NL8301095A - Reinigingsvaartuig voor het reinigen van een riool of dergelijk vuilafvoerkanaal. - Google Patents
Reinigingsvaartuig voor het reinigen van een riool of dergelijk vuilafvoerkanaal. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8301095A NL8301095A NL8301095A NL8301095A NL8301095A NL 8301095 A NL8301095 A NL 8301095A NL 8301095 A NL8301095 A NL 8301095A NL 8301095 A NL8301095 A NL 8301095A NL 8301095 A NL8301095 A NL 8301095A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- blade
- cleaning vessel
- vessel according
- cleaning
- upright
- Prior art date
Links
Classifications
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E02—HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
- E02F—DREDGING; SOIL-SHIFTING
- E02F9/00—Component parts of dredgers or soil-shifting machines, not restricted to one of the kinds covered by groups E02F3/00 - E02F7/00
- E02F9/06—Floating substructures as supports
- E02F9/062—Advancing equipment, e.g. spuds for floating dredgers
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E02—HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
- E02F—DREDGING; SOIL-SHIFTING
- E02F5/00—Dredgers or soil-shifting machines for special purposes
- E02F5/006—Dredgers or soil-shifting machines for special purposes adapted for working ground under water not otherwise provided for
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E02—HYDRAULIC ENGINEERING; FOUNDATIONS; SOIL SHIFTING
- E02F—DREDGING; SOIL-SHIFTING
- E02F5/00—Dredgers or soil-shifting machines for special purposes
- E02F5/28—Dredgers or soil-shifting machines for special purposes for cleaning watercourses or other ways
- E02F5/285—Dredgers or soil-shifting machines for special purposes for cleaning watercourses or other ways with drag buckets or scraper plates
-
- E—FIXED CONSTRUCTIONS
- E03—WATER SUPPLY; SEWERAGE
- E03F—SEWERS; CESSPOOLS
- E03F9/00—Arrangements or fixed installations methods or devices for cleaning or clearing sewer pipes, e.g. by flushing
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mining & Mineral Resources (AREA)
- Civil Engineering (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Structural Engineering (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Health & Medical Sciences (AREA)
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Hydrology & Water Resources (AREA)
- Public Health (AREA)
- Water Supply & Treatment (AREA)
- Sewage (AREA)
- Cleaning In General (AREA)
Description
N/31.417-Jb/hf - 1 -
Reinigingsvaartuig voor het reinigen van een riool of dergelijk vuilafvoerkanaal.
De uitvinding heeft betrekking op een reinigingsvaartuig voor het reinigen van een riool of dergelijk vuilaf voerkanaal / uitgevoerd met een zich voor het vaartuig uitstrekkend opstaand blad, dat van een waterdoorlaat is voor-5 zien.
In een bekende uitvoering van een dergelijk reinigingsvaartuig is het blad op enige afstand van zijn onderkant uitgevoerd met de waterdoorlaat, waarvan de grootte met behulp van een door een bedieningsorgaan verstelbare schuif regelbaar 10 is. In bedrijf wordt het reinigingsvaartuig tijdelijk op een ! bepaalde plaats in het riool gefixeerd, waarna de waterdoor- j laat in het blad geheel of gedeeltelijk wordt vrijgegeven en het rioolwater met grote kracht door deze waterdoorlaat naar voren stroomt, teneinde voor het blad vuil, zoals stenen, 15 zand, weggeworpen kunststofprodukten, slib, bezinksel en dergelijke, dat zich in het algemeen tot een zeer harde laag heeft verenigd, los te spoelen en af te voeren. Op deze wijze kan het riool over een afstand van bijvoorbeeld ongeveer 1 m voor het blad worden schoongemaakt, waarbij het losgespoelde 20 vuil met het water wordt meegevoerd en hetzij enige kilometers verder opnieuw bezinkt, hetzij aan het einde van het riool een bezinkbassin bereikt. Hierna wordt het reinigingsvaartuig over de schoongemaakte afstand naar voren verplaatst, waarna het hierboven beschreven reinigingsproces wordt herhaald.
