NL8103360A - Werkwijze en inrichting voor het uitbenen van vlees. - Google Patents

Description

J * U,0. 116.686

Werkwijze en inrichtirvg voor het uitbenen van vlees

De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het uitbenen van vlees zoals hammen, schouders en poten van zoog-dieren en pluimvee door deze in een pers onder druk te bren-gen met zijwaartse uitwiJkmogeliJkheid voor het vlees, zodat 5 dit van de beenderen wordt losgemaakt en zijwaarts beweegt, terwijl de beenderen tussen de overstaande persvlakken worden vastgehouden, waarna het bedoelde vlees afzonderlijk van de beenderen wordt verwijderd en op een inrichting voor het uit-voeren daarvan. Zulk een werkwijze en inrichting zijn bekend 10 uit de Nederlandse octrooiaanvrage 77.07838. DaarbiJ wordt het 'vlees niet in structuur benadeeld maar in grote stukken opzij weggedrukt en aldus in belangrijke mate van de botten losgemaakt, anders dan in een zogenaamde bottenpers, waarin de botten met vlees in een gesloten ruimte onder hoge druk worden 15 gebracht en het vlees daardoor in een pasta-achtige toestand overgaat, waarin het door fijne openingen uit de persruimte kan stromen. Vandaar dat de werkwijze volgens bovenbedoelde octrooiaanvrage het normaal met de hand plaatsvindende uitbenen beter kan vervangen dan zulk een bottenpersmethode.

20 De uitvinding beoogt nu een werkwijze en inrichting als in de aanhef bedoeld te verbeteren, om een vollediger verwij-deren van het vlees te verkrijgen en met minder beschadiging daarvan en van de botten bij betrekkelijk lage persdruk. Hier-toe is zulk een werkwijze volgens de uitvinding daardoor ge-25 kenmerkt, dat ten minste een der persvlakken gevormd wordt door elastisch vervormbaar materiaal.

Een inrichting voor het uitvoeren van die werkwijze is volgens de uitvinding gekenmerkt doordat zij een pers omvat, waarvan ten minste een der persvlakken uit elastisch vervorm-30 baar materiaal bestaat.

Daardoor blijkt het mogelijk het vlees vollediger en met minder kans op het meenemen van botstukjes of -splinters te verwijderen, daar de persvlakken zich als het ware om de botten vlijen en deze niet of nauwelijks verbrijzelen. Dit heeft 35 ook het voordeel dat geen beenmerg in het vlees komt, wat aan de smaak ten goede komt. Verder is er het voordeel, dat een aanmerkelijk deel van het bindweefsel, waarmee het vlees met 8103360

* V

\ -2- de beenderen verbonden is, tegelijk met de beenderen van het vlees wordt gescheiden.

De uitvinding betreft verder een nadere uitwerking van bedoelde kenmerken ten aanzien van een keuze van de vorm en 5 uitvoering van de pers zo dat eenvoudig en met weinig kracht zoveel mogelijk vlees van de botten kan worden bevrijd. Daar-bij wordt ook een verbetering beoogd van de wijze waarop het vlees uiteindelijk wordt losgemaakt van de beenderen, wat bij het bekende voorstel geschiedt door een opvangruimte ora de 10 pers ten opzichte van de pers te doen schuiven, waardoor het vlees, dat tussen de persvlakken vandaan tot in die ruimte is gedrukt, gescheiden wordt van alle materiaal, dat zich nog tussen de persvlakken bevindt.

Een en ander zal nader worden toegelicht aan de hand van 15 bijgaande tekening, waarin:

Fig. 1 een vertikaal aanzicht en gedeeltelijk doorsnede geeft van een vertikaal werkende persinrichting volgens de uitvinding;

Fig. 2 een vertikale dwar’sdoorsnede van deze inrichting vol-20 gens de lijn II - II in Fig, 1, en gedeeltelijk een aanzicht van buiten van rechts in Fig. 1 geeft; en Fig. 3 een aanzicht geeft van een onderdeel.

De getekende inrichting heeft in een gestel 1 een trans-portband 2, geleid over eindrollen 3 en A, met een niet ge-25 tekende aandrijving voor rol A·. De band kan van metaal of rubber of dergelijke met versterkingen zijn vervaardigd en heeft een geruwd bovenoppervlak, gezien in het bovenste part, of doorgaande openingen, om het vlees door wrijving goed mee te nemen.

