NL8103342A - Inrichting voor het verwijderen van overtollige vloeistof bij het bedekken van een bewegende strook. - Google Patents

Description

** * 813158/Ke/th

Korte aanduiding: Inrichting voor het verwijderen van overtollige vloeistof bij het bedekken van een bewegende strook.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor gebruik bij het verwijderen van overtollige vloeistof die gebruikt wordt om een naar boven bewegende strip van een bedekkings;-laag te voorzien; meer in het bijzonder gaat het om een inrichting 5 zoals beschreven in aanvraagsters Australische octrooischrift b-53,826.

Deze inrichting is van aanzienlijke praktische waarde gebleken, en wel voor de produktie v.an met een laag bedekt staalstrip op een schaal die meer dan een half miljoen ton strip per jaar bedraagt.

10 Dit gebruik heeft echter aangetoond dat de bekende inrichting niet zonder tekortkomingen is, namelijk: a. de bestaande inrichting bleek tijdens de werking meer lawaai te maken dan getolereerd kan worden, als gevolg van gasturbulentie die ontstaat uit de onvermijdelijke plaatsing van de 15 inrichting dichtbij de strip en in de baan van de zich verwijderende, voor het wegnemen van de vloeistof gebruikte gasstroom.

b. het afvalpercentage van met een laag bedekte strip (onderzocht op laagdikte in het gebied van de rand van de strip) ligt in de orde van 0,8 tot 1# van de totale produktie aan 20 van een laag voorziene strip. Dit afvalpercentage was een aanzienlijke verbetering in vergelijking met de praktijk met verwijdering door gas, zoals die vóór het genoemde oudere octrooi werd gevolgd, maar toch vertegenwoordigt, wanneer de produktie aan van een laag voorziene strip plaats vindt op de bovengenoemde schaal, een dergelijk 25 afvalpercentage een aanzienlijk economisch verlies.

c. uit het gebruik van de eerdere uitvinding is gebleken dat de nominale stripdikte die, met economisch voordeel, behandeld kon worden door toepassing van die uitvinding, begrensd was tot een stripdikte van ongeveer 2,5 mm.

30 d. er is gebleken dat, tijdens de werking, deeltjes van het materiaal van de bedekkingslaag afgezet werden binnen de rails (in de tekening van het genoemde octrooischrift aangeduid door 9) en zich daarop zamelden, zodat de vrije beweeglijkheid wat betreft de opstelling van de keerplaat gehinderd werd. Dit gaf aan- 35 leiding tot dikwijls stoppen van de produktie om de verzamelde stoffen 8103342 •3 > - 2 - , [ op te ruimen. Op zichzelf was dit al bezwaarlijk, maar het werd nog erger gemaakt doordat de schoon te maken railoppervlakken vrijwel ontoegankelijk waren.

e. de oudere inrichting vereiste, om met redelijk 5nuttig effect te functioneren, dat het rechtop staande gedeelte van de keerplaat (aangeduid door 2a in de téening van het octrooischrift) een breedte had die aanzienlijk groter was dan de amplitude van het "klapperen" van de strip, wat deze kan doen als hij snel beweegt.

Deze overmaat wat betreft de keerplaat was, hoewel bij de oudere 10 inrichting noodzakelijk, enigszins «en nadeel omdat er hinder uit voortvloeide voor een optimale nabijheid van de spuitmondstukken ten opzichte van de strip.

f. de steeds verder toenemende vraag naar stalen strip bedekt met een legering van aluminium en zink heeft aangetoond 15 dat, hoewel de oudere inrichting winst oplevert bij toepassing voor dat doel, de bovenstaande bezwaren a. tot e. nog zwaarder tellen.

De onderhavige uitvinding beoogt de hierboven opge-somde tekortkomingen te ondervangen of te vermindetsn. In de meest eenvoudige uitdrukkingsvorm betreft de uitvinding primair het onder-20 vangen van de eerstgenoemde tekortkoming a., minstens in zoverre dat het probleem van het lawaai terug gebracht wordt tot een niveau dat gemakkelijk kan worden toegestaan, zelfs bij langdurige werkperioden die nodig zijn voor het continu produceren van met een laag bedekte strip.

25 In de voorkeursuitvoering, waarvan·een voorbeeld hierna zal worden beschreven, is de uitvinding gericht op het ondervangen van alle hierboven onder a. tot f. opgesomde tekortkomingen.

