NL8103170A - Traploos regelbaar mechanisme voor de rugleuning van stoelen. - Google Patents

Description

*3 * Ψ vo 2092 -

Traploos regelbaar mechanisme voor de rugleuning van stoelen.

De uitvinding heeft betrekking op een mechanisme voor het op een verstelbare wijze door draaien plaatsen van een verticale rugleuning van een stoel met betrekking tot het bijbehorende horizontale kussen. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een 5 mechanisme voor het verstellen van de rugleuning van een automobiel-stoel, 'welk mechanisme kan worden versteld voor het in een willekeurige stand plaatsen van de rugleuning.

Mechanismen voor het verstellen van de rugleuning van een stoel worden voor voertuigstoelen gebruikt voor het regelen van 10 de hoekstand van de rugleuning van de voertuigstoel met betrekking tot het bijbehorende horizontale stoelkussen. Verstelling van de hoekstand van de rugleuning met betrekking tot het kussen verschaft een voert ui g-bestuurder of passagier gemak bij het aannemen van een stand, die voldoet aan de grootte van de inzittende van de stoel en de gewenste stand 15 bij het zitten. Gewoonlijk zijn mechanismen voor het verstellen van de rugleuning beperkt voor wat betreft het aantal standen, waarin de rugleuning kan worden geplaatst met betrekking tot het kussen. Bij toepassing voor de voorste stoelen in een voertuig met twee deuren, moet de rugleuning ook naar voren kunnen draaien onafhankelijk van het kussen 20 naar een stand voor het gemakkelijk kunnen instappen of uitstappen met betrekking tot de achterste stoel achter de voorste stoel.

Er bestaan tot nu toe vele voorbeelden van traploos regelbare verstelinriehtingen voor de rugleuning van een stoel. Vele van deze mechanismen hebben moeite bij het produceren van een grendelkracht, 25 die voldoende groot is voor het weerstaan van de stootbelastingen op de rugleuning, vereist voor de veiligheid van de inzittende. Bovendien zijn vele van deze mechanismen zeer ingewikkeld en derhalve kostbaar in massa te produceren.

Een voorbeeld van een traploos regelbaar verstelmecha-30 nisme voor de rugleuning van stoelen is weergegeven in het Amerikaanse oetrooischrift li.O7O.O58. Dit octrooischrift openbaart een mechanisme voor het verstellen van de rugleuning van stoelen, welk mechanisme is gemonteerd aan het kussen en aan de rugleuning, en een paar nokdelen bevat, draaibaar rond een hartlijn in een huis. Deze nokdelen grijpen 8103170 * 't <L - f—:-: ; : : : ' . M 2 . ' ' ; « .

[ ; aan een einde een. nokoppervlak aan, en aan het. andere einde een gren- : deloppervlak, zodat het draaien wordt weerstaan door de kracht van het j * : nokdeel in grendelaangrijping met het grendeloppervlak door een gepoogd "bewegen van het andere nokoppervlak. Een dergelijk mechanisme blijkt 5 !. niet de positieve grendelkrachten te produceren, die eigen zijn aan ; de uitvinding» Ook. is een groot aantal onderdelen nodig, waardoor het '· mechanisme kostbaar in produktie wordt gemaakt»

Het Amerikaanse octrooischrift 3.^23.785 openbaart een : standregelmeehanisme, waarbij gebruik wordt gemaakt van een planetair ' i . .10 ; raderwerk voor: het produceren, van een aanzienlijk draaien van een wrij-s · l vingstrommel bij een beperkt draaien.tussen de rugleuning, en het kussen t [ van. een stoel» De wrijvingstrommel is· gebonden met een veerspiraal, die .

' i » [..werkt-.als een.wri jvingsrem, en zodoende de rugleuning en.het kussen te- ; : ' ' gen. onderling draaien grendelt» Ook de door dit ontwerp^ ontwikkelde gren-15 ;'· delkrachten blijken kleiner te zijn dan die, ontwikkeld door het onderhavige mechanisme, voor het verstellen van· de rugleuning van een stoel.

