan de binnenzijde van de bocht bevindtzal de andere dwarsrand zich iets in tegengestelde richtingten opzichte van de foliebaan verplaatsen.

In de meeste gevallen zal het vel een lengtebezitten die nagenoeg overeenkomt met de lengte van hetvoorpaneel gemeten dwars op de hartlijnen van de tweedirekt daarachter aangebrachte rollen.

Een dergelijk vel kan gemakkelijk op de folieworden aangebracht en kan bijvoorbeeld de vorm hebbenvan een poster.

Bij een dergelijke inrichting kan de foliebaangedurende een zekere tijd worden stilgezet wanneer eenposter in zijn geheel zichtbaar is. Daarna wordt de folie¬baan weer in beweging gebracht totdat een volgende poster zichtbaar is en dit proces kan zich continu herhalen.

Het niet vast verbinden van de ene dwarsrand vaneen vel met de foliebaan heeft ook het voordeel, datlengteveranderingen van het vel ten opzichte van defoliebaan, zoals door temperatuurs- en vochtigheidsinvloe-den, kunnen worden opgevangen zonder dat dit er toeleidt dat plooien of vouwen in het vel ontstaan.

Om het ontstaan van plooien en vouwen in het velnog verder tegen te gaan, kan er in zijn voorzien, dattussen de omkeerrollen in nog verdere geleidingsrollenaanwezig zijn en wel op een zodanige plaats dat zij tegenhet vel aanliggen om dit tegen de foliebaan aan te drukken.

De uitvinding heeft eveneens betrekking op demiddelen voor het verplaatsbaar verbinden van de dwars¬rand van een vel met de foliebaan. Daarbij worden dezemiddelen gevormd door een eerste strook folie, die zichdwars over de foliebaan uitstrekt en langs de randen daaraanis vastgezet zoals door middel van dubbelzijdig kleefband,in welke eerste strook, dwars op de lengterichting ervan,een aantal insnijdingen zijn aangebracht door welke in¬snijdingen heen zich een tweede strook folie uitstrektwaarvan de breedte kleiner is dan de lengte van de in¬snijdingen en die zich afwisselend voor en achter deeerste strook folie bevindt, waarbij op de zich voor deeerste strook folie bevindende delen van de tweede strookde rand van een vel wordt vastgezet door middel vandubbelzijdig kleefband dat een kleinere lengte bezit dande lengte van de tweede strook folie tussen twee insnij¬dingen in.

De tweede strook folie, waarmee uiteindelijk derand van een vel plaatselijk wordt verbonden, is dusdoor de eerste strook heen gevlochten. Doordat de tweedestrook smaller is dan de insnijdingen in de eerste strookkan deze strook zich gezien in de bewegingsrichting vande foliebaan over een zekere afstand verplaatsen. Doordatde lengte van de stukken dubbelzijdig kleefband, waarmeede rand van het vel met de tweede strook folie is verbonden,korter is dan de afstand tussen twee opeenvolgende in¬snijdingen, kan de tweede strook folie zich iets verplaatsenten opzichte van de eerste strook, die vast met de folie- baan is verbonden. De rand van het vel, die met de tweedestrook folie is verbonden, kan zich dus zowel verplaatsenin de bewegingsrichting van de foliebaan als in de richtingdwars daarop. Ook onregelmatig uitzetten of krimpen vanhet vel kan dus worden opgevangen.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de handvan een uitvoeringsvoorbeeld, weergegeven in de tekening,waarin: fig. 1 schematisch een perspectivisch aanzichttoont van de inrichting waarbij ter wille van de duidelijk¬heid bepaalde delen zijn weggelaten; fig. 2 schematisch een vertikale dwarsdoorsnedetoont over de inrichting van fig. 1; fig. 3 een aanzicht toont van een bevestigings-strip voor een rand van een in de inrichting aan tebrengen vel; en fig. 4 een doorsnede toont volgens de lijn IV-IVvan fig. 3 over een bevestigingsstrip aangebracht op eenfoliebaan.

In de fig. 1 en 2 van de tekening zijn ter willevan de duidelijkheid bepaalde onderdelen weggelaten ofslechts gedeeltelijk weergegeven. De inrichting omvateen huis 1, bestaande uit de bodem 2, de zijwanden 3,de achterwand 4, de bovenwand 5 en de voorwand 6. Devoorwand 6 is met de ene zijwand 3 verbonden door middelvan scharnieren 7 en vormt daardoor een wegzwenkbare deur.

In het huis 1 kan een frame 8 worden geplaatst,dat in het bijzonder de zijplaten 9 omvat, die op nietnader weergegeven wijze met elkaar zijn verbonden.