Wat betreft het genoemde aspect van het lawaai wordt opgemerkt dat in het oudere octrooischrift sprake is van een 30 draagplaat (3) die slechts aanwezig is als een gemakkelijke manier van ophangen van de keerplaat; in een poging om het lawaai op effectieve wijze te onderdrukken heeft uitgebreid onderzoek geleid tot de betrekkelijk eenvoudige ontdekking dat, als deze plaat geschikt gedimensioneerd wordt ten opzichte van de keerplaat die hij draagt, 35 die draagplaat, hoewel hij nog steeds dient om de keerplaat vast te houden, een zeer effectief middel wordt om het lawaai te onderdrukken.

Aldus gaat de uitvinding uit van een inrichting 8103342 - 3 - voor het verwijderen van overtollige, voor het aanbrengen van een bedekkingslaag gebruikte vloeistof van een naar boven bewegende strip, welke inrichting omvat: een keerplaat met een verticaal gedeelte dat tegen de kant van de strip wordt gehouden en een niet 5 verticaal resterend gedeelte dat zich aan die rand verwijdert, een draagplaat waaraan de keerplaat langs een rand bevestigd is, een wagen die naar de rand van de strip en terug beweegbaar is en waaraan de draagplaat hangt, middelen die de wagen in de richting van de striprand drukken, en middelen om een minimale afstand te hand-10 haven tussen de striprand en het verticale gedeelte.

Kenmerkend voor de uitvinding is dat de draagplaat zich verder vanaf de striprand uitstrekt dan het niet verticale gedeelte, en dat de horizontale lengte van de draagplaat ligt tussen 10 en 20 maal de horizontale breedte van het verticale deel.

15 De uitvinding zal hierna worden tcegelicht aan de hand van de bijgaande tekening.

Fig. 1 toont de inrichting perspectivisch, en

Fig. 2 is een doorsnede genomen volgens het vlak 2 - 2 in fig. 1.

20 Men ziet in de tekening dat een keerplaat 3 be staat uit een verticaal gedeelte 3A en een niet verticaal gedeelte dat bestaat uit een recht onderste gedeelte 3B en een gebogen over-gangsgedeelte 3C.

In verband met deze plaat 3 heeft onderzoek aan-25 getoond dat de horizontale breedte ervan maar half zo groot behoeft te zijn als tot nu toe nodig werd geacht, omdat, in samenhang met de nog te beschrijven andere karakteristieken van de uitvinding, die vermindering van de breedte geen ongunstige invloed heeft op de effectiviteit van de keerplaat bij het uitvoeren van de functie 30 waarvoor hij bedoeld is, en omdat het daardoor mogelijk is dat de voor het verwijderen gebruikte straalmondstukken (die zich noodzakelijkerwijze verder uitstrekken dan de breedte van de behandelde strip) ongehinderd kunnen worden ingesteld tot zij optimaal dichtbij de strip liggen.

35 Volgens de uitvinding kan de horizontale breedte van de keerplaat 3 liggen in de orde van 2,5 cm, terwijl bij de oudere inrichting 5 cm het minimum was voor het effectief functioneren van de keerplaat.

8103342 J a · - V-

Plaat 3 is vast aangebracht aan een draagplaat b waarvan de horizontale lengte groter is dan de gecombineerde lengte van de delen 3B en 3C van de keerplaat. Bij voorkeur is de horizontale lengte van plaat b ongeveer tweemaal 3B + 3G.

3 Plaat b hangt aan twee beugels 5> waarvan de bo veneinden bevestigd zijn aan een wagen 6. Deze wagen is voorzien van rollen 7 en 8 zodat de wagen vrij langs een paar vast aangebrachte hoekprofielrails 9 kan lopen. Wagen 6 draagt een juk 10 voor een rol die over de kant van een behandelde strip kan lopen.

10 In de wagen 6 is een grote opening 12 gevormd. Deze opening is gecentreerd boven de bovenste rand 13 van plaat b, is bijna even lang als die rand en veel breder. Bij het gebruik is gebleken dat naar boven komende spetters of door de stroom meegenomen deeltjes van het voor het bedekken gebruikte materiaal door de opening 13 vliegen 15 om met niet-weergegeven conventionele middelen te worden verzameld in plaats van zich af te zetten op de rails 9 of op rollen 7 en 8.

Door deze maatregel behoeft minder te worden schoon gemaakt, en zelfs wanneer het noodzakelijk is om schoon te maken wordt dat aanzienlijk vergemakkelijkt omdat de hele inrichting, zoals weergegeven in fig. 1, 20 eenvoudig kan worden opgelicht tot hij vrij is van de rails 9» terwijl verder de loopvlakken van die rails gemakkelijk toegankelijk zijn voor het schoonmaken.

Uiteraard is vanaf het begin van de toepassing van de inrichting volgens het oudere octrooischrift, die inrichting 25 steeds getest en is er geexperimenteerd, hetgeen heeft geleid tot de onderhavige uitvinding.