Een soortgelijk mechanisme voor het verstellen van de rugleuning: van ; een stoel is weergegeven in het Amerikaanse octrooischrift 3.508.29^ op naarn van aanvraagster» · 20 Het Amerikaanse octrooischrift 3 »315 »298 openbaart een aantal uitvoeringsvormen, voor elk waarvan gebruik wordt gemaakt van een schroef lijnvormig nokoppervlak aan een draaibare plaat voor het plaatsen van een element, dat vast is bevestigd aan de rugleuning. Een beweging van de rugleuning wordt tegengegaan doordat het element in het 25 algemeen loodrecht wordt bewogen op het nokoppervlak. Omdat slechts een kleine schuine hoek aanwezig is tussen het element en het nokoppervlak, draait het nokoppervlak niet, omdat de wrijvingskracht, uitgeoefend op ; de nokoppervlakplaat een mechanisch voordeel heeft als gevolg van de kleine hoek. De door dit ontwerp geproduceerde krachten zijn nog altijd 30 kleiner dan de krachten, ontwikkeld door het onderhavige mechanisme. Verder zijn de sehroeflijnvormige oppervlakken kostbaar in vervaardiging en niet zonder meer geschikt voor massaproduktie.

Het Amerikaanse octrooischrift 3·237·9δ7 openbaart een grendelmeehanisme, waarbij gebruik wordt gemaakt van twee stellen 35 rollen, welke stellen elk kunnen worden gewigd tussen een cilindrisch ____ oppervlak, bevestigd aan de rugleuning, en een vast schuin oppervlak.

81 Ö 3 17 0 Λ * _ ! 3 t : I i ' Een. beweging- van de rugleuning naar achter of naar voren doet het ene . of het andere stel rollen het schuine oppervlak aangrijpen, hetgeen de . rollen verder vastwigt tegen het cilindrische oppervlak. De zodoende ont-wikkelde wrijvingskrachten houden de rugleuning vast tegen een beweging* 5 Een beweging van een losmaakmechanisme in een richting maakt het moge-. lijk de stoel alleen in de tegengestelde richting te "bewegen omdat ; slechts éên stel rollen per keer vanaf de wigoppervlakken kan worden verplaatst. Gebleken is, dat het onderhavige mechanisme veel goedkoper in massa kan worden geproduceerd dan dat, geopenbaard in het Ameri— 10 kaanse octrooischriffc. 3-237*987*

Andere voorbeelden van'traploos regelbare mechanismen voor de rugleuning van een stoel zijn geopenbaard in deö. Amerikaanse oetrooischriften 2,112.265 en 3*195*952.

Bij het onderhavige mechanisme voor het verstellen van 15 de rugleuning van een stoel wordt gebruik gemaakt van een zelfbekrach— 1 tigende dubbele wiginrichting voor het tot stand, brengen van het gren— . delen. Hierbij is gebruik gemaakt van een soortgelijke gedachte als bij de differentiëlen met een beperkte slip, geopenbaard in de Amerikaanse oetrooischriften 3*572.165 en 3-762.2^1. Deze oetrooischriften 20 hebben echter betrekking op een koppelinrichting, hetgeen het gebruik daarvan in een mechanisme voor het verstellen van de rugleuning van een stoel niet voor de hand liggend maakt.

Het is een doel van de uitvinding een verbeterd mechanisme voor het verstellen van de rugleuning van een stoel te verschaffen, 25 welk mechanisme een hoekverstelling van de rugleuning van een voertuig— stoel mogelijk maakt met betrekking tot het bijbehorende kussen· op een traploos regelbare wijze.

Het is een verder doel een traploos regelbaar mechanisme voor het verstellen van de rugleuning van een stoel te verschaffen, 30 welk mechanisme grote grendelkrachten kan ontwikkelen voor het in de verstelde stand onder omstandigheden van hoge belasting grendelen van de rugleuning.

Het is nog een ander doel een eenvoudig en licht wegend mechanisme te verschaffen, dat in massa kan worden geproduceerd bij 35 betrekkelijk lage kosten.