In de zijplaten 9 zijn een aantal vast opgesteldelegersteunen 10 aangebracht, voor het draaibaar onder¬steunen van een aandrijfrol 11 en een aantal omkeerrollen12. Een van de omkeerrollen 12 is aan de beide eindenopgenomen in een legersteun 10, die is verbonden met hetene uiteinde van een arm 13, van welke arm het andereuiteinde in het punt 14 scharnierend wordt ondersteunddoor de zijplaat 9. Elk der armen 13 wordt door middelvan een veer 15 naar beneden toe getrokken.

Over de rollen 11 en 12 loopt een doorzichtigeeindloze foliebaan 16, die zich uitstrekt langs de voorwand 6, welke voorwand daartoe is voorzien van een doorzichtigpaneel 17.

Op de foliebaan 16 zijn een aantal afbeeldingen18 aangebracht, zoals bijvoorbeeld in de vorm van vellenpapier waarop bepaalde afbeeldingen zijn gedrukt. Debovenrand 19 en de onderrand 20 van de vellen 18 wordenop nog nader te beschrijven wijze op de foliebaan 16vastgezet.

Het zal duidelijk zijn,dat door middel van dehiervoor beschreven, onder belasting van de veer 15staande, armen en de daardoor draaibaar ondersteunderol 12, de foliebaan 16 onder spanning kan worden gehouden.

De aandrijfrol 11 kan bestaan uit kunststof enop de buitenomtrek zijn voorzien van een slijtvast enstroef materiaal, zodat de foliebaan 16 steeds positiefwordt meegenomen. De rol 11 kan motorisch worden aange¬dreven bijvoorbeeld door een er in aangebrachte motor21. De motor kan echter ook naast de rol 11 zijn aangebrachten bijvoorbeeld door middel van een snaar de rol 11aandrijven. Om de afbeelding 18 door het doorzichtigepaneel 17 van de voorwand 6 en door de doorzichtige folie¬baan 16 heen zichtbaar te maken, zijn in het frame 8 eenaantal lampen 22 aangebracht. Dit kunnen bijvoorbeeldTL-lampen zijn.

Voor de besturing van de motor 21, voor hetin- en uitschakelen van de lampen 22 enz., kan binnen deinrichting een besturingseenheid 23 zijn aangebracht,waaraan van buiten af, op niet nader weergegeven wijze,stroom wordt toegevoerd.

De besturingseenheid 23 kan zodanig zijn uit¬gevoerd, dat steeds wanneer een afbeelding 18 in zijngeheel of nagenoeg in zijn geheel zichtbaar is door hetpaneel 17 heen, de motor 21 gedurende een bepaaldetijd wordt stilgezet. Daarna kan de motor weer wordeningeschakeld totdat een volgende afbeelding geheel zicht¬baar is. De tijd gedurende welke een afbeelding zichtbaaris kan bijvoorbeeld traploos worden ingesteld van 0 tot120 sec.

De bovenrand 19 van het vel 18 kan op de folie¬baan worden vastgezet door middel van dubbelzijdig kleef- band. De onderrand 20 van het vel 18 kan aan de folie-baan 16 worden vastgezet op de wijze als dit in hetbijzonder is aangegeven in de fig. 3 en 4.

Op de folieband 16 is met behulp van twee strokendubbelzijdig kleefbaan 24 een doorzichtige strook folie25 vastgezet/ welke strook is voorzien van een aantalinsnijdingen 26 waar doorheen een tweede strook folie27 loopt. Over het met 27a aangegeven deel bevindt destrook 27 zich dus achter de eerste strook 25, zodat hijdoor deze strook wordt vastgehouden. De delen 27b van destrook 27 bevinden zich voor de strook 25 en worden metbehulp van stukken dubbelzijdig kleefband 28 verbondenmet de onderrand 20 van een vel 18.

Doordat de breedte A van de strook 27 kleineris dan de lengte B van de insnijdingen 26 kan de strook27 iets verschuiven in de lengterichting van de folie 16.Doordat verder de lengte L van het stuk dubbelzijdigkleefband 28 korter is dan de lengte K van een deel 27bvan de strook 27 waarop het kleefband 28 zich bevindt,kan de onderrand 20 van een vel 18 zich ook iets in dwars-richting op de foliebaan 16 verplaatsen.