25 Aan dit bekende reinigingsvaartuig zijn verschillende belangrijke nadelen verbonden. In de eerste plaats kost het hiermede reinigen van riolen zeer veel tijd, terwijl het periodiek vooruit verplaatsen van het reinigingsvaartuig veel mankracht vergt. j 30 De onderhavige uitvinding beoogt een reinigingsvaar tuig van de in de aanhef genoemde soort zodanig uit te voeren, dat de genoemde bezwaren op doeltreffende wijze opgeheven zijn.
Hiertoe wordt dit reinigingsvaartuig volgens de uit-35 vinding daardoor gekenmerkt, dat het blad aan de van het vaartuig afgekeerde zijde aan de onderkant een aantal naar 8301095 * * - 2 - voren gerichte tanden draagt en het vaartuig in bedrijf voor-uitbeweegbaar is.
De volgens de uitvinding aan het blad aangebrachte tanden bevorderen op zeer effectieve wijze het losmaken van 5 het vuil voor het blad, hetgeen van groot belang is, daar dit vuil veelal tot een bijzonder harde massa is samengekoekt, zodat het losmaken uitsluitend met behulp van de versnelde rioolwaterstroom vaak moeilijk en soms zelfs onmogelijk is. Doordat het reinigingsvaartuig volgens de uitvinding in be-10 drijf wordt vooruitbewogen, teneinde de tanden werkzaam te doen zijn, wordt het reinigingstempo bijzonder verhoogd.
Bij het bekende reinigingsvaartuig doet zich voorts het probleem voor, dat door het rioolwater meegevoerde stukken vuil van grote afmetingen in de waterdoorlaat kunnen blij-15 ven hangen en deze dan geheel of gedeeltelijk afsluiten. In dergelijke gevallen moeten deze stukken vuil met handkracht worden verwijderd.
Teneinde dit bezwaar op te heffen wordt volgens de uitvinding voorgesteld, dat tussen de tanden naar onderen open 20 waterdoorlaten zijn gelegen'.
Doordat de waterdoorlaten volgens de uitvinding geen in zichzelf gesloten omtrek meer hebben, kunnen verstoppingen veroorzaakt door het achter de waterdoorlaten blijven vastzitten van grote met het water meegevoerde vuildelen, veel gemak-25 kelijker worden opgeheven, en wel in het bijzonder, indien het blad omhoog en omlaag verplaatsbaar is.
Door het omhoog verplaatsen van het blad wordt onder het blad een toenemende doorlaat voor de grote vuildelen gevormd, terwijl, nadat deze het blad zijn gepasseerd, het blad 30 weer omlaag naar de werkstand kan worden terugverplaatst.
Bij voorkeur lopen de tanden spits naar voren en bezitten deze een schuin omlaaghellende bovenrand.
Tevens wordt het gunstig geacht, indien de tanden met zijdelingse, achterste, naar de waterdoorlaten gerichte 35 steile afvoervlakken zijn uitgevoerd.
Teneinde het rioolwater zoveel mogelijk te dwingen, de waterdoorlaten te passeren, waardoor de versnelling en derhalve de losmaakkracht van het water optimaal wordt, wordt volgens de uitvinding voorgesteld, dat de onderste uiteinden 8301095 I. * - 3 - van de tanden op een gebogen lijn liggen, die althans ongeveer volgens de dwarsdoorsnede van de kanaalbodem verloopt, waarbij het uiteraard dan tevens van belang is, dat de breedte van het blad slechts iets kleiner is dan de breedte van het kanaal.
5 In het voorgaande werd reeds opgemerkt, dat het blad bij voorkeur omhoog en omlaag verplaatsbaar moet zijn. Hiernaast is het tevens van voordeel, indien het blad naar beide zijden verzwenkbaar is, respectievelijk indien het blad in ! naar boven en naar voren hellende standen, alsmede in naar j 10 boven en naar achteren hellende standen verzwenkbaar is. j
De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, die een uitvoeringsvoorbeeld van een j reinigingsvaartuig volgens de uitvinding weergeeft.