Het is weer een aanvullend doel een mechanisme voor het ‘ 8103170 •—ί-:-:-:---: : i ί · I ! · : * . Μ ’ : : verstellen van. de rugleuning· van een stoel te verschaffen,, waarbij ge-. I : bruik wordt· gemaakt van de wrijving, ontwikkeld door de wisselwerking ! ! van. twee samenpassende V-vormige oppervlakken wanneer- éên van de V— • . · vormige oppervlakken tot in krachtiger aangrijping wordt gedrongen met • 5 , het tweede V-vormige oppervlak bij een beweging· van het tweede opper- . : j vlak* • Voor het tot stand brengen van de voorgaande en van andere doeleinden, bevat het traploos regelbare mechanisme voor het ver- i stellen van de rugleuning van een stoel een eerste en een tweede arm '10 ; met een vast aan de tweede arm: bevestigde draaipen, die zich aan althans ; !· len zijde daarvan volgens een hartlijn uitstrekt. De eerste arm is draai,— - '.··. r baar.gemonteerd aan de draaipen en kan draaien met betrekking tot de f | tweede arm* Eén paar grendelpallen is draaibaar gemonteerd aan de eerste

• I

: arm, welke grendelpallen kunnen draaien* naar *en vanuit· elkaar* Een :15 ‘ veer strekt zich * uit om de grendelpallen en drukt deze naar elkaar.

i · | : Elk der grendelpallen heeft een in hoofdzaak V-vormige groef in een ein— i ; de daarvan* Het einde van. de grendelpal met de V-vormige groef kan een j ‘ .; exrkeivormig gedeelte aangrijpen aan de tweede‘arm* Het. cirkelvormige ge- ; deelte van de tweede arm heeft een'in hoofdzaak V-vormig oppervlak, voor-20 zien van een ingesloten hoek die in hoofdzaak gelijk is· aan de ingeslo-: ten hoek van de groeven en de grendelpallen. De drukmiddelen drukken de van een groef voorziene einden van de grendelpallen tot in wrijvingsaan-grijping met het V-vormige oppervlak aan de tweede arm voor het zodoende voorkomen van een onderlinge beweging tussen de eerste arm en de 25 tweede arm. Ook is een, nokkenorgaaa opgenomen, dat de grendelpallen uit elkaar kan drukken tegen de drukmiddelen uit' aangrijping met het V-vor- mige gedeelte aan de tweede arm teneinde een onderling draaien moge lijk te maken tussen de eerste en tweede armen. Een veer is· aangebracht die de tweede arm. naar de eerste arm drukt.

30 De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin:

Figuur 1 een zijaanzicht is van het mechanisme, figuur 2 een doorsnede is volgens de lijn II — II in figuur 3, en 35 figuur 3 een aan figuur 1 gelijk zijaanzicht is, waar bij de buitenplaat is verwijderd.

81 0 3 1 7 0 ...............

i ; 1 ~ ' — —— ! i ! 1 ' 5 i *

Verwijzende naar de figuren 1-3 van de tekening, : "bevat liet in zijn algemeenheid met het verwij zingsci j fer 10 aangeduide mechanisme voor het verstellen van de rugleuning van een stoel, een eerste arm 12 en een tweede arm 14« De eerste arm 12 is ontworpen om te 5 worden "bevestigd aan het kussen van een automobielstoel, waarbij de arm 11; moet worden bevestigd aan de rugleuning. In de voorkeursuitvoeringsvorm zijn de armen met bouten bevestigd aan het metalen stoelraam voor een vaste bevestiging aan het kussen en de rugleuning.

De eerste arm 12 bestaat uit twee platen 16 en 18. De : 10 platen l6 en 18 sluiten-de tweede arm ik in» evenals een draaipen 20, die dient als de draaihartlijn tussen de platen 16 en 18. Binnen de platen l6 en 18 zijn ook de grendelpallen 22 en 2h draaibaar gemonteerd. De pallen zijn gemouteerd aan draaipennen 26 en 28. De- grendelpallen 22 en 2k kunnen draaien naar en vanuit elkaar rond de draaipennen 26 en 28.

- f 1 15: De draaipen 20 dient ook voor het verschaffen van een juiste afstand tussen- de platen l6 en 18.