30 Het gestel 1 draagt een tweetal perscilinders 5 die een persstempel 6 op en neer kunnen doen bewegen.

De persstempel 6 heeft een perskussen 7 van een elastische kunststof, bijv. van massief polyurethan met een hardheid van bij voorkeur 60 - 100° shore, bijvoorbeeld van 90° shore, 35 waarmee goede resultaten zijn bereikt. Dit kussen 7 steekt bij voorkeur iets onder de onderrand van metalen zijstukken 8 aan de persstempel 6 uit. Daar dit materiaal, evenals het hier-bij ook toepasbare kunstrubber, bij vervorming een praktisch gelijkblijvend volume houdt, zou het bij het zich om een bot A0 vlijen naast dit bot uit het persende ondervlak uit moeten 8103360 Ψ w 4 -3- gaan puilen. Dit wordt volgens de uitvinding voorkomen, zodat het persen en de vleesafvoer worden verbeterd, en wel door in een plaat 9 in de persstempel een doorgaande uitwijkruimte te voorzien. Deze ruimte 10 heeft bij voorkeur een vorm, aangepast 5 aan de vorm van het bot of de botten in het stuk te persen vlees, en Fig. 3 geeft een mogelijke vorm voor die uitwijk-ruimte 10.

Desgewenst kan ook onderin de persruimte zulk een elas-tisch perskussen worden opgenomen, in het geval van een trans-10 portband uiteraard alleen als deze voldoende elastisch flexi-bel is, en in Fig. 1 en 2 is zulk een kussen met 7' en streep-stiplijen aangeduid, evenals de plaat 9* met uitwijkruimte 10' daarvoor.

De persruimte heeft aan de twee overstaande dwarse ein-15 den, in Fig. 2 doorgesneden, een brede,ongeveer rechthoekige vleesuitlaat 11, 12 met afgeronde hoeken. Er zijn middelen voor het doorlaten en afsnijden van het vlees, hier gevormd door draaischuiven 13, die een lange doorgaande opening 14-hebben en na het persen gedraaid worden op een wijze alsnog 20 te beschrijven.

Het gestel draagt een invoertafel 15, waarop het te be-handelen vlees wordt gelegd en vanwaar het op de transportband 2 kan worden geschoven, en een kast 17 boven het eerste deel van de transportband ter beveiliging bij het invoeren van het 25 vlees.

De persstempel 6 draagt twee afsluitplaten of -deuren 17 en 18. Deze sluiten de persruimte tijdens het persen af langs de twee overstaande zijden daarvan, dwars op de transportband 2 gelegen. Beide platen worden door de persstempel gedragen 30 met behulp van scharnierende schalmen 19 en stangen 20, die elk via een niet-getekende veerbuffer met die platen zijn ver-bonden. De schalmen 19 zijn aan een juk 21 opgehangen, dat bij 22 in het midden scharnierend aan de persstempel 6 is aange-bracht.

35 In de geheven stand van de persstempel 6 hangen de deuren 17 en 18 in de in Fig. 1 zichtbare standen daaraan via juk 21. Het vlees met bot wordt op tafel 15 gelegd en vandaar op de transportband 2 geschoven. Deze band wordt nu met zijn boven-part naar rechts in Fig. 1 bewogen, waarbij het vlees wordt ή·0 meegenomen onder de kast 16 en onder deur 17 tot in de pers- 81 03 3 6 0 -4~ * Μ ruimte. De transportband wordt gestopt wanneer het vlees de deur 18 heeft bereikt, die in een lagere stand staat en dus het vlees tegenhoudt ook als de transportband lets te ver zou bewegen alvorens te stoppen.

5 De draaischuiven 13 hebben elk een krukhefboom 23 ter plaatse van plaat 17, aangrijpende op een hydraulische of pneumatische zuigercilinder 24·, met zijn ondereinde schar-nierend in het gestdl bevestigd. De schuiven 13 staan met de opening 14 in de stand van Fig. 2 in geheven stand van pers-10 stempel 6 en tijdens het persen.

Wanneer nu het vlees aldus op zijn plaats in de persruimte is gekomen, wordt de persstempel 6 neerwaarts bewogen. De platen 17 en 18 bewegen mee en zodra plaat 18 door de bodem van de persruimte wordt tegengehouden draaien de jukken 21 om 15 plaat 17 neer te drukken en de persruimte te doen sluiten voor-dat het persen (noemenswaard) begint. Bij verder neerwaarts bewegen van de persstempel 6 worden de platen 17 en 18 neerwaarts gedrukt, en de stangen 20 bewegen verder met de stem-pel mee naar beneden, welke beweging door de genoemde veer-20 buffers elastisch wordt opgevangen.