\ i
Fig. 1 is een zijaanzicht van een uitvoering van een 15 reinigingsvaartuig volgens de uitvinding, dat voor het reinigen van een riool wordt benut.
Fig. 2 is een bovenaanzicht van het reinigingsvaartuig volgens fig. 1.
Fig. 3 is een langsdoorsnede van het reinigingsvaar-20 tuig volgens de fig. 1 en 2.
Fig. 4 is een vooraanzicht van het reinigingsvaartuig volgens de fig. 1-3.
Fig. 5 is een zeer schematisch bovenaanzicht van twee bovenste verstelorganen voor het blad, op grotere schaal.
25 Fig. 6 is een bij fig. 5 behorend zijaanzicht, waarin tevens een lager gelegen verstelorgaan voor het blad is afge-beeld.
Fig. 7 is een zeer schematische doorsnede van het blad volgens de lijn VII-VII in fig. 4, op grotere schaal.
30 In de tekening is een uitvoeringsvoorbeeld weerge geven van een reinigingsvaartuig voor het reinigen van een riool of dergelijk vuilafvoerkanaal. Dit reinigingsvaartuig is uitgevoerd met een zich voor het vaartuig uitstrekkend opstaand blad 1. Dit blad 1, dat dubbelwandig is en uit plaat-35 metaal is vervaardigd, draagt aan de, van het vaartuig afgekeerde zijde aan de onderkant een aantal naar voren gerichte ' tanden 2, waartussen naar onderen open waterdoorlaten 3 zijn \ gelegen.
De tanden 2 lopen spits naar voren en bezitten een 8301095 * - 4 - schuin omlaag hellende bovenrand 4. Verder zijn de tanden 2 met zijdelingse, achterste, naar de waterdoorlaten 3 gerichte steile afvoervlakken 5 uitgevoerd, die het door de tanden 2 losgemaakte vuil in de richting naar de naburige waterdoor-5 laten 3 verplaatsen.
De onderste uiteinden van de tanden 2 liggen op een gebogen lijn, die althans ongeveer volgens de dwarsdoorsnede van de kanaalbodem verloopt, waardoor de tanden 2 zich op verschillende hoogte uitstrekken (fig. 4).
10 Voorts is de breedte van het blad 1 slechts iets kleiner dan de breedte van het riool, terwijl het blad 1 in zijn opstaande stand tot boven het waterniveau doorloopt. Op deze wijze wordt bereikt, dat praktisch al het rioolwater de waterdoorlaten 3 moet passeren.
15 Zoals in het volgende .nog nader zal worden toege licht, kan het blad 1 omhoog en omlaag worden verplaatst en tevens naar beide zijden worden verzwenkt. Verder kan het blad 1 in naar boven en naar voren hellende standen, alsmede in naar boven en naar achteren hellende standen worden ver-20 zwenkt.
‘In fig. 7 is zichtbaar, dat de opstaande zijkanten 6 van de waterdoorlaten 3 in het blad 1 in voorwaartse richting divergeren. De bovenkant 6 van de waterdoorlaten 3 helt in voorwaartse en bovenwaartse richting.
25 Verder zijn in het blad 1, nabij de achterkant hier van, opstaande watertoevoerbuizen 7 opgenomen, welke elk een zijdelingse opstaande uitlaatsleuf 8 bezitten, die in de aangrenzende waterdoorlaat 3 uitmonden.
Behalve bij de, aan de zijkant van het blad 1 ge-30 legen, waterdoorlaten 3, die aan de buitenzijde open zijn (fig. 4), verlopen aan weerszijden van de waterdoorlaten 3 een van deze opstaande watertoevoerbuizen 7. In de watertoevoer 9 naar elk van deze opstaande watertoevoerbuizen 7 is een door een verstelmotor 10 bedienbare afsluiter 11 opge-35 nomen. Een besturingsorgaan 12 bedient deze verstelmotoren 10 zodanig, dat de waterdoorlaten 3 uit hun beide opstaande watertoevoerbuizen 7 afwisselend water ontvangen.