Ex de voorkeursuitvoeringsvorm heeft de tweede arm 14 een cirkelvonnig wrijvingsoppervlak 30 daaraan. Het wrijvingsoppervlak 30 . heeft een kroaaningsstraal, die is gecentreerd op de draaihartlijn tus— 20 sen de platen 16 en 18 van de eerste arm 12 en de tweede arm 1k, welke draaihartlijn samenvalt met de draaipen 20. In de voorkeursuitvoeringsvorm heeft het wrijvingsoppervlak 30 een in het algemeen V-vormige dwarsdoorsnede. De voorkeurs grendelpallen 22 en 2k hebben groeven 32 en 3^·, uitgesneden in een einde daarvan. De groeven 32 en 3¾ hebben dwarsdoor-25 sneden, die in het algemeen V-vormig zijn en nagenoeg gelijk aan het V-vormige wrijvingsoppervlak aan de arm lU. In de voorkeursuitvoeringsvorm drukt de veer 36 de grendelpallen 22 en 2k tot in aangrijping met het wrijvingsoppervlak 30 aan de tweede arm 1U.

In de voorkeursuitvoeringsvorm zijn de groeven 32 en 3^· 30 recht uitgesneden onder een hoek met betrekking tot een lijn, die de draaipennen 20 en 26 of 28 -verbindt. Deze hoek is zodanig, dat hij verzekert, dat het raakpunt tussen de groeven 32, 3^· en het wrijvingsoppervlak 30 van de arm 1U ongeveer is gecentreerd in de A-B richting aan het einde van de grendelpallen 22 en 2k. Het is duidelijk, dat een gebogen 35 groef in de einden van de grendelpallen 22 en 2k zou kunnen worden gesneden. Deze gebogen groef zou overeenkomen met de kromming van het wrij- 8103170 I—-- ' ' ' : —-: I ; .

I ; : 6 . ; l i / ! ί ; vingsoppervlak 30.

; I - De plaatsen van de draaipennen 20, 26 en 28 zijn zoda- j nig gekozen, dat de'afstand van de pen 26 tot het raakpunt van de groef ·’ 32 van de grendêlpal 22 met- het- wr i jvingsoppervlak 30 kleiner is dan : 5 ; dekrommings straal van het cirkelvormige wrijvingsoppervlak 30. De ge— - | ί zamenlijke lengte van de afstand tussen de draaipen 26 en het raakpunt : met-het wrijvingsoppervlak 30 en de afstand van de draaipen 20 tot het— . zelfde raakpunt tussen het oppervlak 30 en de pal 22 is met andere woor-. ; ' ; den. groter dan de afstand tussen de draaipennen 26 en. 20. Dezelfde geome-10 ; trie moet aanwezig zijn voor de pal 2h en zijn draaipen 28. Deze ’geo-- - metrie·,· die soortgelijk is aan die van een oploopkoppeling verzekert, j dat het mechanisme· grendelt , zoals hierna gedetailleerder wordt be— . | ;· schreven. _ • Een middel is aangebracht voor het uit elkaar dringen 15 van de grendelpallen 22 en 2k tegen de veer 36 en vanuit aangrijping met , het wrijvingsoppervlak 30 aan de tweede arm 1h. In· de voorkeursuitvoe— I : ringsvorm. bevat dit middel een hefboomarm 38 die het losmaaknokkenorgaan i ΙμΟ rond de draaipen 26 kan draaien voor het scheiden van de pallen 22 en ; 2kv Het nokkenorgaan kO moet zich voldoende ver verwijderd bevinden 20 ; van de draaipennen 26 en 28, zodat de op de pallen 22 en 2k uitgeoefende ' * kracht een voldoende moment produceert voor het vanuit aangrijping met het oppervlak 30 aan de arm 1^ bewegen van de grendelpallen. De veer hl is aangebracht voor het in zijn gebruikelijke werkstand houden van de arm • 38, waarin het nokkenorgaan ho los is van de grendelpallen 22 en 2h.

25 Het nokkenorgaan *10 is vast bevestigd aan de arm 38 door een pen 50.

Voor het bedienen van het voorkeursmechanisme 10, wordt de losmaakhefboom 38 bewogen in de richting A, hetgeen het losmaaknokkenorgaan Uo draait voor het-uit aangrijping met het wrijvingsoppervlak 30 aan de arm 1^· dringen van de grendelpallen 22 en 2k. De in- 30 zittende van het voertuig verstelt dan de rugleuning in een willekeurig gewenste stand binnen een voorafbepaald bereik. Voor het grendelen van de stoel laat de inzittende de hefboom 38 los, waardoor het nokkenorgaan kQ wordt losgemaakt van de grendelpallen 22 en 2h. De veer 36 dringt dan de grendelpallen terug tot in aangrijping met het' wrijvingsoppervlak 30.