Het perskussen 7 perstbij het persen het vlees zo samen, dat het vlees zelf van de daarin aanwezige botten wordt ge-schoven , zodat dit de persruimte door de schuiven 13 en de afvoeraansluitingen 11, 12 verlaat. De botten blijven op hun 25 plaats en worden aan het eind van de persslag onder hoge druk elastisch door het perskussen 7 omgeven. Aan het eind van de persperiode worden de cilinders 24 bediend, waardoor de schuiven zo worden gedraaid, dat de bovenrand 25 van de opening 14 in elke schuif het vlees goed afsnijdt, zodat dit niet via 30 draden of pezen met de botten verbonden blijft, Direkt daarna keren de schuiven in de getekende uitgangsstand terug. Is deze met de platen 17 en 18 in de stand van Fig. 1 en 2 teruggekeerd, dan wordt de transportband 1 in beweging gebracht, zodat de botten onder de onderrand van plaat 18 door bewegen naar rechts 35 in Fig. 1, waar zij worden afgevoerd.

Bij 26 kan een sproeireinigingsinrichting op de transportband 2 werken.

Bij het persen zal de kunststof van het perskussen 7 (en eventueel van het perskussen 7') vervormen onder behoud van 40 hetzelfde volume. De kunststof, die door de botten wordt ver- 8103360 -5- drongen, kan in de ruimte 10 (en eventueel 10') uitwijken.

Er kan aldus een goed persen en een volledig omsluiten van de faotten door het kussen plaatsvinden ondanks het feit, dat met een hard-elastische kunststof gewerkt kan worden, waar-5 van de hardheid op zichzelf een beter pers- en losmaakresul-taat op vlees en botten en minder slijtage van het kussen geeft dan bij een zacht-elastische kunststof het geval zou zijn.

Als getekend is de ruimte 10 resp. 10' gevormd in een plaat 9 resp. 9' als een doorgaande opening daarin. Wil men 10 vlees met bijv. een enkel recht bot, met sterk afwijkende af-metingen van het bot of met andere afwijkingen t.o.v. het bot-samenstel, waaraan de plaat van Fig. 3 met de vorm en afme-tingen van zijn opening 10 is aangepast, in de pers behandelen, dan kiest men volgens de uitvinding een plaat van dezelfde 15 buitenafmetingen maar met een afwijkend gevormde opening 10.

Deze kan men gemakkelijk in de pers brengen ter vervanging van de cfaarin aanwezige plaat, en wel op de volgende wijze. Zijwanden 27 van de persruimte hebben aan elk einde een ver-tikale geleidingssleuf 34 (Fig. 1, links), waarin elke deur 20 of afsluitplaat 17, 18 met een uitstekende smallere rand 28 (bovenste delen in Fig. 2 zichtbaar) grijpt, waardoor deze platen 17, 18 goed op en neer worden geleid. De zijwanden 27 hebben aan elk einde een aangelaste wang of schetsplaat 30, scharnierend bij 29 bevestigd aan het gestel ter weerszijden 25 van de vleesuitlaat 11. De wanden 27 worden in de getekende opstaande stand, waarin zij de persruimte afsluiten, gegren-deld gehouden door niet-getekende eenvoudige grendels, bijv. snel losneembare knevels. Zij dragen een aantal armen 31, die een drukstuk 33 met bouten 32 dragen. Daartoe reiken de bou-30 ten 32 door de armen 31, ten opzichte waarvan zij kunnen worden verplaatst en vastgezet door moeren, zodanig dat het drukstuk juist afdichtend passend tegen de aangrenzende draai-schuif 13 gedrukt kan worden, zodat deze schuif nog gemakke-lijk kan draaien.De details hiervan zijn slechts onvolledig 35 getekend.

Zowel voor het schoonmaken van de persruimte en aangrenzende delen als voor het vervangen van een plaat 9 (en eventueel van een perskussen 7) kan men nu de wanden 27 na ont-grendeling naar buiten wegzwenken om scharnieren 29. Nu kun-40 nen de deuren of platen 17, 18 vrij naar buiten worden ge- 8103360

V

-6- zwenkt en men kan nu het kussen 7 en de plaat 9 eenvoudig in hun eigen vlak tussen de zijstukken 8 uit de persstempel schui-ven, reinigen en desgewenst door andere vervangen.

Is er ook een perskussen 7'met plaat 9’ onder de trans-5 portband 2, dan kan men deze na het geven van voldoende spe-ling aan de transportband eveneens gemakkelijk vervangen. Men kan daartoe bijv. rol 3 van de transportband losmaken en in sleuf 35 zover naar rechts in Fig. X schuiven, dat men de band in de persruimte voldoende kan optillen om toegang tot die 10 delen 7' en 9' te verkrijgen, die los in een verdiept deel van de ondertafel 36 van de pers kunnen liggen.

Zijn er alleen zeer dunne botten in het vlees, bijv. in grotere aantallen zoals bij volledige karkassen van pluim-vee, dan kan men als opening 10, 10’ in plaat 9, 9’ eenvoudig 15 een rechthoekige opening met afgeronde randen kiezen.

De afgevoerde bottenrest kan in een bottenpers als in de inleiding genoemd van nestvlees worden ontdaan.