De zijdelingse opstaande uitlaatsleuven 8 van de opstaande watertoevoerbuizen 7 zijn, zoals uit fig. 7 blijkt, 8301095
* A
- 5 - zodanig gelegen, dat het uitstromende water naar de tegenoverliggende opstaande zijkant 6 van de betreffende waterdoorlaat 3 en naar voren is gericht.
Op deze wijze wordt door het periodiek, bijvoorbeeld 5 steeds na enige seconden, omschakelen van de watertoevoer naar de uitlaatsleuven 8 een oscillerende verandering van de stromingsrichting in en na de waterdoorlaten 3 bewerkstelligd, waardoor de losmakende werking van het met grote snelheid j stromende water nog aanzienlijk blijkt toe te nemen. j 10 Het reinigingsvaartuig wordt in bedrijf in het alge meen continu vooruitbewogen, waartoe ten minste één voorste lier 13 en tenminste één achterste lier 14 zijn aangebracht, waarop staalkabels 15 zijn gewonden en die met een aandrijf-orgaan (niet weergegeven) zijn gekoppeld. Deze staalkabels 15 15 dragen aan hun vrije uiteinde een verankeringsorgaan, waarmede zij aan een vast punt in het riool vastgemaakt kunnen worden.
Zoals in het bijzonder uit de fig. 3 en 4 blijkt, loopt de voorste staalkabel 15 over een aantal rollen 16 en vervolgens door een spleet 17 in het blad 1, waarbij voor het 20 blad 1 twee leidrollen 18 voor deze kabel 15 zijn aangebracht.
Met behulp van de lieren 13, 14 kan het vaartuig zowel voorwaarts als achterwaarts worden bewogen, alsmede ten opzichte van het stromende water worden vastgehouden.
Voor het verstellen van het blad 1 is het blad 1 aan 25 de achterzijde met een kastvormig ophangframe 19 uitgevoerd.
Hierop grijpen twee, aan hun achterzijde door middel van een kogelgewricht 20 aan het vaartuig bevestigde, evenwijdige, hydraulisch bedienbare cilinder-zuigersamenstellen 21 aan hun voorzijde door middel van een cardangewricht 22 aan. Deze car-30 dangewrichten 22 omvatten elk een horizontale scharnieras 23 j voor het betreffende cilinder-zuigersamenstel 21 en een in de verticale stand van het blad 1 althans ongeveer verticaal verlopende as 24, die in een bovenste lip 25 van het kastvormige ophangframe 19 is gelegerd.
35 Een derde, eveneens hydraulisch bedienbaar, cilinder- zuigersamenstel 26 is aan zijn achterzijde door middel van een horizontale scharnieras 27 met het vaartuig verbonden. Dit cilinder-zuigersamenstel 26 grijpt met zijn voorzijde scharnierend aan op een draagarm 28, die aan de achterzijde door 8301095 ? y - 6 - middel van een horizontale scharnieras 29 met het vaartuig is verbonden en die aan de voorzijde door middel van een cardan-gewricht 30 op het kastvormige ophangframe 19 van het blad 1 aangrijpt.
5 Dit cardangewricht 30 omvat een horizontale schar nieras 31 voor de draagarm 28, waarop het cilinder-zuiger-samenstel 26 aangrijpt. Deze horizontale scharnieras 31 is gelegerd in een drager 32, die zelf in een aan de achterzijde van het kastvormige ophangframe bevestigde U-vormige steun 33 10 is gelegerd om een rotatieas 34, die in de verticale stand van het blad 1 althans ongeveer verticaal verloopt.