Dat onderzoeken en experimenteren - in samenhang met de produktie van strip die miljoenen tonnen beloopt - heeft duidelijk lijk een aantal van de hierboven genoemde ervaringen bevestigd. Zo 30 werd bij voorbeeld hierboven onder b. gesteld dat met de oudere inrichting een afvalpercentage werd verkregen tussen 0,8 en 1$. Volgens de onderhavige uitvinding is dat afvalpercentage terug gebracht tot een achtste of minder van de oorspronkelijke minimale waarde, namelijk tussen 0,8 en 0,1$. Soms is in de produktie een afvalpercentage be-33 reikt van minder dan 0,1$.

Onder c. werd verwezen naar hët feit dat de oudere inrichting slechts nuttig kon worden toegepast op strip dat geen grotere dikte had dan ongeveer 2,5 mm. Met de onderhavige uitvinding 8103342 < ·* - 5 - is gebleken dat strip van elke dikte - in hoofdzaak meer dan 2,5 mm - met succes kan worden behandeld mits hij voldoende flexibel blijft om door het bad gesmolten bedekkingsmateriaal te lopen en om na de behandeling te worden opgespoeld.

5 In het oudere octrooischrift werd vermeld dat de wagen (7 in de oudere tekening) zo werd beïnvloed dat hij tegen de rand van de strip kwam te liggen door de voor de behandeling gebruikte gasstraal, en dat deze invloed kon worden vergroot door de wagen onder veerwerking te brengen, of door de rails (9) "enigszins" schuin 10 te laten lopen naar de strip. Langdurig gebruik heeft aangetoond dat, wanneer men zijn toevlucht neemt tot het schuin laten lopen van de rails om dit extra belastingseffeet te verkrijgen, de mate van de benedenwaartse helling aanzienlijk meer is dan hetgeen in het algemeen wordt verstaan onder de term "enigszins", en dit in het bijzonder 15 wanneer de strip wordt bedekt met een aluminium/sink legering, omdat in dit geval de druk van de gasstraal bij voorkeur niet zo groot is als bij het verwijderen van gewoon zink. Er is nu gevonden dat het verwijderen in het algemeen effectief wordt uitgevoerd wanneer de O o benedenwaartse helling van de rails 9 ligt tussen 5 en 10 vanuit 20 de horizontaal. Wanneer deze helling minder is dan 5° heeft de wagen de neiging om te langzaam terug te keren tot hij de strip weer raakt (door rol 11), en wanneer de hoek groter is dan 10° kan de rand van de strip worden beschadigd door een te krachtige terugkeerrol 11.

Dit is speciaal zo wanneer de strip een geringe dikte heeft.

25 In het bovenstaande werd gesteld dat de horizontale lengte van de draagplaat tussen 10 en 20 maal zo groot is als de horizontale breedte van de keerplaat. Bij voorkeur is hij 15 maal zo groot. Wanneer de verhouding minder is dan 10 maal, begint het niveau van het lawaai bezwaarlijk te worden. Wanneer hij meer is dan 30 20 maal blijkt dat er geen verdere vermindering ontstaat van het lawaai.

8103342

Claims (3)

1. Inrichting voor het verwijderen van overtollige, voor het aanbrengen van een bedekkingslaag gebruikte vloeistof van een naar boven bewegende strip, welke inrichting omvat: een keerplaat 5 met een verticaal gedeelte dat tegen de kant van de strip wordt gehouden en een niet verticaal resterend gedeelte dat zich aan die rand verwijdert, een draagplaat waaraan de keerplaat langs een rand bevestigd is, een wagen die naar de rand van de strip en terug beweegbaar is en waaraan de draagplaat hangt, middelen die de wagen 10 in de richting van de striprand drukken, en middelen om een minimale afstand te handhaven tussen de striprand en het verticale gedeelte, met het kenmerk, dat de draagplaat zich verder vanaf de striprand uitstrekt dan het niet verticale gedeelte, en dat de horizontale lengte van de draagplaat ligt tussen 10 en 20 maal de 15 horizontale breedte van het verticale deel.

2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de wagen voorzien is van een opening die zich direct boven de draagplaat bevindt en waardoorheen naar boven bewegende deeltjes van het voor de bedekking gebruikte materiaal kunnen gaan. 20

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de wagen voorzien is van rollen die lopen langs een stel als hoekprofiel uitgevoerde rails, welke zo zijn geplaatst en zodanige onderlinge afstand hebben dat de wagen en de daaraan hangende delen in hun geheel kunnen worden opgelicht door de ruimte tussen 25 die rails. k. Inrichting volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat de rails naar beneden lopen in de richting van de' rand van de strip onder een hoek tussen 5° en 10° vanuit de horizon-t aal. 8103342