8103360

Claims (17)

1. Werkwijze voor het uitbenen van vlees zoals hammen en schouders, door deze in een pers onder druk te brengen met zijwaartse uitwijkmogelijkheid voor het vlees, zodat dit van de beenderen wordt losgemaakt en zijwaarts beweegt terwijl de 5 beenderen tussen de overstaande persvlakken worden vastgehou-den, waarna het bedoelde vlees afzonderlijk van de beenderen wordt verwijderd, met het kenmerk, dat ten min-ste een der persvlakken gevormd wordt door elastisch vervorm-baar materiaal.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het ken merk, dat het elastisch vervormbare materiaal een hard-• held heeft van 60 - 100° shore, bij voorkeur van + 90° shore.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de aldus behandelde botten in een botten- 15 pers met fijne openingen in een of meer der wanden worden ge-bracht, waarin de resten vlees daaraan in pasta-achtige toe-stand worden gebracht om de pers door de fijne openingen te verlaten.

4. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens 20 conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat deze een pers omvat, waarvan ten minste een der persvlakken uit elastisch vervormbaar materiaal bestaat.

5 Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat dat elastisch vervormbaar materiaal opgesloten 25 ligt in een metalen houder, waarin een uitsparing is aange-bracht, waarin het elastisch vervormbare materiaal bij het persen kan uitwijken.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de uitsparing is aangebracht in een gemakkelijk 30 verwisselbaar lichaam.

7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de uitsparing als een doorgaande uitsparing is aangebracht in een plaat tussen het elastisch vervormbare materiaal en een perslichaam. 8103360 1" y "j -8-

8. Inrichting volgens een der conclusies 4 tot 7, met het kenmerk, dat de a'fvoeren voor het weggeperste vlees uit de persruimte draaischuiven omvatten, die een door-gaand diametraal kanaal hebben om in een hoekstand het vlees 5 tijdens het persen door te laten en om bij het draaien naar een andere hoekstand het vlees met een rand van dat kanaal af te snijden.

9. Inrichting volgens een der conclusies 4 tot 8, m e t het kenmerk, dat de persruimte langs twee overstaan- 10 de zijden een afvoer voor het weggeperste vlees heeft en l.angs de andere zijden in de persrichting beweegbare deuren, die bij het openen het te persen vlees tot de persruimte toelaten c.q. de overblijvende botten uit de persruimte doorlaten en bij het sluiten het wegpersen van vlees langs die andere zijden 15 uit de persruimte verhinderen.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de deuren aan een vertikaal bewegende persstem-pel zijn gehangen, en wel zodanig dat zij ten opzichte daar- ' van bij de benedenwaartse persbeweging kunnen achterblijven.

11. Inrichting volgens conclusie 10, met het ken- m e r k, dat een deur met zijn onderrand in een hogere stand aan de geheven persstempel hangt dan de overstaande deur, om vanaf de zijde waar zich die eerste deur bevindt het vlees te kunnen toevoeren, terwijl de resterende botten onder de onder- 25 rand van de andere deur door kunnen passeren.

12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de deuren elk nabij een einde van een ba-lansjuk daaraan.zxjn gehangen, welk juk nabij zijn midden door de persstempel draaibaar wordt ondersteund.

13. Inrichting volgens conclusie 10, 11 of 12, met het kenmerk, dat verende middelen zoals kleine hy-draulische buffercilinders aan de deuren zijn aangebracht, anderzijds verbonden met de persstempel, om in de persstand de deuren met kracht in de sluitstand te drukken.

14. Inrichting volgens een der conclusies 4 t/m 13, met het kenmerk, dat voor het toevoeren van het vlees aan de persruimte een geruwde of geperforeerde trans-portband is aangebracht, die door de persruimte passeert en 8103360 -9- daarin het tegenvlak voor een van boven werkende persstempel vormt.

15. Inrichting volgens conclusie 14, met een elastlsch vervormbaar ondervlak van de persruimte, met het ken-5 m e r k, dat dit elastlsch vervormbare vlak onder die trans-portband ligt. Inrichting volgens conclusie 6 of 7 en 9 en eventueel een of meer der conclusies 10 t/m 15, met het ken-m e r k, dat de deuren scharnierend zijn opgehangen, zodat 10 zij van de persstempel af wegzwenkbaar zijn voor het geven van toegang tot het gemakkelijk verwisselbare lichaam met uitsparing.

17. Inrichting volgens conclusie 16, met het k e n m e r k, dat schotten, die de persruimte aan de twee 15 overstaande zijden tussen de zi^den, door de deuren in beslag genomen, begrenzen, vertikale geleidingen voor de deuren vor-men en eveneens wegzwenkbaar zijn.

18. Stel lichamen met uitsparingen van verschillende vorm ten gebruike bij een inrichting volgens conclusie 6 of 7. 8-1 03360