In deze verticale stand van het blad 1 zijn de verbindingslijnen tussen het kogelgewricht 20 en de horizontale scharnieras 23 bij de cilinder-zuigersamenstellen 21 enerzijds 15 en tussen de horizontale scharnieras 29 en de horizontale scharnieras 31 bij de draagarm 28 anderzijds evenwijdig en van gelijke lengte. Op deze wijze wordt bereikt, dat de draagarm 28 en de beide cilinder-zuigersamenstellen 21 als het ware twee zijden van een parallellogram vormen, waardoor bij be-20 diening van het cilinder-zuigersamenstel 26 het blad 1 evenwijdig aan zichzelf omhoog of omlaag wordt verplaatst.
De zijdelingse zwenkbeweging van het blad 1 kan door het ongelijk bedienen van de cilinder-zuigersamenstellen 21 worden bewerkstelligd.
25 Worden deze cilinder-zuigersamenstellen 21 op dezelf de wijze bediend, dus gelijktijdig ingetrokken of uitgezet, terwijl het cilinder-zuigersamenstel 26 zijn stand behoudt, dan komt het blad 1 naar boven en naar achteren, respectievelijk naar boven en naar voren te hellen.
30 Het in de tekening weergegeven reinigingsvaartuig bezit aan de voorzijde twee om in de dwarsrichting verlopende assen roteerbare voorwielen 35. Aan de achterzijde is een achterste steunpoot 36 met instelbare lengte verzwenkbaar om een horizontale as en om een verticale as aangebracht. Op 35 deze steunpoot 36 en op het reinigingsvaartuig grijpen twee hydraulisch bedienbare cilinder-zuigersamenstellen 37, 38 aan, welke de verstelling van deze achterste steunpoot 36 verzorgen.
De achterste steunpoot 36 draagt aan de onderzijde 8301095 » * - 7 - twee wielen 39, hoewel het uiteraard ook mogelijk is, één wiel toe te passen. De rotatieas van deze wielen 39 verloopt in de middenstand van de achterste steunpoot 36 althans ongeveer evenwijdig aan de assen van de voorwielen 35.
5 In bedrijf worden de verankeringsorganen van de voor ste en de achterste staalkabels 15 gefixeerd en wordt het reinigingsvaartuig met de voorste staalkabel 15 continu vooruitverplaatst, terwijl de achterste staalkabel 15 wordt gevierd. Doordat het rioolwater door de afmetingen van het blad 10 1 wordt gedwongen door de waterdoorlaten 3 met een betrekke lijk kleine doorsnede te stromen, wordt de stroming aanzienlijk versneld, waardoor het rioolwater de harde vuillaag voor het blad 1 kan losspoelen en kan afvoeren. Deze losmakende werking van het rioolwater wordt ondersteund door de als 15 het ware ploegvormige tanden 2, die het vuil eveneens losmaken en het losgemaakte materiaal voor de waterdoorlaten 3 brengen.
Door het blad 1 voor- en achterover te bewegen, kun- j nen de punten van de tanden 2 op doeltreffende wijze in de vuillaag binnendringen en ook grotere brokken losmaken. j 20 Indien achter het blad 1 meedrijvend vuil zich op- j hoopt, kan dit worden geloosd, door het blad 1 eerst naar de ene kant en dan naar de andere kant te verzwenken (fig. 2), of door het blad 1 te lichten.
De effectieve opening van de waterdoorlaten 3 kunnen ! 25 worden verkleind, door het blad 1 achterover te hellen, respectievelijk worden vergroot door het blad 1 voorover te hellen.
Doordat het blad 1 naar weerszijden kan worden ver-zwenkt, kunnen voorts tijdens het bedrijf betrekkelijk scherpe 30 bochten worden gepasseerd.
De voorwielen 35 hebben tot doel, beschadigingen aan het reinigingsvaartuig, alsmede aan het riool, te voorkomen.
De achterste steunpoot 36 dient niet alleen voor het verrijden van het reinigingsvaartuig met behulp van de wielen 35, 39 35 doch tevens om het vaartuig enigszins met behulp van de achterste staalkabel 15 te kunnen sturen, in het bijzonder indien het vaartuig zich nabij het uiteinde van deze staalkabel 15 bevindt.