35 De groeven 32 en van de grendelpallen 22 en 2h komen in aanraking met het wrijvingsoppervlak 30. Eenmaal in aanraking met het wrijvingsopper- 8103170 » τ : vlak 30 veroorzaakt een. poging- tot h.et‘ naar voren "bewegen van de arm ' 14 een beweging van de pal 22 en derhalve een vergroting van de grendel-kraehten tussen de arm 14 en de grendelpal 22. Dit wordt door de hiervoor besproken geometrie veroorzaakt, doordat de wigkrachten tussen het 5 oppervlak 30 en de groef 32 toenemen evenredig aan de voorwaartse kracht, : uitgeoefend op de arm t4. De grendelkraeht wordt door de pal 22 naar beneden overgebracht en tegengegaan door de draaipen 26. Op soort ge- lijke.wijze wordt een achterwaartse beweging van de arm 1¾ tegengegaan door de pal 24, die tot in grotere wrijvingsaangrijping wordt gewigd met 10 het wrijvingsoppervlak 30 wanneer een achterwaartse kracht wordt uitge— oefend op de arm f4. Voor het verplaatsen van de hoek van de rugleuning, ; maakt' de inzittende de grendelpallen los door het uit elkaar dringen 1 daarvan onder gebruikmaking van de arm 38 en het- nokoppervlak 4-0. Een pen 52* gemonteerd aan de platen 16 en 18, en een sleuf 54- in de arm 14 15’ dienen voor het begrenzen van de beweging· van de rugleuning ten opzichte van het kussen.

Hoewel een. breed bereikt van ingesloten hoeken voor de : groeven 32 en 34 en het wrijvingsoppervlak 30 kan worden gebruikt, is de voorkeurshoek ongeveer 18°. Deze hoek is voldoende voor het veroorza-20 ken van voldoende grendelkrachten tussen het wrijvingsoppervlak 30 en de groeven 32 en 34 in de pallen 22 en 24. Gebleken is, dat het veranderen van deze hoek het verplaatsen vereist van de draaipunten 26 en 28 om het gemakkelijk -ontgrendelen van het mechanisme f0 te verzekeren. Meer in het bijzonder is gebleken, dat indien de hoek van de groeven 32, 34 25 en het wrijvingsoppervlak 30 wordt verkleind, de afstand tussen de draaipunten 26 en 28 moet worden vergroot binnen het hiervoor vermelde geometrische kader'om te verzekeren, dat de krachten, nodig voor het van het wrijvingsoppervlak 30 losmaken van de grendelpallen, redelijk zijn.

In de voorkeursuitvoeringsvorm is de draaipen 20 vast 30 bevestigd aan de tweede arm 14. De stoelterugstelveer 42 is aangebracht, en is met een einde bevestigd aan de pen 20 en een tweede einde aan een. flens 44 aan de arm f8. De toevoeging van de veer 42 verschaft een druk op de rugleuning naar voren teneinde een gemakkelijk verstellen van de rugleuning mogelijk te maken. Ih de voorkeursuitvoeringsvorm is het te-35 vens een sleuf in de arm 14, waarin een pen aan de platen 16 en 18 aan-___ grijpt, welk geheel vooraf de maximale hoek bepaalt, zowel naar voren als 8103170 " ' ·_’>*· f > . : = ; — : : “ | ' ' · t. I ” ί ' 8 · i * . . ; \ - i I naar achter, die de rugleuning kan innemen.

• Het is duidelijk, dat andere gedaanten naast de in j 1 hoofdzaak V—vormige dwarsdoorsnede van de groeven 32 en 3^- en het vrij-- ‘ vingsoppervlak 30 kan worden gebruikt voor het produceren van de gr en? -·.· 5 dèlaangrijping. Bijvoorbeeld kan een in hoofdzaak ü-vormig oppervlak j ί worden gebruikt aan zowel de grendelpallen als de arm 1^. Bovendien kun— ' ! nen verschillende andere middelen dan de weergegeven nokarmuitvoering , zijn aangebracht voor- hèt tot in aangrijping met het wrijvingsoppervlak I j 30· dringen van de grendelpallen 22 en 2k.