Door de bovenbeschreven wijze van vastzettenvan de onderrand 20 van een vel 18 op de foliebaan 16wordt bereikt, dat lengteverschillen tussen vel en folie¬baan kunnen worden opgevangen. Dergelijke lengteverschillenkunnen ontstaan door verschillen in optredende temperatuuren vochtigheidsgraad en doordat het vel zich bijvoorbeeldbij de rol 11 aan de buitenzijde van de foliebaan 16bevindt en bij andere rollen aan de binnenzijde van defoliebaan.

Om de op de foliebaan 16 aanwezige vellen, waar¬van er in fig. 2 maar één is aangegeven, ook tussen derollen 12 in goed te geleiden, zijn verdere geleidings-rollen 29 aangebracht. Deze zorgen er eveneens voor,dat wanneer een vel 18 met de bovenrand 19 voorop naarbeneden toe beweegt, zoals dit bijvoorbeeld het geval isdirekt na de rol 11, het vel 18 ten gevolge van zijneigen gewicht, niet door gaat hangen doordat de onderrand20 ervan zich dan boven bevindt.

Het zal duidelijk zijn, dat slechts een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding in de tekening isweergegeven en hierboven beschreven en dat vele wijzigingenkunnen worden aangebracht zonder buiten de uitvindings-gedachte te vallen.

Claims (6)

1. Inrichting voor het tonen van afbeeldingen (18)zoals reclameboodschappen en dergelijke, welke inrichtingeen huis (1) omvat met een doorzichtig voorpaneel (17),twee direkt achter dit paneel aangebrachte, onderlingevenwijdig lopende en zich bij de einden van het paneel (17) bevindende rollen (12) en een aantal verdere, zichachter de eerstgenoemde rollen bevindende rollen, overwelke rollen (12) een eindloze doorzichtige foliebaan (16)wordt gevoerd, waarop de te tonen afbeeldingen (18) zijnaangebracht, ten minste éën achter de foliebaan (16)aangebrachte lamp (22) en aandrijfmiddelen (21) voor tenminste één der rollen (11) waarover de doorzichtigefoliebaan wordt geleid, met het kenmerk, datde afbeelding (18) de vorm heeft van een aantal bedruktevellen, bijvoorbeeld wordt gevormd door posters ofdergelijke, welke vellen (18) op de foliebaan (16) wordenaangebracht waartoe de ene dwarsrand (19) van een vel (18) door middel van dubbelzijdig kleefband direkt metde foliebaan (16) wordt verbonden en de andere dwarsrand(20) zodanig met de foliebaan (16) wordt verbonden datdeze dwarsrand (20) ten opzichte van de foliebaan (16)een beperkte verplaatsing in lengterichting van de folie¬baan (16) en in de richting dwars daarop kan uitvoeren.

2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het k e n m e r k, dat de vast met de foliebaan (16) verbondendwarsrand (19) van een vel (18) de voorste rand van hetvel (18) is als gezien in de bewegingsrichting van defoliebaan.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2,met hetkenmerk, dat de lengte van een afbeelding (18)nagenoeg overeenkomt met de lengte van het voorpaneel (17),gemeten dwars op de hartlijnen van de twee direkt daar¬achter aangebrachte rollen (12).

4. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies,met het kenmer k,dat tussen de omkeerrollen (12) in nog verdere geleidingsrollen (29) aanwezig zijnen wel op een zodanige plaats dat zij tegen het vel (18)aanliggen om dit tegen de foliebaan (16) aan te drukken.

5. Middelen voor toepassing bij de inrichting volgenséén der voorgaande conclusies, met het kenmerk,dat de middelen voor het verplaatsbaar verbinden van dedwarsrand (20) van een vel (18) met de foliebaan (16)worden gevormd door een eerste strook folie (25) , die zich dwars op de foliebaan (16) uitstrekt en langs deranden daaraan is vastgezet zoals door middel van dubbel¬zijdig kleef band (24), in welke eerste strook (25),dwars op de lengterichting ervan, een aantal insnijdingen(26) zijn aangebracht door welke insnijdingen heen zicheen tweede strook folie (27) uitstrekt waarvan de breedte(A) kleiner is dan de lengte (B) van de insnijdingen (26)en die zich afwisselend voor en achter de eerste strookfolie (25) bevindt, waarbij op de zich voor de eerstestrook folie (25) bevindende delen (27b) van de tweedestrook (27) de rand (20) van een vel (18) wordt vastgezetdoor middel van dubbelzijdig kleefband (28) dat eenkleinere lengte (L) bezit dan de lengte (K) van de tweedestrook folie (27) tussen twee insnijdingen (26) in.

6. Werkwijze voor het verplaatsbaar vastzetten vaneen vel (18) op een foliebaan (16) onder gebruikmakingvan de middelen (24-28) als beschreven in conclusie 5.