Het periodiek uit de opstaande watertoevoerbuizen 7 40 in de waterdoorlaten 3 stromende water heft de, door de ver- 8301095 ·* - 8 - snelling van het doorstromende water aan de zijkanten 6 van de waterdoorlaat 3 optredende, onderdruk aan de betreffende zijde op, waardoor het doorstromende water van deze opstaande zijkant 6 wordt afgeleid. Door het beurtelings vanaf de beide 5 zijkanten 6 toelaten van water in het, door de waterdoorlaten 3 met grote snelheid stromende, water, wordt een variabele kracht op het te verwijderen materiaal uitgeoefend, hetgeen de losmakende werking van dit water vergroot.
De uitvinding is niet beperkt tot het in de tekening 10 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, dat op verschillende manieren binnen het kader der uitvinding kan worden gevarieerd.
& 4 8301095
Claims (25)
1. Reinigingsvaartuig voor het reinigen van een riool of dergelijk vuilafvoerkanaal, uitgevoerd met een zich voor het vaartuig uitstrekkend opstaand blad, dat van een waterdoor-laat is voorzien, met het kenmerk, dat het blad j i 5 aan de, van het vaartuig afgekeerde, zijde aan de onderkant een aantal naar voren gerichte tanden draagt en het vaartuig in bedrijf vooruitbeweegbaar is.
2. Reinigingsvaartuig volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat tussen de tanden naar onderen open 10 waterdoorlaten zijn gelegen.
3. Reinigingsvaartuig volgens conclusie 1 of 2, met het kenmer k, dat de tanden spits naar voren lopen en een schuin omlaaghellende bovenrand bezitten.
4. Reinigingsvaartuig volgens een der voorgaande con- 15 clusies, met het kenmerk, dat de tanden met zijdelingse, achterste, naar de waterdoorlaten gerichte steile afvoervlakken zijn uitgevoerd.
5. Reinigingsvaartuig volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de onderste uitein- 20 den van de tanden op een gebogen lijn liggen, die althans ongeveer volgens de dwarsdoorsnede van de kanaalbodem verloopt.
6. Reinigingsvaartuig volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de tanden zich op j verschillende hoogten uitstrekken. j
7. Reinigingsvaartuig volgens een der voorgaande con- j clusies, met het kenmerk, dat de breedte van het ! blad slechts iets kleiner is dan de breedte van het kanaal. ; i
8. Reinigingsvaartuig volgens een der conclusies 2-7, ! met het kenmerk, dat de buitenste waterdoorlaten 30 ook aan de buitenzijde open zijn. !
9. Reinigingsvaartuig volgens een der conclusies 2-8, i met het kenmerk, dat de opstaande zijkanten van de waterdoorlaten in het blad in voorwaartse richting divergeren.
10. Reinigingsvaartuig volgens een der conclusies 2-9, 35 met het kenmer k, dat in het blad opstaande water-toevoerbuizen zijn opgenomen, welke elk een zijdelingse opstaande uitlaatsleuf bezitten, die in de aangrenzende water-doorlaat uitmonden, waarbij bij althans een gedeelte van de 8301095 * - 10 - waterdoorlaten aan weerszijden een van deze opstaande watertoe-voerbuizen verloopt, terwijl in de watertoevoer naar elk van deze beide opstaande watertoevoerbuizen een, door een verstel-motor bedienbare, afsluiter is opgenomen en een besturingsor-5 gaan deze verstelmotoren zodanig bedient, dat de waterdoorlaten uit de beide aangrenzende, opstaande watertoevoerbuizen afwisselend water ontvangen.
11. Reinigingsvaartuig volgens conclusie 10, met het kenmer k, dat de zijdelingse opstaande uitlaat- 10 sleuven van de opstaande watertoevoerbuizen zodanig zijn gelegen, dat het hieruitstromende water naar de tegenoverliggende opstaande zijkant van de betreffende waterdoorlaat en naar voren is gericht.