; t0;· Hoewel de uitvinding- is afgebeeld en beschreven met « i - ' betrekking tot- de voorkeursuitvoeringsvorm daarvan, is het duidelijk» i 1 | [ dat; de uitvinding op geen enkele wijze is beperkt tot de details van de- I ze uitvoeringsvorm» maar verschillende wijzigingen kan:od.dergaan bin--; nen het kader vair de volgende conclusies i t - ' > ; —81 0 3 1 7 0 ---------------------------

Claims (5)

1. 2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het 25 tweede deel een sleuf bevat, waarin een pen aangrijpt, gemonteerd aan de eerste arm voor het begrenzen van de onderlinge beweging· tussen de eerste en tweede delen tot een voorafbepaalde hoek.
2. 3· Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt door midde len voor het in een richting drukken van het tweede deel. 30 k. Traploos verstelbaar mechanisme voor de rugleuning van stoelen,, gekenmerkt door een eerste arm, bevestigd aan het kussenraam, verder door een tweede arm, bevestigd aan het rugleuningraam, door een draaipen, die kan werken als een draaihartlijn tussen de eerste en twee- .: .1. - . «· . - . 1-. · · * ' ‘ . , I - · ” - ; de armen» door een paar grendelpallen, draaibaar gemonteerd aan de • L j eerste arm», welke grendelpallen kunnen draaien naar en uit elkaar rond | ! op· onderlinge, afstand liggende draaipunten en. tot in althans puntaanra- ! . king met een. cirkelvormig wrijvingsoppervlak aan de tweede arm, welk 5, cirkelvormig wrijvingsoppervlak zijn middelpunt op de draaihartlijn ’ 'heeft» door middelen voor het'naar elkaar drukken van de grendelpallen, - waarbij elk. der grendelpallen is voorzien van eèa m hoofdzaak V-vormige j groef in een einde daarvan, welk einde het wrijvingsoppervlak aan de l I rand van de tweede arm. kan aangrijpen, welk wrijvingsoppervlak is voor— .. ί TQ; zien van een in. hoofdzaak V-vormige dwarsdoorsnede met een ingesloten I · j hoek, die. gelijk is aan die van de groeven ia de grendelpallen waardoor : ·. -..ί. de van een groef voorziene einden van de grendelpallen tot. in wrijvings- 1 - · t J * * .! aangrijping: worden gedrongen-met 'de V-vormige rand aan de tweede arm ' ; · i { ; *· ; door de drukmiddelen voor het. zodoende voorkomen van een onderling draai-15! en tussen de eerste en. tweede armen,, en'door‘middelen voor het uit el— ί ; ' | : kaar'bewegen van de grendelpallen tegen de drukmiddelen en vanuit aan— I ;. grijping met het wrijvingsoppervlak Tan de tweede arm teneinde een on- l ! derling-draaien mogelijk te-maken tussen de eerste en tweede armen. t . . 5- v Mechanisme volgens conclusie U, gekenmerkt door midde- . ; 20' len voor het naar de eerste arm drukken van de tweede arm. : 6.. . Mechanisme volgens conclusie k9 met het kenmerk, dat . de tweede arm een sleuf bevat, waarin een pen aangrijpt, gemonteerd aan de eerste arm' voor het begrenzen van het onderling draaien tussen de eerste en tweede armen tot een voorafbepaalde hoek.
3. 25 T. Traploos verstelbaar mechanisme voor de rugleuning van stoelen, gekenmerkt door een eerste arm, bevestigd aan het kussenraam, verder door een tweede arm, bevestigd aan het rugleuningraam, door een draaipen, die zich uit strekt volgens een draaihartlijn tussen de armen, waarbij de eerste arm draaibaar is gemonteerd aan de draaipen voor een 30 draaiing met betrekking tot de tweede arm, door een paar grendelpallen, •draaibaar gemonteerd aan de eerste arm, welke grendelpallen kunnen draaien naar en vanuit elkaar- rond op onderlinge afstand liggende draaipunten en tot in aanraking met een cirkelvormig wrijvingsoppervlak aan de tweede arm» welk cirkelvormig wrijvingsoppervlak zijn' middelpunt op de 35 draaihartlijn heeft, door middelen voor het naar elkaar drukken van de grendelpallen, waarbij elk der grendelpallen is voorzien van een in hoofd- 81 0 3 1 7 0 ........ ........ I-1--— ---1 I ; . 11 ? i zaak. 7-vormig oppervlak aan een einde daarTan, welk einde kan. aangrijpen : op h.et wrijvingsoppervlak aan de tweede arm, welk wrijvingsoppervlak is voorzien van een in hoofdzaak 7-vormige dwarsdoorsnede, complementair ; ten opzichte van het 7-vormige oppervlak aan de grendelpallen, waarbij : 5 de drukmiddelen de grendelpallen tot in aanraking brengen met het wrij- i e vingsoppervlak aan de tweede arm, waardoor het einde aan een eerste van de grendelpallen kan worden gedrongen tegen zijn draaipunt tot in gro-. tere wigaangrijping met het wrijvingsoppervlak aan de tweede arm wan— - ! neer het wrijvingsoppervlak naar de tweede van de grendelpallen wordt 10 gedrongen voor het zodoende voorkomen van het draaien tussen de eerste en tweede-.armen in een richting, en het einde aan de tweede grendelpal ; kan worden gedrongen tegen zijn'draaipunt tot in grotere aangrijping * i - .. j f. met het wrijvingsoppervlak aan de tweede arm wanneer deze naar de eer— ï ·; ste grendelpal wordt gedrongen voor het zodoende voorkomen van het draai- ; 15: en tussen de eerste en tweede armen in dertegengestelde richting, en door middelen voor het uit elkaar bewegen van de grendelpallen tegen de drukmiddelen en vanuit aangrijping met het wrijvingsoppervlak van de . ? : tweede arm voor het mogelijk maken van een onderling draaien tussen de eerste en tweede armen. 20- 8. Mechanisme volgens conclusie 7» met het kenmerk, dat het 7-vormige oppervlak aan de grendelpallen een van een groef voorzien oppervlak is.
4. 9. Terstelbaar scharnier, gekenmerkt door een eerste arm, voorzien van een paar daaraan gemonteerde grendelpallen, verder door een 25 tweede arm, voorzien van een cirkelvormig wrijvingsoppervlak daaraan, door een draaipen, die zich uit strekt volgens een draaihartlijn tussen de eerste en tweede armen, en een onderling draaien daartussen rond deze hartlijn kan toelaten, waarbij de grendelpallen kunnen draaien rond op onderlinge afstand liggende draaipunten aan de eerste arm tot in althans 30 een puntaanraking met het wrijvingsoppervlak van de tweede arm, welke draaipunten aan de eerste arm en draaihartlijn tussen de eerste en tweede armen onderling zodanig zijn geplaatst, dat de som van de afstand vanaf het raakpunt naar het paldraaipunt en vanaf het draaipunt naar de draaipen volgens de hartlijn groter is dan de betreffende afstanden tus-35 sen de draaipen en het paldraaipunt, door middelen voor het in grendel-__ aangrijping met het wrijvingsoppervlak van de tweede arm drukken van de 81 03 170 ^ V· . ' I—J-- -—:— -:—:-—-—; ’ ! - ' ..-12- ' 1 f ‘ * : i . I i . j ; grendelpallen, waardoor een van de grendelpallen het draaien van de • ; tweede arm voorkomt in een richting, en de. andere grendelpal het draai en. van de tweede arm voorkomt in de tegengestelde richting, en door mid-— - ' delen voor het uit aangrijping met het wrijvingsoppervlak aan de tweede • 5; arm bewegen van de grendelpallen voor het mogelijk maken van een onder- f ...... ' I i ling draaien tussen de eerste en tweede armen»
5. 10. Scharnier volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het ‘wrijvingsoppervlak aarde tweede arm een in hoofdzaak V-vormige dwars- j ( ; ; doorsnede heeft, waarbij het einde van, de grendelpal,. dat kan draaien r ' ' 1Qi.' tot in aanraking met het' wrijvingsoppervlak, een dwarsdoorsnede heeft, | . i die· kan samenpassen. met het wrijvingsoppervlak. : tl» Scharnier volgens- conclusie 10, met- het kenmerk,, dat I . ; het- T-vormge· oppervlak aan de grendelpal: bestaat uit een van een groef ' I . voorzien oppervlak,. ;·.--' - i i · I .* · t .·..♦· r ... 810 3 170