12. Reinigingsvaartuig volgens conclusie 10 of 11, 15. e t het kenmerk, dat de opstaande watertoevoerbuizen nabij de achterkant van het blad verlopen.
13. Reinigingsvaartuig volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmer k, dat het in bedrijf continu wordt vooruitbewogen.
14. Reinigingsvaartuig volgens een der voorgaande con clusies, met het kenmerk, dat ten minste één voorste lier en ten minste één achterste lier zijn aangebracht, waarop staalkabels zijn gewonden en die met een aandrijforgaan zijn gekoppeld, waarbij deze staalkabels aan hun uiteinde een 25 verankeringsorgaan dragen.
15. Reinigingsvaartuig volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de voorste staalkabel door het blad is gevoerd.
16. Reinigingsvaartuig volgens een der voorgaande con-30 clusies, met het kenmerk, dat het blad naar beide zijden verzwenkbaar is.
17. Reinigingsvaartuig volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het blad in naar boven en naar voren hellende standen, alsmede in naar boven en 35 naar achteren hellende standen verzwenkbaar is.
18. Reinigingsvaartuig volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmer k, dat het blad omhoog en omlaag verplaatsbaar is.
19. Reinigingsvaartuig volgens een der voorgaande con-40 clusies, met het kenmerk, dat het blad aan de 8301095 -II- - V achterzijde met een ophangframe is uitgevoerd/ waarop twee, aan hun achterzijde door middel van een kogelgewricht aan het vaartuig bevestigde, evenwijdige cilinder-zuigersamenstellen aan hun voorzijde door middel van een cardangewricht aangrij-5 pen.
20. Reinigingsvaartuig volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat een derde cilinder-zuigersamenstel aan zijn achterzijde door middel van een horizontale schar-nieras met het vaartuig is verbonden en met zijn voorzijde 10 scharnierend aangrijpt op een draagarm, die aan de achterzijde eveneens door middel van een horizontale scharnieras met het vaartuig is verbonden en die aan de voorzijde door middel van een cardangewricht op het ophangframe van het blad aangrijpt.
21. Reinigingsvaartuig volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat het cardangewricht tussen de draagarm en het ophangframe van het blad een horizontale scharnieras voor de draagarm omvat, waarop het derde cilinder-zuigersamenstel aangrijpt.
22. Reinigingsvaartuig volgens een der conclusies 19-21, met het kenmerk, dat de cardangewrichten tussen de eerste twee cilinder-zuigersamenstellen en het ophangframe van het blad elk een horizontale scharnieras voor het betreffende cilinder-zuigersamenstel omvatten. |
23. Reinigingsvaartuig volgens conclusie 22, met I het kenmerk, dat in de verticale stand van het blad de verbindingslijnen tussen het kogelgewricht en de horizontale scharnieras van de eerste twee cilinder-zuigersamenstellen enerzijds en tussen de horizontale scharnierassen van de 30 draagarm anderzijds evenwijdig en van gelijke lengte zijn.
24. Reinigingsvaartuig volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het opstaande blad tot boven het waterniveau doorloopt. !
25. Reinigingsvaartuig volgens een der voorgaande ! 35 conclusies, met het kenmerk, dat aan de voorzijde van het vaartuig twee, om in de dwarsrichting verlopende assen roteerbare, voorwielen zijn aangebracht, terwijl aan de achter- zijde van het vaartuig een achterste steunpoot verzwenkbaar om een horizontale as en om een verticale as is ondersteund, 40 waarbij op deze steunpoot en op het vaartuig verstelorganen 8301095 ‘ * - 12 - voor de steunpoot aangrijpen/ terwijl de steunpoot aan de onderzijde ten minste één wiel draagt, waarvan de rotatieas in de middenstand van de steunpoot althans ongeveer evenwijdig aan de assen van de voorwielen verloopt. * * 830 1 0 9 5
Priority Applications (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8301095A NL8301095A (nl) | 1983-03-29 | 1983-03-29 | Reinigingsvaartuig voor het reinigen van een riool of dergelijk vuilafvoerkanaal. |
FR8404828A FR2543595A1 (fr) | 1983-03-29 | 1984-03-28 | Embarcation pour le nettoyage d'un egout ou canal d'evacuation de dechets analogue |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8301095A NL8301095A (nl) | 1983-03-29 | 1983-03-29 | Reinigingsvaartuig voor het reinigen van een riool of dergelijk vuilafvoerkanaal. |
NL8301095 | 1983-03-29 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8301095A true NL8301095A (nl) | 1984-10-16 |
Family
ID=19841615
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8301095A NL8301095A (nl) | 1983-03-29 | 1983-03-29 | Reinigingsvaartuig voor het reinigen van een riool of dergelijk vuilafvoerkanaal. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
FR (1) | FR2543595A1 (nl) |
NL (1) | NL8301095A (nl) |
Families Citing this family (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2580013A1 (en) * | 1985-04-04 | 1986-10-10 | Ferraina Francois | Method and machine for reprofiling waterways |
FR2629741B1 (fr) * | 1988-04-12 | 1991-06-14 | Assainissement Voirie Service | Procede de curage des conduits et des reservoirs en milieu liquide, a l'aide d'un engin flotteur, automoteur |
CN107700568A (zh) * | 2017-09-26 | 2018-02-16 | 中蓝(厦门)实业有限公司 | 海龟式挖泥船 |
Family Cites Families (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL296333A (nl) * | 1900-01-01 | |||
FR1063005A (fr) * | 1951-01-15 | 1954-04-29 | Neyrpic Ets | Dispositif de nettoyage pour conduits tels que canaux |
FR1164921A (fr) * | 1957-01-21 | 1958-10-15 | Algerienne Des Entpr S Leon Ch | Appareil automoteur pour dévaser les canaux |
-
1983
- 1983-03-29 NL NL8301095A patent/NL8301095A/nl not_active Application Discontinuation
-
1984
- 1984-03-28 FR FR8404828A patent/FR2543595A1/fr active Pending
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
FR2543595A1 (fr) | 1984-10-05 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5779887A (en) | Gravity screen with burden removal and pore-cleaning means | |
US6896801B2 (en) | Method and apparatus for magnetic separation of particulates from liquids | |
NL8301095A (nl) | Reinigingsvaartuig voor het reinigen van een riool of dergelijk vuilafvoerkanaal. | |
JP6547189B2 (ja) | 汚泥掻寄装置 | |
JP6917326B2 (ja) | 背面降下前面掻揚式除塵機 | |
US5743694A (en) | Oil recovery apparatus | |
US5399054A (en) | Oil recovery apparatus | |
KR101588627B1 (ko) | 어도가 형성된 가동보 | |
JP4911360B2 (ja) | 掻寄装置 | |
US4190147A (en) | Device for transport of bulk material or the like | |
US1159129A (en) | Conveyer mechanism. | |
EP0440573B1 (fr) | Dégrilleur aval, éjectant par l'amont, comportant un peigne articulé qui descend, escamoté, et remonte, ouvert horizontalement en dégrillant, et un déversoir mobile amont | |
NL8300652A (nl) | Groentewasinrichting. | |
GB1598130A (en) | Apparatus for clearing screens | |
JPH06346422A (ja) | 自動除塵機 | |
JPH06346423A (ja) | 自動除塵機 | |
US3028694A (en) | Carrying type scraper | |
JPS6212401Y2 (nl) | ||
JPS6313766Y2 (nl) | ||
FR2691487A1 (fr) | Dispositif pour le nettoyage d'une grille de filtration. | |
JPS602267Y2 (ja) | 反転型レ−キ引揚式除塵機 | |
JP2803024B2 (ja) | バックレーキ式自動除塵機 | |
NL2002263C2 (nl) | Rollenset en werkwijze voor het sorteren van gewassen. | |
JPH067055Y2 (ja) | 除塵装置 | |
DE4440894B4 (de) | Verfahren zum Schwimmschlammräumen und Schwimmschlammräumer |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |